De beste inheemse klimplanten

Kamperfoelie

Een van de meest veelzijdige planten zijn klimplanten. Het maakt niet uit of je een grote, kleine, smalle of brede tuin hebt, voor een klimplant is altijd wel een plek te vinden. Vooral inheemse soorten hebben veel te bieden voor de lokale fauna. Schuil- en nestgelegenheid, voedsel in de vorm van nectar en voedsel in de vorm van bessen, zullen allerlei vogels en insecten aantrekken. Heb je dus nog een kale muur, twijfel dan niet om hier een inheemse klimplant tegenaan te laten groeien. In deze blog geven we je enkele uitstekende suggesties.

Waarom een klimplant?

Klimplanten zijn perfect voor die plekken in de tuin die vaak leeg blijven. Qua oppervlakte nemen ze weinig ruimte in, maar kunnen in de hoogte voor veel extra groen zorgen. Heb je nog een stukje muur, schutting of hekwerk wat nog kaal is, dan kun je hier uitstekend een klimplant kwijt. Vaak hoef je maar twee stoeptegels eruit te wippen om voldoende plek te creëren voor het planten van een inheemse klimplant.

Afhankelijk van de soort en de standplaats kan een klimplant meters de hoogte in gaan. Hiermee zorg je voor bloemen en groen op plekken waar je anders niet bij zou kunnen komen. Deze plekken hebben een ander micro-klimaat en zijn vaak moeilijk te bereiken voor roofdieren, zoals katten en marters. Ideale schuil- en nestmogelijkheden voor vogels. Maar ook het feit dat sommige klimplanten bloemen en vruchten krijgen, kan voor een verhoging van de biodiversiteit zorgen. De bloemen (vaak geurend) trekken van heinde en verre insecten aan. De bessen (en de aangetrokken insecten) trekken dan weer veel vogels aan. Voor je het weet is je klimplant een ware trekpleister voor insecten en vogels geworden.

De geurende bloemen van kamperfoelie zijn een ware trekpleister voor insecten
De geurende bloemen van kamperfoelie zijn een ware trekpleister voor insecten

Soorten klimplanten

Er zijn twee soorten klimplanten, de klimplanten met hechtwortels en de klimplanten met ranken. Soorten die hechtwortels maken, zoals klimop, kunnen zichzelf vasthechten aan een muur of schutting en hebben geen hulp nodig. Dit doen ze met kleine, bovengrondse wortels. Andere soorten, zoals bijvoorbeeld de bosrank, vormen ranken waarmee ze steunpunten in de omgeving zoeken om zich aan omheen te winden. Dit doen ze altijd in een bepaalde richting, of linksom of rechtsom. Als je een klimplant met ranken verder wil begeleiden, let dan op de richting waarop de plant zijn ranken windt. Als een plant linksom windt en jij begeleidt hem rechtsom, dan zal dat voor de plant onnatuurlijk voelen en zal hij dit proberen te corrigeren. Dit kost onnodige energie, waarmee je de klimplant dus eigenlijk afremt in zijn groei.

Klimop kan met behulp van de hechtwortels gemakkelijk tegen ruwe oppervlakten op klimmen (Saxfiraga - Jan van der Straaten)
Klimop kan met behulp van de hechtwortels gemakkelijk tegen ruwe oppervlakten op klimmen (Saxifraga – Jan van der Straaten)

Voor rankende soorten kan het dus soms raadzaam zijn om een klimconstructie aan te brengen. Dit kan in de vorm van een klimrek, klimzuil of door spandraad te spannen. Klimrekken zijn in van allerlei soorten en maten te krijgen, afhankelijk van de oppervlakte en je voorkeur. Via bol.com zijn diverse soorten te bestellen, in alle prijsklassen. Klik hier voor het aanbod en zoek het klimrek dat het beste past in jouw situatie.

Bosrank (Clematis vitalba)

Een prachtige bloeiende inheemse klimplant die het in iedere tuin goed doet, is de bosrank, ook wel bekend als Clematis. Bosrank is in veel kleuren en soorten te krijgen, maar de Clematis vitalba is de echte inheemse soort. Het biedt goede nestgelegenheid voor vogels. Gebruik een klimrek of spandraad zodat de ranken zich kunnen hechten.

  • Bloeit van juni tot augustus met roomwitte bloemen
  • Een plekje in de halve schaduw (zorg dat de wortels in de schaduw staan)
  • Niet wintergroen
  • Gebruik een klimrek of spandraad
Bosrank
Bosrankvlinder (Saxifraga - Peter Gergely)
Bosrank is de waardplant voor de gelijknamige Bosrankvlinder (Saxifraga – Peter Gergely)

Lees ook: gemengde haag aanplanten


Klimop (Hedera helix)

Klimop

Misschien wel de bekendste inheemse klimplant uit de lijst. Veel mensen verafschuwen klimop, maar voor de natuur is het een zeer belangrijke plant. Doordat deze snel groeit en kan gaan woekeren is de plant niet zo populair, maar met regelmatig snoeien kun je de klimop in het gareel houden. Als je het aandurft, haal je een echte biodiversiteit-magneet naar je tuin. Doordat klimop pas laat in het jaar bloeit (sep-dec), is het een belangrijke voedselbron voor insecten, wanneer er nog weinig andere soorten bloeien.

De rijpe bessen zijn daarnaast ook beschikbaar aan het einde van de winter, wanneer de bessen op andere struiken al lang verdwenen zijn. Vogels zoals spreeuwen, merels en kramsvogels zullen je dus dankbaar zijn. Het feit dat klimop ook nog eens wintergroen is en daardoor uitstekende schuilplekken in de winter biedt, zorgt ervoor dat we er eigenlijk niet omheen kunnen.

  • Wintergroen
  • Bloeit van september tot december (belangrijk voor insecten)
  • Rijpe bessen aan het einde van de winter, wanneer er weinig ander fruit voor vogels te vinden is
Boomblauwtje (Saxifraga - Arthur van Dijk)
Voor het boomblauwtje is klimop een van de waardplanten (Saxifraga – Arthur van Dijk)

Hop (Humulus lupulus)

Een andere prachtige klimplant om in je tuin toe te passen, is de hop. De hopbellen, vrouwelijke vruchtkegels die in augustus en september aan de plant groeien, bieden een leuke sierwaarde en zijn tevens in trek bij vlinders, zoals de gehakkelde aurelia (waardplant). Deze hopbellen zijn een van de belangrijkste ingrediënten van bier.

Hop kent een snelle groei, waardoor je dat muurtje of die schutting in een mum van tijd groen hebt. Hop staat het liefst op een plek in de halfschaduw.

  • Hopbellen bieden een opvallende sierwaarde
  • Geliefd bij insecten
  • Niet wintergroen
  • Snelle groeier en goed winterhard
  • Gebruik een klimrek of spandraad
Hop
Gehakkelde aurelia Polygonia c-album PCALB POLYCALB
De hop is de waardplant voor de gehakkelde aurelia (Vlinderstichting – Chris van Swaay)

Lees ook: tips voor meer bijen en vlinders in de tuin


Kamperfoelie (Lonicera periclymenum)

Wilde kamperfoelie

De wilde kamperfoelie is voor iedere tuin een meerwaarde. De rijkelijke bloei en de rode bessen bieden veel sierwaarde en zijn in trek bij veel dieren.

Vooral tijdens de zwoele zomeravonden zijn de geurende bloemen, die bloeien van juni tot oktober, in trek bij insecten. En dan met name nachtvlinders. ’s Avonds en ’s nachts komen nachtvlinders de kamperfoelie veelvuldig bezoeken. Voor de glasvleugelpijlstaart is het zelfs de waardplant. Naast nachtvlinders komen ook dagvlinders en wilde bijen op de bloemen af.

Naast de bloemen heeft de wilde kamperfoelie nog een troef, de bessen. Deze zijn geliefd bij vogels, vooral bij de heggenmus. Kamperfoelie gedijt goed in zowel de zon als schaduw, maar de wortels staan graag in de schaduw. Dit los je simpel op door er een andere plant of struik voor te zetten.

  • Wordt 2 tot 4 meter hoog
  • Niet wintergroen
  • Bloeit van juni tot oktober
  • Gebruik een klimrek of spandraad
Glasvleugelpijlstaart (Saxifraga - Bart Vastenhouw)
Voor de glasvleugelpijlstaart is de wilde kamperfoelie de waardplant (Saxifraga – Bart Vastenhouw)

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Bouwtekening nestkast grauwe vliegenvanger

Grauwe vliegenvanger

Een goede manier om de natuur, vogels in het bijzonder, een handje te helpen is door het plaatsen van nestkasten. Door de toenemende verstedelijking, kunnen vogels soms lastig een geschikte broedplaats vinden. Nestkasten kunnen hier op een goedkope en efficiënte manier een oplossing voor bieden. Een soort die vaak over het hoofd gezien wordt is de grauwe vliegenvanger. Deze onopvallende vogel vertoont soms opvallend gedrag, wat het ophangen van een nestkast zeker rechtvaardigt.

De grauwe vliegenvanger (Muscicapa striata)

De grauwe vliegenvanger is een kleine, onopvallende vogel. Ze bereiken een lichaamslengte van 13,5 tot 15 centimeter en een spanwijdte van 23 tot 25 centimeter. Ze zijn overwegend grijsbruin gekleurd en hebben een lichtere onderzijde. Tussen de mannetjes en vrouwtjes zijn geen verschillen op te merken.

Grauwe vliegenvanger
De grauwe vliegenvanger leeft voornamelijk in bossen en bosranden, maar komt ook zo nu en dan voor in parken en natuurtuinen

Ze leven voornamelijk in bossen (loof- en gemende bossen) en in bosranden. Verder komen ze ook voor in parken, grotere natuurlijke tuinen en op boerenerven met veel groen. De grauwe vliegenvanger is een typische trekvogel, die pas eind april/begin mei in ons land arriveert. Eind augustus/september beginnen ze weer aan de trek. Ze trekken helemaal tot in West-Afrika en leggen deze tocht vooral ’s nachts af. De tocht wordt in etappes afgelegd.


Lees ook: bouwtekening nestkast kauw


Voedsel en voortplanting

Grauwe vliegenvangers zijn echte insecteneters, zoals de naam al doet vermoeden. Vanaf een vast uitkijkpunt scannen ze de omgeving op (vliegende) insecten. Vanaf het uitkijkpunt jagen ze op voornamelijk vliegende insecten, die ze in de lucht vangen. Gedurende de jacht vliegen ze constant op en af vanaf het kijkpunt, opmerkelijk gedrag wat goed te zien is in het veld. Naast vliegende insecten vangen ze soms ook lopende en kruipende insecten vanaf een plant of struik. In het najaar worden ook bessen gegeten.

Grauwe vliegenvanger (Saxifraga - Luc Hoogenstein)
Grauwe vliegenvangers zijn meesters in het vangen van vliegende insecten (Saxifraga – Luc Hoogenstein)

Er wordt meestal één nest gemaakt per jaar, met vier tot vijf eieren. De vrouwtjes broeden ongeveer twee weken, waarna de juvenielen uit het ei komen. Na weer ongeveer twee weken kunnen de jongen vliegen. Ze worden hierna nog enige tijd bijgevoerd. Grauwe vliegenvangers broeden voornamelijk in holen van bomen, verder soms ook in kieren en spleten in gebouwen. Ze hebben een voorkeur voor een enigszins open locatie om te broeden. In het cultuurlandschap wordt ook met regelmaat dankbaar gebruik gemaakt van halfopen nestkasten.

Nestkast grauwe vliegenvanger

Een nestkast voor een grauwe vliegenvanger dient dus halfopen te zijn. Met behulp van een nestkast kan het mogelijk zijn een grauwe vliegenvanger naar je tuin te lokken. Wanneer er voldoende groen aanwezig is en er ruimte is voor het jagen op insecten (een weiland met uitkijkpunten is perfect), dan kan het mogelijk zijn dat de vliegenvanger komt broeden. Andere soorten die gebruik kunnen maken van de nestkast zijn winterkoningen, witte kwikstaarten en roodborstjes.


Lees ook: bouwtekening nestkast koolmees


Bouwtekening nestkast grauwe vliegenvanger

Op onderstaande tekening zijn alle gegevens te vinden die je nodig hebt voor het maken van een nestkast voor een grauwe vliegenvanger. Op deze bouwtekening vind je de afmetingen van de nestkast, welke houtsoort je kunt gebruiken en een zaagschema om de juiste planken te zagen. Bij veel bouwmarkten kun je het hout meteen op maat laten zagen als je het koopt, dus neem de tekening mee naar de bouwmarkt. Geen zin om zelf een nestkast te maken? Bestel dan een kant-en-klare nestkast via Vivara. Met je aankoop lever je ook nog eens een bijdrage aan de Nederlandse natuur, omdat een deel van de opbrengst terecht komt bij één van de groene partners.

Bouwtekening nestkast grauwe vliegenvanger (De natuur van  hier)
Bouwtekening nestkast grauwe vliegenvanger (De natuur van hier)

Als houtsoort kun je het beste beuken-, lariks- of eikenhout gebruiken. Daarnaast kan ook watervast multiplex gebruikt worden. Als dikte raden we 15 millimeter aan. Let bij het kopen van het hout op het FSC-keurmerk. Gebruik RVS schroeven om het hout mee vast te schroeven. RVS is beter bestand tegen roesten dan verzinkte schroeven, dus beter geschikt om buiten te gebruiken. Eventueel kun je het dak afwerken met dakleer, zodat het hout minder te verduren krijgt en de nestkast langer mee gaat.

Ophangen nestkast

Bij het ophangen van de nestkast is het belangrijk om met een aantal zaken rekening te houden. Hang de nestkast stevig op, op ongeveer twee meter hoogte. Hang de nestkast met de opening richting het noorden, noordoosten of oosten. Hiermee voorkom je dat het constant binnen regent en dat er minder last is van wind en zon. Zorg er daarnaast voor dat de kast niet gemakkelijk bereikbaar is voor katten en andere rovers.

In het najaar (rond oktober) is het tijd om de nestkast schoon te maken. Gebruik hiervoor geen schoonmaakmiddelen, maar alleen heet water. Hang de nestkast daarna meteen weer op, want soms worden ze in de winter gebruikt als rustplek.

Grauwe vliegenvanger
Grauwe vliegenvangers zijn echte trekvogels en vliegen helemaal tot in West-Afrika

Lees ook: bouwtekening nestkast spreeuw


Veelgestelde vragen

Hoe lok ik een grauwe vliegenvanger naar mijn tuin?

Om een grauwe vliegenvanger naar je tuin te lokken, heb je een wat grotere tuin nodig. Het liefst in de buurt van een bos waar de vliegenvanger al gezien is. Zorg voor voldoende groen en een plek waar ze kunnen jagen op insecten. Een weiland met uitkijkpunten (bijvoorbeeld houten palen) is perfect.

Hoe maak ik een nestkast voor een grauwe vliegenvanger?

Een nestkast voor een grauwe vliegenvanger kun je maken van beuken-, lariks- of eikenhouten planken. De kast moet circa 12x12x17,5cm groot zijn en halfopen. Gebruik de bouwtekening (inclusief zaagschema) in deze blog.

Hoe hang ik een nestkast voor een grauwe vliegenvanger op?

Hang de nestkast op een beschutte plek op ongeveer twee meter hoogte, buiten het bereik van katten en andere roofdieren. Zorg dat de nestkast in een ietwat open omgeving hangt, zodat de grauwe vliegenvanger goed overzicht heeft.

Bouwtekening nestkast merel

Merel

Een goede manier om de natuur, vogels in het bijzonder, een handje te helpen is door het plaatsen van nestkasten. Door de toenemende verstedelijking kunnen vogels soms lastig een geschikte broedplaats vinden. Nestkasten kunnen hier op een goedkope en efficiënte manier een oplossing voor bieden. Een van de soorten die wel wat hulp kan gebruiken is de merel. De merel heeft de afgelopen jaren last gehad van het usutu-virus. Door een nestkast op te hangen voor merels, kun je ervoor zorgen dat het de komende jaren weer beter gaat met deze typische soort voor Nederland.

De merel (Turdus merula)

De merel is de meest voorkomende vogel in ons land. Toch neemt de populatie sinds 2007 licht af en hebben merels last van het usutu-virus. Gelukkig zien we de merels wel nog door het hele land en is hij in veel groene tuinen een graag geziene gast.

Merels bereiken een lichaamslengte van 23 tot 29 centimeter en een spanwijdte van 34 tot 38 centimeter. Mannetjes en vrouwtjes zijn duidelijk uit elkaar te houden. Het verenkleed van de mannen is geheel zwart, met een gele snavel en oogring. Vrouwtjes zijn minder opvallend en zijn overwegend bruin gekleurd, met een lichtbruine borst. Juvenielen lijken erg op vrouwtjes qua verenkleed. Merels behoren tot de lijsterachtigen en zijn familie van de zanglijster, kramsvogel en koperwiek.

Mannetjes merel
Mannetjesmerels zijn goed te herkennen aan hun zwart verenkleed en gele snavel en oogring

Van origine zijn merels echte bosvogels, maar ze hebben zich uitstekend aan weten te passen aan het door de mens gecreëerde cultuurlandschap. Naast bos zijn nu ook parken, dorpen en steden met voldoende groen een uitstekend leefgebied voor de merel. De mannetjes hebben een uitbundige zang, die ze vaak in het voorjaar vanaf een hoge plek laten horen. De meeste voorkomende merels in Nederland zijn standvogels.

Voedsel en voortplanting

In het voorjaar en begin van de zomer zijn merels vooral op zoek naar dierlijk voedsel. In grasvelden wordt er actief gejaagd op (regen)wormen, slakken en insecten. Later in het jaar verandert het menu geleidelijk naar meer plantaardig voedsel. Dan zul je merels (en andere lijsterachtigen) vaak zien in besdragende struiken, zoals Gelderse roos, meidoorn en taxus. Ondanks dat bijna alle delen van de taxus giftig zijn, eet de merel toch gewoon de bessen. In het vruchtvlees zit namelijk geen gif. De zaden in de bessen wel, maar deze spuugt de merel gewoon uit.

Merel worm
Vooral in het voorjaar en begin van de zomer is het menu dierlijk van aard

Lees ook: tuinvogel uitgelicht: de merel


Merels hebben meestal twee broedsels per jaar, waarbij er per legsel vier tot vijf groene eieren, met bruine vlekken worden gelegd. De broedduur duurt ongeveer twee weken. De jongen worden nog een korte tijd bijgevoerd, waarna het vrouwtje vrij snel begint aan het volgende legsel. In goede jaren kunnen ze soms wel drie legsels per jaar hebben.

Broeden wordt over het algemeen gedaan in dichte struiken of in klimop. De nesten zijn vaak een makkelijke prooi voor katten. Een nestkast op een juiste plek ophangen kan ervoor zorgen dat deze minder gevoelig is om ten prooi te vallen aan een kat.

Een geschikte tuin

Om ervoor te zorgen dat je tuin aantrekkelijk wordt voor merels, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat er een aantal zaken aanwezig zijn. Allereerst een gazon of een grasveldje. Hier kunnen merels op zoek naar regenwormen, om voldoende eiwitten binnen te krijgen.

Daarnaast is het belangrijk om dichte struiken aan te planten. Soorten als glansmispel en hulst zijn uitstekende plekken om te schuilen en te broeden (hang de nestkast in de struik en zorg dat de invliegopening vrij is). Besdragende struiken zoals Gelderse roos, meidoorn, taxus en lijsterbes bieden daarnaast belangrijke bessen voor in het najaar. Via Vivara (klik hier) zijn vaak dergelijke struiken te bestellen, tegen een goede prijs. Daarnaast draag je met je aankoop bij aan de natuur in Nederland, omdat ze verschillende natuurorganisaties in Nederland steunen. Win-win dus.

Merel voeden jongen
Met twee, tot soms wel drie, broedsels per jaar hebben de volwassen exemplaren het druk met eten zoeken voor de hongerige juvenielen

Nestkast merel

Naast in bos en in parken broeden merels dus ook regelmatig in tuinen, mits er voldoende voedsel en groen aanwezig is. Helaas vinden hier ook vaak predaties plaats door, meestal, katten. Door nestkasten op te hangen op plekken waar katten niet bij komen, kan er voor gezorgd worden dat het broedsucces stijgt. Nestkasten voor merels kunnen daarnaast ook gebruikt worden door roodborstjes, witte kwikstaarten en soms winterkoningen.


Lees ook: bouwtekening nestkast pimpelmees


Bouwtekening nestkast merel

Op onderstaande tekening zijn alle gegevens te vinden die je nodig hebt voor het maken van een nestkast voor een merel. Op deze bouwtekening vind je de afmetingen van de nestkast, welke houtsoort je kunt gebruiken en een zaagschema om de juiste planken te zagen. Bij veel bouwmarkten kun je het hout meteen op maat laten zagen als je het koopt, dus neem de tekening mee naar de bouwmarkt. Geen zin om zelf een nestkast te maken? Bestel dan een kant-en-klare nestkast via Vivara.

Bouwtekening nestkast merel (De natuur van hier)
Bouwtekening nestkast merel (De natuur van hier)

Als houtsoort kun je het beste beuken-, lariks- of eikenhout gebruiken. Daarnaast kan ook watervastmultiplex gebruikt worden. Als dikte raden we 15 millimeter aan. Let bij het kopen van het hout op het FSC-keurmerk. Gebruik RVS schroeven om het hout mee vast te schroeven. RVS is beter bestand tegen roesten dan verzinkte schroeven, dus beter geschikt om buiten te gebruiken. Eventueel kun je het dak afwerken met dakleer, zodat het hout minder te verduren krijgt en de nestkast langer mee gaat.


Lees ook: bouwtekening nestkast spreeuw


Ophangen nestkast merel

Bij het ophangen van de nestkast is het belangrijk om op een paar dingen te letten. Zorg er allereerst voor dat de nestkast stevig hangt, op circa twee meter hoogte. De nestkast kan het beste met de invliegopening richten het noorden, noordoosten of oosten gericht worden, zodat wind en felle zon vermeden worden. Let er daarnaast op dat de invliegopening goed bereikbaar is en katten en andere roofdieren er niet gemakkelijk bijkomen.

Hang de nestkast in, of in de buurt van groene struiken. De nestkast kan ook opgehangen worden in een klimopmuur, of in een haag. Zorg dat andere nestkasten voldoende ver van deze nestkast afhangen en dat er een gazon of grasveld in de buurt is. In het najaar (rond oktober) is het tijd om de nestkast schoon te maken. Gebruik hiervoor geen schoonmaakmiddelen, maar alleen heet water. Hang de nestkast daarna meteen weer op, want soms worden ze in de winter gebruikt als rustplek.

Nestcamera

Wil je van dichtbij meemaken hoe en wanneer de nestkast gebruikt wordt? Dan kun je een camera in de nestkast plaatsen om alles live te volgen. Wij gebruiken de camera’s van Green Backyard. Deze geef je eenvoudig via een app live toegang tot de camera. Daarnaast ontvang je een melding wanneer er beweging is in de nestkast en kun je video’s downloaden en opslaan.

Er zijn verschillende type camera’s, je vindt ze hier. Voor een nestkast dichtbij huis kun je aan de slag met de Wireless Bird Box Camera. Na de eenvoudige installatie kun je vanaf de bank met je mobiel de nestkast in de gaten houden! Hier vind je nog een aantal beelden gemaakt met de camera’s van Green Backyard.

Veelgestelde vragen

Hoe lok ik een merel naar mijn tuin?

Om een merel naar je tuin te lokken, moet je ervoor zorgen dat er voldoende voedsel en beschutting te vinden is. Zorg voor een gazon of grasveld, waar de merel op zoek kan naar regenwormen en plant struikjes aan. Meidoorn, lijsterbes en Gelderse roos hebben bessen die de merel graag eet in het najaar.

Hoe maak ik een nestkast voor een merel?

Een nestkast voor een merel kun je maken van beuken-, lariks- of eikenhouten planken. De kast moet circa 25x25x22cm groot zijn en halfopen. Gebruik de bouwtekening (inclusief zaagschema) in deze blog.

Hoe hang ik een nestkast voor een merel op?

Hang de nestkast op een beschutte plek op ongeveer twee meter hoogte, buiten het bereik van katten en andere roofdieren. Zorg dat de nestkast in, of in de buurt van een struik of een klimopmuur hangt.

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Poel aanleggen in de tuin

Salamander tuin

Met het aanleggen van een poel in je tuin creëer je een leefgebied voor allerlei dieren en planten. Insecten zoals juffers en libellen zijn afhankelijk van water, maar ook amfibieën in de vorm van kikkers, padden en salamanders zullen aangetrokken worden door je poel. Daarnaast zullen vogels, zeker in droge periodes, dankbaar gebruik maken van de poel voor te drinken of voor een verfrissend bad. Reden genoeg om dus zelf aan de slag te gaan.

Stappenplan poel aanleggen

Om de poel geschikt te maken voor wilde dieren en planten, is het goed om over een paar zaken na te denken. In deze blog vertellen we stap voor stap waar je aan moet denken en welke keuzes je moet maken.

Vogels maken dankbaar gebruik van een poel in de tuin (De natuur van hier - Mickeal Kurvers)
Vogels maken dankbaar gebruik van een poel in de tuin (De natuur van hier)

Voorbereiding

Voordat je een schep in de grond steekt, is het raadzaam om eerst na te denken over de locatie, de grootte en diepte en de stand ten opzichte van de zon.  

Je start met de locatie. Waar komt de poel te liggen in je tuin? Wil je amfibieën naar je poel lokken? Zorg dan dat er in de nabijheid van de poel groen te vinden is, het liefst in de vorm van (inheems) struikgewas. Buiten de voortplantingsperiode houden veel amfibieën zich hier op. Woon je aan een drukke weg? Probeer de poel dan zo ver mogelijk van deze weg af te leggen, omdat dit een barrière vormt voor veel dieren. Grenst er een (over)bemest landbouwperceel aan je tuin? Zorg er dan voor dat het water wat van het landbouwperceel af komt niet in de poel terecht komt. De voedingsrijkheid van het water en de (kans op) aanwezigheid van pesticiden zijn funest voor het leven in de poel.  

Let ten slotte ook nog op de stand van de zon bij het bepalen van de locatie. Het beste is wanneer de poel ongeveer de helft van de dag in de zon ligt. Let dus bij het uitzetten op aanwezige bomen en gebouwen die schaduw veroorzaken. Ook overmatig bladinval van bomen is niet gewenst. Kap liever geen bomen, maar kies een andere locatie voor je poel als een boom in de weg zou staan.


Lees ook: tips voor het aanleggen van een natuurtuin


Grootte en diepte

Als je de locatie hebt uitgekozen, is het tijd om na te denken over de grootte en diepte van de poel. Vaak geldt; hoe groter hoe beter. Dat is in dit geval ook zo. Wat vooral belangrijk is, is om zoveel mogelijk oeverrand te creëren. Hier is het meeste leven te vinden, dus probeer hier op te focussen. De diepte is daarnaast ook belangrijk. De diepte is een beetje afhankelijk van de grootte van de poel, maar als het lukt dan zou de poel idealiter 1 tot 1,5 meter diep moeten zijn op het diepste punt. Variatie in diepte is belangrijk. Ondiepe stukken warmen sneller op, welke geschikt zijn voor de voortplanting van amfibieën.  

Ondiepe delen in een poel zijn ideaal voor amfibieën
Ondiepe delen in een poel zijn ideaal voor amfibieën

Graafwerk en folie leggen

Als je bovenstaande zaken allemaal duidelijk in beeld hebt, kun je beginnen met graven. Afhankelijk van de grootte van de poel kun je dit gewoon met de schep doen of de (laten) doen met een kleine graafmachine. Probeer zoveel mogelijk flauwe hellingen te maken. Zeker de noordzijde van de poel is belangrijk, dit is namelijk de zonkant. Door hier een flauwe helling en een ondiep stuk te maken, maak je de poel geschikt voor warmte minnende soorten. Maar ook vogels zullen het ondiepe stuk gebruiken om te badderen. Maak daarnaast enkele vlakke stukken op verschillende hoogtes, waar je waterplanten op kwijt kunt.


Lees ook: de beste inheemse vijverplanten


Vijverfolie aanbrengen

Wanneer de poel volledig is uitgegraven, is het tijd om folie aan te brengen. Er is keuze tussen PVC en EPDM folie en wel of geen beschermlaag. We zouden er zelf altijd voor kiezen een beschermlaag in de vorm van vilt aan te brengen, om te voorkomen dat scherpe stenen in de bodem voor lekkages kunnen zorgen. De keuze tussen PVC en EPDM is vooral een financiële keuze. PVC is een stuk goedkoper, maar ook een stuk minder dik. Maak je veel gebruik van stenen in je vijver, dan is het wellicht raadzaam om voor EPDM folie te kiezen. Vijverfolie (zowel PVC als EPDM), beschermvilt en overige toebehoren zijn allemaal via deze link te bestellen bij bol.com. De vijverfolie is in verschillende maten beschikbaar en bestellingen worden meestal binnen een paar dagen thuisbezorgd. Hierdoor hoef je dus niet lang te wachten om te starten met jouw project!

Poel vullen en afwerken

Nu is het tijd om de poel te vullen met water. Terwijl je de poel vult, kun je de folie nog op de juiste plek vouwen, zodat je zo min mogelijk vouwen ziet. Je kunt daarnaast beginnen met de aankleding van de poel. Zuurstof- en andere waterplanten kunnen op hun plek gezet worden en eventuele stenen kunnen aangebracht worden.

Verder kan de oeverrand afgewerkt worden. Om een stevige rand te creëren die niet afbrokkelt kan er gebruik gemaakt worden van een eco-borderrand. Dit is een stevige borderrand van hard plastic waarop de vijverfolie vastgemaakt kan worden. Via deze link is eco-borderrand in verschillende uitvoeringen te bestellen.

Wij kiezen er meestal voor de oever aan te planten met inheemse planten, zodat de poel op een natuurlijke wijze dichtgroeit. Maar andere randafwerkingen zijn ook mogelijk. Zorg ervoor dat alles stevig staat (gebruik vijvermandjes en veranker deze met stenen). Houd bij het aanplanten van de oever ten minste één zijde open, of gebruik hier enkel laagblijvende beplanting. Zo heb je goed zicht op het leven in en rondom de poel.

Je kunt daarnaast ook de ruimte rondom de poel verder inrichten. Plant een gemengde haag aan, maak een stapelmuurtje, of tref maatregelen om meer vogels aan te trekken. Plant inheemse biologische planten rondom je poel om insecten aan te trekken.
Gebruik ook dood hout. Hier komen ook insecten op af, wat weer automatisch meer vogels aantrekt. Hiermee zorg je ervoor dat je poel voor steeds meer soorten geschikt wordt. Kikkers, padden, salamanders en veel andere diersoorten zullen je poel snel weten te vinden!

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Hoe plant ik een boom?

Kastanjeboom boompalen

In bijna iedere tuin is er ruimte voor één boom of meerdere bomen. Bomen zijn een aanwinst voor de tuin. Ze bieden schaduw op warme dagen, waar we er steeds meer van krijgen, kennen vaak een uitbundige bloei en zorgen voor biodiversiteit in de tuin. Om te zorgen dat een boom vanaf de start goed groeit, is het belangrijk deze op een juiste manier aan te planten. In deze blog vertellen waar je op moet letten bij het aanplanten van een boom.

Inhoudsopgave

Waarom een boom planten?

Waarom zou je een boom aanplanten in de tuin? De meeste bomen verliezen immers bladeren die opgeruimd moeten worden, moeten regelmatig gesnoeid worden en kunnen ziek worden. Allemaal zaken die tijd of geld kosten. Een boom levert echter ook veel op (en je kunt de bladeren overigens ook gewoon laten liggen, dit is voor veel dieren namelijk een goede leef- of schuilplek). Door een boom aan te planten in je tuin zorg je voor een betere (lokale) leefomgeving. Een boom produceert zuurstof, vangt stikstof op uit de lucht en zorgt dat omgevingsgeluiden onderbroken worden, waardoor je er minder overlast van ervaart.

Biodiversiteit en verkoeling

Daarnaast zorgt een boom voor meer biodiversiteit in je tuin. Vooral inheemse soorten zijn hier goed voor. In meerdere onderzoeken is aangetoond dat inheemse bomen een leefgebied zijn voor enkele honderden insectensoorten, terwijl dit bij vergelijkbare uitheemse soorten vaak niet meer dan enkele tientallen soorten zijn. Al deze insecten trekken weer andere soorten aan, zoals vogels. Maar naast vogels bestaat er ook een kans dat eekhoorns je tuin bezoeken.


Lees ook: tips voor het aanleggen van een natuurtuin


Een andere belangrijke reden om een boom in je tuin aan te planten, is verkoeling. Onze zomers worden steeds warmer en droger en een beetje schaduw in je tuin is dan geen overbodige luxe. Door een boom aan te planten creëer je schaduw. Let goed op welke boom je kiest, er zijn bomen met een zeer dichte kroon, maar ook bomen met een halfopen kroon, die iets meer zon doorlaten.

Bomen tuin
Bomen creëren sfeer in een tuin en zorgen voor schaduw

Tot slot kan het aanplanten van een boom ook puur esthetisch zijn. Iedere boom heeft zo zijn eigen esthetische kenmerken. Sommige bomen hebben een prachtige stam, andere een mooie bladkleur (herfstkleur) en veel hebben een prachtige bloei. Reden genoeg om een boom aan te planten dus.

Juiste boom op de juiste plek

Voordat je de boom gaat planten, moet je nadenken over de plek en de soort boom welke je gaat planten. Dit is namelijk allesbepalend voor het succes van de boom. Bomen worden oud én groeien, houd hier bij aanplant rekening mee. Hiermee voorkom je dat de boom gekapt moet worden, omdat deze op een latere leeftijd in de weg zou staan.

Juiste plek

Bepaal eerst waar de boom moet komen te staan en wat de functie is. Bomen creëren met hun kroon schaduw, bepaal dus van te voren of schaduw gewenst is. Houd hierbij ook rekening met de seizoenen. In de winter staat de zon lager dan in de zomer, dus dan is de schaduwwerking van de boom ook anders. Heb je zonnepanelen op je dak? Neem dit dan ook mee in je berekening om rendementsverlies te voorkomen. Komt het heel precies? Laat dan een schaduwberekening maken door een bedrijf.


Lees ook: hoe maak ik een stapelmuurtje?


Naast zon is ook wind en vochtigheid belangrijk om in acht te nemen. Een open plek waar de wind vrij spel heeft, is geen geschikte standplaats voor iedere boom. Sommige bomen (zeker bomen die niet inheems zijn en uit een zachter klimaat komen) hebben een beschutte plek in de tuin nodig. Woon je aan de kust? Ga dan op zoek naar een boom die de zilte lucht goed verdaagd. Ook de mate van vochtigheid van de bodem is bepalend. Er zijn bomen die graag ‘natte voeten’ hebben en bomen die goed gedijen in een droge bodem.

In kleinere tuinen bieden lei- en knotbomen een goede oplossing
In kleinere tuinen bieden lei- en knotbomen een goede oplossing (al zullen ze in deze tuin geen ruimtegebrek hebben)

Let er ook op dat je de boom voldoende ver van gebouwen en erfafscheidingen zet, als dit problemen op kan gaan leveren. Ga na hoe groot de kroon van een boom wordt en neem dat als uitgangspunt. Weinig ruimte? Kies dan voor een wat kleiner blijvende boom of voor een boom in een bepaalde snoeivorm zoals leibomen, bolvormige bomen of knotbomen.

Juiste boom

Maar niet alleen het type boom en de uiteindelijke grote zijn van belang. Bomen hebben veel kenmerken waarop een keuze gemaakt kan worden. Bloeivorm, bloeikleur, bloeitijd, bladkleur, herfstkleur, bladvorm, bladhoudend (winter), winterhardheid, kroondichtheid, vruchtdragend, aantrekkelijk voor insecten, etc. kunnen allemaal redenen zijn om een boom wel of niet kiezen. Kijk ook naar de rest van de beplanting in je tuin en probeer het hiermee te combineren.

Wilgenkatjes zijn in het vroege voorjaar aantrekkelijk (noodzakelijk zelfs) voor wilde bijen
Wilgenkatjes zijn in het vroege voorjaar aantrekkelijk (noodzakelijk zelfs) voor wilde bijen

Maatvoering en kluitkeuze

De maatvoering van bomen ziet er in eerste instantie wellicht gek uit. De maat van een boom wordt aangegeven met de stamomtrek, gemeten op circa één meter hoogte. Een boom kan de maat 12/14 hebben bijvoorbeeld. Dit betekent dat je een boom ontvangt waarvan de stamomtrek (gemeten op één meter hoogte) tussen de 12 en 14 centimeter bedraagt.
Daarnaast wordt een boom verkocht in container/pot of uit volle grond. Bomen uit volle grond zijn alleen van november tot en met maart verkrijgbaar, bomen uit pot of container jaarrond. Dit heeft te maken met de haarwortels die worden afgestoken als een boom uit volle grond wordt verkocht. Deze haarwortels zijn verantwoordelijk voor de opname van water, waardoor deze techniek alleen in de natste periode van het jaar toegepast kan worden. Het voordeel van container bomen is dus dat ze jaarrond (m.u.v. periodes met extreme hitte en/of droogte) aangeplant kunnen worden. Het nadeel is dat ze over het algemeen een stuk duurder zijn.

Het aanplanten van een boom

Bij de aanplant van een boom is het ook belangrijk om met enkele dingen rekening te houden. Allereerst de grond. Om ervoor te zorgen dat de boom een goede start is, is het raadzaam wat grondverbetering aan te brengen. Wij hebben de beste ervaring met Vivimus. Dit is een universele grondverbetering die de structuur van de bodem verbetert. Dit zorgt voor een humusrijke en luchtige bodem en zorgt ervoor dat de boom sneller kan wortelen. Via deze link (bol.com) is Vivimus te verkrijgen in zakken van 40 liter.

Hoe plant ik een boom? (De Natuur van hier)
De benodigdheden om een boom aan te planten (De natuur van hier)

Lees ook: gemengde haag aanplanten


Maak een gat dat ongeveer 1,5 keer zo groot is als de kluit van de boom. Graaf deze diep genoeg, zodat je de bodem bedekt met een laag Vivimus. Meng de grond die uit het gat komt samen met wat Vivimus, om straks het gat weer mee aan te vullen. Zet de boom in het midden van het plantgat en zorg ervoor dat deze recht staat. Als je een boom uit pot plant, maak de wortels dan voorzichtig een beetje los van elkaar, dit zorgt ervoor dat de wortels zich sneller gaan uitbreiden.

Bepaal met behulp van een stok of de boom diep genoeg staat. De wortelhals (overgang van groene kleur naar meer bruine kleur van de stam) dient ongeveer gelijk met het maaiveld te zijn. Een te diep geplante boom krijgt te weinig zuurstof, een te ondiep geplante boom kan uitdrogen. Vul met de gemengde grond het plantgat verder aan en druk de grond stevig aan met je voeten.

Boompalen en boomband

Plaats vervolgens boompalen naast de boom. Bij kleine bomen volstaat één boom (op de kant waarvan de meeste wind komt, meestal zuidwest), maar wij preferen de boom met twee palen te verankeren. Bij erg grote bomen, of plaatsen met erg veel wind kan er ook gekozen worden om drie boompalen te gebruiken. De boompalen moeten minimaal voor 1/3 in de grond staan. Bevestig met boombandnagels de boomband (vaak autogordel, maar ander materiaal is ook mogelijk) aan de iedere boompaal en span deze om de stam van de boom heen. Zorg ervoor dat beide boombanden strak gespannen staan.

Optioneel kan er gekozen worden een beluchtingsbuis en/of gietrand aan te brengen. Een beluchtingsbuis zorgt ervoor dat er meer lucht bij de wortelkluit komt. Daarnaast kan deze buis gebruikt worden om water te geven, hierdoor verdampt het water minder snel. Ook kan er een gietrand geplaatst worden. Dit is echter alleen noodzakelijk als er maar enkele keer per seizoen water gegeven kan worden. Een goedkoper alternatief is om met grond uit het plantgat een natuurlijk dammetje rondom de boomspiegel te maken. Hierdoor blijft het water bij het water geven of bij regenval langer staan, zodat het meer tijd heeft bij de kluit de grond in te zakken.

Water geven

Als de boom stevig staat en de grond goed is aangedrukt dan is het zaak de boom nog goed water te geven. Vooral in de beginfase is het belangrijk om in de gaten te houden dat de boom voldoende vocht binnen krijgt. Na een groeiseizoen heeft de boom zijn wortelgestel (bij bomen uit volle grond) goed hersteld en zal deze daarna al beter bestand zijn tegen droge periodes. Echter blijft het zeker de eerste drie jaar goed om regelmatig water te geven.

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Hoe maak ik een stapelmuurtje?

Stapelmuur 3

Een goede manier om meer biodiversiteit in je tuin te krijgen is door het bouwen van een stapelmuurtje. Stapelmuurtjes zorgen voor warme plekken, bieden schuilplaatsen voor kleine dieren en zijn een uitstekende groeiplaats voor vaak bijzondere beplanting. Stapelmuurtjes kunnen in van allerlei soorten en maten gemaakt worden en zijn daardoor voor iedere tuin geschikt. In deze blog vertellen we alles wat je moet weten voor het maken van een eigen stapelmuurtje.

Het nut van stapelmuurtjes?

Stapelmuren kunnen de biodiversiteit in je tuin verhogen. Maar hoe dan? Doordat het uitstekende plekken zijn voor allerlei soorten dieren en planten. Allereerst zorg je ervoor dat er een micro-klimaat wordt gecreëerd. Een stapelmuur heeft een zonkant en een schaduwkant. Dit zijn twee totaal verschillende klimaten (op micro-niveau), waarop totaal verschillende organismen gedijen. Allerlei soorten bijen, kevers, vlinders, juffers, libellen en andere insecten zullen gebruik maken van dit micro-klimaat.

Door gebruik te maken van meerdere soorten materiaal, en door niet te netjes te werken, creëer je in een stapelmuur allemaal gaten en kieren. Dit zijn ideale schuilplaatsen voor kleine zoogdieren, amfibieën en reptielen. Daarnaast ontstaan er op deze plekken ideale groeiomstandigheden voor planten. Deze kun je bij de aanleg al zelf planten, of gewoon spontaan laten ontwikkelen.

Muurpeper
Een inheemse soort die het goed doet op de droge, zonnige kant is het eetbare muurpeper

Een stappenplan voor het maken van een stapelmuurtje

Stapelmuren kun je op veel verschillende manieren maken. Er kan eindeloos gecombineerd worden met materialen en allerlei vormen en formaten zijn mogelijk. Wel is het belangrijk om over enkele zaken vooraf na te denken.

Geschikt materiaal

Qua materiaal zijn er veel opties. Allerlei soorten stenen kunnen gebruikt worden. Bakstenen, leisteen, stoeptegels en grindtegels zijn uitermate geschikt om stevige constructies te maken. Sla eens een stoeptegel door midden en gebruik de gebroken kant als buitenkant. Dit geeft de stapelmuur een robuust uiterlijk. Maar ook andere materialen kunnen gebruikt worden, zoals dakpannen, gresbuizen en puinafval.


Lees ook: gemengde haag aanplanten


Ook als voeg zijn er verschillende mogelijkheden. Je kunt gewoon zand of aarde gebruiken of kiezen voor zandige klei. Bij grotere en hogere muren kan er ook met specie gewerkt worden. Kies dan wel voor specie op basis van kalk. Houd dan wel rekening met de plantkeuze, indien je van plan bent de stapelmuur aan te planten. Zuurminnende soorten zullen hier niet goed op gedijen.

Stapelmuur stoeptegels (De natuur van hier)
Met gebroken stoeptegels kan op een goedkope en duurzame manier een natuurlijk ogende stapelmuur gemaakt worden (De natuur van hier)

Fundering en bouwkunst

In alle gevallen zouden wij er voor kiezen om een fundering te maken. Vooral op zand- en veengronden is een fundering cruciaal, om ervoor te zorgen dat het stapelmuurtje in natte periodes niet in elkaar zakt. Met een fundering zorg je ervoor dat de stapelmuur stevig staat en dat je hoger kunt stapelen.

Ook hiervoor heb je geen hele dure en ingewikkelde installaties nodig. Een laag van ongeveer vijf centimeter gele zand en een paar stoeptegels, grindtegels of opsluitbanden volstaat. Zorg dat de tegels of opsluitbanden stevig, stabiel en waterpas in de gele zand liggen. Vul daarna de gaten en kieren op met meer gele zand, zodat het een geheel vormt. De bovenkant van de fundering moet gelijk, of net onder het maaiveld liggen, zodat er bij het eindresultaat niets van zichtbaar is. Je heb nu een perfecte basis gecreëerd voor het maken van een stapelmuur.

Fundering stapelmuur (De natuur van hier)
Fundering stapelmuur gemaakt met behulp van gele zand en stoeptegels (De natuur van hier)

Lees ook: aanleggen poel


Stapelen nu

Dan kan er gestart worden met het stapelen van het muurtje. Je kunt meteen starten met verschillende materiaalsoorten door elkaar te gebruiken. Zorg er wel voor dat zeker de eerste paar lagen stevig en stabiel liggen, zodat de stapelmuur later niet instabiel wordt. Gebruik aarde gemengd met gele zand als voegmiddel, maar vul zeker niet alle gaten op. Om wat meer stevigheid te creëren kun je wat langere stenen aan de achterkant uit laten steken. Als hier grond op komt fungeren deze als een soort anker.

Bij stapelmuren hoger dan een halve meter is het raadzaam om met specie te werken. Fungeert je stapelmuur als keerwand, doordat je er bijvoorbeeld een border van maakt? Stapel de muur dan laag voor laag een beetje hellend naar achteren. Dit zorgt ervoor dat het de druk van de grond die erachter komt te liggen beter tegen gehouden wordt. Laat vooral je creativiteit de loop en probeer dingen. Als iets niet werkt, kun je het gemakkelijk aanpassen en zo kom je tot de mooiste stapelmuur.

Muurplanten

Een stapelmuurtje is niet af zonder beplanting. Maar niet alle beplanting is geschikt. Stapelmuren kennen hun eigen, vaak bijzondere, beplanting die je niet gauw op andere plekken vindt. Je kunt kiezen voor spontane ontwikkeling. Voordeel hiervan is dat je inheemse (op een aantal invasieve exoten na) beplanting krijgt die goed zullen groeien. Nadeel is dat het best een tijdje kan duren voordat je muur volgroeid is. Je kunt er ook voor kiezen om stukken in te zaaien, of om echte planten aan te planten. Probeer in die laatste gevallen dan zoveel mogelijk te kiezen voor inheemse planten.


Lees ook: vijf onmisbare kruiden voor in de tuin of in pot


Inheemse beplanting

Een leuke soort om aan te planten en eentje die echt op een stapelmuur thuis hoort is muurleeuwenbek. Dit typisch muurplantje krijgt kleine lila-achtige bloemen met gele vlekken.

Een andere geschikte plant is tijm, die fanatiek over je muurtje gaat kruipen. Van tijm zijn veel cultivators te verkrijgen, wil je een inheemse soort, dan kun je kiezen voor grote tijm. Met zijn roze bloemen zorgt grote tijm ervoor dat je de hele zomer kleur hebt op je stapelmuur. Een andere opvallende soort voor de stapelmuur is oranje havikskruid (hier biologisch te bestellen). Met zijn oranjerode bloemen trekt de plant veel bijen, vlinders en zweefvliegen aan. Bewaar het meest zonnige plekje van de stapelmuur voor muurpeper. In juni en juli bloeit muurpeper rijkelijk met gele bloemen.

Maar ook soorten die er niet per se bekend om staan om op muren te groeien kun je gebruiken. Reserveer zo nu en dan een plekje voor beplanting zoals duizendblad (hier biologisch te bestellen), margriet (hier biologisch te bestellen) of roomse kamille (hier biologisch te bestellen). Als deze op een plek staan waar voldoende aarde is dan weten ze zich vaak te nestelen.

Echte kamille
Echte kamille is een sterke plant die het op sommige plekken in een stapelmuur goed kan doen

De schaduwzijde van een stapelmuurtje is niet compleet zonder varens en mos. Mos laat je gewoon spontaan groeien, varens kun je op de meest schaduwrijke en vochtige plekken groeien. Mannetjesvaren en tongvaren, zijn inheems en uitermate geschikt om de schaduwkant van groen te voorzien.

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Natuurtuin in ontwikkeling – deel V

Zuidelijke groene schildwants (Sandra Krol - De natuur van hier)

Ongeveer gelijktijdig met de start van deze website hebben we een huis kunnen kopen met ongeveer 3500m2 grond erbij. Ons doel is deze 35 are de komende jaren om te turnen naar een natuurtuin waarbij er ruimte is voor allerlei wilde vogels en andere dieren. De voortgang hiervan houden we bij en delen we in een terugkerende blog met jullie. In deel vijf bespreken we wat er gebeurde in de zomer en deed de herfst zijn intrede.

30 oktober 2023

De kikkers uit deel IV

In deel IV van de natuurtuinserie vertelden we van de aangelegde poel en de kikkerdril, waaruit misschien wel honderden bruine kikkers zijn ontstaan. Deze kikkers zijn allemaal één voor één de poel uitgekomen en hebben hun tocht individueel vervolgd. Gedurende de hele zomer en herfst zijn we overal in de tuin bruine kikkers tegen gekomen. De poel heeft dus een succesvol eerste seizoen achter de rug!

Een andere bekende én een gewenste soort

Verder zagen we in de zomer een andere bekende gast terug, die ook succesvol was geweest. De eerste bezoeker van de poel was een witte kwikstaart, deze zagen we later in de zomer terug bij de poel, met nog vier andere individuen. Waarschijnlijk (hopelijk) heeft deze dus een partner gevonden en succesvol drie jongen groot weten te brengen.

Richting het einde van september hoorden we ’s avonds een kenmerkend geluid buiten. Dit trok zo onze aandacht, dat we kort voor middernacht nog naar buiten gingen om het geluid beter te kunnen horen. Het bleek inderdaad te gaan om de soort die we al dachten en waar we sinds deel II al op hoopten! Verbaasd over het feit dat deze soort zo snel hoorbaar zou zijn in de tuin hebben we een wildcamera opgehangen, op een plek waarvan we dachten dat hij nog wel eens kon gaan zitten. We hoefde vervolgens dan ook niet lang te wachten tot we resultaat hadden. Op 1 oktober liet de steenuil zich zien voor de camera (klik hier voor de video)! Helaas hebben we hem daarna niet meer gehoord of gezien, maar voor ons was dit reden genoeg om maatregelen te treffen. Hierover in een volgende blog meer.

Steenuil vastgelegd met wildcamera (De natuur van hier)
Steenuil vastgelegd met wildcamera (De natuur van hier)

Andere leuke waarnemingen

Het bleef echter niet bij die verrassende waarneming. Naast de steenuil zagen we nog een andere uil die gebruik maakte van onze schuur. Op 16 oktober kwam zowaar een kerkuil, vroeg in de ochtend, kort de schuur bezoeken. Het bleef echter niet bij deze waarneming. De drie dagen die daar op volgden, kwam hij vaak ’s ochtends en ’s avonds de schuur bezoeken. Totdat hij opeens weg bleef. Er ging een week overheen voordat we hem weer registreerde op onze wildcamera (klik hier voor een video). Dit is nu drie dagen geleden. We zijn erg benieuwd wat dit de komende maanden gaat brengen…

Meer vogels

Naast de twee uilen wisten ook andere roofvogels onze natuurtuin te bereiken. De buizerd, die voornamelijk in de bosrand bij het kasteel zit, was al vaak dicht in de buurt van de natuurtuin aan het jagen, maar we hebben hem in deze periode ook af en toe op de palen van de afrastering zien zitten. Zo kwam het voor dat deze op nog geen 50 meter van ons verwijderd was. Sinds anderhalve maand is ook een mannetje torenvalk een regelmatige bezoeker van onze natuurtuin. Soms zit hij op de kast van een rolluik, op andere momenten heeft hij ruzie met kauwen of zwarte kraaien. Het lijkt erop dat het een jong mannetje is, op zoek naar een eigen territorium.

De overvloed aan kikkers leverde nog een andere bezoeker op. Ook deze hadden we al vaker op een afstandje gezien, maar steeds vaker stond hij voorover gebogen bij de poel, of in het gras, als we buiten kwamen. De blauwe reiger heeft meegelift op het succes van de poel en liet zich soms goed bekijken (vanuit de garage door het raam).

En verder in de natuurtuin

Tot slot willen we het nog kort hebben over de damherten die in deel III in een naastgelegen weiland stonden te grazen. Op een zondagmiddag zagen we een langsrijdende auto onverwachts remmen, wat onze interesse wekte. Vervolgens zagen we een damhert de weg oversteken, die zijn weg vervolgde in het naastgelegen weiland. De daar al aanwezige koeien stonden echter niet op het gezelschap te wachten en begonnen het toch al geschrokken damhert op te jagen. We waren net op tijd om het tafereel vast te leggen (maar niet genoeg tijd voor een haarscherpe foto), want het damhert verdween in een mum van tijd weer in de naastgelegen bosjes.

Damhert (De natuur van hier - Mickeal Kurvers)
Het damhert was nog niet bekomen van de schrik van de auto en moest alweer zorgen dat hij het weiland verliet voordat de koeien bij hem waren (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Beheer

De natuurtuin wordt dus druk bezocht door allerlei leuke dieren, waarvan we er veel niet (zo snel) hadden verwacht. Om de natuurtuin in de toekomst nog aantrekkelijker te maken, hebben we uiteraard ook wat beheer uitgevoerd.

Schapen

Allereerst hebben we ervoor gekozen om wat hulp in te schakelen om het gras te beheren. Via familie hebben we tijdelijk vier prachtige Mergellandschapen op bezoek, die druk bezig zijn het gras (dat pas één keer gemaaid was dit jaar) kort te krijgen. We hebben gekozen voor schapenbegrazing vanwege een aantal redenen:

  • Tijd. Een van de belangrijkste redenen is tijd. We hebben op het moment niet genoeg tijd om alles zelf te maaien én te ruimen. Daarnaast hebben we her en der struiken en bomen aangeplant, waardoor het lastig is om met grote machines te maaien. Schapen boden hierdoor voor ons de perfecte oplossing.
  • Schapen zorgen voor plaatselijke verrijking. Dit zorgt ervoor dat er structuur ontstaat en variatie in voedselrijkdom in de bodem.
  • De schapen zorgen er met hun activiteit voor dat er lig- en loopplekken ontstaan in het gras. Hier is het gras grotendeels weg gesleten waardoor er naakte grond zichtbaar wordt. Deze open plekken zijn in het voorjaar ideaal voor amfibieën, reptielen en vliegende insecten omdat ze snel opwarmen. In combinatie met de poel verwachten we hier leuke vlinders, juffers en libellen waar te nemen volgend jaar. Daarnaast is het een goede plek voor solitaire bijen om te nestelen.
  • Door het grazen van de schapen wordt/blijft het gras kort. Dit zorgt ervoor dat soorten als steenuil en torenvalk goed op muizen kunnen jagen.

De schapen kunnen op een groot stuk van het perceel komen, maar een gedeelte wordt niet begraasd. Hier houden we ruimte voor kruiden en grassen om in bloei te komen.

Herstelwerkzaamheden

Helaas moesten er ook herstelwerkzaamheden plaats vinden. De poel die we in het voorjaar hadden aangelegd was ergens lek gegaan, waardoor het waterniveau voor meer dan de helft zakte. Er zat dus niets anders op dan het folie te vervangen. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat de poel een stukje groter is geworden en dat er aan de oever een stapelmuurtje is gebouwd. Via voorgaande links vind je stappenplannen voor beide.

Resultaat en planning

Qua resultaat zien we vooral dat er meer vogels in het, door de schapen kort gegraasde, gras foerageren. Naast dat we de torenvalk vaker zien (en de steenuil), zien we ook vaak groepen kauwen met roeken. Maar ook zwarte kraaien komen zoeken naar eten in de grond, evenals de spreeuwen.

Daarnaast lijken we ook meer bijzondere insecten, in de vorm van wantsen en nachtvlinders, waar te nemen in de natuurtuin. Zo hebben we onder andere de Zuidelijke groene schildwants (zeldzaam), vierstreepblindwants (zeer zeldzaam), prachtmot (zeldzaam) en zwaveldominomot (zeldzaam) waargenomen.

In totaal staat de teller op 271 soorten, verdeeld over 144 families en 17 soortgroepen. De meeste soortenwaarnemingen zijn planten, vogels en nachtvlinders.

Soortenoverzicht 30-10-2023 (De natuur van hier)
Soortenoverzicht 30-10-2023 (De natuur van hier)

Bouwtekening nestkast bosuil

Bosuilen

Een goede manier om de natuur, vogels in het bijzonder, een handje te helpen is door het plaatsen van nestkasten. Door de toenemende verstedelijking kunnen vogels soms lastig een geschikte broedplaats vinden. Nestkasten kunnen hier op een goedkope en efficiënte manier een oplossing voor bieden. Als je een grote tuin hebt, met veel oude bomen dan kun je misschien wel een nestkast voor een bosuil ophangen. Deze prachtige uilen broeden graag in nestkasten, dus lees in deze blog alles wat je moet weten om een broedend uilenpaartje in je tuin te krijgen.

De bosuil – Strix aluco

Bosuil
De bosuil is de meest voorkomende uilensoort in Nederland, en broedt soms ook in bosachtige tuinen

Bosuilen zijn uilen van middelgroot formaat, ze worden ongeveer net zo groot als een zwarte kraai. Volwassen exemplaren bereiken een lichaamslengte van 37 tot 43 centimeter en een spanwijdte van 80 tot 85 centimeter. Ze wegen dan rond de halve kilo (vrouwtjes zijn wat zwaarder dan mannetjes).

Het lichaam van de bosuil is vrij log, met daar bovenop een grote, ronde kop met diepe, zwarte ogen. Bosuilen hebben geen oorpluimen, zoals bijvoorbeeld de ransuil en de oehoe deze hebben. Bosuilen verschijnen in drie kleurvarianten, grijs, grijsbruin en roodbruin. In Nederland zijn bosuilen overwegend grijsbruin gekleurd. Alle kleurvarianten hebben echter een verticaal gestreept verenkleed met witte vlekken.

De bosuil is overwegend nachtactief. Ze zijn dan te herkennen aan hun roep. Iedereen die met donker wel eens in een bos is geweest zal deze kenmerkende “…hoe-hoééé…” herkennen. Overdag zoeken bosuilen een boom op om in te slapen. Iedere bosuil heeft één of meerdere zogenaamde roestbomen, waar ze zich gedurende de dag koest houden. Doordat ze zich tegen de stam aan drukken en door hun schutkleuren zie je ze dan niet zitten.


Lees ook: bouwtekening nestkast torenvalk


Voedsel en voortplanting

De bosuil heeft een gevarieerd menu. Het grootste deel van het menu bestaat uit kleine zoogdieren zoals muizen, ratten en soms zelfs konijnen of jonge hazen. Naast zoogdieren worden ook vogels gegeten en amfibieën zoals kikkers en padden. Incidenteel worden zelfs kevers en regenwormen genuttigd. Het gevarieerde menu van de bosuil legt hem geen windeieren, bosuilen kunnen zich hierdoor uitstekend aanpassen op hetgeen wat er voor handen is. In slechte muizenjaren schakelt hij dus gemakkelijk over op een ander dieet. Zoals andere uilen produceren bosuilen ook braakballen. Door deze braakballen te ontleden is het gemakkelijk te achterhalen wat de bosuil gegeten heeft.

Bosuil volwassen (Saxifraga - Martin Mollet)
De zwarte ogen van de bosuil vallen goed op (Saxifraga – Martin Mollet)

Als een van de eerste vogels in het jaar beginnen bosuilen te broeden. De eieren worden soms al in februari gelegd, maar meestal in maart. Gemiddeld worden er twee tot vier eieren gelegd, echter kan dit aantal oplopen tot maar liefst zeven stuks! Na een maand broeden komen de eieren uit, waarna de juvenielen nog ongeveer een maand op het nest blijven. Wanneer ze uit het nest geklauterd zijn blijven ze nog ongeveer drie maanden in de buurt van de ouders. Via Beleef de lente is ieder jaar een paartje bosuilen te volgen!

Bosuilenpaartjes zijn monogaam en blijven hun hele leven in hetzelfde territorium. Ze blijven dus ook in de winter om dit territorium te verdedigen. Het zijn dus echte standvogels. Alhoewel bosuilen in vele landschappen zich kunnen nestelen, komen ze het meest voor in loof- en naaldbossen. Daarnaast worden ze soms ook gezien in een wat meer open landschap en zelfs in woonwijken. Ze worden echter niet snel opgemerkt omdat ze nachtactief zijn.

Bosuil (Saxifraga - Martin Mollet)
Jonge bosuilen blijven ongeveer een maand op het nest, maar verkennen dan vaak wel al de aangrenzende takken in de boom. Ze worden dan takkelingen genoemd (Saxifraga – Martin Mollet)

Nestkast bosuil

Bosuilen komen dus wijdverspreid voor in Nederland, maar ontbreken op plekken waar weinig of geen bomen zijn. Het aantal broedparen in Nederland blijft stabiel over het laatste decennium. Boomholten zijn de belangrijkste broedplekken voor bosuilen. Naast boomholten broeden ze ook af en toe in openingen in gebouwen en gebruiken ze soms verlaten nesten van eksters. Daarnaast maken ze dankbaar gebruik van nestkasten.

Bouwtekening nestkast bosuil

Op onderstaande tekening zijn alle gegevens te zien voor het maken van een nestkast voor een bosuil. Op deze bouwtekening vind je de afmetingen van de nestkast, welke houtsoort je kunt gebruiken en een zaagschema om de juiste planken te zagen. Bij veel bouwmarkten kun je het hout meteen op maat laten zagen als je het koopt, dus neem de tekening zeker mee naar de bouwmarkt. Geen zin om zelf een nestkast te maken? Bestel dan een kant-en-klare nestkast via Vivara. Met je aankoop draag je ook nog eens bij aan het beschermen van de natuur in Nederland.

Bouwtekening nestkast bosuil (De natuur van hier)
Bouwtekening nestkast bosuil (De natuur van hier)

Als houtsoort kun je het beste beuken-, lariks- of eikenhout gebruiken. Daarnaast kan ook watervastmultiplex gebruikt worden. Als dikte raden we 15 millimeter aan. Let bij het kopen van het hout op het FSC-keurmerk. Gebruik RVS schroeven om het hout mee vast te schroeven. RVS is beter bestand tegen roesten dan verzinkte schroeven, dus beter geschikt om buiten te gebruiken. Eventueel kun je het dak afwerken met dakleer, zodat het hout minder te verduren krijgt en de nestkast langer mee gaat.


Lees ook: bouwtekening nestkast boomkruiper


Ophangen nestkast bosuil

Bij het ophangen van de nestkast is het belangrijk om enkele dingen in acht te nemen. Allereerst is het belangrijk om de nestkast is een grote, stevige boom te hangen, het liefst omringd door meerdere bomen. Gebruik een achterlat om de nestkast op te hangen, hiermee zorg je ervoor dat deze steviger hangt. Plaats de kast op een hoogte van circa vier tot zes meter. Hang de nestkast met de opening het liefst naar het zuidoosten en zorg voor een vrije aanvliegroute. Zorg er in ieder geval voor dat de opening niet vol in de regen en wind hangt. Let er ten laatste op dat de nestkast niet boven een poel of vijver hangt. De jonge bosuilen vallen vaak op de grond, waarna ze beschutting zoeken in het omliggende groen. Raap er dus ook nooit een op als je er een vindt, de moeder is vaak niet ver weg.

Bosuilen worden regelmatig gezien in woonwijken en grotere tuinen met meerder volwassen bomen
Bosuilen worden regelmatig gezien in woonwijken en grotere tuinen met meerdere volwassen bomen

Bij het ophangen van de nestkast vul je de nestkast het best met wat houtsnippers en wellicht enkele kleine takjes. Bosuilen verzamelen zelf geen nestmateriaal, maar schrapen een ‘nest’ in het materiaal dat reeds aanwezig is. Houtsnippers zijn hier ideaal voor. Vroeg in het najaar (september) kun je het best de nestkast ondervinden aan een inspectie. Verwijder eventueel (gedeeltelijk) het nestmateriaal, vul het verder aan met houtsnippers en let er op dat alles nog veilig vast zit en niet tocht. Naast bosuilen maken ook kauwen en holenduiven gebruik van de nestkasten.

Nestcamera

Wil je van dichtbij meemaken hoe en wanneer de nestkast gebruikt wordt? Dan kun je een camera in de nestkast plaatsen om alles live te volgen. Wij gebruiken de camera’s van Green Backyard. Deze geeft je eenvoudig via een app live toegang tot de camera. Daarnaast ontvang je een melding wanneer er beweging is in de nestkast en kun je video’s downloaden en opslaan. Ze hebben verschillende types camera’s, wij gebruiken de Longe Range Camera, deze heeft een bereik tot 180 meter! Op onderstaande video zie je een kerkuil die de nestkast inkomt, gefilmd met de Longe Range Camera.

Een kerkuil die de nestkast binnenkomt, gefilmd met de Longe Range Wifi Camera van Green Backyard (De Natuur van hier)

Veelgestelde vragen

Hoe lok ik een bosuil naar mijn tuin?

Zorg ervoor dat je de nestkast stevig ophangt, aan een volwassen boom op circa vier tot zes meter hoogte. Zorg er daarnaast voor dat er meerdere andere volwassen bomen rondom de ‘nestboom’ staan en dat de opening van de nestkast vrij is en gericht is op het zuidoosten.

Hoe maak ik een nestkast voor een bosuil?

Een nestkast voor een bosuil kun je maken van beuken-, lariks- of eikenhouten planken. De kast moet circa 45x45x55 centimeter groot zijn met een invliegopening van 130 millimeter. Gebruik de bouwtekening (inclusief zaagschema) in deze blog.

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Bouwtekening nestkast pimpelmees

Nestkast pimpelmees

Een goede manier om de natuur, vogels in het bijzonder, een handje te helpen is door het plaatsen van nestkasten. Door de toenemende verstedelijking, kunnen vogels soms lastig een geschikte broedplaats vinden. Nestkasten kunnen hier op een goedkope en efficiënte manier een oplossing voor bieden. Een erg leuke soort om naar je tuin te lokken met een nestkast is de pimpelmees. Deze kleine, kleurrijke meesjes maken dankbaar gebruik van een nestkast en stellen niet veel eisen aan de tuin. Ideaal om mee te starten dus!

De pimpelmees (Parus caeruleus)

Pimpelmees
De pimpelmees is een kleurrijke verschijning en een mooie aanvulling in iedere tuin

In bijna iedere tuin zie je ze wel, de pimpelmeesjes. Deze kleine meesachtige worden zo’n tien tot twaalf centimeter groot en vallen goed op door hun kleurrijke verenkleed. Vooral het kopje is opvallend, met een wit voorhoofd, witte wangen, een blauwe halsband, blauw petje en een zwarte oogstreep. Verder hebben pimpelmezen een gele buik en een mosgroene rug met blauwachtige vleugels.

Van oorsprong zijn het bewoners van het bos, net zoals de koolmees, waar ze in holtes van bomen broeden. Ze hebben zich echter uitstekend aan weten te passen aan het cultuurlandschap dat door mens is ontstaan. Pimpelmezen voelen zich thuis in veel tuinen en parken waar groen te vinden is. Zeker als er wordt bijgevoerd kan het haast niet anders dan dat er pimpelmezen aanwezig zijn. Het ophangen van een nestkast heeft dan ook vaak een goede slagingskans.


Lees ook: bouwtekening nestkast koolmees


Pimpelmezen zijn echte standvogels, wat wil zeggen dat ze het hele jaar door in Nederland verblijven. In de winter komen er echter vaak wel nog wat bij, die meer noordelijk broeden. Over het algemeen gaat het goed met de pimpelmees in Nederland. Doordat onze (loof)bossen ouder worden nemen ook de aantallen pimpelmezen toe. De pimpelmees is zeer goed verspreid over Nederland. Alleen in het noorden en westen op plekken waar bossen en tuinen en parken ontbreken zijn minder individuen te vinden. De hoogste dichtheden worden waargenomen in loofbossen.

Voedsel en voortplanting

Net zoals alle andere mezensoorten zijn pimpelmezen echte insecteneters. Naast insecten worden ook spinnen en andere ongewervelden gegeten. In de winter zijn er minder insecten te vinden, dus dan hebben ze een meer plantaardig dieet. Vooral zaden en bessen worden dan gegeten.

Ze komen daarnaast ook veelvuldig op aangeboden vogelvoer in de tuin af. Zeker in de winter zijn vetbollen en pindakaaspotjes zeer geliefd. Wil je zelf wat ophangen, kies dan voor vetbollen of pindakaaspotjes waarin insecten zijn verwerkt. Via Vivara is kwalitatief goed vogelvoer te bestellen wat door de Vogelbescherming wordt aangeraden. Daarnaast steunen ze allerlei natuurorganisaties in Nederland waar je met je aankoop dus automatisch aan bijdraagt. Een win-win situatie.

Als je in de winter wat vetbollen ophangt dan kan dat prachtige gezichten opleveren. Ze hangen dan vaak met meerdere pimpelmeesjes tegelijk aan de vetbollen.

Pimpelmees voert juveniel
In het voorjaar zijn de ouders druk met het voeren van de juvenielen

Nestkast pimpelmees

Van origine broeden pimpelmezen in boomholtes in loofbossen, maar in dorpen en steden zijn minder bomen te vinden. Daarom maken ze dankbaar gebruik van nestkasten die worden opgehangen. Nestkasten voor pimpelmezen lijken erg op de nestkasten voor koolmezen, maar het belangrijkste verschil is de diameter van de invliegopening. Veelal worden de nestkasten met grotere diameter opgehangen, wat ten goede komt van soorten als koolmees en vliegenvangers. Maar het is zeker zo belangrijk om nestkasten met een kleinere invliegopening op te hangen, zodat de pimpelmees minder last heeft van concurrenten (die passen er namelijk niet in).

Om te voorkomen dat het nest geroofd wordt door roofdieren als katten en marters, is het raadzaam om hier maatregelen voor te treffen. Via Vivara zijn er diverse producten te bestellen die dit kunnen voorkomen. Je kunt een invliegpaaltje of een invliegbeveiliging erop monteren wat voorkomt dat roofdieren de invliegopening verder open maken en het nest roven.

Pimpelmees nestkast schade
Wanneer nestkasten ouder worden en het hout verweerd is, worden invliegopeningen makkelijker kapot te krijgen door roofdieren. Dit kan voorkomen worden door hier speciale invliegplaatjes op te monteren

Bouwtekening nestkast pimpelmees

Op onderstaande tekening zijn alle gegevens te zien voor het maken van een nestkast voor een pimpelmees. Op deze bouwtekening vind je de afmetingen van de nestkast, welke houtsoort je kunt gebruiken en een zaagschema om de juiste planken te zagen. Bij veel bouwmarkten kun je het hout meteen op maat laten zagen als je het koopt, dus neem de tekening zeker mee naar de bouwmarkt.

Bouwtekening nestkast pimpelmees (De natuur van hier)
Bouwtekening nestkast pimpelmees (De natuur van hier)

Als houtsoort kun je het beste beuken-, lariks- of eikenhout gebruiken. Daarnaast kan ook watervastmultiplex gebruikt worden. Als dikte raden we 15 millimeter aan. Let bij het kopen van het hout op het FSC-keurmerk. Gebruik RVS schroeven om het hout mee vast te schroeven. RVS is beter bestand tegen roesten dan verzinkte schroeven, dus beter geschikt om buiten te gebruiken. Eventueel kun je het dak afwerken met dakleer, zodat het hout minder te verduren krijgt en de kast langer mee gaat.


Lees ook: bouwtekening nestkast spreeuw


Ophangen nestkast pimpelmees

Bij het ophangen van de nestkast is het belangrijk om op een paar dingen te letten. Zorg er allereerst voor dat de nestkast stevig hangt, op circa twee meter hoogte. De nestkast kan het beste met de invliegopening richten het noorden, noordoosten of oosten gericht worden, zodat wind en felle zon vermeden worden. Let er daarnaast op dat de invliegopening goed bereikbaar is en katten en andere roofdieren er niet gemakkelijk bijkomen.

Indien je meerdere nestkastjes in de tuin op wil hangen, zorg er dan voor dat er genoeg ruimte is tussen de twee kasten in. Raadzaam is om zeker vijf meter er tussen te laten. Zorg er daarnaast voor dat er voldoende groen en voedsel te vinden is, voor meerdere broedsels tegelijk. In het najaar (rond oktober) is het tijd om de nestkast schoon te maken. Gebruik hiervoor geen schoonmaakmiddelen, maar alleen heet water. Hang de nestkast daarna meteen weer op, want soms worden ze in de winter gebruikt als rustplek.

Veelgestelde vragen

Hoe lok ik een pimpelmees naar mijn tuin?

Zorg ervoor dat je de nestkast stevig ophangt, op circa twee meter boven de grond, met de invliegopening gericht op het noordoosten. Richt je tuin zo in dat er voldoende voedsel te vinden is en er een plek is waar vogels kunnen drinken. 

Hoe maak ik een nestkast voor een pimpelmees?

Een nestkast voor een pimpelmees kun je maken van beuken-, lariks- of eikenhouten planken. De kast moet circa 16x16x28cm groot zijn met een invliegopening van 28mm. Gebruik de bouwtekening (inclusief zaagschema) in deze blog.

Bouwtekening nestkast kauw

Kauw

Een goede manier om de natuur, vogels in het bijzonder, een handje te helpen is door het plaatsen van nestkasten. Door de toenemende verstedelijking kunnen vogels soms lastig een geschikte broedplaats vinden. Nestkasten kunnen hier op een goedkope en efficiënte manier een oplossing voor bieden. Een erg leuke soort om naar je tuin te lokken met een nestkast is de kauw. Kauwtjes worden vaak door mensen verguisd, maar zijn eigenlijk hele bijzondere, intelligente vogels. Het observeren van het gedrag van deze grappige vogels is echt een aanrader en reden genoeg om zelf een nestkast voor de kauw te maken.

Kauw
Kauwen zijn overwegend zwart van kleur, met grijze accenten

De kauw (Corvus monedula)

De kauw is een vogel uit de familie kraaiachtigen die behoren te de orde van de zangvogels. Het is de kleinste uit de familie kraaiachtigen die in Nederland voorkomt, maar is toch nog best een forse vogel met een lengte van 34 tot 39 centimeter. Kauwen zijn overwegend zwart gekleurd, met grijze accenten. Het achterhoofd en de nek zijn lichtgrijs van kleur. Daarnaast valt het donkere, zwarte petje op. Mannetjes en vrouwtjes lijken veel op elkaar. Kauwtjes hebben een opvallende lichte iris, die bij juvenielen meer blauwig is.

De meeste kauwen zijn standvogels, wat betekent dat ze jaarrond in ons land verblijven. In de winter worden de aantallen echter aangevuld met individuen die meer noordelijk broeden. De ondersoorten Russische en Noordse kauw zijn dan ook soms in ons land te zien.


Lees ook: bouwtekening nestkast koolmees


Voedsel en voortplanting

Kauwen kennen een gevarieerd dieet en kunnen bestempeld worden als alleseters. Het grootste deel van het menu bestaat echter wel uit ongewervelden, zoals insecten, spinnen en slakken. Verder worden er ook bessen, zaden en fruit gegeten. Ze zijn daarnaast ook soms aaseters en in de buurt van mensen wordt ook menselijk afval gegeten. Opmerkelijk aan kauwtjes is dat ze eten met elkaar delen, een kenmerk van een hoge sociale band die ze onderling met elkaar hebben.

Kauwtjes laten zich regelmatig in tuinen zien
Kauwtjes laten zich regelmatig in tuinen zien

In tegenstelling tot de andere kraaiachtigen maken kauwen hun nest niet in grote gebouwde nesten in bomen, maar zijn het echte holenbroeders. Ze broeden tussen april en juni en leggen dan meestal drie tot acht eieren. In de meeste gevallen houden ze het bij één legsel per jaar. De broedtijd bedraagt zeventien tot negentien dagen. Als de juvenielen zijn uitgekomen, blijven ze nog ongeveer een maand op het nest, voordat ze uitvliegen. Wanneer ze uitgevlogen zijn, worden ze nog een maand door de ouders bijgevoerd en blijven ze in de buurt van het nest.

Nestkast kauw

Zoals gezegd zijn kauwen holenbroeders. Ze nestelen vaak in holen van bomen, in openingen in muren, in schoorstenen en onder dakpannen van huizen of schuren. Soms broeden ze zelfs in konijnenholen. Ook de nestkasten gemaakt voor bosuilen en torenvalken worden regelmatig gekaapt. Ze broeden vooral in bebouwd gebied, verder ook in bossen en meer open landschappen, maar veel minder.

kauw nestkast
Een zelfgemaakte nestkast voor kauwtjes. Als houtsoort is watervast multiplex gebruikt en het dakje is afgewerkt met dakleer, voor een langere levensduur (De natuur van hier)

Bouwtekening nestkast kauw

Het ophangen van een nestkast in een geschikte tuin is een goed idee, aangezien de kauw vrij algemeen broedt in ons land. Belangrijk bij het maken en plaatsen van een nestkast is dat er vooraf wel over een aantal dingen goed wordt nagedacht. Op onderstaande afbeelding is een bouwtekening zichtbaar voor het maken van een nestkast voor kauwtjes. Hierop staan alle afmetingen, invliegopening en een zaagschema om de nestkast te kunnen maken

Bouwtekening nestkast kauw
Bouwtekening nestkast kauw (De natuur van hier)

Wij raden aan om als houtsoort beuken-, lariks- of eikenhout, van 15mm dik te gebruiken. Dit is hardhout wat erg duurzaam is en wat lokaal geproduceerd wordt. Let bij het kopen ook op het FSC-keurmerk. Watervast multiplex kan ook gebruikt worden. Onderaan de tekening staat een zaagschema. Bij veel bouwmarkten kun je het hout al op maat laten zagen. Vergeet de tekening dus niet als je hout gaat halen.

Gebruik RVS schroeven om het hout mee vast te schroeven. RVS is beter bestand tegen roesten dan verzinkte schroeven, dus beter geschikt om buiten te gebruiken. Eventueel kun je het dak afwerken met dakleer, zodat het hout minder te verduren krijgt en de kast langer mee gaat.


Lees ook: bouwtekening nestkast spreeuw


Ophangen nestkast kauw

Ook bij het ophangen van de nestkast is het zaak enkele regels in acht te nemen. Zorg ervoor dat de nestkast in een grote, stevige boom wordt opgehangen en zorg dat de invliegopening vrij is van hinderlijke takken en bladeren. Een kauwenkast is niet geschikt voor iedere tuin. Kauwen zijn grote dieren en hebben rondom de kast enige rust nodig wanneer de jongen geboren zijn. In kleine tuinen zonder voldoende groen zal er dan ook weinig kans zijn op het lokken van een kauw naar de nestkast.

Zorg ervoor dat de nestkast stevig wordt opgehangen, zodat deze ook met stormachtig weer goed blijft zitten. De nestkast dient op minimaal drie meter hoogte te worden opgehangen en de invliegopening dient niet op het zuidwesten gericht te zijn, zo houd je de meeste wind en regen buiten. Zorg er tot slot voor dat de nestkast niet de gehele dag in de zon hangt en niet in de buurt van andere (grote) vogelsoorten. Meerdere nestkasten van kauwen bij elkaar in de buurt zou wel kunnen, ze broeden graag in de buurt van soortgenoten.

Tot slot

De kauw is bij de meeste mensen niet de eerste keuze als ze een nestkast gaan maken. Kauwtjes worden over het algemeen als ongewenst gezien in tuinen, maar dat is wat ons betreft niet juist. Wie de tijd neemt om de kauw aandachtig te bestuderen zal zien dat het zeer interessante vogels zijn, met fascinerend gedrag en een hoog ontwikkelde sociale structuur. Deze vogels in je eigen tuin zien broeden is een absolute aanrader.

Geen zin om zelf te klussen? Kies dan voor een kant-en-klare nestkast om de kauw naar je tuin te lokken. Via deze link (Vivara.nl) is een stevige, duurzame nestkast voor de kauw te bestellen. Naast deze nestkast zijn andere nestkasten gemaakt voor bosuilen ook geschikt voor kauwen.

Veelgestelde vragen

Hoe lok ik een kauw naar mijn nestkast?

Zorg ervoor dat je de nestkast stevig in een grote boom hangt, op ongeveer drie meter hoogte. Zorg ervoor dat de invliegopening niet naar het zuidwesten gericht is en dat deze vrij is om in te vliegen. De nestkast mag niet de hele dag in de zon hangen.

Hoe maak ik een nestkast voor een kauw?

Een nestkast voor een kauw maak je het beste van beuken-, eiken- of larikshout. Ook watervast multiplex is geschikt. Gebruik bij voorkeur vijftien millimeter dik hout en rvs schroeven. De nestkast moet 23x23x45 centimeter groot zijn, met een invliegopening van twaalf centimeter. Gebruik bovenstaande bouwtekening (inclusief zaagschema) om er zelf een te maken.

Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!