Kikkers in Nederland

Een van de meest onderbelichte soorten in Nederland zijn toch wel de kikkers. Deze koudbloedige dieren zijn echter erg fascinerend wanneer je ze beter bestudeert. Ze kunnen zowel op land als in het water een lange tijd doorbrengen, kunnen door hun mond én door hun huid ademen en kunnen tot tien keer hun eigen lichaamslengte ver springen. Ze zijn dus de moeite waard om verder te onderzoeken. In deze blog vertellen we je wat over hun leefwijze en gedrag, zien we welke kikkers in Nederland voorkomen en hoe je jouw tuin aantrekkelijk kunt maken voor de deze kleine verspringers.

Groene kikker
Een groene kikker met opgezette kwaakblazen

Kenmerken en leefwijze

Kikkers behoren tot de klasse Amfibieën, die zich onderscheiden door hun (relatief) gladde huid en de metamorfose die ze doormaken. De larven leven namelijk uitsluitend in het water, terwijl de volwassen exemplaren ook op land gaan leven. Kikkers zijn de grootste groep van amfibieën en onder andere de padden vallen ook onder deze groep. In deze blog worden enkel de soorten benoemd die we in de volksmond kikkers noemen (de familie echte kikkers en boomkikkers).

Taxonomie kikkers en padden in Nederland (De natuur van hier)
Taxonomie kikkers en padden in Nederland (De natuur van hier)

Kenmerken

Kikkers, amfibieën in het algemeen, bezitten het vermogen om zowel in water als op land te leven. Doordat ze zowel op land als in het water leven, hebben ze zich in de loop der tijd meerdere ademhalingstechnieken meester gemaakt. Behalve het feit dat ze door middel van hun longen kunnen ademen, hebben ze een secundaire ademhalingstechniek geleerd, door middel van de huid. Deze techniek kunnen ze toepassen op land, maar ook onder water kunnen ze zuurstof uit het water onttrekken via de huid.


Lees ook: wat is het verschil tussen een amfibie en een reptiel?


Levenswijze

Kikkers hebben een opvallende levenswijze. Waar veel dieren zich het jaarrond in een en hetzelfde habitat bevinden, verdeelt de kikker zijn tijd over twee habitats. Wanneer het in het voorjaar tijd is om te paren, trekken kikkers naar het water om te gaan paren. Zodra de paring achter de rug is, trekken de meeste soorten kikkers terug naar het land. In een relatief vochtige omgeving brengen ze dan vaak de zomer en de winter door.

Er zijn natuurlijk uitzonderingen. De groene kikkers blijven in de zomer vaak hangen in de voortplantingswateren. De meerkikker overwintert standaard in het water, de bastaard- en bruine kikker doen dit ook bijwijlen.

Soorten kikkers in Nederland

In Nederland leven zes inheemse soorten kikkers. Deze lijken qua gedrag en levenswijze veel op elkaar. Ze voeden zich met van alles wat in hun mond past; kleine insecten, spinnen, wormen, etc. In het voorjaar zetten ze hun eitjes af in het water, wat we kennen als kikkerdril. Hieruit komen tientallen kleine kikkervisjes, die naar verloop van tijd door een gedaantewisseling tot volwassen kikker veranderen en zo ook op land kunnen leven.

In het voorjaar leggen de kikkers hun kikkerdril in de voortplantingswateren

Het groene kikker-complex

Dan zullen we meteen aftrappen met de drie lastigste uit elkaar te houden soorten. Of eigenlijk twee soorten en één hybride. Namelijk de poelkikker en de meerkikker. Uit kruisingen tussen deze twee soorten is ook de bastaardkikker ontstaan. Gezamenlijk noemen we ze de groene kikkers.

Groene kikkers zijn, in tegenstelling tot de andere kikkersoorten, ook overdag actief. Ze zijn door het hele land te vinden en komen het meest voor in poelen met vegetatierijke oevers. Om de soorten goed van elkaar te leren herkennen, raden we je aan om, naast deze blog, eens de herkenningskaart van RAVON te raadplegen voordat het je het veld in gaat. Zo leer je ze echt goed van elkaar te onderscheiden!

Meerkikker (Pelophylax ridibundus)

De meerkikker is de grootste inheemse kikkersoort van ons land

Met een maximale lengte van vijftien centimeter is dit de grootste inheemse kikker van het land. De meerkikker is overwegend groen gekleurd met donkere vlekken op zijn rug. Zoals gezegd lijkt de soort sterk op de bastaardkikker en is nauwelijks met 100% zekerheid te onderscheiden.

Het beste is de kikker van de andere twee groene kikkers te onderscheiden door het gekwaak van de mannetjes. Het geluid van de meerkikker wordt vaak als schel omgeschreven.

Het is een van de meest algemene kikkers van ons land. Naast het algemene menu van kikkers kunnen meerkikkers soms ook nog wel eens een muisje pakken.

Poelkikker (Pelophylax lessonae)

De poelkikker is de kleinste van de drie groene kikkers (Saxifraga – Luc Hoogenstein)

De poelkikker is met z’n maximale lengte van acht centimeter de kleinste van de drie groene kikkers. Het leefgebied in Nederland is een beetje het tegenovergestelde van de meerkikker. Ze zijn voornamelijk terug te vinden in het oosten en zuiden van het land.

Het is een warmteminnende soort die het liefst onbeschaduwde voortplantingswateren opzoekt. Daarnaast hebben ze een voorkeur voor schoon water en een begroeide oever.


Lees ook: de beekprik, rivierprik en zeeprik


Bastaardkikker (Pelophylax klepton esculentus)

De bastaardkikker is een kruising tussen de meer- en poelkikker (Sagifraga – Luc Hoogenstein)

Een van de meest algemene kikkers van ons land is de bastaardkikker. Dit is de derde van de groene kikkersoorten en is een kruising tussen de meer- en poelkikker. De bastaardkikker wordt tot twaalf centimeter groot en is op zijn rug bruin tot groen gekleurd. De kikker is het best van de andere twee groene kikkers te onderscheiden door het bestuderen van de graafknobbel. Hiervoor verwijzen we weer naar de herkenningskaart van RAVON.

Zoals gezegd komt de bastaardkikker algemeen voor in heel Nederland. Daarnaast is de soort overdag actief en is het bijna jaarrond in de buurt van water. Ze houden van warme wateren en goed begroeide oevers.

Bruine kikker (Rana temporaria)

De bruine kikker is de meest algemene soort in Nederland (Saxigraga – Elisabeth Raboin)

De bruine kikker is een middelgrote kikker die tot elf centimeter groot kan worden. De kikker is overwegend bruin gekleurd, maar kan per individu verschillen van bruin tot grijsbruin, roodbruin en tot groenbruin. Het is de algemeenste kikkersoort van ons land.

Bruine kikkers leven voornamelijk op het land. In het vroege voorjaar trekken ze naar de voorplantingswateren om zich voort te planten. Aan deze wateren stellen ze niet veel eisen, echter zul je ze niet snel vinden in grote open poelen. Ze zullen vrij snel het water weer inruilen voor hun land habitat, wat erg kan variëren. Ze brengen hun tijd op land door in bossen en struwelen, maar ook in dorpen in kleine stukjes groen. Sommige exemplaren overwinteren op land, anderen in het water.

Heikikker (Rana arvalis)

Heikikker mannetjes kleuren in het voorjaar blauw om vrouwtjes te verleiden (Saxifraga – Edo van Uchelen)

De heikikker lijkt qua uiterlijk op de bruine kikker, maar is een stuk minder algemeen. Ze worden zo’n acht centimeter groot en hebben een spitse snuit (in tegenstelling tot de bruine kikker, deze hebben een meer stompe snuit). De kleur varieert van roodbruin tot geelbruin en sommige exemplaren hebben een lichte streep op de rug. Mannetjes kleuren in het voorjaar licht- tot felblauw.

Heikikkers komen voor op laag- en hoogveengebieden, zandgronden en heidegebieden. Ze beginnen vroeg in het jaar aan de voortplanting (als een van de eersten) en verblijven maar kort in het voortplantingswater. Vrouwtjes vertrekken na de paring vrijwel direct, mannetjes blijven wat langer hangen in de hoop nog een ander vrouwtje te treffen. Heikikkers overwinteren op land.

Boomkikker (Hyla arborea)

De boomkikker leeft het grootste deel van het jaar op het land (Saxifraga – Mark Zekhuis)

De boomkikker heeft een heel kenmerkende kwaak en uiterlijk. Ze zijn felgroen gekleurd en hebben over de zijkant van het lichaam een zwartbruine band lopen. Het zijn kleine kikkers die een maximale grote van ongeveer vijf centimeter bereiken. Door de zuignappen aan het einde van de vingers en tenen is het de enige kikkersoort in Nederland die kan klimmen.

Boomkikkers leven voornamelijk op land en stellen hoge eisen aan het leefgebied. Op het landhabitat zijn bossen en braamstruwelen een vereiste. De voortplantingswateren dienen warm/zonnig te zijn en er moet veel oever- en watervegetatie aanwezig zijn. Ze bevinden zich maar kort in de wateren en zelfs tijdens de voortplanting zitten ze vaak nog in de vegetatie boven het water.

Aan het begin van het voortplantingsseizoen lokken mannetjes met hun gekwaak vrouwtjes naar de wateren. Het gekwaak is vooral op warme avonden goed te horen en zeer kenmerkend. Winters brengen ze op land door.

Exoten

Dit waren de zes inheemse soorten kikkers in Nederland. Er zijn echter nog twee soorten te vinden in de Nederlandse natuur. Deze zijn, helaas, door toedoen van de mens hier terecht gekomen en bedreigen in sommige gevallen onze inheemse soorten.


Lees ook: wat zijn invasieve exoten?


Amerikaanse stierkikker (Lithobates catesbeianus)

De Amerikaanse stierkikker is in de 20e eeuw ingevoerd voor de vijver hobby, maar heeft zich in de natuur weten te vestigen

De eerste, en waarschijnlijk ook de meest invasieve exoot, is de Amerikaanse stierkikker. De soort is in de 20e eeuw ingevoerd voor de vijverhobby. De soort is in de natuur terecht gekomen en heeft zich hier uitstekend weten te handhaven. Zo goed zelfs dat het de inheemse soorten bedreigd.

Dit komt hoofdzakelijk omdat ze erg groot kunnen worden. Ze worden met gemak twintig centimeter en er zijn zelfs exemplaren gevonden van vijfentwintig centimeter groot! Qua uiterlijk lijken ze verder erg op onze groene kikkers.

De soort is een bedreiging voor onze inheemse soorten doordat hij een voedselconcurrent is, daarnaast zelfs soms een predator (eet andere kikkers) en hij draagt soms ziektes mee waarvan hij zelf geen last heeft, maar andere amfibieënsoorten wel. De bestrijding van de stierkikker is erg arbeidsintensief en duur en gaat daardoor moeizaam.

Springkikker (Rana dalmatina)

De springkikker heeft zich weten te vestigen in de provincie Drenthe (Saxifraga – Rudmer Zwerver)

De tweede exoot die we in Nederland kunnen tegenkomen is de springkikker. Deze heeft zich in Drenthe weten te vestigen nadat enkele exemplaren hier zijn uitgezet. De springkikker lijkt erg veel op de inheemse bruine kikker. De soort wordt zo’n acht centimeter groot en heeft overdreven grote achterpoten. Hiermee kan hij 1,5 meter ver springen en wordt dan ook met recht de springkikker genoemd.

De springkikker komt van nature voor in Zuid- en Midden-Europa. Ze zijn ingevoerd vanuit Duitsland. De populatie beperkt zich vooralsnog nog tot de provincie Drenthe. In tegenstelling tot de Amerikaanse stierkikker lijkt de springkikker een stuk minder invasief en daardoor een veel mindere bedreiging voor de inheems kikkers in Nederland.

Meer weten over kikkers in Nederland?

Wil je meer weten over kikkers in Nederland of hoe je ze kunt helpen? Lees dan onze blog over hoe je zelf een poel aanlegt. Daarnaast raden we je aan om eens de website van natuurorganisatie RAVON te bezoeken. Lees ook eens onze blog over salamanders in Nederland of padden in Nederland. Ten slotte raden we je aan het boek ‘Praktisch natuurbeheer: amfibieën en reptielen’ te lezen van schrijver en bioloog Edo van Uchelen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!