Je kent het wel: je koopt een huis en gaat binnen aan de slag met verbouwen en het huis naar je smaak maken. Als dit klaar is blijft de tuin nog over: een groot tegelpaleis welke in de zomer véél te warm is en welke blank staat wanneer het in het najaar begint te regenen. Tijd voor een groene oase! Maar waar begin je? In deze blog laten we je stap voor stap zien hoe je van deze tegeltuin een levendige groene tuin maakt!
omslagfoto: de Natuur van hier
Waarom is een groene tuin belangrijk?
Een groene tuin kent veel voordelen ten opzichte van een tegeltuin. Het extreme weer waar we tegenwoordig mee te kampen hebben zorgt in steden en dorpen steeds vaker voor wateroverlast. Dit komt omdat er veel beton, asfalt en tegels in steden aanwezig zijn, waardoor het water allemaal via de riolering afgevoerd moet worden. Groene tuinen zorgen ervoor dat niet al het water via het afvoerputje hoeft weg te lopen, maar dat het rustig in de grond kan infiltreren.
Daarnaast is een tegeltuin veel warmer dan een groene tuin. Handig zou je in eerste instantie denken, maar wanneer het meer dan 30 graden in de zomer wordt ben je blij dat je wat schaduw hebt in je tuin. Als we ervoor kiezen om steden te vergroenen kan de gevoelstemperatuur in steden met meer dan 10 graden zakken op hete dagen! Plant dus planten, struiken en bomen in je tuin, om hittestress te voorkomen.
Tot slot dragen groene tuinen bij aan de lokale biodiversiteit en is het goed voor de mentale gezondheid.
Lees ook: 10 tips voor meer vogels in je tuin
Van tegeltuin naar groene tuin
Reden genoeg dus om je tegeltuin om te turnen naar een groene oase. Maar hoe pak je dit aan? Voordat je enthousiast aan de slag gaat, is het goed om eerst een en ander op papier te zetten. Dit kan met een simpele schets, of door een echt tuinontwerp te maken.
Ontwerp
Belangrijk is om goed na te denken wat je allemaal wil in je tuin. Wil je een terras in je tuin? Denk dan goed na over wanneer je gebruik maakt van dit terras. Heb je een ‘gewone’ 9-5 baan? Kies er dan voor je terras op die plek te leggen waar je in de namiddag zon hebt. Werk je bijvoorbeeld in de horeca en ben je vooral ’s ochtends vrij? Kies er dan voor je terras op een plek te leggen waar je kunt genieten van de ochtendzon.
Heb je veel buren en wil je geen inkijk hebben? Zorg er dan voor dat je genoeg (winter)groene struiken en (lei)bomen aanplant om het zicht te belemmeren. Denk ook na of je een vijver wil (zorg dan dat deze niet de hele dag in de schaduw ligt), een gazon, plantvakken en wellicht een moestuin.
Vlekkenplan
Als je alle dingen hebt opgeschreven die zeker in je tuin terug moeten komen, is het tijd om een vlekkenplan te maken. Met een vlekkenplan maak je een schets van je tuin waarin je alle elementen die in de tuin terug moeten komen een plekje krijgen. Dit kun je digitaal doen, er zijn veel gratis en betaalde softwareprogramma’s te vinden, maar dit kan ook heel prima met de hand. Ook als je geen grafisch ontwerper of tekenaar bent kun je dit doen. Het gaat erom dat het voor jou duidelijk is waar wat moet komen en dat je er voldoende plek voor gereserveerd hebt.
Tegels eruit
Dan is het eindelijk zover dat de handen vies gemaakt kunnen worden. Allereerst moeten die tegels eruit! Gooi ze niet gelijk weg, deze kun je prima hergebruiken. Als je de stoeptegels doormidden slaat, kun je ze heel mooi gebruik om stapelmuren en borders mee te maken. Stapel deze dan met de ruwe kant naar buiten en plant er zo nu en dan een muurplantje tussen. Zo krijg je een robuuste stapelmuur, welke bijzonder geschikt is voor allerlei dieren om tussen te kruipen. Meer tips over hoe je een stapelmuur maakt vind je hier!
Een goede bodem
Nu de tegels eruit zijn kijk je waarschijnlijk tegen een laag gele zand aan. Volledig ongeschikt om planten in te zetten. Verwijder de gele zand (zet als gratis af te halen op Marktplaats, wellicht heb je geluk en hoef je zelf niet eens te scheppen!) en vul het ontstane gat op met tuinaarde. Of gebruik het gat om een grote vijver te maken! Als alle gele zand eruit is kun je eindelijk gaan nadenken over opnieuw inrichten!
Inrichten
Als het goed is heb je in je ontwerp of vlekkenplan bedacht waar je groen wil, waar je een terras wil, waar een gazon en waar een waterpartij. Zodra je klaar bent met het terras kun je starten met het water en het groen.
Water
Afhankelijk van de grote van je tuin kun je een kleine of grote waterpartij maken. Een kleine waterpartij kan een simpel waterornament zijn, of een kleine voorgevormde vijverbak. Als je enkel plaats hebt voor een waterornament, kies hier dan zeker voor. Vogels zoals huismussen, kool- en pimpelmezen komen hier graag uit drinken. Heb je iets meer ruimte ga dan voor een poel of vijver. Naast vogels zullen amfibieën zoals kikkers, padden en salamanders het water gauw vinden. Wil je het helemaal perfect maken voor amfibieën? Laat vissen dan achterwege. Deze eten namelijk de eitjes van de amfibieën, waardoor deze zich lastig kunnen huisvesten. Een poel zonder vissen is in no-time bevolkt door amfibieën!
Gazon
Ook een gazon mag niet ontbreken in een groene tuin. Onder andere merels maken dankbaar gebruik van een gazon, om te zoeken naar regenwormen. Kies ervoor een deel van het gazon (of helemaal) minder te maaien. Hierdoor krijgen kruidachtige inheemse planten de kans om te groeien en tot bloei te komen, perfect voor insecten. Paardenbloem, pinksterbloem, witte klaver, rode klaver en biggenkruid zijn voorbeelden van bloemen die met minder maaien zomaar in je gazon kunnen komen. Maai maar één keer per maand (of nog minder) en voer het gemaaid gras altijd af. Om het proces te bevorderen kun je er ook voor kiezen een inheems bloemenmengsel in te zaaien.
Groen
Dan is het eindelijk tijd om het groen aan te planten. Hierbij zijn er een paar dingen belangrijk om ervoor te zorgen dat je voldoende insecten naar je tuin lokt. Varieer genoeg, kies voor inheems en bij voorkeur ook voor biologisch. Niet biologische planten worden bespoten met bestrijdingsmiddelen, wat dodelijk is voor insecten. Als je zo’n plantje koop bevat deze vaak nog bestrijdingsmiddelen waardoor insecten die erop af komen niet lang meer zullen leven. Wil je een levende tuin, dan is dit natuurlijk het laatste wat je wil.
Variatie
Er zijn verschillende soorten groen die je in je tuin kunt gebruiken. Op plekken waar je wil dat het groen niet te hoog wordt (vooraan in de plantenborder bijvoorbeeld) kun je gebruik maken van bloembollen (deze kunnen ook in het gazon gestoken worden), mossen, een- en tweejarige planten, vaste planten en varens. Daarachter gebruik je (hogere) vaste planten of struiken. Zo krijg je laagtes in het groen, wat zorgt voor verschillende micro-klimaten. In iedere micro-klimaat houden zich weer andere dieren op. Vergeet daarnaast niet om bomen aan te planten. Bomen zorgen voor schaduw tijdens warme zomer dagen, houden water vast en zijn een ware biodiversiteitsbron. Een tuin zonder bomen is dus niet af!
Tot slot kun je er nog voor kiezen om een heg aan te planten. Vogels vinden een veilige broedplek in heggen. Daarnaast zitten op de stammetjes vaak rupsen, perfect voedsel voor kool- en pimpelmezen. Wanneer de heg voldoende oud wordt komt er misschien zelfs wel een hele mussenfamilie wonen!
Lees ook: hoe plant ik een boom?
Kies voor inheems
Door te kiezen voor inheemse planten heb je inheemse insecten veel meer te bieden. Inheemse planten bloeien op de momenten dat insecten deze ook nodig hebben. Daarnaast doen inheemse planten het veel beter in ons klimaat dan al die exotische soorten. En zeg nou zelf, wat is nou mooier: een inheemse plant die volop groeit en rijkelijk bloeit, of een exotische soort die zielig in een hoekje staat weg te kwijnen?
– De beste inheemse vaste planten.
– De beste inheemse schaduwplanten.
– De beste inheemse klimplanten.
– Vijf onmisbare kruiden voor in de tuin of pot.
– De beste inheemse vijverplanten.
– De beste waardplanten voor vlinders.
Aan de slag met een klein budget
Het aanleggen van een nieuwe tuin kan veel geld kosten. Zeker wanneer je net klaar bent met het huis van binnen opknappen kan de rekening voor de tuin flink tegenvallen. Hier een aantal tips om op deze kosten te besparen.
- Voer het werk zelf uit. Als je een beetje handig bent en je hebt groene vingers dan loont het om zelf aan de slag te gaan. Op deze manier kun je al gauw een paar honderd tot (meer dan) duizend euro besparen.
- Hergebruik materialen, zoals het voorbeeld wat we gaven van de stoeptegels. Maar ook dakpannen, andere tegels en oude schuttingen kunnen op een creatieve manier hergebruikt worden.
- Heb je een grote voor- en achtertuin? Ga dan gefaseerd te werk. Vind je de achtertuin het belangrijkste? Pak deze dan eerst aan en laat de voortuin nog een jaar liggen.
- Doe een oproep op social media. Veel mensen die al een tuin hebben met inheemse soorten hebben na een aantal jaren veel plantmateriaal over, omdat inheemse soorten hard groeien. Soms kun je op deze manier gratis stekjes van vaste planten, vijverplanten, struiken en bomen ophalen.
- Kijk eens op Marktplaats of andere 2e hands websites. Hier zijn vaak ook goede kopen te doen met betrekking tot planten, struiken en bomen. Wil je een grote struik of boom overnemen die ergens in de volle grond staat? Bereid je goed voor en vergis je niet in het gewicht. Struiken en bomen kunnen het beste verplaatst worden vanaf november t/m februari, omdat de grond dan voldoende nat is. Hierdoor kan de struik/boom sneller aangroeien op zijn nieuwe plek. Ook sites zoals Meer bomen nu en Voer de bij bij hebben soms (gratis) plantmateriaal beschikbaar.
- Wil je graag een vijver, maar past dit niet binnen het budget? Kies dan voor een Wadi in plaats van een folievijer. Hiervoor graaf je enkel een gat op een laagpunt in de tuin. Leidt het water van het dak naar deze Wadi zodat er voldoende water in komt. Hier beginnen vanzelf waterminnende plantensoorten te groeien!
- Wil je nestkastjes ophangen in je tuin? Maak deze dan zelf van afvalhout. Deze gaan wellicht iets minder lang mee, maar afvalhout is vaak wel gratis of voor weinig geld te krijgen. Als zo’n kastje na een aantal jaren slecht wordt, maak je gewoon weer een nieuwe. Op onze site vind je tal van voorbeelden van nestkastjes die je zelf kunt maken.
Tot slot
Als je eenmaal klaar bent is het tijd om van je groene tuin te gaan genieten. Als je stoeptegels hebt verwijderd, kun je dit nog doorgeven bij het NK tegelwippen. Hier wordt ieder jaar bijgehouden hoeveel stoeptegels in tuinen vervangen zijn door groen. Heb je in je tuin vooral inheemse en streekeigen soorten gebruikt, dan kun je je tuin ook nog aanmelden bij Streektuinen.
Nu je een groene tuin hebt is het een kwestie van tijd voordat de eerste diersoorten zich gaan melden. Vind je het leuk om bij te houden welke soorten je allemaal ziet en wil je bijdragen aan de wetenschap? Kies er dan voor om mee te doen aan de jaarrond tuintelling. Hier kun je alle waargenomen soorten doorgeven. Dit is zeer belangrijk voor onderzoek naar (algemene) tuinsoorten.
Tot slot zijn wij ook razend benieuwd naar je tuin metamorfose. Dus heb jij jouw tuin flink onderhanden genomen en ben je trots op het eindresultaat? Laat het ons dan zeker weten. Dit kun je doen door onder deze blog een opmerking achter te laten. Of stuur ons een bericht (of tag ons) op Instagram (@denatuurvanhier). Wij kijken uit naar jouw tuinproject!