De beste waardplanten voor vlinders

Naast planten met nectarrijke bloemen, die als voedsel dienen, is er nog een groep planten die onmisbaar is in het leven van vlinders: de waardplanten. Waardplanten zijn de planten waarop vlinders hun eieren leggen. Iedere vlinder heeft andere waardplanten, dus zorg dat je van onderstaande lijst zeker een aantal planten in je tuin hebt staan.

Brandnetel waardplant (De natuur van hier)
Brandnetel is voor veel vlindersoorten, zoals deze gehakkelde aurelia, een belangrijke waardplant (De natuur van hier)

Wat zijn waardplanten?

Een waardplant is een plant waarop een organisme, in dit geval de rups van een vlinder, de voeding vindt om te groeien. Deze planten zijn onmisbaar in de ontwikkeling van rups naar vlinder. Meestal wordt door de rups de bladeren van de plant gegeten, maar dit is niet altijd het geval. Soms worden ook stengels, wortels, bloemen en zelfs zaden gegeten. Veel rupsen eten het blad (of het andere plantdeel) maar van één soort (monofaag). Soms worden er ook meerdere plantensoorten gegeten, van dezelfde plantenfamilie (oliofaag). Tot slot zijn er ook nog soorten die niet zo specifiek zijn en eten van allerlei planten (polyfaag).

In de meeste gevallen legt de vlinder haar eitjes ergens op de waardplant. Er zijn echter ook soorten die de eitjes in de buurt van de planten leggen, waarna de rups de plant op zoekt na uit het eitje gekomen te zijn.

Landkaartje rupsen (Saxifraga - Pieter van Breugel)
De vlinder legt de eitjes op, of in de buurt van de waarplant. De rupsen kunnen zo meteen beginnen met eten (Saxifraga – Pieter van Breugel)

Waarom zijn waardplanten belangrijk?

Zonder waardplant kan een vlinder haar levenscyclus dus niet voltooien. Als alle waardplanten zouden verdwijnen, zouden vlinders dus ook uitsterven. Het is dan ook van groot belang dat er voldoende inheemse planten te vinden zijn. Vaak wordt er enkel gekeken naar de bloemen van een plant bij het aanschaffen van een tuinplant, waardoor er ook veel exotische tuinplanten worden aangeschaft. Deze bieden, in sommige gevallen, wel een voedselaanbod (in de vorm van nectar) aan de vlinders, maar vaak geen plek om eitjes af te zetten. Als deze dus niet worden gecombineerd met inheemse waardplanten, zullen vlinders zich dus niet in de tuin kunnen voortplanten.

Pas op met vlinderstruik

Een goed voorbeeld hiervan is vlinderstruik. Deze wordt massaal aangeboden (en gekocht) in tuincentra, met de boodschap dat het een uitstekende vlinderplant is. Dit is ook deels waar, maar het is voor bijna geen enkele vlinder een waardplant in Nederland.

Tel daarbij op dat de vlinderstruik steeds vaker in natuurgebieden verschijnt en inheemse planten daar verdringt, waardoor deze dus eigenlijk een negatief effect heeft op bijzondere inheemse vlinders. Ook blijkt op veel planten uit tuincentra gif te zitten.

Vlinderstruik

Lees ook: wat zijn invasieve exoten?


Waardplanten

Het is dus van belang dat er naast nectarrijke bloemplanten ook waardplanten worden aangeplant in de tuin. Hieronder volgt een lijst van enkele van de meest waardevolle waardplanten. Voor de meeste van onderstaande waardplanten geldt dat ze als waardplant dienen voor meerdere vlindersoorten, waardoor je dus met het aanplanten van een paar planten een grote verscheidenheid aan vlinders in je tuin kunt verwachten.

Grote brandnetel (Urtica dioica)

De meeste mensen verafschuwen ze en bestrijden ze zelfs met gif, maar de brandnetel is een ontzettend belangrijke plant voor onze inheemse vlindersoorten. De grote brandnetel is voor veel inheemse vlinders de waardplant. De meeste rupsen eten geen andere planten. De atalanta, dagpauwoog, kleine vos en gehakkelde aurelia zijn afhankelijk van dit ‘onkruid’.

Laat dus in je tuin een hoekje staan met brandnetels. Dit doe je het best op een half beschaduwde, op een rustige, beschutte plek. In ruil daarvoor heb je kans op vier prachtige vlinders bij je nectarrijke bloemen verderop in de tuin.

Wegedoorn (Rhamnus cathartica)

De volgende waardplant die we aanraden is de wegedoorn, een wat onbekende inheemse heester/kleine boom. Wegedoorn is familie van sporkehout en behoort tot het geslacht, Rhamnus, wellicht beter bekend onder de naam vuilboom.

Gezien de uiteindelijke grootte van de boom/struik is deze eigenlijk alleen geschikt voor de grotere tuinen. Als solitaire boom/struik wordt de wegedoorn ongeveer zes meter hoog. De wegedoorn kan ook uitstekend gebruikt worden in houtsingels, struwelen en brede, ruige (gemengde) hagen.

Wegedoorn is bladverliezend en krijgt zwarte steenvruchten, welke gegeten worden door vogels. Naast dat het een waardplant is voor maar liefst drie in Nederland voorkomende dagvlindersoorten (komen we zo op terug), is het ook een waardplant voor diverse nachtvlindersoorten en zelfs voor een wantsensoort. Een ware biodiversiteit impuls voor je tuin dus!

Er zijn dus drie vlindersoorten die de eitjes op (of in de buurt van) de wegedoorn afzetten, zodat de rupsen zich te goed kunnen doen aan het blad van de struik. De bekende citroenvlinder legt naast het sporkehout enkel zijn eitjes op de wegedoorn. Het boomblauwtje legt daarnaast ook zijn eitjes onder andere op de wegedoorn. De laatste, het groentje, is bij de meeste mensen wat minder bekend. Het groentje komt hoofdzakelijk in het oosten van ons land voor en legt daar haar eitjes op een aantal struiken, waaronder de wegedoorn.

Pinksterbloem

De pinksterbloem kennen de meeste mensen wel. Ze bloeien prachtig paars in het voorjaar in weilanden. De pinksterbloem wordt maximaal 50 centimeter groot en staat graag op vochtige tot natte gronden. Meestal dus in weilanden, maar soms ook op andere plekken, zoals in het bos, in moerasgebied en in het gazon in tuinen. De kruidachtige plant bloeit van april tot juni.

Hoewel nog steeds algemeen, is de pinksterbloem in de laatste decennia flink achteruit gegaan. Dit heeft hoofdzakelijk te maken met de intensivering van de landbouw, waardoor veel kruiden in weilanden plaats hebben moeten maken voor raaigras. Gezien het belang van waardplanten heeft dit dus ook een nadelig effect op de vlinders die er hun eitjes op afzetten.

Ook in gazons zie je de pinksterbloem steeds minder. Dit komt doordat mensen het gazon maaien voordat de pinksterbloem de kans krijgt om te bloeien. Heb je dit prachtige plantje dus in je gazon, maai je gazon dan helemaal niet of laat het stuk met pinksterbloemen staan. De rijkelijke bloei zal je gazon kleur geven in het voorjaar en de rupsen van vlinders krijgen de kans uit te groeien tot volwaardige vlinders.

Er zijn twee inheemse vlindersoorten die hun eitjes afzetten op de pinksterbloem: het oranjetipje en het klein geaderd witje (in deze blog lees je het verschil tussen deze en andere witte vlinders). Kies je er dus voor om een gazon met pinksterbloem niet te maaien, dan kan het zomaar zijn dat deze twee vlinders later in het jaar talrijk aanwezig zullen zijn.

Wilde kamperfoelie

De wilde kamperfoelie is de enige klimplant in deze lijst. Van nature groeit wilde kamperfoelie in bossen, hoofdzakelijk als ondergroei op lichte plekken in het bos. Van juni tot oktober bloeit de kamperfoelie met geelwitte bloemen. In de avond beginnen de bloemen heerlijk te geuren en trekken daarmee veel nachtvlinders aan, die zich te goed doen aan de nectar in de bloem.

Maar naast nectar voor nachtvlinders biedt de kamperfoelie ook voedsel voor rupsen. Het is namelijk de waardplant voor de kleine ijsvogelvlinder. De kleine ijsvogelvlinder is een minder algemene vlinder in Nederland, die zware jaren achter de rug heeft. Tegenwoordig nemen de aantallen weer wat toe. Naast de kleine ijsvogelvlinder is de wilde kamperfoelie ook een waardplant voor de dagactieve nachtvlinder de Spaanse vlag en voor de inmiddels in Nederland verdwenen (komt wel nog in België voor) prachtige moerasparelmoervlinder.

Wilde kamperfoelie kan tegen een klimrek aangroeien, maar deze kan ook prima worden toegepast in een gemengde haag, struweel, houtsingel of bosje. Kamperfoelie gebruikt wel andere planten om tegenaan te groeien, maar is geen parasiet en dus niet schadelijk voor de andere plant.

Lees ook: tips voor het aanleggen van een natuurtuin


Moestuin

Wil je vlinders voorzien van waardplanten dan is het misschien nog het beste om een moestuin te beginnen. Naast dat je zelf lekker, vers en onbespoten groente en fruit kunt oogsten, is het vaak een plek vol biodiversiteit. Zeker als je ervoor kiest de moestuin volgens de filosofie van permacultuur te realiseren.

In een moestuin zijn vaak planten te vinden die belangrijke voedselbronnen zijn voor rupsen. Klein koolwitje en groot koolwitje leggen bijvoorbeeld hun eitjes op of bij allerlei koolsoorten. Het scheefbloemwitje heeft als waardplant rucola (of raketsla). Plant je ook nog hop in je moestuin dan heb je ook meteen een waardplant voor dagpauwoog en gehakkelde aurelia te pakken. De gehakkelde aurelia legt daarnaast ook nog zijn eitjes op hazelaar en alle ribes soorten zoals aalbes, kruisbes en zwarte bes. Struiken die je prima in of in de buurt van je moestuin kunt plaatsen.

Maar veruit de mooiste vlindersoort die opzoek is naar waardplanten in je moestuin is de koninginnepage. Koninginnepage legt de eitjes voornamelijk op wilde peen en cultivators daarvan. Maar daarnaast ook op andere schermbloemigen zoals pastinaak, venkel en dille.

Naast dagvlinders zullen ook veel nachtvlinders de moestuin bezoeken. Kortom, een moestuin is een ware biodiversiteitsmagneet en levert ook nog eens vers voedsel op. Win-win dus.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!