Hoe maak ik een stapelmuurtje?

Stapelmuur 3

Een goede manier om meer biodiversiteit in je tuin te krijgen is door het bouwen van een stapelmuurtje. Stapelmuurtjes zorgen voor warme plekken, bieden schuilplaatsen voor kleine dieren en zijn een uitstekende groeiplaats voor vaak bijzondere beplanting. Stapelmuurtjes kunnen in van allerlei soorten en maten gemaakt worden en zijn daardoor voor iedere tuin geschikt. In deze blog vertellen we alles wat je moet weten voor het maken van een eigen stapelmuurtje.

Het nut van stapelmuurtjes?

Stapelmuren kunnen de biodiversiteit in je tuin verhogen. Maar hoe dan? Doordat het uitstekende plekken zijn voor allerlei soorten dieren en planten. Allereerst zorg je ervoor dat er een micro-klimaat wordt gecreëerd. Een stapelmuur heeft een zonkant en een schaduwkant. Dit zijn twee totaal verschillende klimaten (op micro-niveau), waarop totaal verschillende organismen gedijen. Allerlei soorten bijen, kevers, vlinders, juffers, libellen en andere insecten zullen gebruik maken van dit micro-klimaat.

Door gebruik te maken van meerdere soorten materiaal, en door niet te netjes te werken, creëer je in een stapelmuur allemaal gaten en kieren. Dit zijn ideale schuilplaatsen voor kleine zoogdieren, amfibieën en reptielen. Daarnaast ontstaan er op deze plekken ideale groeiomstandigheden voor planten. Deze kun je bij de aanleg al zelf planten, of gewoon spontaan laten ontwikkelen.

Muurpeper
Een inheemse soort die het goed doet op de droge, zonnige kant is het eetbare muurpeper

Een stappenplan voor het maken van een stapelmuurtje

Stapelmuren kun je op veel verschillende manieren maken. Er kan eindeloos gecombineerd worden met materialen en allerlei vormen en formaten zijn mogelijk. Wel is het belangrijk om over enkele zaken vooraf na te denken.

Geschikt materiaal

Qua materiaal zijn er veel opties. Allerlei soorten stenen kunnen gebruikt worden. Bakstenen, leisteen, stoeptegels en grindtegels zijn uitermate geschikt om stevige constructies te maken. Sla eens een stoeptegel door midden en gebruik de gebroken kant als buitenkant. Dit geeft de stapelmuur een robuust uiterlijk. Maar ook andere materialen kunnen gebruikt worden, zoals dakpannen, gresbuizen en puinafval.


Lees ook: gemengde haag aanplanten


Ook als voeg zijn er verschillende mogelijkheden. Je kunt gewoon zand of aarde gebruiken of kiezen voor zandige klei. Bij grotere en hogere muren kan er ook met specie gewerkt worden. Kies dan wel voor specie op basis van kalk. Houd dan wel rekening met de plantkeuze, indien je van plan bent de stapelmuur aan te planten. Zuurminnende soorten zullen hier niet goed op gedijen.

Stapelmuur stoeptegels (De natuur van hier)
Met gebroken stoeptegels kan op een goedkope en duurzame manier een natuurlijk ogende stapelmuur gemaakt worden (De natuur van hier)

Fundering en bouwkunst

In alle gevallen zouden wij er voor kiezen om een fundering te maken. Vooral op zand- en veengronden is een fundering cruciaal, om ervoor te zorgen dat het stapelmuurtje in natte periodes niet in elkaar zakt. Met een fundering zorg je ervoor dat de stapelmuur stevig staat en dat je hoger kunt stapelen.

Ook hiervoor heb je geen hele dure en ingewikkelde installaties nodig. Een laag van ongeveer vijf centimeter gele zand en een paar stoeptegels, grindtegels of opsluitbanden volstaat. Zorg dat de tegels of opsluitbanden stevig, stabiel en waterpas in de gele zand liggen. Vul daarna de gaten en kieren op met meer gele zand, zodat het een geheel vormt. De bovenkant van de fundering moet gelijk, of net onder het maaiveld liggen, zodat er bij het eindresultaat niets van zichtbaar is. Je heb nu een perfecte basis gecreëerd voor het maken van een stapelmuur.

Fundering stapelmuur (De natuur van hier)
Fundering stapelmuur gemaakt met behulp van gele zand en stoeptegels (De natuur van hier)

Lees ook: aanleggen poel


Stapelen nu

Dan kan er gestart worden met het stapelen van het muurtje. Je kunt meteen starten met verschillende materiaalsoorten door elkaar te gebruiken. Zorg er wel voor dat zeker de eerste paar lagen stevig en stabiel liggen, zodat de stapelmuur later niet instabiel wordt. Gebruik aarde gemengd met gele zand als voegmiddel, maar vul zeker niet alle gaten op. Om wat meer stevigheid te creëren kun je wat langere stenen aan de achterkant uit laten steken. Als hier grond op komt fungeren deze als een soort anker.

Bij stapelmuren hoger dan een halve meter is het raadzaam om met specie te werken. Fungeert je stapelmuur als keerwand, doordat je er bijvoorbeeld een border van maakt? Stapel de muur dan laag voor laag een beetje hellend naar achteren. Dit zorgt ervoor dat het de druk van de grond die erachter komt te liggen beter tegen gehouden wordt. Laat vooral je creativiteit de loop en probeer dingen. Als iets niet werkt, kun je het gemakkelijk aanpassen en zo kom je tot de mooiste stapelmuur.

Muurplanten

Een stapelmuurtje is niet af zonder beplanting. Maar niet alle beplanting is geschikt. Stapelmuren kennen hun eigen, vaak bijzondere, beplanting die je niet gauw op andere plekken vindt. Je kunt kiezen voor spontane ontwikkeling. Voordeel hiervan is dat je inheemse (op een aantal invasieve exoten na) beplanting krijgt die goed zullen groeien. Nadeel is dat het best een tijdje kan duren voordat je muur volgroeid is. Je kunt er ook voor kiezen om stukken in te zaaien, of om echte planten aan te planten. Probeer in die laatste gevallen dan zoveel mogelijk te kiezen voor inheemse planten.


Lees ook: vijf onmisbare kruiden voor in de tuin of in pot


Inheemse beplanting

Een leuke soort om aan te planten en eentje die echt op een stapelmuur thuis hoort is muurleeuwenbek (Cymbalaria muralis). Dit typisch muurplantje krijgt kleine lila-achtige bloemen met gele vlekken.

Een andere geschikte plant is tijm, die fanatiek over je muurtje gaat kruipen. Van tijm zijn veel cultivators te verkrijgen, wil je een inheemse soort, dan kun je kiezen voor grote tijm (Thymus pulegioides). Met zijn roze bloemen zorgt grote tijm ervoor dat je de hele zomer kleur hebt op je stapelmuur. Via deze link is grote tijm te bestellen bij Vivara (duurzaam gekweekt).

Bewaar het meest zonnige plekje van de stapelmuur voor muurpeper (Sedum acre). In juni en juli bloeit muurpeper rijkelijk met gele bloemen. Muurpeper is via deze link te bestellen bij bol.com.

Maar ook soorten die er niet per se bekend om staan om op muren te groeien kun je gebruiken. Reserveer zo nu en dan een plekje voor beplanting zoals duizendblad (Alchemilla mollis) (hier te bestellen, biologisch), margriet (Leucanthenum vulgaris) (hier te bestellen, duurzaam gekweekt) of echte kamille (Matricaria chamomilla). Als deze op een plek staan waar voldoende aarde is dan weten ze zich vaak te nestelen.

Echte kamille
Echte kamille is een sterke plant die het op sommige plekken in een stapelmuur goed kan doen

De schaduwzijde van een stapelmuurtje is niet compleet zonder varens en mos. Mos laat je gewoon spontaan groeien, varens kun je op de meest schaduwrijke en vochtige plekken groeien. Mannetjesvaren (Dryopteris filix-mas), hier te bestellen via bol.com, en tongvaren (Asplenium scolopendrium), via deze link te bestellen bij bol.com, zijn inheems en uitermate geschikt om de schaduwkant van groen te voorzien.

Natuurtuin in ontwikkeling – deel V

Zuidelijke groene schildwants (Sandra Krol - De natuur van hier)

Ongeveer gelijktijdig met de start van deze website hebben we een huis kunnen kopen met ongeveer 3500m2 grond erbij. Ons doel is deze 35 are de komende jaren om te turnen naar een natuurtuin waarbij er ruimte is voor allerlei wilde vogels en andere dieren. De voortgang hiervan houden we bij en delen we in een terugkerende blog met jullie. In deel vijf bespreken we wat er gebeurde in de zomer en deed de herfst zijn intrede.

30 oktober 2023

De kikkers uit deel IV

In deel IV van de natuurtuinserie vertelden we van de aangelegde poel en de kikkerdril, waaruit misschien wel honderden bruine kikkers zijn ontstaan. Deze kikkers zijn allemaal één voor één de poel uitgekomen en hebben hun tocht individueel vervolgd. Gedurende de hele zomer en herfst zijn we overal in de tuin bruine kikkers tegen gekomen. De poel heeft dus een succesvol eerste seizoen achter de rug!

Een andere bekende én een gewenste soort

Verder zagen we in de zomer een andere bekende gast terug, die ook succesvol was geweest. De eerste bezoeker van de poel was een witte kwikstaart, deze zagen we later in de zomer terug bij de poel, met nog vier andere individuen. Waarschijnlijk (hopelijk) heeft deze dus een partner gevonden en succesvol drie jongen groot weten te brengen.

Richting het einde van september hoorden we ’s avonds een kenmerkend geluid buiten. Dit trok zo onze aandacht, dat we kort voor middernacht nog naar buiten gingen om het geluid beter te kunnen horen. Het bleek inderdaad te gaan om de soort die we al dachten en waar we sinds deel II al op hoopten! Verbaasd over het feit dat deze soort zo snel hoorbaar zou zijn in de tuin hebben we een wildcamera opgehangen, op een plek waarvan we dachten dat hij nog wel eens kon gaan zitten. We hoefde vervolgens dan ook niet lang te wachten tot we resultaat hadden. Op 1 oktober liet de steenuil zich zien voor de camera (klik hier voor de video)! Helaas hebben we hem daarna niet meer gehoord of gezien, maar voor ons was dit reden genoeg om maatregelen te treffen. Hierover in een volgende blog meer.

Steenuil vastgelegd met wildcamera (De natuur van hier)
Steenuil vastgelegd met wildcamera (De natuur van hier)

Andere leuke waarnemingen

Het bleef echter niet bij die verrassende waarneming. Naast de steenuil zagen we nog een andere uil die gebruik maakte van onze schuur. Op 16 oktober kwam zowaar een kerkuil, vroeg in de ochtend, kort de schuur bezoeken. Het bleef echter niet bij deze waarneming. De drie dagen die daar op volgden, kwam hij vaak ’s ochtends en ’s avonds de schuur bezoeken. Totdat hij opeens weg bleef. Er ging een week overheen voordat we hem weer registreerde op onze wildcamera (klik hier voor een video). Dit is nu drie dagen geleden. We zijn erg benieuwd wat dit de komende maanden gaat brengen…

Meer vogels

Naast de twee uilen wisten ook andere roofvogels onze natuurtuin te bereiken. De buizerd, die voornamelijk in de bosrand bij het kasteel zit, was al vaak dicht in de buurt van de natuurtuin aan het jagen, maar we hebben hem in deze periode ook af en toe op de palen van de afrastering zien zitten. Zo kwam het voor dat deze op nog geen 50 meter van ons verwijderd was. Sinds anderhalve maand is ook een mannetje torenvalk een regelmatige bezoeker van onze natuurtuin. Soms zit hij op de kast van een rolluik, op andere momenten heeft hij ruzie met kauwen of zwarte kraaien. Het lijkt erop dat het een jong mannetje is, op zoek naar een eigen territorium.

De overvloed aan kikkers leverde nog een andere bezoeker op. Ook deze hadden we al vaker op een afstandje gezien, maar steeds vaker stond hij voorover gebogen bij de poel, of in het gras, als we buiten kwamen. De blauwe reiger heeft meegelift op het succes van de poel en liet zich soms goed bekijken (vanuit de garage door het raam).

En verder in de natuurtuin

Tot slot willen we het nog kort hebben over de damherten die in deel III in een naastgelegen weiland stonden te grazen. Op een zondagmiddag zagen we een langsrijdende auto onverwachts remmen, wat onze interesse wekte. Vervolgens zagen we een damhert de weg oversteken, die zijn weg vervolgde in het naastgelegen weiland. De daar al aanwezige koeien stonden echter niet op het gezelschap te wachten en begonnen het toch al geschrokken damhert op te jagen. We waren net op tijd om het tafereel vast te leggen (maar niet genoeg tijd voor een haarscherpe foto), want het damhert verdween in een mum van tijd weer in de naastgelegen bosjes.

Damhert (De natuur van hier - Mickeal Kurvers)
Het damhert was nog niet bekomen van de schrik van de auto en moest alweer zorgen dat hij het weiland verliet voordat de koeien bij hem waren (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Beheer

De natuurtuin wordt dus druk bezocht door allerlei leuke dieren, waarvan we er veel niet (zo snel) hadden verwacht. Om de natuurtuin in de toekomst nog aantrekkelijker te maken, hebben we uiteraard ook wat beheer uitgevoerd.

Schapen

Allereerst hebben we ervoor gekozen om wat hulp in te schakelen om het gras te beheren. Via familie hebben we tijdelijk vier prachtige Mergellandschapen op bezoek, die druk bezig zijn het gras (dat pas één keer gemaaid was dit jaar) kort te krijgen. We hebben gekozen voor schapenbegrazing vanwege een aantal redenen:

  • Tijd. Een van de belangrijkste redenen is tijd. We hebben op het moment niet genoeg tijd om alles zelf te maaien én te ruimen. Daarnaast hebben we her en der struiken en bomen aangeplant, waardoor het lastig is om met grote machines te maaien. Schapen boden hierdoor voor ons de perfecte oplossing.
  • Schapen zorgen voor plaatselijke verrijking. Dit zorgt ervoor dat er structuur ontstaat en variatie in voedselrijkdom in de bodem.
  • De schapen zorgen er met hun activiteit voor dat er lig- en loopplekken ontstaan in het gras. Hier is het gras grotendeels weg gesleten waardoor er naakte grond zichtbaar wordt. Deze open plekken zijn in het voorjaar ideaal voor amfibieën, reptielen en vliegende insecten omdat ze snel opwarmen. In combinatie met de poel verwachten we hier leuke vlinders, juffers en libellen waar te nemen volgend jaar. Daarnaast is het een goede plek voor solitaire bijen om te nestelen.
  • Door het grazen van de schapen wordt/blijft het gras kort. Dit zorgt ervoor dat soorten als steenuil en torenvalk goed op muizen kunnen jagen.

De schapen kunnen op een groot stuk van het perceel komen, maar een gedeelte wordt niet begraasd. Hier houden we ruimte voor kruiden en grassen om in bloei te komen.

Herstelwerkzaamheden

Helaas moesten er ook herstelwerkzaamheden plaats vinden. De poel die we in het voorjaar hadden aangelegd was ergens lek gegaan, waardoor het waterniveau voor meer dan de helft zakte. Er zat dus niets anders op dan het folie te vervangen. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat de poel een stukje groter is geworden en dat er aan de oever een stapelmuurtje is gebouwd. Via voorgaande links vind je stappenplannen voor beide.

Resultaat en planning

Qua resultaat zien we vooral dat er meer vogels in het, door de schapen kort gegraasde, gras foerageren. Naast dat we de torenvalk vaker zien (en de steenuil), zien we ook vaak groepen kauwen met roeken. Maar ook zwarte kraaien komen zoeken naar eten in de grond, evenals de spreeuwen.

Daarnaast lijken we ook meer bijzondere insecten, in de vorm van wantsen en nachtvlinders, waar te nemen in de natuurtuin. Zo hebben we onder andere de Zuidelijke groene schildwants (zeldzaam), vierstreepblindwants (zeer zeldzaam), prachtmot (zeldzaam) en zwaveldominomot (zeldzaam) waargenomen.

In totaal staat de teller op 271 soorten, verdeeld over 144 families en 17 soortgroepen. De meeste soortenwaarnemingen zijn planten, vogels en nachtvlinders.

Soortenoverzicht 30-10-2023 (De natuur van hier)
Soortenoverzicht 30-10-2023 (De natuur van hier)

Bouwtekening nestkast bosuil

Bosuilen

Een goede manier om de natuur, vogels in het bijzonder, een handje te helpen is door het plaatsen van nestkasten. Door de toenemende verstedelijking kunnen vogels soms lastig een geschikte broedplaats vinden. Nestkasten kunnen hier op een goedkope en efficiënte manier een oplossing voor bieden. Als je een grote tuin hebt, met veel oude bomen dan kun je misschien wel een nestkast voor een bosuil ophangen. Deze prachtige uilen broeden graag in nestkasten, dus lees in deze blog alles wat je moet weten om een broedend uilenpaartje in je tuin te krijgen.

De bosuil – Strix aluco

Bosuil
De bosuil is de meest voorkomende uilensoort in Nederland, en broedt soms ook in bosachtige tuinen

Bosuilen zijn uilen van middelgroot formaat, ze worden ongeveer net zo groot als een zwarte kraai. Volwassen exemplaren bereiken een lichaamslengte van 37 tot 43 centimeter en een spanwijdte van 80 tot 85 centimeter. Ze wegen dan rond de halve kilo (vrouwtjes zijn wat zwaarder dan mannetjes).

Het lichaam van de bosuil is vrij log, met daar bovenop een grote, ronde kop met diepe, zwarte ogen. Bosuilen hebben geen oorpluimen, zoals bijvoorbeeld de ransuil en de oehoe deze hebben. Bosuilen verschijnen in drie kleurvarianten, grijs, grijsbruin en roodbruin. In Nederland zijn bosuilen overwegend grijsbruin gekleurd. Alle kleurvarianten hebben echter een verticaal gestreept verenkleed met witte vlekken.

De bosuil is overwegend nachtactief. Ze zijn dan te herkennen aan hun roep. Iedereen die met donker wel eens in een bos is geweest zal deze kenmerkende “…hoe-hoééé…” herkennen. Overdag zoeken bosuilen een boom op om in te slapen. Iedere bosuil heeft één of meerdere zogenaamde roestbomen, waar ze zich gedurende de dag koest houden. Doordat ze zich tegen de stam aan drukken en door hun schutkleuren zie je ze dan niet zitten.


Lees ook: bouwtekening nestkast torenvalk


Voedsel en voortplanting

De bosuil heeft een gevarieerd menu. Het grootste deel van het menu bestaat uit kleine zoogdieren zoals muizen, ratten en soms zelfs konijnen of jonge hazen. Naast zoogdieren worden ook vogels gegeten en amfibieën zoals kikkers en padden. Incidenteel worden zelfs kevers en regenwormen genuttigd. Het gevarieerde menu van de bosuil legt hem geen windeieren, bosuilen kunnen zich hierdoor uitstekend aanpassen op hetgeen wat er voor handen is. In slechte muizenjaren schakelt hij dus gemakkelijk over op een ander dieet. Zoals andere uilen produceren bosuilen ook braakballen. Door deze braakballen te ontleden is het gemakkelijk te achterhalen wat de bosuil gegeten heeft.

Bosuil volwassen (Saxifraga - Martin Mollet)
De zwarte ogen van de bosuil vallen goed op (Saxifraga – Martin Mollet)

Als een van de eerste vogels in het jaar beginnen bosuilen te broeden. De eieren worden soms al in februari gelegd, maar meestal in maart. Gemiddeld worden er twee tot vier eieren gelegd, echter kan dit aantal oplopen tot maar liefst zeven stuks! Na een maand broeden komen de eieren uit, waarna de juvenielen nog ongeveer een maand op het nest blijven. Wanneer ze uit het nest geklauterd zijn blijven ze nog ongeveer drie maanden in de buurt van de ouders. Via Beleef de lente is ieder jaar een paartje bosuilen te volgen!

Bosuilenpaartjes zijn monogaam en blijven hun hele leven in hetzelfde territorium. Ze blijven dus ook in de winter om dit territorium te verdedigen. Het zijn dus echte standvogels. Alhoewel bosuilen in vele landschappen zich kunnen nestelen, komen ze het meest voor in loof- en naaldbossen. Daarnaast worden ze soms ook gezien in een wat meer open landschap en zelfs in woonwijken. Ze worden echter niet snel opgemerkt omdat ze nachtactief zijn.

Bosuil (Saxifraga - Martin Mollet)
Jonge bosuilen blijven ongeveer een maand op het nest, maar verkennen dan vaak wel al de aangrenzende takken in de boom. Ze worden dan takkelingen genoemd (Saxifraga – Martin Mollet)

Nestkast bosuil

Bosuilen komen dus wijdverspreid voor in Nederland, maar ontbreken op plekken waar weinig of geen bomen zijn. Het aantal broedparen in Nederland blijft stabiel over het laatste decennium. Boomholten zijn de belangrijkste broedplekken voor bosuilen. Naast boomholten broeden ze ook af en toe in openingen in gebouwen en gebruiken ze soms verlaten nesten van eksters. Daarnaast maken ze dankbaar gebruik van nestkasten.

Bouwtekening nestkast bosuil

Op onderstaande tekening zijn alle gegevens te zien voor het maken van een nestkast voor een bosuil. Op deze bouwtekening vind je de afmetingen van de nestkast, welke houtsoort je kunt gebruiken en een zaagschema om de juiste planken te zagen. Bij veel bouwmarkten kun je het hout meteen op maat laten zagen als je het koopt, dus neem de tekening zeker mee naar de bouwmarkt. Geen zin om zelf een nestkast te maken? Bestel dan een kant-en-klare nestkast via Vivara. Met je aankoop draag je ook nog eens bij aan het beschermen van de natuur in Nederland.

Bouwtekening nestkast bosuil (De natuur van hier)
Bouwtekening nestkast bosuil (De natuur van hier)

Als houtsoort kun je het beste beuken-, lariks- of eikenhout gebruiken. Daarnaast kan ook watervastmultiplex gebruikt worden. Als dikte raden we 15 millimeter aan. Let bij het kopen van het hout op het FSC-keurmerk. Gebruik RVS schroeven om het hout mee vast te schroeven. RVS is beter bestand tegen roesten dan verzinkte schroeven, dus beter geschikt om buiten te gebruiken. Eventueel kun je het dak afwerken met dakleer, zodat het hout minder te verduren krijgt en de nestkast langer mee gaat.


Lees ook: bouwtekening nestkast boomkruiper


Ophangen nestkast bosuil

Bij het ophangen van de nestkast is het belangrijk om enkele dingen in acht te nemen. Allereerst is het belangrijk om de nestkast is een grote, stevige boom te hangen, het liefst omringd door meerdere bomen. Gebruik een achterlat om de nestkast op te hangen, hiermee zorg je ervoor dat deze steviger hangt. Plaats de kast op een hoogte van circa vier tot zes meter. Hang de nestkast met de opening het liefst naar het zuidoosten en zorg voor een vrije aanvliegroute. Zorg er in ieder geval voor dat de opening niet vol in de regen en wind hangt. Let er ten laatste op dat de nestkast niet boven een poel of vijver hangt. De jonge bosuilen vallen vaak op de grond, waarna ze beschutting zoeken in het omliggende groen. Raap er dus ook nooit een op als je er een vindt, de moeder is vaak niet ver weg.

Bosuilen worden regelmatig gezien in woonwijken en grotere tuinen met meerder volwassen bomen
Bosuilen worden regelmatig gezien in woonwijken en grotere tuinen met meerdere volwassen bomen

Bij het ophangen van de nestkast vul je de nestkast het best met wat houtsnippers en wellicht enkele kleine takjes. Bosuilen verzamelen zelf geen nestmateriaal, maar schrapen een ‘nest’ in het materiaal dat reeds aanwezig is. Houtsnippers zijn hier ideaal voor. Vroeg in het najaar (september) kun je het best de nestkast ondervinden aan een inspectie. Verwijder eventueel (gedeeltelijk) het nestmateriaal, vul het verder aan met houtsnippers en let er op dat alles nog veilig vast zit en niet tocht. Naast bosuilen maken ook kauwen en holenduiven gebruik van de nestkasten.

Veelgestelde vragen

Hoe lok ik een bosuil naar mijn tuin?

Zorg ervoor dat je de nestkast stevig ophangt, aan een volwassen boom op circa vier tot zes meter hoogte. Zorg er daarnaast voor dat er meerdere andere volwassen bomen rondom de ‘nestboom’ staan en dat de opening van de nestkast vrij is en gericht is op het zuidoosten.

Hoe maak ik een nestkast voor een bosuil?

Een nestkast voor een bosuil kun je maken van beuken-, lariks- of eikenhouten planken. De kast moet circa 45x45x55 centimeter groot zijn met een invliegopening van 130 millimeter. Gebruik de bouwtekening (inclusief zaagschema) in deze blog.

Bouwtekening nestkast pimpelmees

Nestkast pimpelmees

Een goede manier om de natuur, vogels in het bijzonder, een handje te helpen is door het plaatsen van nestkasten. Door de toenemende verstedelijking, kunnen vogels soms lastig een geschikte broedplaats vinden. Nestkasten kunnen hier op een goedkope en efficiënte manier een oplossing voor bieden. Een erg leuke soort om naar je tuin te lokken met een nestkast is de pimpelmees. Deze kleine, kleurrijke meesjes maken dankbaar gebruik van een nestkast en stellen niet veel eisen aan de tuin. Ideaal om mee te starten dus!

De pimpelmees (Parus caeruleus)

Pimpelmees
De pimpelmees is een kleurrijke verschijning en een mooie aanvulling in iedere tuin

In bijna iedere tuin zie je ze wel, de pimpelmeesjes. Deze kleine meesachtige worden zo’n tien tot twaalf centimeter groot en vallen goed op door hun kleurrijke verenkleed. Vooral het kopje is opvallend, met een wit voorhoofd, witte wangen, een blauwe halsband, blauw petje en een zwarte oogstreep. Verder hebben pimpelmezen een gele buik en een mosgroene rug met blauwachtige vleugels.

Van oorsprong zijn het bewoners van het bos, net zoals de koolmees, waar ze in holtes van bomen broeden. Ze hebben zich echter uitstekend aan weten te passen aan het cultuurlandschap dat door mens is ontstaan. Pimpelmezen voelen zich thuis in veel tuinen en parken waar groen te vinden is. Zeker als er wordt bijgevoerd kan het haast niet anders dan dat er pimpelmezen aanwezig zijn. Het ophangen van een nestkast heeft dan ook vaak een goede slagingskans.


Lees ook: bouwtekening nestkast koolmees


Pimpelmezen zijn echte standvogels, wat wil zeggen dat ze het hele jaar door in Nederland verblijven. In de winter komen er echter vaak wel nog wat bij, die meer noordelijk broeden. Over het algemeen gaat het goed met de pimpelmees in Nederland. Doordat onze (loof)bossen ouder worden nemen ook de aantallen pimpelmezen toe. De pimpelmees is zeer goed verspreid over Nederland. Alleen in het noorden en westen op plekken waar bossen en tuinen en parken ontbreken zijn minder individuen te vinden. De hoogste dichtheden worden waargenomen in loofbossen.

Voedsel en voortplanting

Net zoals alle andere mezensoorten zijn pimpelmezen echte insecteneters. Naast insecten worden ook spinnen en andere ongewervelden gegeten. In de winter zijn er minder insecten te vinden, dus dan hebben ze een meer plantaardig dieet. Vooral zaden en bessen worden dan gegeten.

Ze komen daarnaast ook veelvuldig op aangeboden vogelvoer in de tuin af. Zeker in de winter zijn vetbollen en pindakaaspotjes zeer geliefd. Wil je zelf wat ophangen, kies dan voor vetbollen of pindakaaspotjes waarin insecten zijn verwerkt. Via Vivara is kwalitatief goed vogelvoer te bestellen wat door de Vogelbescherming wordt aangeraden. Daarnaast steunen ze allerlei natuurorganisaties in Nederland waar je met je aankoop dus automatisch aan bijdraagt. Een win-win situatie.

Als je in de winter wat vetbollen ophangt dan kan dat prachtige gezichten opleveren. Ze hangen dan vaak met meerdere pimpelmeesjes tegelijk aan de vetbollen.

Pimpelmees voert juveniel
In het voorjaar zijn de ouders druk met het voeren van de juvenielen

Nestkast pimpelmees

Van origine broeden pimpelmezen in boomholtes in loofbossen, maar in dorpen en steden zijn minder bomen te vinden. Daarom maken ze dankbaar gebruik van nestkasten die worden opgehangen. Nestkasten voor pimpelmezen lijken erg op de nestkasten voor koolmezen, maar het belangrijkste verschil is de diameter van de invliegopening. Veelal worden de nestkasten met grotere diameter opgehangen, wat ten goede komt van soorten als koolmees en vliegenvangers. Maar het is zeker zo belangrijk om nestkasten met een kleinere invliegopening op te hangen, zodat de pimpelmees minder last heeft van concurrenten (die passen er namelijk niet in).

Om te voorkomen dat het nest geroofd wordt door roofdieren als katten en marters, is het raadzaam om hier maatregelen voor te treffen. Via Vivara zijn er diverse producten te bestellen die dit kunnen voorkomen. Je kunt een invliegpaaltje of een invliegbeveiliging erop monteren wat voorkomt dat roofdieren de invliegopening verder open maken en het nest roven.

Pimpelmees nestkast schade
Wanneer nestkasten ouder worden en het hout verweerd is, worden invliegopeningen makkelijker kapot te krijgen door roofdieren. Dit kan voorkomen worden door hier speciale invliegplaatjes op te monteren

Bouwtekening nestkast pimpelmees

Op onderstaande tekening zijn alle gegevens te zien voor het maken van een nestkast voor een pimpelmees. Op deze bouwtekening vind je de afmetingen van de nestkast, welke houtsoort je kunt gebruiken en een zaagschema om de juiste planken te zagen. Bij veel bouwmarkten kun je het hout meteen op maat laten zagen als je het koopt, dus neem de tekening zeker mee naar de bouwmarkt.

Bouwtekening nestkast pimpelmees (De natuur van hier)
Bouwtekening nestkast pimpelmees (De natuur van hier)

Als houtsoort kun je het beste beuken-, lariks- of eikenhout gebruiken. Daarnaast kan ook watervastmultiplex gebruikt worden. Als dikte raden we 15 millimeter aan. Let bij het kopen van het hout op het FSC-keurmerk. Gebruik RVS schroeven om het hout mee vast te schroeven. RVS is beter bestand tegen roesten dan verzinkte schroeven, dus beter geschikt om buiten te gebruiken. Eventueel kun je het dak afwerken met dakleer, zodat het hout minder te verduren krijgt en de kast langer mee gaat.


Lees ook: bouwtekening nestkast spreeuw


Ophangen nestkast pimpelmees

Bij het ophangen van de nestkast is het belangrijk om op een paar dingen te letten. Zorg er allereerst voor dat de nestkast stevig hangt, op circa twee meter hoogte. De nestkast kan het beste met de invliegopening richten het noorden, noordoosten of oosten gericht worden, zodat wind en felle zon vermeden worden. Let er daarnaast op dat de invliegopening goed bereikbaar is en katten en andere roofdieren er niet gemakkelijk bijkomen.

Indien je meerdere nestkastjes in de tuin op wil hangen, zorg er dan voor dat er genoeg ruimte is tussen de twee kasten in. Raadzaam is om zeker vijf meter er tussen te laten. Zorg er daarnaast voor dat er voldoende groen en voedsel te vinden is, voor meerdere broedsels tegelijk. In het najaar (rond oktober) is het tijd om de nestkast schoon te maken. Gebruik hiervoor geen schoonmaakmiddelen, maar alleen heet water. Hang de nestkast daarna meteen weer op, want soms worden ze in de winter gebruikt als rustplek.

Veelgestelde vragen

Hoe lok ik een pimpelmees naar mijn tuin?

Zorg ervoor dat je de nestkast stevig ophangt, op circa twee meter boven de grond, met de invliegopening gericht op het noordoosten. Richt je tuin zo in dat er voldoende voedsel te vinden is en er een plek is waar vogels kunnen drinken. 

Hoe maak ik een nestkast voor een pimpelmees?

Een nestkast voor een pimpelmees kun je maken van beuken-, lariks- of eikenhouten planken. De kast moet circa 16x16x28cm groot zijn met een invliegopening van 28mm. Gebruik de bouwtekening (inclusief zaagschema) in deze blog.

Bouwtekening nestkast kauw

Kauw

Een goede manier om de natuur, vogels in het bijzonder, een handje te helpen is door het plaatsen van nestkasten. Door de toenemende verstedelijking kunnen vogels soms lastig een geschikte broedplaats vinden. Nestkasten kunnen hier op een goedkope en efficiënte manier een oplossing voor bieden. Een erg leuke soort om naar je tuin te lokken met een nestkast is de kauw. Kauwtjes worden vaak door mensen verguisd, maar zijn eigenlijk hele bijzondere, intelligente vogels. Het observeren van het gedrag van deze grappige vogels is echt een aanrader en reden genoeg om zelf een nestkast voor de kauw te maken.

De kauw is overwegend zwart van kleur, met grijze accenten (De natuur van hier - Mickeal Kurvers)
Kauwen zijn overwegend zwart van kleur, met grijze accenten (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

De kauw (Corvus monedula)

De kauw is een vogel uit de familie kraaiachtigen die behoren te de orde van de zangvogels. Het is de kleinste uit de familie kraaiachtigen die in Nederland voorkomt, maar is toch nog best een forse vogel met een lengte van 34 tot 39 centimeter. Kauwen zijn overwegend zwart gekleurd, met grijze accenten. Het achterhoofd en de nek zijn lichtgrijs van kleur. Daarnaast valt het donkere, zwarte petje op. Mannetjes en vrouwtjes lijken veel op elkaar. Kauwtjes hebben een opvallende lichte iris, die bij juvenielen meer blauwig is.

De meeste kauwen zijn standvogels, wat betekent dat ze jaarrond in ons land verblijven. In de winter worden de aantallen echter aangevuld met individuen die meer noordelijk broeden. De ondersoorten Russische en Noordse kauw zijn dan ook soms in ons land te zien.


Lees ook: bouwtekening nestkast koolmees


Voedsel en voortplanting

Kauwen kennen een gevarieerd dieet en kunnen bestempeld worden als alleseters. Het grootste deel van het menu bestaat echter wel uit ongewervelden, zoals insecten, spinnen en slakken. Verder worden er ook bessen, zaden en fruit gegeten. Ze zijn daarnaast ook soms aaseters en in de buurt van mensen wordt ook menselijk afval gegeten. Opmerkelijk aan kauwtjes is dat ze eten met elkaar delen, een kenmerk van een hoge sociale band die ze onderling met elkaar hebben.

Kauwtjes laten zich regelmatig in tuinen zien
Kauwtjes laten zich regelmatig in tuinen zien

In tegenstelling tot de andere kraaiachtigen maken kauwen hun nest niet in grote gebouwde nesten in bomen, maar zijn het echte holenbroeders. Ze broeden tussen april en juni en leggen dan meestal drie tot acht eieren. In de meeste gevallen houden ze het bij één legsel per jaar. De broedtijd bedraagt zeventien tot negentien dagen. Als de juvenielen zijn uitgekomen, blijven ze nog ongeveer een maand op het nest, voordat ze uitvliegen. Wanneer ze uitgevlogen zijn, worden ze nog een maand door de ouders bijgevoerd en blijven ze in de buurt van het nest.

Nestkast kauw

Zoals gezegd zijn kauwen holenbroeders. Ze nestelen vaak in holen van bomen, in openingen in muren, in schoorstenen en onder dakpannen van huizen of schuren. Soms broeden ze zelfs in konijnenholen. Ook de nestkasten gemaakt voor bosuilen en torenvalken worden regelmatig gekaapt. Ze broeden vooral in bebouwd gebied, verder ook in bossen en meer open landschappen, maar veel minder.

kauw nestkast
Een zelfgemaakte nestkast voor kauwtjes. Als houtsoort is watervast multiplex gebruikt en het dakje is afgewerkt met dakleer, voor een langere levensduur (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Bouwtekening nestkast kauw

Het ophangen van een nestkast in een geschikte tuin is een goed idee, aangezien de kauw vrij algemeen broedt in ons land. Belangrijk bij het maken en plaatsen van een nestkast is dat er vooraf wel over een aantal dingen goed wordt nagedacht. Op onderstaande afbeelding is een bouwtekening zichtbaar voor het maken van een nestkast voor kauwtjes. Hierop staan alle afmetingen, invliegopening en een zaagschema om de nestkast te kunnen maken

Bouwtekening nestkast kauw
Bouwtekening nestkast kauw (De natuur van hier)

Wij raden aan om als houtsoort beuken-, lariks- of eikenhout, van 15mm dik te gebruiken. Dit is hardhout wat erg duurzaam is en wat lokaal geproduceerd wordt. Let bij het kopen ook op het FSC-keurmerk. Watervast multiplex kan ook gebruikt worden. Onderaan de tekening staat een zaagschema. Bij veel bouwmarkten kun je het hout al op maat laten zagen. Vergeet de tekening dus niet als je hout gaat halen.

Gebruik RVS schroeven om het hout mee vast te schroeven. RVS is beter bestand tegen roesten dan verzinkte schroeven, dus beter geschikt om buiten te gebruiken. Eventueel kun je het dak afwerken met dakleer, zodat het hout minder te verduren krijgt en de kast langer mee gaat.


Lees ook: bouwtekening nestkast spreeuw


Ophangen nestkast kauw

Ook bij het ophangen van de nestkast is het zaak enkele regels in acht te nemen. Zorg ervoor dat de nestkast in een grote, stevige boom wordt opgehangen en zorg dat de invliegopening vrij is van hinderlijke takken en bladeren. Een kauwenkast is niet geschikt voor iedere tuin. Kauwen zijn grote dieren en hebben rondom de kast enige rust nodig wanneer de jongen geboren zijn. In kleine tuinen zonder voldoende groen zal er dan ook weinig kans zijn op het lokken van een kauw naar de nestkast.

Zorg ervoor dat de nestkast stevig wordt opgehangen, zodat deze ook met stormachtig weer goed blijft zitten. De nestkast dient op minimaal drie meter hoogte te worden opgehangen en de invliegopening dient niet op het zuidwesten gericht te zijn, zo houd je de meeste wind en regen buiten. Zorg er tot slot voor dat de nestkast niet de gehele dag in de zon hangt en niet in de buurt van andere (grote) vogelsoorten. Meerdere nestkasten van kauwen bij elkaar in de buurt zou wel kunnen, ze broeden graag in de buurt van soortgenoten.

Tot slot

De kauw is bij de meeste mensen niet de eerste keuze als ze een nestkast gaan maken. Kauwtjes worden over het algemeen als ongewenst gezien in tuinen, maar dat is wat ons betreft niet juist. Wie de tijd neemt om de kauw aandachtig te bestuderen zal zien dat het zeer interessante vogels zijn, met fascinerend gedrag en een hoog ontwikkelde sociale structuur. Deze vogels in je eigen tuin zien broeden is een absolute aanrader.

Geen zin om zelf te klussen? Kies dan voor een kant-en-klare nestkast om de kauw naar je tuin te lokken. Via deze link (Vivara.nl) is een stevige, duurzame nestkast voor de kauw te bestellen. Naast deze nestkast zijn andere nestkasten gemaakt voor bosuilen ook geschikt voor kauwen.

Veelgestelde vragen

Hoe lok ik een kauw naar mijn nestkast?

Zorg ervoor dat je de nestkast stevig in een grote boom hangt, op ongeveer drie meter hoogte. Zorg ervoor dat de invliegopening niet naar het zuidwesten gericht is en dat deze vrij is om in te vliegen. De nestkast mag niet de hele dag in de zon hangen.

Hoe maak ik een nestkast voor een kauw?

Een nestkast voor een kauw maak je het beste van beuken-, eiken- of larikshout. Ook watervast multiplex is geschikt. Gebruik bij voorkeur vijftien millimeter dik hout en rvs schroeven. De nestkast moet 23x23x45 centimeter groot zijn, met een invliegopening van twaalf centimeter. Gebruik bovenstaande bouwtekening (inclusief zaagschema) om er zelf een te maken.

Natuurtuin in ontwikkeling – deel IV

Smeerwortel (Sandra Krol - De natuur van hier)

Ongeveer gelijktijdig met de start van deze website hebben we een huis kunnen kopen met ongeveer 3500m2 grond erbij. Ons doel is deze 35 are de komende jaren om te turnen naar een natuurtuin waarbij er ruimte is voor allerlei wilde vogels en andere dieren. De voortgang hiervan houden we bij en delen we in een terugkerende blog met jullie. In deze blog lees je wat er allemaal gebeurde in de lente!

27 juni 2023

In onze vorige blog, bijna vier maanden geleden, was het winter en was het relatief rustig in de natuurtuin. In deze periode hadden we ook weinig tijd om werkzaamheden uit te voeren in de tuin, en bleef het bij het ophangen van een vleermuizenkast, het plaatsen van een egelhuis en het bouwen en ophangen van een kauwenkast. In deze blog gaan we kijken naar de lente die zijn intrede doet, met de explosie van leven tot gevolg.

Zondersondergang in het vroeg voorjaar (Sandra Krol - De natuur van hier)
Zonsondergang in het vroege voorjaar (Sandra Krol – De natuur van hier)

Aanleggen van een poel

Voordat we meer kunnen vertellen over die explosie van leven, is het zaak om een van de oorzaken hiervan te bespreken. Een van onze grootste wensen was het aanleggen van een (of meerdere) poel(en) en begin maart namen we het besluit te beginnen met het maken van een klein poeltje, achter in de tuin. Het doel was om een klein poeltje te realiseren op een beschutte plek voor de voortplanting van kikkers, padden en salamanders en een drinkplaats voor vogels te creëren.

De grond die vrij kwam uit het gegraven gat, hebben we gebruikt om naast de poel een kleine heuvel te maken die we hebben ingezaaid met een inheems éénjarig akkermengsel. We hebben daarnaast enkele dode takken rechtop gezet rondom de poel, wat vogels kunnen gebruiken om veilig bij de poel te kunnen landen.

Witte kwikstaart
Een witte kwikstaart is een van de eerste bezoekers bij de pas aangelegde poel (De natuur van hier)

Kikkerdril bruine kikkers

Via via konden we een aantal hompen kikkerdril krijgen. Deze lagen nu in een verwaarloosd zwembad waar een kleine laag water in stond. Het opknappen van het zwembad stond in het voorjaar op de planning, dus de dril had er geen kans van slagen. Ondanks dat onze poel nog in de opstartfase zat, hebben we het aangedurfd om de kikkerdril in onze poel zich verder te laten ontwikkelen. En dat gebeurde.

Een van de hompen kikkerdril (Sandra Krol - De natuur van hier)
Een van de hompen kikkerdril (De natuur van hier – Sandra Krol)

Het feit dat de poel net enkele weken oud was en er nog nauwelijks macrofauna (belangrijk voedsel voor kikkers) in te vinden was, was natuurlijk een risico. Daarnaast zouden de kikkervisjes voor een grote onbalans in de poel zorgen. Maar dat is natuurlijk nog altijd beter dan in een verwaarloosd zwembad wachten totdat deze wordt aangepakt, met alle gevolgen van dien.

Kikkervisjes

Kikkervisjes warmen op in het ondiepe stuk van de poel (Sandra Krol - De Natuur van hier)
Kikkervisjes warmen op in het ondiepe stuk van de poel (De natuur van hier – Sandra Krol)

Na enkele weken zagen we de eerste kikkervisjes rondzwemmen. Eerst een paar, toen tientallen, vervolgens honderden en op het laatst misschien wel meer dan duizend kikkervisjes. Een explosie van nieuw leven, naarstig op zoek naar voedsel om zich verder te kunnen ontwikkelen. Omdat er in de poel nauwelijks wat te vinden was, moesten we met een creatieve oplossing komen. De daarop volgende weken hebben we iedere dag twee keer de kikkervisjes gevoerd met visvoer en gedroogde meelwormen.

Een kikkervisje samen met een gemetamorfoseerde kikker (De natuur van hier)
Een kikkervisje samen met een gemetamorfoseerde kikker (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

En met succes. Na verloop van tijd zagen we het eerste mini-bruine kikkertje dat aan land kroop. Geen staart meer, maar twee achterpoten. Geen dikke kop meer, maar een slank hoofd en een lichaam met een kleurenpatroon dat steeds meer lijkt op dat van de adulte kikkers. Iedere dag kwamen er meer kikkers het water uit gesprongen. Een prachtige levenscyclus in de natuur om van zo dichtbij mee te maken.

Een van de eerste bruine kikkers die na de gedaantewisseling het water uitkomt (Sandra  Krol - De natuur van hier)
Een van de eerste bruine kikkers die na de gedaantewisseling het water uitkomt (De natuur van hier – Sandra Krol)

Vogels, vogels en nog eens vogels!

Naast kikkers was er nog een soortgroep die zich volop heeft ontwikkeld de afgelopen maanden in onze natuurtuin: vogels. Waar we bij de eerste blog nog schreven dat er nauwelijks vogels in de ‘natuurtuin’ aanwezig waren, is dit na pakweg acht maanden totaal anders.

Koolmezen, pimpelmezen, vinken, distelvinken, zwarte roodstaarten, eksters, Turkse tortels en houtduiven zijn vaste gasten in de tuin en hebben allen hun eigen plek gevonden. De mussenfamilie die zich vorig jaar nog ophield in het struweel bij de overburen lijkt ook definitief de straat over gestoken te zijn. Daarnaast laten de zwarte kraaien, kauwen, spreeuwen, grote bonte- en groene spechten zich regelmatig zien. Zelfs de buizerd hebben we een paar keer aangetroffen op het dak van de schuur.

Een kakofonie aan geluiden

Er is dan ook regelmatig een kakofonie aan vogelgeluiden te horen in de tuin. Zeker in het voorjaar, wanneer de mannetjes de vrouwtjes proberen te versieren met hun mooiste zang. Door hier goed naar te luisteren en opnames te maken met de Merlin Bird ID app, ontdekten we ook de vogels die zich niet zo snel laten zien.

Grasmus – Sylvia communis

Grasmus (Saxifraga - Mark Zekhuis)
Grasmussen zijn onopvallende vogeltjes, maar de zang is daarentegen wel heel opvallend (Saxifraga – Mark Zekhuis)

Een van die onopvallende vogels is de grasmus. Grasmussen houden zich voornamelijk op in struweel of in de zoomvegetatie aan de rand van een bos. Ze gebruiken vervolgens enkele hogere bomen om hun prachtige zang zo ver mogelijk te laten reiken. Dat is ook het moment dat je ze kunt zien. Je kunt ze herkennen aan de witte keelvlek en de grijsachtige kopkap (vooral bij mannetjes duidelijk zichtbaar). Een ander opvallende kenmerk is de roestoranje vleugel. Hieronder hoor je de grasmus in onze tuin zingen.

Zang grasmus (De natuur van hier)

Kakofonie

Veel vogels in je tuin, betekent in het voorjaar ook veel vogelgeluiden. Naast de prachtige zang van de grasmus lieten nog tientallen vogels in de ochtend- en avonduren hun gezang horen. In onderstaande opname zijn maar liefst twaalf soorten te horen; de merel, zwartkop, vink, boerenzwaluw, grasmus, geelgors, boomkruiper, tjiftjaf, Turkse tortel, distelvink, koolmees en winterkoning!

Zang van diverse vogels (De natuur van hier)

Succesvolle broedsels

Al dat gezang heeft er uiteindelijk ook voor gezorgd dat er paartjes gevormd zijn. Enkele weken later zagen we namelijk meerdere bezette nestjes in onze tuin. De koolmezen hadden een nestkastje gevonden die we hadden opgehangen aan de achterkant van het tuinhuisje. De tortels hadden daarentegen een nest, op een ongemakkelijk uitziende plek, in de grote schuur gevonden. Beide soorten hebben met het eerste legsel van het jaar succesvol twee jongen op de wereld gebracht.

Later werden we nog verrast met enkele juveniele zwarte roodstaarten. Deze hielden zich in de schuur op en hebben daar schijnbaar ook een nestje gehad.

Turkse tortel (De natuur van hier)
De Turkse tortels hadden een succesvol eerste legsel van het jaar (Mickeal Kurvers – De natuur van hier)

Resultaten en planning

Uiteraard hebben we ook dit kwartaal weer de nieuwe soorten bijgehouden. Het vorige totaaloverzicht hebben we herzien en hier wat nieuwe gegevens in gezet. We kijken niet meer naar soorten in en rondom de tuin, maar hebben het enkel nog over soorten in de tuin. Hierbij tellen we bij planten en kleinere dieren enkel de soorten die we daadwerkelijk in de tuin hebben. Bij vogels en zoogdieren rekenen we alle soorten die we vanuit onze tuin kunnen zien. Daarnaast rekenen we uiteraard de plantensoorten die we aangeplant en ingezaaid hebben niet mee.

Soortenoverzicht
Soortenoverzicht natuurtuin 27-06-2023 (De natuur van hier)

In totaal hebben we nu 200 soorten waargenomen. Bij de vorige blog, een kleine vier maanden geleden, waren dit er nog 127. Een mooie stijging dus. Deze 200 soorten zijn verdeeld over 113 verschillende families en zijn ingedeeld in 17 soortgroepen. De twee soortgroepen die we nog steeds het meeste waarnemen zijn vogels en planten. We hebben daarnaast een grafiek toegevoegd die aangeeft hoe vaak we een zeldzaamheid waarnemen. Zoals je ziet is het overgrote deel van de waarnemingen algemeen voorkomend (volgens classificatie waarneming.nl). De data is overigens tot stand gekomen met behulp van de website waarneming.nl.

Planning

De komende periode staan er vooral wat onderhoudsklussen op de planning. Wellicht dat we aan een project beginnen dat iets te maken heeft met een plantenfilter en een stapelmuurtje. Over een kwartaal zullen we de voortgang van onze natuurtuin in ontwikkeling weer delen.

Disclaimer: in deze terugkerende blog spreken we over een natuurtuin. Echter is dit niet een standaard tuin waar de meest mensen aan denken bij het woord tuin. Het grootste deel van het perceel wordt aangeplant met uitsluitend inheemse soorten, die terugkeren in het omliggende landschap. Hier laten we de natuur vervolgens zoveel mogelijk haar gang gaan.

Tips voor het aanleggen van een natuurtuin

Een natuurtuin levert prachtige, magische beelden op

Of je nou een grote of een kleine tuin hebt, je kunt er hoe dan ook een natuurparadijs van maken. Natuurtuinen verschillen van gebruikelijke tuinen, doordat er minder beheer wordt toegepast en er meer ruimte is voor wilde, lokale flora en fauna. In deze blog geven we je de beste tips om van jouw tuin een natuurtuin vol leven te creëren.

Een natuurtuin kenmerkt zich door het gebruik van veelal inheemse soorten en een op den duur extensief beheer. Het is een tuin waar oog is voor biodiversiteit, rommelige hoekjes, plek voor mens en dier en waar een hart is voor flora en fauna.

Een natuurtuin levert prachtige, magische beelden op
Een natuurtuin levert prachtige, magische beelden op

Wat is een natuurtuin?

Het woord zegt het eigenlijk al: een natuurtuin is een tuin met ruimte voor de natuur en haar natuurlijke processen. Met het liefst zo weinig mogelijk ingrijpen. Een natuurtuin kan verschillende formaten hebben en kenmerkt zich door veel groen, verschillende soorten (inheemse) planten en met ruimte voor mens en dier. In deze blog vertellen we je meer over het beheer en de aanleg van een natuurtuin.

Beheer van een natuurtuin

Over het beheer van een natuurtuin kunnen we eigenlijk vrij kort zijn: in het begin is hard werken, daarna wordt je tuin steeds onderhoudsvrijer en tegelijkertijd vergroot je de biodiversiteit. Hieronder lichten we het beheer toe van verschillende onderdelen van een natuurtuin en de keuzes die je daarin kunt maken.


Lees ook: de beste inheemse vaste planten


Gazon of bloemenweide?

Veel mensen streven een keurig gazon na. Dat wil zeggen dat er met regelmaat wordt gemaaid, waardoor het er strak en ‘netjes’ bij ligt. Met een natuurtuin moedigen we je juist aan om de grasmaaier lekker te laten staan. Of in ieder geval minder vaak te pakken. Wanneer je andere soorten de kans geeft om zich te ontwikkelen, zul je zien dat je allerlei kruiden en bloemen in je tuin krijgt. De eerste tijd zal vooral gras domineren, maar door het verschralen van de bodem (op gezette momenten maaien en het maaisel afvoeren) komen de kruiden en bloemen meer op. Maai gefaseerd, zodat niet ineens het leefgebied voor kleine dieren verdwijnt. En maai van binnen naar buiten, zodat dieren kunnen vluchten en niet klem worden gereden.

Madeliefje is een van de soorten die je vaak als een van de eerste ziet opkomen wanneer je je gras een tijdje niet maait
Madeliefje is een van de soorten die je vaak als een van de eerste ziet opkomen wanneer je je gras een tijdje niet maait

Om de natuur een handje te helpen, kun je ervoor kiezen om (een deel van) je tuin in te zaaien met een (inheems) bloemenmengsel. Er zijn veel verschillende soorten. Wat van belang is om op te letten:

  • Kies voor inheemse soorten. Exoten kunnen onze eigen soorten overwoekeren, waar planten, insecten en vogels veel last van kunnen hebben.
  • Let erop dat het zadenmengsel biologisch geproduceerd is. Dan weet je zeker dat er geen gif, pesticiden of andere rommel in zit. Gif in zaden en gewassen heeft invloed op een groot deel van de voedselketen. Vogels eten zo bijvoorbeeld vergiftigde insecten, die op hun beurt gif binnen krijgen door het eten van de planten uit het mengsel.

Mos is ook iets wat veel mensen liever niet in hun tuin zien. Wij pleiten er voor om dit juist lekker te laten staan. Mossen horen uiteraard ook in een ecosysteem. Mos houdt vocht beter vast dan gras, ze zijn een goede basis voor het ontkiemen van vruchten en zaden en er leven talloze insecten in.

Tegelparadijs of groen?

Groen, natuurlijk! De laatste jaren zie je bij veel tuincentra en gemeentes het initiatief ’tegel eruit, plant erin’. Het idee is simpel: vervang een tegel (het liefst meer) door een plant. Het helpt niet alleen insecten en vogels, maar door meer groen in je buurt heb je ook minder last van hitte in de zomer en wateroverlast tijdens hoosbuien. In datzelfde kader is het ook een goed idee om je platte dak om te toveren naar een sedumdak. Ga van tevoren na of je dakconstructie dit aan kan.


Lees ook: poel aanleggen in de tuin


Tegels die je eruit haalt, kun je op een eenvoudige manier hergebruiken. Door de tegels bijvoorbeeld door midden te slaan en te stapelen, kun je een stapelmuur maken voor bijvoorbeeld een border. Duurzaam en ook weer goed voor de biodiversiteit, want er gaan allerlei kleine planten tussen de stenen groeien. Daarnaast zullen insecten, kleine zoogdieren, reptielen en amfibieën hier bijvoorbeeld schuilplekken vinden.

In onze vorige tuin hebben we de stoeptegels uit de voortuin (50 m2) hergebruikt. Door ze door midden te slaan en te stapelen, hebben we twee verhoogde borders gecreëerd. Tussen de kieren kun je zelf planten zetten of afwachten wat er uit zichzelf komt
In onze vorige tuin hebben we de stoeptegels uit de voortuin (50 m2) hergebruikt. Door ze door midden te slaan en te stapelen, hebben we twee verhoogde borders gecreëerd. Tussen de kieren kun je zelf planten zetten of afwachten wat er uit zichzelf komt (De natuur van hier)

Wanneer je toch tegels moet of wil laten liggen in je tuin, kun je ervoor kiezen om het (kleine) onkruid en mos wat er tussen groeit, te laten staan. Dit scheelt jezelf waarschijnlijk veel tijd -en een zere rug- en de natuur is je dankbaar. Gebruik geen bestrijdingsmiddelen om het onkruid weg te halen. Ook schoonmaakazijn kun je beter laten staan. Dat is namelijk ontzettend slecht voor de bodem en het bodemleven. Op de grond kun je bodembedekkers planten, zodat het dichtgroeit en een geheel wordt. Verder kun je ook je definitie van onkruid heroverwegen. Hoe meer planten je als onkruid ziet die verwijderd moeten worden, hoe meer werk je hebt.

Laat het 'onkruid' lekker staan. Het scheelt tijd en het is beter voor de natuur
Laat het ‘onkruid’ lekker staan. Het scheelt je tijd en het is beter voor de natuur

Maak het jezelf makkelijk

… en doe vooral niet teveel. Naast het minder maaien en onkruid laten staan, roepen we je ook op om je tuin niet zo netjes te maken. Laat hoekjes of bepaalde stukken rommelig worden. Je hoeft daar geen bladeren te vegen, oude potten op te ruimen enzovoorts. Kleine zoogdieren en insecten zijn dol op rommelhoekjes. Het biedt ze beschutting en voedsel. Daarnaast ontstaan rommelhoekjes vaak in hoeken waar je zelf niet vaak komt of bezig bent, waardoor dieren er rust hebben. Verwelkte en dode planten geven kleine dieren schuilmogelijkheden voor de winter, dus die kun je laten staan. In het voorjaar knippen en snoeien is vroeg genoeg.

Egels zijn een goed voorbeeld van een soort die veel belang hebben bij rommelhoekjes. Zo kunnen ze in een hoop bladeren hun winterslaap houden
Egels zijn een goed voorbeeld van een soort die veel belang hebben bij rommelhoekjes. Zo kunnen ze in een hoop bladeren hun winterslaap houden

Aanleg van een natuurtuin

Als je bovenstaande informatie over het beheer van een natuurtuin hebt gelezen en het spreekt je aan, kun je gaan nadenken over hoe je je natuurtuin wil aanleggen. In dit hoofdstuk nemen we je mee in de wereld van flora en fauna.

Flora

Wanneer je kiest voor inheemse plantensoorten in je natuurtuin, weet je zeker dat je de biodiversiteit daarmee helpt. Inheemse soorten komen van nature voor in ons land. Exoten kunnen inheemse soorten verdringen, waardoor onder andere het voedselaanbod voor dieren vermindert.

Heb je een grotere tuin? Dan kun je kiezen tussen verschillende typen begroeiing. Wissel af met hoge en lage soorten, zodat er structuur ontstaat. Kies ook voor voldoende verschillende soorten. Het mooist is om in ieder seizoen van het jaar bloeiende planten te hebben. De insecten hebben op die manier jaarrond voedselaanbod.

Braam is een veelzijdige soort. Ze bieden beschutting en voedsel. Bramen worden vaak onterecht als ongewild beschouwd, maar met goed beheer is het een mooie toevoeging in je natuurtuin
Braam is een veelzijdige soort. Ze bieden beschutting en voedsel. Bramen worden vaak onterecht als ongewild beschouwd, maar met goed beheer is het een mooie toevoeging in je natuurtuin

En heb je nou echt een serieus formaat tuin, dan is een voedselbos(je) nog een goed idee. Je kiest dan voor vruchtdragende bomen en planten, zoals een notenboom, fruitboom, bessenstruiken enzovoorts. Vogels, insecten en kleine zoogdieren hebben hier ook belang bij. Mocht je tuin wat kleiner zijn, kun je wellicht wat kleine boompjes of struiken in potten kwijt. In een kleinere tuin kun je ook verticaal tuinieren. Door te kiezen voor inheemse klimplanten als wilde kamperfoelie, klimop en hop zorg je voor een geurende, bloeiende verticale tuin.


Lees ook: de beste inheemse klimplanten


Er zijn veel planten waar bijen en hommels gek op zijn. Ook insecten kunnen helaas wel wat hulp van ons gebruiken. In onze blog over bijen en vlinders vertellen we er meer over en geven we suggesties voor plantensoorten die goed zijn voor insecten.

Je kunt boerenwormkruid aanplanten. Hier maak je allerlei soorten insecten blij mee, waaronder de wormkruidbij.
Je kunt bijvoorbeeld boerenwormkruid aanplanten of laten staan. Hier maak je allerlei soorten insecten blij mee, waaronder de wormkruidbij

Vaak wordt gedacht dat een tuin met veel planten veel onderhoud betekent. Het omgekeerde is waar: hoe meer planten, hoe minder onderhoud. En hoe meer tegels of gazon, hoe meer onderhoud. Wanneer je planten groter worden en meer ruimte innemen, krijgen ongewenste soorten minder licht en daarmee minder kans om te groeien. Heb geduld, geef het tijd en wacht tot het moment komt waarop jouw natuurtuin zichzelf onderhoudt.

Landschapselement: een (gemengde) haag

Door het planten van een (liefst gemengde) haag, bied je vogels en insecten nest- en schuilmogelijkheden. In een gemengde haag kun je ook klimplanten verwerken. Hagen snoei je in een A-vorm, zodat de onderkant van de heg ook licht krijgt om te groeien. Wanneer je niet te vaak snoeit, komen soorten als meidoorn en sleedoorn tot bloei. Zij bloeien al vroeg in het jaar en voorzien insecten daarmee van de eerste broodnodige nectar in het nog koude seizoen. Onder de heg kun je bloembollen planten, die ook al vroeg bloeien. Alles over de aanleg van een gemengde haag lees je hier.

Het snoeien van planten, struiken, hagen en bomen doe je uitsluitend buiten het broedseizoen. Het broedseizoen is van ongeveer 15 maart tot 15 juli. Echter broeden vogels ook voor en na die tijd. Vooraf controleer je of er geen broedsels of jonge dieren aanwezig zijn. Snoei waar het kan gefaseerd, zodat niet ineens het gehele leefgebied van kleine dieren verdwijnt.

Landschapselement: een poel

Niet alleen kleine zoogdieren en insecten zijn blij met een waterplek, maar ook amfibieën zullen erop af komen
Niet alleen kleine zoogdieren en insecten zijn blij met een waterplek, maar ook amfibieën zullen erop af komen

Naast een gemengde haag kun je er ook voor kiezen om een poel aan te leggen. Met het aanbod van water help je de biodiversiteit enorm. Er kunnen kleine zoogdieren, vogels, insecten zoals juffers en libellen en amfibieën op af komen. Sommige soorten enkel om te drinken, andere soorten hebben water nodig om zich voort te planten. Hoe dan ook is het een prachtig gezicht om het leven rondom de poel te kunnen observeren. Je zult verbaasd zijn hoe snel een poel ontdekt wordt. Jeuken je handen al om te beginnen? Lees hier alles over het aanleggen van een poel. En let ook hier op het gebruik van inheemse vijverplanten.

Wij hebben zelf ook een poel aangelegd en ook gekozen voor een gemengde haag en struweel. Je kunt hier de vorderingen van onze natuurtuin volgen.

Fauna

Zoals je in deze blog hebt kunnen lezen, help je veel verschillende diersoorten met een natuurlijkere tuin. In het begin is de tuin nog kaal en heeft het tijd nodig om te groeien. Wil je dieren extra helpen? Hieronder hebben we enkele tips voor je op een rijtje gezet:

  • Hang nestkasten op. Deze kun je (online) kopen, maar je kunt ze ook zelf maken. We hebben een aantal bouwtekeningen voor je om mee aan de slag te gaan. Let op duurzaam hout.
  • Creëer schuilmogelijkheden voor dieren. Dit kunnen nestkasten, egelhuisjes, insectenhotels of simpelweg wat hopen bladeren of een takkenril zijn.
  • Zorg voor waterplekken. Je kunt ergens waterschalen ophangen of neerzetten, maar een vijver of poel zijn ook mogelijkheden. Haal waterschalen in de winter tijdelijk weg, zodat de veren van vogels niet bevriezen wanneer het vriest.

Zelf hebben we twee nestkasten gekocht bij Vivara. Deze is geschikt voor de winterkoning, roodborst, witte kwikstaart en grauwe vliegenvanger. De andere is voor koolmezen, kuifmezen, boomklevers en bonte vliegenvangers. Dit jaar is er weer een nestje koolmezen in groot gebracht!

Wil je nog meer vogels in je tuin krijgen? Lees dan onze blog met tips daarover. De merel is een van de vogels die ook wel jouw helpende hand kan gebruiken.

Elke soort vogel verlangt een ander type nestkast. Nestkasten bieden schuil- en broedmogelijkheden. Klik hier voor onze bouwtekening voor een nestkast voor de spreeuw
Elke soort vogel verlangt een ander type nestkast. Nestkasten bieden schuil- en broedmogelijkheden. Klik hier voor onze bouwtekening voor een nestkast voor de spreeuw

Bouwtekening nestkast spreeuw

Spreeuw

Een goede manier om de natuur, vogels in het bijzonder, een handje te helpen is door het plaatsen van nestkasten. Door de toenemende verstedelijking, kunnen vogels soms lastig een geschikte broedplaats vinden. Nestkasten kunnen hier op een goedkope en efficiënte manier een oplossing voor bieden. Een erg leuke soort om naar je tuin te lokken met een (of het liefst meerdere) nestkast(en) is de spreeuw. Het is een van de meest voorkomende broedvogels in Nederland en een fantastische vogel om naar te kijken. Zeker als ze zich in het najaar in groepen verzamelen en hun prachtige show in de lucht opvoeren. Reden genoeg dus om een nestkast voor de spreeuw op te hangen.

De spreeuw (Sturnus vulgaris)

De spreeuw is een vogel uit de familie van de spreeuwen en de orde van de zangvogels. Deze 19 tot 22 centimeter grote vogel is overwegend zwart gekleurd met een paarsgroene glans in het verenkleed. Ze hebben daarnaast een gespikkeld lichaam. Ze hebben een spitse snavel die in het broedseizoen geel is, maar verder in het jaar donker van kleur. Jonge vogels zijn bruinachtig, met een lichtgekleurde keelstreek.

Spreeuwen leven in groepen. Ze komen voor in grasvelden en tuinen, maar ook in parken in steden. Ze zijn dus breed georiënteerd, en wellicht daarom een van de meest algemene broedvogels in Nederland. Ondanks dat ze het jaarrond in Nederland te zien zijn, zijn het echte trekvogels. In de wintermaanden zijn in Nederland de individuen te zien die het broedseizoen noordelijker hebben.

Spreeuw
Spreeuwen hebben in het broedseizoen een gele snavel. De rest van het jaar is deze donker gekleurd. Hormonen zorgen ervoor dat de snavel in het voorjaar van kleur verandert

Een opvallende vogel

Spreeuwen staan natuurlijk het meest bekend om hun ongeëvenaarde luchtshows. In het najaar verzamelen grote zwermen spreeuwen zich, nabij de slaapplaatsen. Ongeveer een uur voor zonsopgang vliegt de grote zwerm spreeuwen op en voeren een kunstzinnige dans op in de lucht. Een prachtig natuurfenomeen om waar te nemen.

Daarnaast zijn spreeuwen erg goede imitators. Deze eigenschap is bij spreeuwen niet aangeboren, maar wordt wanneer ze jong zijn aangeleerd door de ouders. Onder andere buizerds, spechten en zelfs kikkers en zoogdieren worden tot in perfectie geïmiteerd.

Voedsel en voortplanting

De belangrijkste voedselbron voor spreeuwen zijn insectenlarven. Het zijn echter eigenlijk alleseters. Naast insectenlarven eten ze ook spinnen, sprinkhanen, mieren, kevers en andere soorten insecten. Ze zijn echter het meest dol op emelten en engerlingen die in de graszoden van grasvelden zitten. Met hun spitse snavel pikken ze deze insectenlarven moeiteloos uit het gras. In de wintermaanden, wanneer er minder insecten te vinden zijn, voeden ze zichzelf ook met fruit.


Lees ook: bouwtekening nestkast grauwe vliegenvanger


Doordat spreeuwen zo graag emelten en engerlingen uit het gras plukken, worden ze gezien als natuurlijke bestrijders van deze insectenlarven op sportvelden zoals golfterreinen en voetbalvelden. Emelten en engerlingen kunnen grote schade aanbrengen aan sportvelden omdat ze de grassprieten eten en zo hele sportvelden kaal kunnen vreten. Spreeuwen bieden hiervoor dus een uitkomst. In 2016 deed de KNVB (de nationale voetbalbond) zelfs een oproep, om rondom voetbalvelden meer spreeuwen nestkasten te hangen. Bij een aantal golfterreinen was namelijk bewezen dat dit het aantal emelten en engerlingen in het gras serieus liet dalen. Daarnaast zijn spreeuwen vaak eerder aanwezig dan de kauw en zwarte kraai. Dit is gunstig voor sportveldbeheerders, omdat kraaiachtigen met hun grote snavels schade kunnen aanrichten aan het gras.

Spreeuwen zijn natuurlijke bestrijders van emelten en engerlingen op veel sportvelden
Spreeuwen zijn natuurlijke bestrijders van emelten en engerlingen op veel sportvelden

Voortplanting

Spreeuwen broeden in de periode tussen april en juni. Soms volgt er later in het jaar nog een tweede legsel. Per legsel worden er vier tot zes eieren gelegd. Ze broeden ongeveer twaalf dagen, waarna de jongen uit het ei komen. Na circa 20 dagen vliegen de jongen uit, maar ze worden daarna nog een tijdje bijgevoerd door de ouders. Het mannetje is overigens grotendeels verantwoordelijk voor de bouw van het nest.

Nestkast spreeuw

Het broeden doen spreeuwen graag met meerdere broedparen bij elkaar, ondanks dat het geen echte koloniebroeders zijn. Bomen, kieren en spleten in gebouwen en speciaal gemaakte nestkasten kunnen uitstekende broedplaatsen zijn. Ze broeden graag op hoogte. Broedplaatsen boven de zeven meter hoogte zijn niet uitzonderlijk.

Ondanks dat de spreeuw een van de meest algemene broedvogels in Nederland is, gaan de aantallen de laatste jaren hard achteruit. De intensivering van de landbouw, wat het bodemleven ernstig aantast (en daarmee het voedsel van de spreeuw), is daarvoor de belangrijkste reden. Daarnaast kunnen spreeuwen lastiger geschikte nestlocaties vinden in verstedelijkt gebied. Het plaatsen van nestkasten is daardoor een effectieve maatregel in de bescherming van de spreeuw.

Bouwtekening nestkast spreeuw

De nestkast, en de plaatsing daarvan, moet wel aan een aantal eisen voldoen voordat deze geschikt is. Op onderstaande afbeelding is een bouwtekening zichtbaar voor het maken van een nestkast voor spreeuwen. Hierop staan alle afmetingen, invliegopening en een zaagschema om de nestkast te kunnen maken. Wanneer je de nestkast klaar hebt, kun je deze het beste zo hoog mogelijk, maar minstens 2,5 meter hoog ophangen. Plaats de nestkast op een stevige plek, tegen een grote oude boom of een gevel. Hang wanneer mogelijk twee of drie nestkasten bij elkaar. Zorg dat de invliegopening naar het noorden of oosten gericht is en dat deze vrij toegankelijk is.

Bouwtekening nestkast spreeuw
Bouwtekening nestkast spreeuw (De natuur van hier)

Wij raden aan om als houtsoort beuken-, lariks- of eikenhout, van 15mm dik te gebruiken. Dit is hardhout wat erg duurzaam is en wat lokaal geproduceerd wordt. Let bij het kopen ook op het FSC-keurmerk. Watervast multiplex kan ook gebruikt worden. Onderaan de tekening staat een zaagschema. Als je hout haalt bij de bouwmarkt kan het zijn dat ze een zaagafdeling hebben. Hier kun je soms kosteloos je hout al in de juiste maten laten zagen. Neem je tekening dus mee als je naar de bouwmarkt, het scheelt je wellicht wat zaagwerk!

Gebruik RVS schroeven om het hout mee vast te schroeven. RVS is beter bestand tegen roesten dan verzinkte schroeven, dus beter geschikt om buiten te gebruiken. Bij de bouwmarkt kun je hout en schroeven halen voor je nestkast. Als je nog hout overhoudt, gooi dit dan niet weg! Dit kun je in de toekomst gebruiken om een andere nestkast te maken.

Heb je geen zin om zelf te klussen, maar koop je liever een kant-en-klare kast? Dat kan via deze link (vivara). Deze zijn gemaakt van gerecycled materiaal, met een ademende structuur. Dit zorgt ervoor dat er een beter microklimaat in de kast bereikt wordt, met soms meer en succesvolle legsels tot gevolg.


Lees ook: bouwtekening nestkast ringmus


Veelgestelde vragen

Hoe lok je een spreeuw naar je nestkast?

Zorg ervoor dat je nest stevig en hoog in een boom of aan een gevel hangt, het liefst twee of drie bij elkaar. De invliegopening moet vrij zijn en in de omgeving moet een grasveld aanwezig zijn waar ze insectenlarven kunnen vinden.

Hoe maak ik een nestkast voor een spreeuw?

Een nestkast voor een spreeuw maak je het beste van beuken- of eikenhout. De nestkast moet 25x22x30 centimeter groot zijn, met een invliegopening van 4,5 centimeter (diameter). Maak gebruik van bovenstaande bouwtekening, inclusief zaagschema.

De beste inheemse vijverplanten

Vijverplanten inheems

In een natuurlijke tuin mag een vijver niet ontbreken. Vijvers zijn er in allerlei soorten en maten en er zijn eindeloos veel (vijver)planten voor te verkrijgen. Als je echter op zoekt bent naar een vijver vol leven, dan zijn inheemse vijverplanten de planten die je moet hebben. In deze blog laten we zien welke soorten vijverplanten er allemaal zijn en welke inheemse soorten de biodiversiteit in jouw vijver een boost geven!

Waarom een vijver?

Heb je nog geen vijver? Dan is er een maken zeker het overwegen waard. Een vijver is de blikvanger in je tuin en, zoals gezegd, een bron van leven. Je kunt er vissen in houden, maar het trekt vanzelf al allerlei andere dieren aan. Amfibieën zoals kikkers, padden en salamanders weten heel snel je vijver te vinden. Maar ook insecten, vogels en soms zelfs reptielen worden er door aangetrokken. Ook (kleine) zoogdieren zoals muizen, of zelfs vleermuizen, maken ook dankbaar gebruik van het water. Een bron van biodiversiteit dus!

Water in de tuin zorgt daarnaast voor veel sfeer. Het geluid van kabbelend water op een zomeravond zorgt voor ontspanning en rust. Daarnaast zijn er ontzettend veel mogelijkheden in het aanleggen van een vijver, waardoor er erg creatieve ideeën zijn ontstaan. Dit zorgt ervoor dat iedere vijver uniek is. In deze blog geven we tips voor het aanleggen van een poel of vijver. Dit kun je dus gebruiken als startpunt.

Kikker vijver
Een vijver in de tuin trekt allerlei soorten dieren en planten aan

Welke soorten inheemse vijverplanten zijn er?

Net zoals er vele soorten vijvers zijn, is er ook een legio aan vijverplanten te verkrijgen. Als je voor het eerst voor vijverplanten gaat, kun je door de bomen het bos niet meer zien. Grofweg spreken we van vijf soorten vijverplanten; oeverplanten, moerasplanten, drijvende planten, zuurstofplanten en diepwaterplanten. We zullen deze elk kort bespreken.

Vijverplanten
In een gezonde vijver is er een combinatie te vinden van de vijf verschillende soorten vijverplanten

Oeverplanten

We starten met de oeverbeplanting. Deze groeien, zoals de naam al zegt, op de oever aan de waterkant. Ze groeien in de grond rondom de vijver. Er zijn soorten die van een wat drogere grond houden en soorten die van natte voeten houden. Ze kleden samen de oever van een vijver aan en bloeien vaak met kleurrijke bloemen. Het zijn uitstekende planten om juffers en libellen aan te trekken. Voorbeelden van oeverplanten zijn grote kattenstaart en lissen.


Lees ook: de beste inheemse vaste planten


Moerasplanten

Naast de oeverplanten zijn er nog de moerasplanten die de rand van de vijver aankleden en kleur geven. Deze platen staan in het moerassige gedeelte van de vijver, net onder het wateroppervlak. Vanuit deze beplanting kun je in het voorjaar de kikkers horen kwaken. Voorbeelden van moerasplanten zijn de dotterbloem en het moeras vergeet-me-nietje.

Drijvende planten

De volgende groep zijn de drijvende planten, die aan het wateroppervlak drijven. Drijvende planten zijn onmisbaar voor een vijver omdat ze CO2 binden uit de lucht. Hierdoor zijn ze niet afhankelijk van het CO2 gehalte in het water. Dit kan vooral voor nieuwe vijvers erg nuttig zijn, omdat zuurstofplanten in het begin vaak nog niet genoeg zuurstof produceren omdat er te weinig CO2 aanwezig is in het water.

Let er wel op dat niet meer dan 50% van het wateroppervlak bedekt is met drijvende planten. Te veel drijvende planten kan er voor zorgen dat de vijver in het voorjaar niet snel genoeg opwarmt. Voorbeelden van drijvende planten zijn krabbenscheer en waternoot.

Kikkerbeet (Saxifraga - Rutger Barendse)
Kikkerbeet is een uitstekende inheemse drijvende plant (Saxifraga – Rutger Barendse)

Zuurstofplanten

Absoluut de belangrijkste beplanting in de vijver is die je het minste ziet: de zuurstofplanten. Zuurstofplanten zorgen voor zuurstof in het water, wat noodzakelijk is om organische stoffen af te breken. Zuurstofplanten zorgen ervoor dat de algengroei onderdrukt wordt, waardoor de vijver in balans komt. Voorbeelden van zuurstofplanten zijn waterpest en waterviolier.

Diepwaterplanten

Dan zijn er als laatste nog de diepwaterplanten. Deze planten worden op de bodem van de vijver gezet en vormen bladeren aan het wateroppervlak. Dit zijn hoofdzakelijk de waterlelies. De enige twee inheemse soorten zijn gele plomp en de witte waterlelie.


Lees ook: de beste inheemse klimplanten


Exoten

Kies zoveel mogelijk voor inheemse soorten in je vijver. Dit zorgt enerzijds voor het aantrekken van meer leven naar je tuin, maar kan anderzijds ook ernstige schade voorkomen. Een aantal geïmporteerde (vijver)planten kan zeer veel schade aanbrengen aan de inheems natuur wanneer ze verwilderen. Deze soorten noemen invasieve exoten en zorgen ervoor dat veel inheemse soorten worden bedreigd. Het bekendste voorbeeld hiervan is de grote waternavel, afkomstig uit Noord-Amerika. Plant deze dus absoluut niet in de vijver!

Soorten inheemse vijverplanten

Het best kies je dus voor inheemse soorten. Naast dat ze geen bedreiging vormen (ze komen hier immers van nature voor), zorgen ze ook voor een veel hogere biodiversiteit in, en om je vijver heen. Veel insecten zijn afhankelijk van deze planten, waardoor ze erdoor worden aangetrokken. De insecten gelden op hun beurt weer als belangrijke voedselbron voor andere dieren zoals vogels, reptielen en amfibieën.

Hier geven we enkele van de beste inheemse vijverplanten om toe te passen in je tuin.

Krabbenscheer – Stratiotes aloides

Krabbenscheer is een drijvende plant die in het najaar op de bodem van de vijver ligt, maar in het voorjaar naar de oppervlakte drijft. De plant zorgt ervoor dat nitraten en fosfaten uit het water worden ontrokken en zuurstof wordt afgegeven. Daarnaast is het een uitstekende plant voor onder andere amfibieën wanneer toegepast in een visvijver. Vissen houden niet van de stekelige bladeren, waardoor amfibieën en andere dieren er een beschutte plek kunnen vinden. Je kunt krabbenscheer hier eenvoudig bestellen bij bol.com.

Krabbenscheer (Saxifraga - Hans Dekker)
Krabbenscheer biedt een uitstekende schuilplek voor amfibieën (Saxifraga – Hans Dekker)

Moeras vergeet-me-nietje

Een goede moerasplant voor in de vijver is het moeras vergeet-me-nietje. Je kunt hem overigens ook op de oever zetten, maar zorg dan dat deze vochtig genoeg komt te staan. Deze kleinblijvende plant (tot ongeveer 40 centimeter hoog), krijgt kleine geel met blauwe bloemetjes in de periode mei tot augustus. De bladeren van deze plant zorgen voor een goede kraamkamer voor watersalamanders. Ze zetten in het voorjaar tussen de bladeren vaak hun eieren af. Hier kun je deze mooie plant bestellen (bol.com).

Moeras vergeet-me-nietje (Saxifraga - Bart Vastenhouw)
Moeras vergeet-me-nietje is een kleurrijke verschijning aan de rand van de vijver (Saxifraga – Bart Vastenhouw)

Gele plomp

Een van de twee inheemse waterlelies is de gele plomp. Een uitstekende diepwaterplant voor in de vijver. In het voorjaar komen de grote drijvende bladeren boven drijven, waarna de grote gele bloemen niet veel later zullen volgen. De bloemen drijven niet, maar steken boven het water uit. De grote gele bloemen trekken veel insecten aan. Bestel de gele plomp voor jouw eigen vijver via deze link (bol.com).

Gele plomp
Gele plomp bloeit met prachtige gele bloemen

Aarvederkruid – Myriophyllum spicatium

Een van de belangrijkste planten in deze lijst. Het aarvederkruid is een fantastische zuurstofplant die niet in je vijver mag ontbreken. Door het constant afgeven van zuurstof aan het water, draagt het aarvederkruid een belangrijke bijdrage aan het bereiken van biologisch evenwicht in de vijver. Daarnaast is het een goede schuilplaats voor kikkervisjes in het voorjaar. Verwar het aarvederkruid niet met het parelvederkruid. Dit is namelijk een exoot en een bedreiging voor inheemse waterflora. Het aarvederkruid is via deze link te bestellen bij bol.com.

Aaarvederkruid (Saxifraga - Ed Stikvoort)
Aarvederkruid draagt een belangrijke bijdrage aan het bereiken van een biologisch evenwicht in de vijver (Saxifraga – Ed Stikvoort)

Gele lis – Iris pseudacorus

Een van de andere inheemse vijverplanten die zeker niet mag ontbreken is de gele lis. De gele lis is een oever- en moerasplant. Ze houden in ieder geval van natte voeten en kunnen goed tegen een wisselend waterniveau. De kenmerkende zwaardvormige bladeren en gele bloemen mogen esthetisch gezien niet ontbreken aan de waterkant, maar er is nog een reden waarom deze plant een must-buy is. Het zijn namelijk uitstekende waterfilters en kunnen zelfs zware metalen uit het water filteren (fytoremediatie). Vooral op het gebied van nitraat uit het water filteren levert de gele lis uitstekend werk, waardoor je vijver minder last zal hebben van algengroei. Via deze link (bol.com) is de gele lis te bestellen.

Gele lis (Saxifraga-Marijke Verhagen)
Gele lis mag met zijn uitstekend filterend vermogen niet ontbreken in de vijver (Saxifraga – Marijke Verhagen)

Lees ook: hoe plant ik een boom?


Glanzend fonteinkruid – Potamogeton lucens

Tot slot bespreken we nog een uitstekende zuurstofplant. Glanzend fonteinkruid geeft ontzettend veel zuurstof af aan het water en zorgt ervoor dat algen in toom worden gehouden. De grote stengels en bladeren zorgen daarnaast voor veel schuilmogelijkheden in het water, wat de hoeveelheid micro-organismen in het water ten goede komt. Glanzend fonteinkruid zou tot de basis van iedere vijver moeten behoren. Deze zuurstofplant is via de volgende link te bestellen bij bol.com.

Glanzend fonteinkruid (Saxifraga-Peter Meininger)
Glanzend fonteinkruid is een uitstekende inheemse zuurstofplant voor in de vijver (Saxifraga – Peter Meininger)

Slot

Met deze inheemse vijverplanten zou er een goede basis moeten liggen voor een gezonde vijver. Iedere vijver heeft, meer of minder, tijd nodig om in balans te komen. Deze vijverplanten zouden dat proces kunnen versnellen.

Naast vijverplanten is het raadzaam in de omgeving ook nog andere beplanting aan te brengen. In deze blog bespreken we vijf kruidachtige planten voor in de tuin, die een mooie toevoeging zouden kunnen zijn. Wil je meer bijen en vlinders in je tuin en rondom de vijver hebben? Lees dan hier verder. Gezamenlijk zal dit zorgen voor een levendige vijver in de tuin!

Natuurtuin in ontwikkeling – deel III

Fazant

Ongeveer gelijktijdig met de start van deze website hebben we een huis kunnen kopen met ongeveer 3500 m2 grond erbij. Ons doel is deze 35 are de komende jaren om te turnen naar een natuurtuin waarbij er ruimte is voor allerlei wilde vogels en andere dieren. De voortgang hiervan houden we bij en delen we in een terugkerende blog met jullie. In deze blog lees je wat er te beleven valt in de tuin in de winter, wat we de afgelopen drie maanden hebben gedaan en wat we verwachten voor het aanstaande voorjaar.

05 maart, 2023

In de vorige blog, die we drie maanden geleden schreven, heb je kunnen lezen dat we flink wat hebben aangeplant. Een gemengde haag, een struweel en veel losse heesters en bomen moeten dit jaar voor veel groen in de tuin gaan zorgen. Nu, aan het einde van de winter, gaan we kijken wat de tuin in ruste nog heeft gedaan en wat ons te wachten staat voor het groeiseizoen dat voor de deur staat.

Winter, maar toch leven te ontdekken

Ondanks dat het winter is en de meeste planten geen blad hebben, zie je dat het struweel en de overige beplanting, die we pas recentelijk aangeplant hebben, al volop gebruikt worden door kleine zangvogels. Ze vliegen van stammetje naar stammetje, druk zoekend naar voedsel. Twee pimpelmezen zijn duidelijk al bezig met het voorjaar. Er is constant een interactie tussen de twee vogels zichtbaar, en ze lijken elkaar gevonden te hebben. Wellicht dat ze eind maart een van onze nestkastjes opzoeken.

Pimpelmees
Pimpelmezen zijn sinds dag één een vaste bezoeker in onze tuin

De natuurtuin wordt volop bezocht door leuke soorten. Op een vroege ochtend kwam ik buiten en zag ik dat onze notenboom dienst deed als slaapplek voor een mannetjesfazant. Fazanten zoeken in de avond een boom op voor de roest (slaap), waar ze veilig zitten voor vossen die ’s nachts op pad zijn.

Maar goed dat de fazant voor zijn slaap een boom op zoekt, want in februari hebben we een vos achter in de tuin waargenomen met onze wildcamera. Net voor middernacht doorkruist de vos onze tuin. Het is tot nog toe bij deze waarneming gebleven.

Vos wildcamera (De natuur van hier)
Een vos vastgelegd met de wildcamera (De natuur van hier)

Bijzondere bezoekers

In januari hoorden we plotseling een knal tegen het raam aan in de woonkamer. Toen we uit het raam keken, zagen we een sperwer bedeesd om zich heen kijken, en maakte haast om in de dichtstbijzijnde boom beschutting te zoeken. Even zat hij met prooi in de boom, waarna hij naar het struweel in het aangrenzende weiland vloog.


Lees ook: tips voor het aanleggen van een natuurtuin


In februari zagen we op een zonnige dag, tegen de schemering aan, tot onze verbazing op zo’n 80 meter afstand een hertachtige staan. We dachten een paar weken eerder een zestal reeën gezien te hebben, op een wat grotere afstand, dus we gingen er vanuit dat dit ook een ree was. Toen we hem wat langer bekeken zagen we dat het geen ree betrof, maar een damhert. Damherten zijn door de Romeinen in ons land geherintroduceerd en zijn wat groter dan een ree, maar kleiner dan een edelhert. Opmerkelijk, omdat de omgeving niet per definitie erg bosrijk is.

Damhert
Het damhert naderde onze tuin tot op zo’n 80 meter (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Maatregelen

Na de grote aanplant die we in oktober/november hebben gedaan, hebben we deze maanden in de tuin vrij weinig gedaan. We hadden binnenshuis onze prioriteiten liggen, waardoor we geen tijd hadden om in de tuin nog grote dingen aan te pakken. We hebben echter wel een paar kleine aanpassingen gedaan.

Allereerst hebben we een vleermuizenkast gekocht, en deze zo hoog mogelijk tegen de gevel geplaatst. Omdat we eerder in het jaar een paar keer een egel hebben waargenomen, hebben we ook een egelmand geplaatst. Het nieuw aangeplante struweel leek ons hiervoor een goede plek. Deze bevindt zich achter in de tuin, waardoor de egel zo min mogelijk wordt gestoord en de heesters zullen daarnaast ervoor zorgen dat de egel ook om het huis heen bescherming vindt.


Lees ook: gemengde haag aanplanten


Om de mand waterdicht te maken, hebben we hier eerst een laag plastic overheen gemaakt. Deze plastic hebben we afgedekt met bladeren en ten slotte takken om alles op zijn plek te houden en het een natuurlijke uitstraling te geven. Dit geheel zorgt ervoor dat het egelhuis wind- en waterdicht is.

Egelhuis stap 2
In het struweel hebben we een egelmand geplaatst. De mand hebben we afgedekt met plastic, bladeren en takken om deze wind- en waterdicht te maken (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Ten slotte hebben we nog een nestkast voor kauwen gemaakt en geplaatst. Dit is een erg grote kast, met een invliegopening van maar liefst 12 centimeter in doorsnee. De nestkast hebben we op circa drie meter hoogte, stevig opgehangen in één van de twee notenbomen. Hopelijk zal deze kast in de toekomst bezocht worden door een paartje kauwen, zodat we deze bijzondere vogels van dichtbij kunnen volgen!

kauw nestkast
Een nestkast voor een kauw moet groot en stevig zijn, met een grote invliegopening (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Resultaten en planning

Ondanks dat het winter is, bijna alles in rust is en we weinig maatregelen hebben getroffen, hebben we toch weer een aantal nieuwe soorten weten waar te nemen. In totaal staat de teller nu op 127 soorten, waarvan er 116 in de tuin en 11 rondom de tuin. Dit zijn er 20 meer dan in de vorige blog. Veruit de meeste soorten die we hebben waargenomen zijn planten en vogels. Onderaan deze blog staat het gebruikelijke soortenoverzicht.

Winterkoning
Het winterkoninkje heeft zich deze winter veelvuldig laten zien (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Helaas hebben we door tijdsgebrek afgelopen kwartaal niet meer kunnen doen. We zijn voornemens het komende kwartaal wel wat tijd vrij te maken om nog enkele aanpassingen te doen in onze natuurtuin. Een van de dingen die we als eerste willen creëren is een kleine poel. Het aanleggen van een poel is een must voor iedere tuin en zorgt voor een snelle toename van biodiversiteit in je tuin. Deze poel willen we verder aankleden met wat kruidachtige planten en dood hout.

Daarnaast willen we een takkenwal in de tuin aanbrengen. Wanneer er tijd is zullen we hier ook al een begin mee maken. Over ongeveer drie maanden zullen we weer met een update komen over hoe de natuurtuin er dan bij ligt.


Lees ook: hoe plant ik een boom?


Disclaimer: in deze terugkerende blog spreken we over een natuurtuin. Echter is dit niet een standaard tuin waar de meest mensen aan denken bij het woord tuin. Het grootste deel van het perceel wordt aangeplant met uitsluitend inheemse soorten, die terugkeren in het omliggende landschap. Hier laten we de natuur vervolgens zoveel mogelijk haar gang gaan.

Soortenoverzicht
Soortenoverzicht natuurtuin 5-3-2023 (De natuur van hier)

Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!