Bouwtekening nestkast boomkruiper

Gewone boomkruiper

Een goede manier om de natuur, vogels in het bijzonder, een handje te helpen is door het plaatsen van nestkasten. Door de toenemende verstedelijking, kunnen vogels soms lastig een geschikte broedplaats vinden. Nestkasten kunnen hier op een goedkope en efficiënte manier een oplossing voor bieden. Als je het geluk hebt één, of meerdere, volwassen bomen in je tuin te hebben, dan kan het interessant zijn om een nestkast voor een boomkruiper op te hangen. Deze nieuwsgierige, kleine vogels zijn een genot om naar te kijken, wanneer ze druk speurend langs de stam van een boom af hoppen, op zoek naar insecten.  

De gewone boomkruiper (Certhia brachydactyla)

Boomkruiper
De boomkruiper is goed te herkennen aan zijn omlaag gebogen snavel, overwegend bruine kleur met witte buik

De gewone boomkruiper, of kortweg boomkruiper, is een kleine zangvogel van maximaal twaalf centimeter groot, die behoort tot de familie echte boomkruipers. De boomkruiper komt algemeen voor in Nederland. Naast de gewone boomkruiper komen er nog twee andere boomkruipers voor in Nederland, de kortsnavelboomkruiper en taigaboomkruiper. Deze zijn echter veel zeldzamer en komen meer geconcentreerd voor in Nederland.   

De gewone boomkruiper is een klein blijvende soort met een overwegend bruinachtige kleur, een witte buik en een lichte wenkbrauwstreep. Ze hebben een kenmerkende, omlaag gebogen snavel waarmee ze insecten onder de bast van een boomstam vandaan krijgen. Ze hebben een relatief lange staart die ze gebruiken om evenwicht te houden wanneer ze over de boom hoppen en welke helpt bij het afzetten bij het vliegen.  

Boomkruipers zijn echte standvogels, wat betekent dat ze het hele jaar door in ons land verblijven. Ze broeden met grote aantallen in ons land, maar ook in de meeste andere delen van Europa. 

Voedsel en voortplanting

Boomkruipers danken hun naam aan de manier waarop ze naar voedsel zoeken. Wanneer ze opzoek gaan naar voedsel, landen ze onderaan de stam van een boom. Deze ‘kruipen’ ze spiraalsgewijs omhoog en zoeken dan driftig naar spinnen, insecten en insectenlarven die zich schuilhouden onder de bast van de boomstam.


Lees ook: bouwtekening nestkast bosuil


In tegenstelling tot de boomklever, die ook voornamelijk op de stam van bomen leeft, kruipt de boomkruiper de stam enkel omhoog en niet omlaag. Wanneer de boomkruiper de bovenkant van de boomstam nadert, vliegt hij naar een andere boom in de buurt en land daar onderaan de stam, om vervolgens weer langzaam omhoog te kruipen, zoekend naar insecten onder de bast.

Boomkruiper vlieg
Boomkruipers zoeken op de stammen van oude bomen naar insecten

Voortplanting

In april, mei of juni worden de eieren gelegd door de boomkruipers. Soms vindt er later in het jaar nog een tweede legsel plaats. Er worden gemiddeld vijf tot zeven eieren per legsel gelegd. De eieren zijn wit van kleur met roze stippen, voornamelijk op het uiteinde van het ei. De eieren worden gelegd in een nest dat de vogels gemaakt hebben in boomholten, tussen stukken bast van de stam, of in speciaal gemaakte nestkasten. Als deze nestkasten op een juiste manier gemaakt en opgehangen worden, wordt hier door de kleine boomkruipers dankbaar gebruik van gemaakt. Verderop in deze blog vertellen we hoe je een perfecte nestkast maakt voor de boomkruipers in jouw tuin.

Nadat de eieren gelegd zijn, wordt er zo’n achttien dagen gebroed door het vrouwtje, voordat de eieren uitkomen. Drie weken lang worden de juveniele boomkruipers gevoed door de ouders. Hierna zijn ze klaar om het nest uit te vliegen. Na het uitvliegen keren de juvenielen nog een aantal keren ’s nachts naar het nest terug, om de nacht hier samen met de ouders door te brengen.

Nestkast boomkruiper 

Boomkruipers stellen niet veel eisen aan de plek waar ze broeden. Zoals gezegd doen (nauwe) boomstamholtes en stukken los zittende bast dienst als nestlocaties. Daarnaast maken ze ook dankbaar gebruik van nestkasten. Maar als ze niet veel eisen stellen aan de nestplaats, waarom zouden we dan moeite doen om speciaal gemaakte nestkasten op te hangen, zou je denken? Een nestkast zorgt voor een duurzame plek om meerdere jaren te broeden en kan daarnaast meer bescherming bieden tegen predatoren (bijvoorbeeld marterachtigen en de grote bonte specht) dan een stukje los zittende bast. Het plaatsen van nestkasten kan dus bijdragen aan een hogere slagingskans van het groot brengen van de juveniele boomkruipers.

Grote bonte specht

Predatoren zoals de grote bonte specht vormen een bedreiging voor de pasgeboren boomkruipers. Een nestkast kan bescherming bieden

Plaatsen nestkast 

Als je hieronder de bouwtekening van de nestkast voor een boomkruiper ziet, zul je opmerken dat deze nestkast er anders uit ziet dan de meeste nestkasten. Dit heeft te maken met de levenswijze van deze kleine vogels. Omdat ze veel tijd op boomstammen doorbrengen, moeten we de nestkast, en de plaatsing daarvan, hier ook op aanpassen. Het is dus overbodig om te zeggen dat je de nestkast van een boomkruiper tegen een boomstam plaatst.

Kies een wat oudere, stevige en dikke boom uit. Ideaal is het als je op de boom al een keer een boomkruiper hebt zien kruipen, maar dit hoeft natuurlijk niet. Gezien de algemene verspreiding van de boomkruiper in Nederland heb je een goede kans dat er vanzelf een boomkruiper jouw nestkast vindt. Hang de kast stevig op en minstens twee meter boven de grond. Dit zorgt ervoor dat deze minder toegankelijk is voor bepaalde roofdieren, zoals katten. Zorg er tenslotte voor dat de opening (die bevindt zich aan de zijkant van de kast) makkelijk toegankelijk is vanaf de boomstam.


Lees ook: bouwtekening nestkast grauwe vliegenvanger


Bouwtekening nestkast 

Hieronder vind je de gratis bouwtekening voor een nestkast voor de boomkruiper. Wij raden aan om als houtsoort beuken-, lariks- of eikenhout, van 15mm dik te gebruiken. Dit is hardhout wat erg duurzaam is en wat lokaal geproduceerd wordt. Watervast multiplex kan ook gebruikt worden. Let hierbij op het FSC-keurmerk, zodat je weet dat je hout koopt uit goed beheerde bossen. Onderaan de tekening staat een zaagschema. Als je hout haalt bij de bouwmarkt kan het zijn dat ze een zaagafdeling hebben. Hier kun je soms kosteloos je hout al in de juiste maten laten zagen. Neem je tekening dus mee als je naar de bouwmarkt gaat!

Gebruik RVS schroeven om het hout mee vast te schroeven. RVS is beter bestand tegen roesten dan verzinkte schroeven, dus geschikter om buiten te gebruiken. Bij de bouwmarkt kun je hout en schroeven halen voor je nestkast. Als je nog hout overhoudt, gooi dit dan niet weg! Dit kun je in de toekomst gebruiken om er een andere nestkast mee te maken.Heb je geen zin om zelf te gaan klussen maar wil je wel graag een nestkastje ophangen? Bestel dan een kant-en-klare nestkast voor je tuin (bol.com).

Bouwtekening nestkast boomkruiper
Bouwtekening nestkast boomkruiper

Veel gestelde vragen 

Hoe krijg ik een boomkruiper in mijn tuin? 

Boomkruipers zijn afhankelijk van bomen. Zorg er dus voor dat je meerder (half)volwassen bomen in je tuin hebt, die redelijk in de buurt van elkaar staan. Dit zorgt ervoor dat de boomkruiper voedsel kan vinden in je tuin, waardoor je tuin aantrekkelijk wordt als leefgebied.

Hoe maak ik een nestkast voor een boomkruiper? 

Een nestkast voor een boomkruiper kun je maken van beuken-, lariks-. of eikenhout. Watervast multiplex is ook geschikt. Let op het FSC-keurmerk. De nestkast is ongeveer 36x14cm groot, met de invliegopening aan de zijkant. Zie de bouwtekening in dit artikel.

Hoe plaats ik een nestkast voor een boomkruiper? 

Hang de nestkast op een rustige plek, tegen een oude stevige boom. Zorg dat de invliegopening vrij is, en de kast minimaal twee meter boven de grond hangt. Zorg dat er geen spechtenholen of -nestkasten in de buurt zijn.

Bouwtekening nestkast torenvalk

Torenvalk

Een goede manier om de natuur, in het bijzonder de vogels, een handje te helpen is door het plaatsen van nestkasten. Als je een wat grotere tuin hebt, kan het interessant zijn een nestkast voor een torenvalk te plaatsen. Ondanks dat het een van de kleinere roofvogels is die we in Nederland kennen, is het absoluut een pracht om deze dieren van dichtbij te kunnen observeren. En wat is er nou gaver dan een torenvalk met juvenielen in je tuin? In deze blog delen we onze bouwtekening van een nestkast voor de torenvalk met je, zodat je zelf aan de slag kunt gaan.

De torenvalk (Falco tinnunculus)

Torenvalk
De torenvalk is een van de kleinere roofvogelsoorten in ons land

De torenvalk was lange tijd de meest voorkomende roofvogel in ons land, maar moet deze titel tegenwoordig laten aan de buizerd. Gelukkig is de soort tegenwoordig nog steeds een zeer algemene vogel in het open veld. Als broedvogels is deze echter vrij schaars. De torenvalk wordt gerekend tot de kleinere roofvogels in ons land en bereikt een lichaamslengte van 30-38 centimeter. De spanwijdte is 65-80 centimeter.

Torenvalken zijn goed te herkennen aan de roodbruine rug die zowel mannetjes als vrouwtjes in alle kleden hebben. Ze hebben een lange blauwgrijze staart met een zwarte eindband. Het mannetje is van het vrouwtje te onderscheiden door te kijken naar de kop. Deze is bij het mannetje grijsblauw gekleurd, net zoals de staart. Het vrouwtje heeft een bruine kop.

Torenvalk man
Het mannetje van de torenvalk heeft een opvallend blauwgrijze kop

De belangrijkste eisen die torenvalken stellen aan hun leefgebied, is dat het een open karakter moet hebben en een goede (woel)muizenpopulatie. Hier broeden ze in solitaire bomen of maken ze dankbaar gebruik van geplaatste nestkasten.


Lees ook: bouwtekening nestkast kauw


Voedsel

Zoals hierboven genoemd, zijn torenvalken op zoek naar gebieden met een hoge populatie muizen. En dan het liefst woelmuizen. Het gros van het dieet bestaat dan ook uit woelmuizen, zoals de veldmuis en Noordse woelmuis. Er werd altijd gesteld dat torenvalken in staat zijn het UV-licht in de urinesporen van muizen te zien. Recent onderzoek heeft echter aangetoond dat het oplichten van muizenurine door UV-licht zo minimaal is dat deze theorie niet helemaal waar blijkt te zijn. Het blijft echter bewonderenswaardig hoe torenvalken van zo een hoge afstand dergelijke kleine muizen in het grasland kunnen opsporen en vangen. Al biddend (zwevend in de lucht op één plek) zoekt de torenvalk naar muizen. Zodra deze er een gezien heeft, duikt hij met hoge snelheid erop af en grijpt de prooi zodra deze binnen handbereik is.

Naast muizen jaagt de torenvalk ook op duiven en zangvogels. Daarnaast pakt het soms nog grote insecten, zoals sprinkhanen.

Torenvalk biddend
Torenvalk biddend in de lucht, op zoek naar woelmuizen in het open veld

Voortplanting

Torenvalken bouwen zelf geen nesten en zijn dus des te meer gebaat bij het plaatsen van nestkasten door ons, de mens. Als je dus zelf een nestkast voor een torenvalk bouwt en plaatst, weet je dus zeker dat je iets goeds doet voor de natuur. Naast door mens gemaakte nestkasten maken ze soms ook gebruik van oude kraaiennesten en nissen van gebouwen.

Ze zijn geslachtsrijp na zo’n tien maanden en leggen dan vrijwel altijd één legsel per jaar, meestal rond april/juni. Dit legsel bestaat uit vier tot zes wit tot geelachtige eieren met rode spikkels. Deze komen na ongeveer een maand uit. De jongen vliegen na ongeveer een maand uit, maar blijven dan wel nog een tijd bij de ouders.

Nestkast torenvalk

Gezien het feit dat de torenvalken zelf geen nesten bouwen, zullen ze dankbaar gebruik maken van een nestkast. Er zijn wel een paar dingen waar over nagedacht moet worden, voordat je zo’n nestkast bouwt en plaatst. Onderaan deze blog vind je een gratis bouwtekening. Hierop staan de afmetingen en een zaagschema, zodat je precies zeet hoe je moet zagen en hoeveel hout je in huis moet halen.

Torenvalk kuikens
Jonge torenvalkjes verkennen de omgeving vanuit de nestkast

Plaatsen nestkast

Nadat je de nestkast gemaakt hebt, is het tijd om deze te plaatsen. Houd hiervoor rekening met een paar zaken. Zorg dat de nestkast is een open veld geplaatst wordt, bijvoorbeeld een weiland, akker of braakliggend stuk. Plaats de nestkast met de invliegopening richting het zuidoosten. Het beste plaats je de kast in een stevige solitaire boom, op circa vier meter hoogte met een goede invlieg mogelijkheid. Geen boom in de buurt? Dan kun je er nog voor kiezen om de kast op een paal te bevestigen die stevig in de grond staat. Maak de nestkast jaarlijks schoon.

Bezoek

Niet alleen torenvalken kunnen gebruik maken van je pas geplaatste nestkast. Ook kauwen en holenduiven maken graag gebruik van dergelijke halfopen nestkasten. Ook deze soorten zijn prachtig om te volgen als ze in je nestkast gaan broeden!


Lees ook: bouwtekening nestkast boomkruiper


Bouwtekening nestkast

Dan tot slot nog de bouwtekening om zelf een nestkast voor een torenvalk (of kauw, of holenduif) te maken. Wij raden aan om als houtsoort beuken-, lariks- of eikenhout, van 15mm dik te gebruiken. Dit is hardhout dat erg duurzaam is en dat lokaal geproduceerd wordt. Let bij het kopen ook op het FSC-keurmerk. Watervast multiplex kan ook gebruikt worden. Onderaan de tekening staat een zaagschema. Als je hout haalt bij de bouwmarkt kan het zijn dat ze een zaagafdeling hebben. Hier kun je soms kosteloos je hout al in de juiste maten laten zagen. Neem je tekening dus mee als je naar de bouwmarkt, het scheelt je wellicht wat zaagwerk!

Gebruik RVS schroeven om het hout mee vast te schroeven. RVS is beter bestand tegen roesten dan verzinkte schroeven, dus beter geschikt om buiten te gebruiken. 

Bij de bouwmarkt kun je hout en schroeven halen voor je nestkast. Als je nog hout over houdt, gooi dit dan niet weg! Dit kun je in de toekomst gebruiken om een andere nestkast te maken. 

Heb je geen zin om zelf te gaan klussen, maar wil je wel graag een nestkastje ophangen? Bestel dan een kant-en-klare nestkast. Via deze link (vivara) is een nestkast voor torenvalken te bestellen.

bouwtekening nestkast torenvalk
Bouwtekening nestkast torenvalk (De natuur van hier)

Veelgestelde vragen

Hoe lok je een torenvalk naar je nestkast?

Zorg dat je de nestkast in een open gebied, bijvoorbeeld een weiland of akker, plaatst, met het liefst een grote muizenpopulatie. Het liefst in de buurt van een houtwal, dan is de kans op voldoende muizen het grootst.

Hoe maak ik een nestkast voor een torenvalk?

Een nestkast voor een torenvalk maak je het beste van beuken- of eikenhout. De kast moet 50x55x35cm groot zijn, met een grote invliegopening. Maak gebruik van bovenstaande bouwtekening, inclusief zaagschema.

Hoe plaats ik een nestkast voor een torenvalk?

De torenvalk nestkast plaats je het beste in een solitaire boom of op een houten paal in een open stuk, met de invliegopening naar het zuidoosten gericht. Zorg dat de nestkast stevig hangt en waterdicht is. Plaats de nestkast op zo’n vier meter hoogte.

Gemengde haag aanplanten

Huismussen haag

Een goed idee voor meer groen en een hogere biodiversiteit in je tuin, is het aanplanten van een haag. Een nog beter idee is het aanplanten van een gemengde haag. Een gemengde haag bestaat uit meerdere soorten haagplanten, wat ervoor zorgt dat er meer dieren op af komen. Daarnaast bloeien de haagplanten op andere momenten, waardoor je dus langer een bloeiende tuin hebt. In deze blog lees je alles wat je moet weten om zelf een gemengde haag vol leven aan te planten.

Gemengde haag (Saxifraga - Hans Boll)
Een gemengde haag is een schat aan biodiversiteit (Saxifraga – Hans Boll)

Geschikte soorten gemengde haag

Bij een haag denken de meeste mensen aan de bekende haagplanten zoals beuk, meidoorn, laurier en liguster. Maar voor een haag kun je tal van soorten gebruiken. De meeste hagen die we zien zijn eendimensionaal en bestaan uitsluitend uit haagplanten, maar kies er eens voor een driedimensionale haag aan te planten. In zo’n haag gebruik je naast haagplanten ook klimplanten, bloembollen en bodembedekkers. We zullen in deze blog de soorten kort uitlichten die we zelf gebruikt hebben. Tot slot zullen we nog een aantal soorten noemen die ook geschikt zijn en geven we handige tips voor bij de aanplant.


Lees ook: waar is biodiversiteit goed voor?


Haagplanten

De basis van je gemengde haag wordt gevormd door haagplanten. Deze laten zich gemakkelijk snoeien en zorgen voor een stevig, dicht geraamte. Zorg er dus voor dat het grootste gedeelte van je haag uit haagplanten bestaat. Er zijn talloze haagplanten te gebruiken. Wij hebben ervoor gekozen vijf soorten te combineren.

Wilde roos – Rosa rubignosa

Wilde roos
Als de wilde roos niet jaarlijks gesnoeid wordt bloeit deze in de zomer met prachtige bloemen (Saxifraga – Willem van Kruijsbergen)

De wilde roos, ook wel de egelantier genoemd, is een struik die in de Nederlandse natuur één tot drie meter hoog kan worden. De soort laat zich goed snoeien, waardoor deze zich uitstekend leent als haagplant. In de zomer krijgt de egelantier prachtige bloemen en in het najaar verschijnen de rozenbottels, die geliefd zijn bij merels, zanglijsters en koperwieken.


Lees ook: 10 bijzondere trekvogels


Beuk – Fagus sylvatica

De beuk is een veel toegepaste haagplant in Nederland. De beuk heeft gedurende het jaar fris groen blad en het grootste verschil met de beukenhaag (Carpinus betulus) is dat de beuk zijn dorre bladeren vasthoudt gedurende de winter en ze dan pas laat vallen. Dit heeft als voordeel dat de beuk enigszins wintergroen is. De beuk is ook in een rode variant te krijgen (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’).

Eenstijlige meidoorn – Crataegus monogyna

Een andere inheemse heester die perfect gebruikt kan worden als haag is de meidoorn. Deze heester behoort tot de rozenfamilie, wat te zien is aan de doorns op de takken. Vroeger werd deze soort ook veelvuldig toegepast tussen weilanden, als veekering. De meidoorn heeft in april en mei prachtige witte bloemen en later vormen er eetbare bessen aan de haagplant. Het feit dat de meidoorn doorns heeft (bescherming) en in het najaar bessen (voedsel), maakt dit een geliefde haagplant bij vogels. Onder andere merels, geelgorzen en kramsvogels komen de meidoorn graag bezoeken. Een soort die wat ons betreft niet mag missen in een gemengde haag.

Wilde kardinaalsmuts – Euonymus europaeus

Wilde kardinaalsmuts (Saxifraga - Ed Stikvoort)
De rode bessen van de wilde kardinaalsmuts vallen goed op in het najaar (Saxifraga – Ed Stikvoort)

Een soort die wat minder vaak, ten onrechte, wordt gebruikt in een (gemengde) haag is de wilde kardinaalsmuts. Het is een inheemse heester die in het wild tot zes meter hoog kan worden. De soort is goed te snoeien waardoor, deze toe te passen is als haagplant. De soort begint te bloeien na de meidoorn, in de periode mei en juni, maar bloeit vrij onopvallend met witgele bloemen. Ondanks dat de bloei onopvallend is, is deze wel ontzettend belangrijk voor allerlei insecten.

In het najaar heeft de kardinaalsmuts kenmerkende rode bessen die giftig zijn voor mensen, maar een uitstekend menu voor van allerlei vogels. Bijkomend voordeel van de kardinaalsmuts is dat de bladeren in de herfst prachtige rode tinten krijgen.

Veldesdoorn – Acer campestre

Een andere inheemse soort die veel toegepast wordt als haag is de veldesdoorn. De veldesdoorn stelt weinig eisen aan de grond en zorgt ervoor dat je haag snel dicht groeit. De soort bloeit vroeg in het jaar (april-mei) met kleine onopvallende bloemen, die veel bezocht wordt door bijen en andere insecten. In de herfst kleuren de bladeren van de veldesdoorn geel.

Klimplanten

Naast haagplanten kun je ook prima klimplanten in je haag gebruiken. Klimplanten hebben vaak wel wat steun nodig om tegen aan te groeien. Daarnaast kunnen sommige soorten andere (haag)planten overwoekeren, dus pas maar een klein percentage van je totale aanplant als klimplant toe. Klimplanten groeien daarentegen relatief snel (en beter horizontaal dan veel haagplanten), wat ervoor zorgt dat je haag snel vol en dicht is.


Lees ook: tips voor meer bijen en vlinders in je tuin


Wilde kamperfoelie – Lonicera periclymenum

Als je besluit klimplanten te gebruiken, dan mag de inheemse wilde kamperfoelie zeker niet ontbreken. De kamperfoelie produceert van juni tot oktober veel sterk geurende bloemen. Vooral ’s avonds zijn deze bloemen goed te ruiken. Het is dan ook een uitstekende plant voor het aantrekken van nachtvlinders. De bloemen van de kamperfoelie zijn geelachtig, maar wanneer deze in de volle zon staat zullen de bloemen wat roder kleuren.

Hop – Humulus lupulus

Hopbellen, de vrouwelijke bloemen van de hopplant
Hopbellen, de vrouwelijke bloemen van de hopplant

De hop is een van de andere klimsoorten die van nature in onze Nederlandse struwelen en bossen groeit. Vele zullen de hop kennen van de hopbellen (de vrouwelijke bloem), die een van de belangrijkste ingrediënten vormt voor ons bier. Echter zijn deze hopbellen ook prachtig om te zien en trekken ze veel dagvlinders aan. Hop groeit erg snel, dus gebruik er niet te veel van, anders wordt deze te dominant.

Bosrank – Clematis vitalba

De derde en laatste klimplant die we gebruikt hebben, is bosrank. Voor sommige beter bekend onder zijn wetenschappelijke naam: clematis. Het is een veel toegepast tuinplant die in allerlei cultivators te verkrijgen is. Wat veel mensen niet weten, is dat de clematis inheems is. Dit is degene die wij gekozen hebben. De Clematis vitalba bloeit met witte bloemen van juli tot september. Ook deze bloemen zijn erg in trek bij insecten, wat op zijn beurt weer meer vogels aantrekt.


Lees ook: vinken in Nederland – deel I


Bloembollen

Bloembollen kunnen de onderkant van je gemengde haag opfleuren. Vooral in het voorjaar kunnen bloembollen een ontzettende dienst bewijzen aan allerlei insecten, wanneer veel haag- en klimplanten nog niet aan bloeien moeten denken. Kies voor verwilderende soorten. Let er op bij het kopen dat je bloembollen koopt die voorzien zijn van een keurmerk. Keurmerken als MPS, Planetproof en EKO geven aan dat bloembollen pesticidevrij gekweekt zijn en geen schade brengen aan de insecten die de bollen bezoeken. Wij kozen ervoor onderstaande vier soorten te gebruiken.

Krokussen – Crocus tomassinianus

Een van de meest bekende bolsoorten, en een die zeker niet in deze gemengde haag mag ontbreken, zijn de krokussen. Krokussen komen in allerlei kleuren en zijn vaak een van de eerste bloeiers. Ze bloeien vaak in februari al en houden dit vast tot in april. Tegen die tijd zijn er genoeg andere planten in de haag die het over kunnen nemen.

Blauwe druifjes – Muscari armeniacum

Blauwe druifjes bloeien rijkelijk
Blauwe druifjes bloeien rijkelijk

Net na dat de krokussen zijn gaan bloeien, beginnen de blauwe druifjes ook. Wie kent ze niet? Deze mini hyacinten bloeien voltallig in blauwe druifachtige bloemen. De blauwe druifjes zorgen ervoor dat bijen en andere insecten in het vroege voorjaar voedsel weten te vinden. Daarnaast zorgt het ervoor dat je tuin al kleurrijk aandoet als andere tuinen er nog verwelkt bij liggen.

Echte trommelstokken – Allium sphaerocephalon

Echte trommelstokken, beter bekend als sieruien, maken je gemengde haag tot een ware pracht. Met hun paars rode bloemen stelen ze de show van juni tot augustus. Echte zomerbloeiers dus. Echte trommelstokken, die hun naam te danken hebben aan hun vorm, zorgen ervoor dat er in de zomer voedselaanbod is voor lager bij de grond levende insecten, wanneer de andere bloembollen zijn verwelkt.

Blauwe anemonen – Anemone blanda

De laatste bloembol en tevens laatste voorjaarsbloeier die we gebruikt hebben, is de blauwe anemone. Net als de andere voorjaarsbloeiers hebben we deze gekozen om de insecten een handje te helpen, als de meeste haag- en klimplanten nog blad aan het vormen zijn. Vooral wilde bijen zullen met dit aanbod erg content zijn, en deze kunnen wel een beetje hulp gebruiken.

Bodembedekkers

De laatste plantensoort wat we gebruikt hebben zijn bodembedekkers. Zoals de naam al doet vermoeden doen deze planten het goed op de bodem, onder andere planten. Daarnaast zorgen ze ervoor dat de grond minder snel uitdroogt, waar de haagplanten profijt van hebben. Woekerende onkruiden hebben ook minder kans, waardoor je zelf minder onderhoud hebt. Ten slotte bloeien bodembedekkers vaak veelvuldig in kl;eine bloemen, wat ideaal is voor insecten. Een win-win situatie dus.

Kruipend zenegroen – Ajuga reptans

Kruipend zenegroen is een inheemse bodembedekker die we in het wild vaak vinden in (graslanden) in de buurt van beekloopjes en waterkanten. De soort bloeit in april en mei met blauwe bloemen. Ze hebben bovengrondse uitlopers, waarmee ze de bodem van de haag fijn bedekken.

Driekleurig viooltje – Viola tricolor

Driekleurig viooltje
Driekleurig viooltje zorgt voor een bonte bloei aan de voet van de haag

De volgende inheemse bodembedekker die we gebruikt hebben is het driekleurig viooltje. Zoals de naam al doet vermoeden is het driekleurig viooltje een bonte verschijning. De kleuren variëren van blauwpaars tot lichtlila en geelwit. Naast de vele kleuren heeft het viooltje ook een lange bloei. Van mei tot en met augustus kun je van deze zomerbloeier genieten.

Bosanemoon – Anemone nemorosa

Bosanemoon bloeit in het vroege voorjaar in Nederlandse bossen met een rijke bodem. Grote oppervlakten in het bos kleuren dan wit door de bloemen van de bosanemoon. Naast ondergroei in het bos, kan deze bodembedekker uitstekend dienst doen als bodembedekker onder onze gemengde haag.

Al met al

Al met al telt onze gemengde haag vijftien soorten. Deze vijftien soorten zorgen er samen voor dat we bijna jaarrond een aanbod hebben van bloemen of vruchten, zoals zichtbaar in onderstaande tabel. Met uitzondering van de maanden januari en december is er constant een aanbod voor insecten en/of vogels in onze tuin, en dat is precies wat willen bereiken met onze natuurtuin.


Lees ook: tips voor het aanleggen van een natuurtuin


Bloeiboog gemengde haag
Een overzicht van het aanbod van bloemen en bessen voor vogels en insecten (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Andere soorten en tips bij aanplant

Naast die vijftien soorten die wij gebruikt hebben, zijn er nog veel meer soorten geschikt om in een gemengde haag te gebruiken. Soorten als sleedoorn, hondsroos, wide liguster, hulst en krentenboom zijn ook geschikt. Lees je goed in voordat je een haag aanplant, sommige soorten worden breder/groter dan anderen. Dus kijk altijd goed wat het beste bij jouw situatie past. Hieronder geven we je alvast enkele tips om een goede start te maken.

Vivimus

Bij de aanplant is het belangrijk om de bodem te verbeteren. Dit zorgt ervoor dat je planten een goede start hebben, doordat er voeding in de bodem zit en de bodem een goede lucht-/waterbalans heeft. Voeg Vivimus toe tijdens de aanplant om je planten een goede start te geven. Vivimus is hier te bestellen, in zakken van 40 liter (bol.com).

Druppelslang

Leg een druppelslang aan tijdens de aanplant. Met onze steeds droger wordende zomers is dit geen overbodige luxe. Ook op latere leeftijd is de druppelslang handig bij extreem droge periodes. Leg de druppelslang in de grond in plaats van op. Dit zorgt ervoor dat het water niet verdampt tijdens de warme zomerdagen. Via deze link is een druppelslang, inclusief belangrijke onderdelen, te bestellen bij bol.com.

Vogelhuisjes

Plaats vogelhuisjes in je gemengde haag. Plaats ze ver genoeg uit elkaar zodat vogels privacy hebben of kies er juist voor om meerdere dicht bij elkaar te plaatsen om een mussenfamilie te lokken. Hier vind je al onze bouwtekeningen van nestkasten voor vogels.

Water

Zet een emmer water klaar tijdens de aanplant. Zodra je het plantje uit het potje trekt, dompel je hem even onder in de emmer met water. Dit zorgt ervoor dat de plant voldoende vocht heeft bij de start.

Steun

Zorg ervoor dat de haagplantjes en klimplanten bij de aanleg steun hebben. Zet ze tegen een afrastering, of gebruik palen en draad om een houvast te bieden.

Bloembollen

Plant bloembollen met de punt omhoog. Dit is namelijk de kant waar de bol in het voorjaar uit begint te groeien;

Snoeien

Snoei direct na de aanplant de haagplanten door de middelste tak die het hoogste groeit af te knippen. Dit zorgt ervoor dat de plant in het voorjaar vertakt waardoor je sneller een dichte haag hebt;

Egelmand

Plaats aan de stam van de haag een egelmand. Bedek de egelmand met bladeren, plastic en nog eens bladeren en zorg dat de opening niet gericht is naar het noorden of noordoosten. Grote kans dat de koning van de hagen dan jouw haag komt koloniseren. Een egelmand is via deze link te bestellen bij bol.com;

Onkruid

Probeer niet alles wat er van nature gaat groeien uit te trekken en te zien als onkruid. Veel van deze soorten horen onder dergelijke hagen en zorgen voor meer biodiversiteit.


Lees ook: 10 tips voor meer vogels in je tuin


Natuurtuin in ontwikkeling – deel II

Natuurtuin

Ongeveer gelijktijdig met de start van deze website hebben we een huis kunnen kopen met ongeveer 3500m2 grond erbij. Ons doel is deze 35 are de komende jaren om te turnen naar een natuurtuin waarbij er ruimte is voor allerlei wilde vogels en andere dieren. De voortgang hiervan houden we bij en delen we in een terugkerende blog met jullie. In deze tweede blog over onze natuurtuin vertellen we je hoe we flink wat planten hebben gezet, welke bijzondere bezoekers we hebben gehad en wat de resultaten zijn tot nu toe.  

01 december , 2022

De opstartfase

In de eerste blog hebben we de startsituatie van de tuin besproken. We hebben in die eerste paar weken maar een paar kleine wijzigingen aangebracht, zoals vogelvoer en nestgelegenheden aangeboden. Na drie weken stond de teller op zo’n 22 soorten die we in en rondom de tuin hadden waargenomen. Nu, drie maanden later, zijn we al vele ontwikkelingen verder en soorten rijker.

Dauw in de ochtend
Dauw in de vroege ochtend (De natuur van hier – Sandra Krol)

Eerste soorten in het najaar

Eind september waren de walnoten van onze twee walnootbomen rijp en vielen massaal van de bomen af. Na zelf een groot deel geraapt te hebben, bleven er nog voldoende liggen in het gras. Het duurde niet lang totdat de kraaiachtigen de resterende noten ontdekt hadden. Onze tuin werd druk bezocht door kauwen, zwarte kraaien, eksters en roeken die een noot wisten te bemachtigen en deze elders open gingen kraken. Hiervoor zochten ze een harde ondergrond, deze vonden ze in de doorgaande weg waar ons huis aan staat. Met allerlei trucs en capriolen lieten ze de noot zo hard mogelijk op de weg vallen totdat deze open spleet.

In het najaar werd het naastgelegen weiland opnieuw ingezaaid en dit zorgde voor de komst van een nieuwe buurman. Sinds die tijd is er een buizerd, met een overwegend wit verenkleed, dagelijks te gast op het weiland om tussen het gekiemde gras te jagen op wormen en kevers. Dit doet hij door op een komisch uitziende wijze kleine stukjes door het weiland te sprinten, op jacht naar zijn prooi.

November was de maand dat de bessen aan de taxus hingen. En hoewel deze voor mens en (de meeste) dieren giftig zijn, komen sommige vogels er juist op af. Dit komt omdat vogels de bessen eten en de zaden weer onverteerd uitpoepen. Hierdoor blijft het gif binnen de zaadhuls zitten en kan de vogel dus ongestoord van de sappige bes genieten. Vooral lijstersoorten als de merel en de zanglijster zijn gek op deze besjes. We hebben een zanglijster in en uit de taxus zien vliegen, maar helaas zijn er nog geen merels op af gekomen.

Zanglijster
De zanglijster is een terugkerende gast in onze natuurtuin

Stappen op weg naar een natuurtuin

Ondanks deze soorten is er toch nog voldoende ruimte voor verbetering. Eén van de belangrijkste zaken was om meer groen in de tuin aan te brengen. Dat hebben we de afgelopen maanden dus ook gedaan.

Meer groen!

Na een aantal weken zijn we gestart met het afrasteren van het perceel en deze gedeeltelijk te beplanten met een gemengde haag. We hebben in de afrastering enkele openingen gemaakt zodat (kleine) zoogdieren gemakkelijk in en uit de tuin kunnen. Na een tweetal weken lijkt hier al een wissel te ontstaan, die door allerlei dieren gebruikt kan worden.

Gemengde haag

De gemengde haag bestaat uit vijf inheemse haagplanten, drie klimplanten en vier bolsoorten. Vaak worden hagen aangeplant met uitsluitend haagplanten, maar door het gebruik van ook andere soorten flora kun je de biodiversiteit in je tuin een enorme boost geven.

Als haagplanten hebben we beuk, wilde roos, veldesdoorn, wilde kardinaalsmuts en meidoorn gebruikt. De drie klimplanten die we toegepast hebben zijn wilde kamperfoelie, hop en bosrank. Als ondergroei kozen we voor verwilderende bloembollen; blauwe druifjes, blauwe anemonen, krokussen en echte trommelstokken (sieruien). In deze blog vertellen we wat meer over deze soorten en geven we handige tips bij de aanplant van een gemengde haag.


Lees ook: vijf onmisbare kruiden voor in tuin of pot


Een struweel en ‘stepping stones’

Daarnaast hebben we er voor gekozen om in de verste hoek van de tuin een struweel aan te planten van zo’n 70m2. In dit struweel hebben we hoofdzakelijk inheemse heesters aangeplant die daar de ruimte krijgen om te groeien en waar we geen snoeiwerkzaamheden zullen uitvoeren. Het idee is dat dit struweel het hele jaar door een rustige plek is voor dieren, waar ze voedsel en schuilmogelijkheden kunnen vinden. Doordat we een grote verscheidenheid aan soorten aanplanten en geen snoei toe passen, zorgen we ervoor dat in het struweel een groot deel van het jaar heesters in bloei staan. Dit maakt het gedurende bijna het hele jaar interessant voor bijen en andere insecten. In onderstaande tabel zie je welke soorten we gebruikt hebben voor onze struweel.

Aanplant struweel
Aanplant van het struweel met hoofdzakelijk inheemse soorten (Natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Tevens hebben we verspreid in de tuin kleine groepjes met heesters en een paar jonge bomen aangeplant. De bomen; een winterlinde en een zomereik zijn onze toekomstbomen. Op ons perceel staan nu enkele volwassen bomen, maar het kan zijn dat deze ooit ziek worden of dood gaan. De jonge bomen moeten tegen de tijd de functie van de huidige volwassen bomen overnemen. De kleine groepen heesters moeten ervoor zorgen dat het voor dieren gemakkelijker wordt om zich veilig door de tuin te verplaatsen. Ze doen dus dienst als een soort stapstenen.

Aangeplante soorten
Aangeplante soorten (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Knotwilgen en verschralen

Naast het aanplanten van een gemengde haag, een struweel en enkele groepjes heesters, was er nog één ding die niet in het landschap mocht ontbreken. Achter in de tuin hebben we drie jonge knotwilgen aangeplant. Knotwilgen zijn inheems en zorgen ervoor dat de natuurtuin perfect aansluit aan het omliggende landschap.  

Volwassen knotwilgen zijn enorm goed voor de biodiversiteit en prachtig om te zien. Het snoeiafval wat vrij komt bij het knotten gaan we gebruiken om een takkenwal van te maken. Deze zijn ontzettend waardevol voor allerlei insecten, vogels en zoogdieren. Zodra we hier aan toekomen, zullen we dit uiteraard in deze serie vermelden.  

Steenuil
De steenuil nestelt graag in oude knotwilgen. Lukt het ons deze bijzondere soort naar onze tuin te lokken?

Dan hebben we nog het grasland waar we iets mee moeten. We hebben het dit seizoen laten groeien, waardoor het gras nu vrij hoog staat. We hebben besloten het gras jaarlijks twee keer te gaan maaien en het maaisel af te voeren om zo een verschralingsbeheer toe te passen. Jaarlijks gaan we monitoren welke nieuwe soorten er bij komen en zo hopen we op termijn een goed ontwikkeld kruidenrijk grasland te ontwikkelen.  


Lees ook: de beste inheemse vijverplanten


De resultaten en het vervolg

We zijn nu precies vier maanden onderweg en hebben al vele soorten in onze tuin waargenomen. Dit is terug te zien in het soortenoverzicht. In totaal zitten we nu op 107 soorten, waarvan er 97 in de tuin zijn geweest en 10 soorten alleen nog maar rondom de tuin. Enkele leuke soorten die we voor het eerst waargenomen hebben in en rondom de tuin zijn; fazant, zwarte roodstaart en groene specht.

We verwachten dat deze soorten de komende kwartalen blijven toenemen, onder andere door de getroffen maatregelen. We zullen over circa drie maanden weer met een update komen.

Disclaimer: in deze terugkerende blog spreken we over een natuurtuin. Echter is dit niet een standaard tuin waar de meest mensen aan denken bij het woord tuin. Het grootste deel van het perceel wordt aangeplant met uitsluitend inheemse soorten, die terugkeren in het omliggende landschap. Hier laten we de natuur vervolgens zoveel mogelijk haar gang gaan.

Soortenoverzicht 1-12-2022
Soortenoverzicht natuurtuin 1-12-2022 (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Lees verder: natuurtuin in ontwikkeling – deel III


Natuurtuin in ontwikkeling – deel I

Een egel in je tuin? Zorg voor beschutting en rommelige hoekjes

Ongeveer gelijktijdig met de start van deze website hebben we een huis kunnen kopen met ongeveer 3500m2 grond erbij. Ons doel is deze 35 are de komende jaren om te turnen naar een natuurtuin waarbij er ruimte is voor allerlei wilde vogels en andere dieren. De voortgang hiervan houden we bij en delen we in een terugkerende blog met jullie. In deze eerste blog lees je het startpunt, de eerste stappen naar meer biodiversiteit en  wat er de komende tijd op de planning staat om de tuin steeds meer om te toveren naar de natuurtuin die we voor ogen hebben. 

21 augustus, 2022

Startsituatie

Zoals gezegd betreft het een perceel van ongeveer 3500m2 groot. Het bestaat voornamelijk uit gras (gedeeltelijk hoger gras) en een paar (half)volwassen bomen. Twee notenbomen, één ruwe berk, één taxus, één Californische cypres en één kersenboom. De volwassen bomen zijn natuurlijk een must in een natuurtuin, maar verder valt er nog genoeg te verbeteren. 

Startpunt van de tuin. Eén van de twee notenbomen is zichtbaar en verder voornamelijk grasland. Aansluitend diverse weilanden.
Startpunt van de tuin. Eén van de twee notenbomen is zichtbaar en verder voornamelijk grasland. Aansluitend diverse weilanden (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Rondom de natuurtuin

Rondom het perceel liggen enkele interessante landschapselementen. Deze kunnen het aantrekken van nieuwe soorten versnellen en de potentie van het aantal soorten vergroten. Allereerst ligt het perceel dicht bij de maas, één van de grote rivieren van Nederland. Dit zou wellicht interessant kunnen zijn voor watervogels en trekvogels in de omliggende graslanden. 

Daarnaast ligt binnen een straal van 200 meter een kasteel. Op het perceel van het kasteel staan ook veel volwassen bomen en is er een grote vijver terug te vinden. Dit biedt kansen voor amfibieën en libellen, daar zij niet zo’n grote actieradius hebben en de vijver dus binnen 200 meter van ons perceel ligt.
De overbuurman heeft een lange struweel met inheemse soorten langs het perceel. Hier hebben we vrijwel meteen een familie mussen in gespot. Verder biedt dit ook een uitstekende route voor kleine zoogdieren. Langs de weg waar het perceel aan ligt, staat een lange populieren rij, wat navigatie biedt aan vleermuizen. 

Als laatste grenst het perceel aan een aantal weilanden, waar in sommige weilanden koeien lopen en sommige alleen gebruikt worden om gras te oogsten. Deze weilanden lijken enigszins geschikt te zijn voor trekvogels als rustplaats. 

Waargenomen soorten in eerste twee weken

In de eerste twee weken dat we de sleutel hadden hebben we geen verbeteringen aangebracht in het kader van het verhogen van de biodiversiteit. Hier hadden we het enerzijds veel te druk voor, maar gaf het ons anderzijds de mogelijkheid te zien wat er op het moment aanwezig is op het perceel. Ondanks dat we wisten dat er weinig groen te vinden was, viel het alsnog een beetje tegen. 

Een van de soorten die er in de zomer steevast lijken te zitten zijn de boerenzwaluwen. In een grote groep vliegen ze constant over en weer over de omliggende weilanden en over ons stuk grasland, op jacht naar insecten. Tegen de avond zien we ze vaak op de weide paaltjes zitten. Twee eksters bezoeken ons perceel regelmatig. Druk pratend met elkaar vliegen ze van boom naar boom, om vervolgens weer naar een verderop gelegen perceel te verhuizen. Zoals gezegd is de tot nu toe aangetroffen soortenlijst nog erg karig. Geen mezen, mussen of merels zijn nog in de tuin te ontdekken. Hier ligt voor ons dus nog een leuke uitdaging. 


Lees ook: tips voor het aanleggen van een natuurtuin


De tuin wordt ook regelmatig bezocht door een aantal houtduiven, maar deze verblijven over het algemeen in de omliggende weilanden. De meest bijzondere waarneming tot noch toe was toch wel het boomkruipertje, dat zich op kenmerkende wijze verticaal over de stam van een boom bewoog. Helaas is het tot nu toe bij die ene waarneming gebleven. Wellicht dat we in de toekomst een nestkast maken en deze ophangen in de kersenboom.

Een boomkruiper die op kenmerkende wijze tegen de stam kruipt.
Een boomkruiper die op kenmerkende wijze tegen de stam kruipt

En verder

Naast vogels hebben we ook een enkele keer een zoogdier gezien. Op een ochtend lag er een haas in het grasland en ’s avonds zien we de vleermuizen (soort nog nader te bepalen) langs de gevels vliegen. Met onze wildcamera hebben we één keer keer een egel vastgelegd. Daarnaast hebben we nog een dode mol gevonden en een afgebeten hoofd van waarschijnlijk een rat. Als laatste kunnen we nog vermelden dat we op diverse plekken uitwerpselen hebben gevonden, vermoedelijk van een marterachtige. Met behulp van de wildcamera hopen we hier in de toekomst meer duidelijkheid over te kunnen verschaffen. 


Lees ook: 10 tips voor meer vogels in je tuin


Rondom de tuin

Dan zijn er nog enkele soorten die zich rondom de tuin ophouden, maar die we nog niet daadwerkelijk in onze tuin hebben gezien.

Een waterschaal en vogelvoer opgehangen dichtbij het huis.
Een waterschaal en vogelvoer opgehangen dichtbij het huis (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Zo foerageren er dagelijks aan het einde van de middag twee zwarte kraaien door het aangrenzende weiland. Daarnaast hebben we al meerdere keren een buizerd gehoord, die zich kennelijk ergens in de omgeving ophoudt. 

Zoals eerder genoemd woont er bij de overbuurman in het perceel een familie mussen, die op rustige tijden nog wel eens de weg over willen steken en zich dan bijna op ons perceel bevinden. 

Als laatste hebben we nog de ganzen die tegen de avond over komen vliegen, in de klassieke v-vorm formatie, en landen in een aangrenzend weiland. Hier hebben we grauwe, brand-, riet- en nijlganzen tussen kunnen ontdekken. 

De eerste maatregelen getroffen

Na ruim twee weken niets gedaan te hebben aan het perceel hebben we een goede indruk gekregen van wat er zich nu op het perceel bevindt. Hoogste tijd om wat veranderingen aan te brengen. We hebben op diverse plekken vogelvoer aangeboden (verschillende varianten; strooivoer, pindakaaspotjes), een waterschaal en op diverse plekken nestkasten opgehangen. 

Verder hebben we nog op enkele zonnige plaatsen een aantal insectenhotels opgehangen. 

Vervolgstappen op weg naar een natuurtuin

De komende tijd willen we op diverse plekken wat groen gaan planten, aangezien er nog weinig van het vogelvoer gegeten wordt. We vermoeden dat kleine tuinvogels zoals mezen en kwikstaarten nog wat te weinig beschutting vinden om hier veilig het voer te kunnen eten. Hiervoor gaan we wat heesters en een meerstammige boom aanplanten en kleden we dit verder aan met bloeiende vaste planten om ook meer insecten te lokken. 

Een van de eerste nestkastjes in de tuin.
Een van de eerste nestkastjes in de tuin (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Verder is het de bedoeling om in het najaar afrastering te plaatsen en daar tegenaan een gemengde haag te planten. Deze zal bestaan uit uitsluitend inheemse haag-, struweel- en klimplanten zoals; meidoorn, veldesdoorn, vlier, kamperfoelie en hop. 

Ook willen we een kleine amfibieënpoel aanleggen (lees hier hoe je zelf een poel aan kunt leggen), wat tevens dienst kan doen als drinkplaats voor vogels en kleine zoogdieren. Daar zullen waarschijnlijk ook juffers en libellen op af komen en zal de soortenrijkdom onder de insecten ook toenemen. 

Klik hier om naar deel II te gaan.

Disclaimer: in deze terugkerende blog spreken we over een natuurtuin. Echter is dit niet een standaard tuin waar de meest mensen aan denken bij het woord tuin. Het grootste deel van het perceel wordt aangeplant met uitsluitend inheemse soorten, die terugkeren in het omliggende landschap. Hier laten we de natuur vervolgens zoveel mogelijk haar gang gaan.


Lees ook: gemengde haag aanplanten


Soortenoverzicht natuurtuin 21-08-2022 (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Bouwtekening nestkast koolmees

Een koolmees inspecteert of de kust veilig is om te gaan vliegen

Om de natuur een handje te helpen, hoef je niet per se hectares grond te hebben, of een grote zak met geld om natuurorganisaties te steunen. Met een beetje handigheid, een klein budget en flink wat creativiteit kun je een ontzettend goede bijdrage leveren aan de lokale natuur. In deze doe-het-zelf serie geven we je tips and tricks om op een creatieve manier van alles te maken om je tuin een natuur-upgrade te geven! In deze blog lees je hoe je een nestkast voor een koolmees kunt maken, zodat je deze zelf naar je tuin kunt lokken.

De koolmees (Parus major)

Koolmees
De koolmees is een van de bekendste tuinvogels in ons land

We kennen hem allemaal wel. Het kleine gele vogeltje, met zwarte kop die, vrolijk kwetterend, van tuin naar tuin vliegt. De koolmees is een algemeen bekende broedvogel in Nederland, die van oorsprong in loofbossen leeft, maar zich uitstekend heeft aangepast aan het landschap wat wij als mensen gecreëerd hebben. 

Als we hem iets specifieker omschrijven zien we dat het lichaam overwegend geel is, met een zwarte verticale streep over de borst, die doorloopt in de overwegend zwarte kop, met witte wangvlekken. De koolmees heeft een overwegend groene bovenzijde met een witte vleugelstreep en ietwat blauw schijnende vleugels. Een kleurrijke mees, die overigens de grootste mees is die in Nederland voorkomt. 

De overwegend zwarte kop met witte wangvlekken is typerend voor de koolmees.
De overwegend zwarte kop met witte wangvlekken is typerend voor de koolmees

De koolmees komt in heel Nederland voor, zolang er maar wat bomen te vinden zijn. (Loof)bossen, parken, tuinen, de koolmees is snel tevreden en zal zich er gauw thuis voelen. Ze hebben een vrij uitgebreide zang, maar is het best te herkennen aan de zang die vaak wordt omschreven als het ritme van een fietspomp. Koolmezen zijn in Nederland standvogels (lees hier meer over de verschillende strategieën van vogels), wat inhoudt dat ze gedurende de winter in Nederland blijven. Bij strenge winters kan het zijn dat meer noordelijk levende koolmezen in Nederland komen overwinteren. 


Lees ook: bouwtekening nestkast pimpelmees


Voedsel en voortplanting

Koolmezen zijn echte zaad- en insecteneters. Het menu bestaat voornamelijk uit kleine insecten, zaden, zonnebloempitten en nootjes. Daarnaast is de koolmees een van de eerste soorten die een voedertafel komt bezoeken op het moment dat je hierop voedsel aanbiedt in je tuin. Vooral in de winter wordt hier dankbaar gebruik van gemaakt. Pindanetjes, vetbollen, strooivoer (het liefst met zonnebloempitten), worden enorm gewaardeerd en zullen zeker koolmezen naar je tuin trekken. 

Daarnaast worden er de laatste jaren door instanties ook steeds vaker nestkasten opgehangen voor (kool)mezen in de bestrijding tegen processierups. De processierups is een uitstekende eiwitrijke voedselbron voor de koolmees en ze leveren hiermee in een belangrijke bijdragen in het beheersen van dit probleem. 

Van nature leeft de koolmees in voornamelijk loofbossen en ze broeden hier in holen van oude bomen. Echter maken ze in verstedelijkt gebied ook zeer dankbaar gebruik van nestkastjes. Eind april start de broedtijd en afhankelijk van het voedselaanbod leggen ze één of twee nestjes in een jaar. Het aantal eieren per legsel is tussen de acht en dertien stuks, deze zijn wit gekleurd met rode stippen. 

De wit met rode gestippelde eieren van de koolmees.
De wit met rode gestippelde eieren van de koolmees

Na ongeveer twee weken broeden komen de eieren uit en breekt er een drukke tijd aan voor de ouders. Beide ouders moeten constant op en neer vliegen om de jongen te voeden om ze binnen drie weken klaar te krijgen voor de buitenwereld. Nadat de jongen zijn uitgevlogen worden ze nog twee a drie weken gevoerd door de ouders, waarna ze op eigen kracht verder moeten gaan. 

Nestkast koolmees

Zoals eerder benoemd maken koolmezen dankbaar gebruik van nestkastjes. Er moet wel met een paar dingen rekening gehouden worden om ervoor te zorgen dat het nestkastje voldoet aan de wensen en eisen van de koolmees. Aan het einde van dit artikel vind je een bouwtekening van een nestkastje voor de koolmees. Deze kun je gratis gebruiken om je eigen nestkast te maken. Hierop staan alle maten en daarnaast staat er ook een zaagschema op, zo weet je precies hoeveel hout je moet halen en voorkom je dat je te veel of te weinig koopt! 

Een jonge koolmees bijna klaar om het nest te verlaten.
Een jonge koolmees bijna klaar om het nest te verlaten

Er zijn nog een paar andere dingen die belangrijk zijn. Als je de nestkast gemaakt hebt is het tijd om deze op te hangen. Zorg ervoor dat deze stevig hangt en niet bij de eerste beste windvlaag omlaag dondert. De invliegopening  kan het beste naar het Noorden, Noordoosten of Oosten gericht zijn. Hiermee voorkom je dat er wind, regen of felle zon in komt. Er moet ook voldoende ruimte zijn om de invliegopening binnen te vliegen. Rondom de nestkast mag er wel best wat groen aanwezig zijn, zodat het nestkastje goed beschut hangt. 

Hang het kastje zo’n twee meter boven de grond. Hiermee voorkom je dat katten of andere roofdieren het kastje makkelijk kunnen bereiken. Om helemaal zeker te zijn dat de eitjes van de koolmees beschermd zijn kun je er nog voor kiezen een marterkorfje er op te plaatsen. Een goede, stevige marterkorf is hier te bestellen, via bol.com.


Lees ook: bouwtekening nestkast spreeuw


Meerdere nestkastjes en onderhoud

Wil je graag meerdere nestkastjes in je tuin? Dit kan, echter zorg er dan wel voor dat je voldoende afstand tussen de nestkastje hebt zodat ze allemaal genoeg privacy hebben. Wil je een andere soort in het tweede nestkastje? Dan is ca. drie meter afstand er tussen voldoende. Wil je nog een tweede koolmees lokken naar je nestkast? Dan is het beter om nog wat meer ruimte er tussen te houden. Vogels van dezelfde soort kunnen namelijk erg territoriaal zijn naar elkaar. 

Maak de nestkast ieder jaar ergens in het najaar (oktober) schoon. Gebruik hiervoor geen schoonmaakmiddelen maar alleen heel heet water. Hang het nestkastje meteen weer terug op, in de winter wordt het nog wel eens gebruikt als rustplek. 

Voor welke soorten nog meer geschikt?

Het kan zijn dat je zelf gemaakt nestkastje niet bewoond wordt door de koolmees, maar door een andere vogelsoort. Andere soorten die dezelfde nestkast kunnen gebruiken zijn de bonte vliegenvanger, pimpelmees, kuifmees, zwartkop, glanskop en gekraagde roodstaart. 

De bonte vliegenvanger maakt soms ook gebruikt van koolmees nestkastjes.
De bonte vliegenvanger maakt soms ook gebruikt van koolmees nestkastjes

Tekening nestkast en bestellijst

Hieronder vind je de gratis bouwtekening voor een nestkast voor de koolmees. Wij raden aan om als houtsoort beuken-, lariks- of eikenhout, van 15mm dik te gebruiken. Dit is hardhout wat erg duurzaam is en wat lokaal geproduceerd wordt. Watervast multiplex kan ook gebruikt worden. Onderaan de tekening staat een zaagschema. Als je hout haalt bij de bouwmarkt kan het zijn dat ze een zaagafdeling hebben. Hier kun je soms kosteloos je hout al in de juiste maten laten zagen. Neem je tekening dus mee als je naar de bouwmarkt gaat!


Lees ook: bouwtekening nestkast boomkruiper


Gebruik RVS schroeven om het hout mee vast te schroeven. RVS is beter bestand tegen roesten dan verzinkte schroeven, dus beter geschikt om buiten te gebruiken. 

Bij de bouwmarkt kun je hout en schroeven halen voor je nestkast. Als je nog hout overhoudt gooi dit dan niet weg! Dit kun je in de toekomst gebruiken voor een andere nestkast te maken. 

Heb je geen zin om zelf te gaan klussen maar wil je wel graag een nestkastje ophangen? Bestel dan een kant-en-klare nestkast voor je tuin. Via deze link (vivara) zijn koolmees nestkastjes in allerlei soorten en maten te bestellen.

Bouwtekening nestkast koolmees
Bouwtekening nestkast koolmees (De natuur van hier)

Veelgestelde vragen

Hoe lok je een koolmees naar je nestkast?

Zorg ervoor dat je nestkast stevig hangt, ca. 2 meter boven de grond en met de invliegopening gericht op het Noorden, Noordoosten of Oosten. Richt je tuin zo in dat er voldoende voedsel te vinden is en er een plek is waar vogels kunnen drinken. 

Hoe maak ik een nestkastje voor een koolmees?

Een nestkast voor een koolmees kun je maken van beuken- of eiken houten planken. De kast moet circa 16x16x28cm groot zijn met een invliegopening van 32mm. Zie de bouwtekening eerder in dit artikel.

Waar nestkast koolmees ophangen?

Hang het nestkastje op een rustige plek in je tuin op, ongeveer twee meter boven de grond. Zorg dat de invliegopening vrij is en dat het kastje stevig hangt met de invliegopening richting het Noorden, Oosten of Noordoosten. Hang het kastje minstens drie meter van andere kastje vandaan. 

10 Tips voor meer vogels in je tuin

Voor een boomklever moet je meer moeite doen: hij is gek op oude bomen

In iedere tuin in Nederland komen vogels voor, zelfs als er alleen maar tegels liggen. Maar hoe zorg je er nou voor dat je naast de koolmees, merel en houtduif nog andere vogelsoorten in je tuin krijgt? Met deze tien tips komen er soorten naar je tuin die je niet had zien aankomen!

Huismussen zijn echte tuinvogels
Huismussen zijn echte tuinvogels

1. Water in de tuin

Een van de effectiefste manieren om meer vogels in je tuin te krijgen is door water in je tuin aan te brengen. Dit kan op verschillende manieren. Plaats bijvoorbeeld een waterschaal in de tuin. Wij hebben zelf deze (via de link te bestellen bij bol.com). Deze bevalt erg goed omdat deze op iedere gewenste plek (aan een tak) in de tuin te hangen is en lekker diep is, waardoor deze niet snelt droog valt. Haal de waterschaal in de winter wel naar binnen. Als de vogels in de winter te nat worden kunnen de veren bevriezen, wat de vogel fataal kan worden.

Daarnaast kun je een beekloopje creëren die uitloopt op een poel of vijver. In deze blog leggen we uit hoe je het aanleggen van een poel het beste aan kunt pakken.

Plaats je waterornament op een centraal plekje in de tuin en je ziet verschillende soorten vogels hierop af komen om te drinken, of om een heerlijk bad te nemen. Zorg dat het waterornament goed zichtbaar is vanuit een raam in de woonkamer of keuken, het wassen levert vaak fotogenieke plaatjes op! 

Een koolmees neemt een verfrissend bad.
Een koolmees neemt een verfrissend bad

2. Lok vogels met voer

Vogelvoer aanbieden is natuurlijk ook een perfecte manier om meer vogels in je tuin te krijgen. Maar het is ook zeker belangrijk om na te denken wat voor voer je aanbiedt. Als je altijd maar alleen vetbollen ophangt, weet je zeker dat je soortenrijkdom niet exponentieel toe zal nemen.

Bied verschillende soorten voer tegelijk aan, maar wissel ook af met voedsel. Varieer in vorm (los zaad, vetbollen, pindakaas potjes, etc.), maar varieer ook in soort; voer zowel plantaardig als dierlijk voer om zoveel mogelijk soorten te trekken.

Let er ook op dat je voedsel op verschillende plekken aanbiedt en dat je zowel voor kleine als voor grote vogels voerplaatsen maakt. Zo zijn er voor kleine vogels bijvoorbeeld speciale voerrekjes te krijgen waarbij grote vogels niet bij het voer kunnen. Koop je voer bij een betrouwbaar bedrijf, die het beste voor hebben met de natuur. Goedkoop voer bij grote winkelcentra ziet er aantrekkelijk uit, maar is vaak slechte kwaliteit en soms zelf schadelijk. Zelf kopen we al ons vogelvoer via vivara.nl. Dit is onderdeel van de Vogelbescherming, waarvan we weten dat de kwaliteit goed is en er een deel van de opbrengsten naar speciale vogelprojecten gaan.

Het roodborstje is een graag geziene (winter)gast in veel tuinen.
Het roodborstje is een graag geziene (winter)gast in veel tuinen

3. Nestkasten en nestmateriaal

Meer vogels in  je tuin? Dan mogen nestkastjes zeker niet ontbreken! Gebruik nestkastjes voor verschillende soorten, vooral de type opening en de grootte van het kastje zijn hierbij van belang.

Hang een nestkastje op voor de mezen (via deze link is een mooie te bestellen van de vogelbescherming (bol.com)) en een nestkastje voor de merels. Uiteraard kun je ook proberen een roodborstje of een kwikstaartje in je tuin te laten broeden. Een waar feest is het als het je lukt een soort naar je tuin te lokken die in kolonies broedt. Hang meerdere zwaluwnesten op en wie weet heb je binnenkort een ware kolonie vogels in je tuin! Als je een dichte (gemengde) haag aanplant of een mussenhotel ophangt heb je kans dat een mussenfamilie zich in je tuin settled. 

Meer dan de standaard vogels

Heb je een grotere tuin? Dan heb je ook een goede kans om grotere vogels naar je tuin te lokken.  Als je aan een open veld woont is het wellicht een idee om een torenvalk nestkast te plaatsen. Hier vind je een bouwtekening van een nestkast voor een torenvalk. Let er op dat deze hoog genoeg staat en een vrije ingang heeft, zodat de valken makkelijk in en uit kunnen vliegen.

Woon je aan de rand van een bos of heb je zelfs een bostuin? Hang dan hoog in een boom een nestkast voor een bosuil op of een kastje voor spechten. Wil je het echt allemaal van dichtbij meemaken? Kies dan voor een vogelhuisje met webcam en volg het proces van A-Z op de voet.


Lees ook: bouwtekening nestkast pimpelmees


Onderhoud

Vergeet niet het nestkastje één keer per jaar schoon te maken. Dit verhoogt de kans op een nieuw nestje het jaar erop. Het nestkastje schoonmaken doe je in het najaar. Sommige vogelsoorten hebben meerdere legsels per jaar waardoor het in de late zomer nog bezet kan zijn. Wacht dus lang genoeg zodat je dit legsel zeker niet verstoort.

Schoonmaken doe je met alleen heet water. Spoel heet water in het nestkastje als het oude nest er nog in zit. Oude nesten zitten vaak vol met vlooien, door er heet water over te gieten voorkom je dat de vlooien overspringen. Verwijder vervolgens het oude nest en spoel nog grondig na met heet water en schrob met een borstel. Laat het nestkastje drogen en hang het vervolgens weer op, zodat  het er weer een vol jaar tegenaan kan!

4. Aanwezigheid van bloemen en inheemse planten

De aanwezigheid van bloemen en inheemse planten is erg belangrijk. Bloeiende planten trekken insecten aan wat op hun beurt weer voedsel is voor vogels. Zorg dat je het hele jaar door bloeiende planten in je tuin hebt om hier optimaal gebruik van te maken.

Kies in het voorjaar voor bijvoorbeeld dagkoekoeksbloem, pinksterbloem en wilg. In de zomer ga je voor duizendblad, kattenstaart of zonnebloemen. Voor in de herfst plant je asters of anemonen en plant een toverhazelaar of een groep nieskruid voor bloei in de winter. Uitgebloeide bloemen bieden daarnaast uitstekend nestmateriaal voor vogels. In deze blog lichten we vijf kruidachtige planten toe voor in je tuin.

Kies bij voorkeur voor inheemse planten. Inheemse planten trekken meer verschillende soorten insecten aan, wat weer meer keuze biedt aan de insectenetende vogels. Daarnaast doen inheemse planten het vaak ook beter dan exotische tuinplanten waardoor ze ook een langere periode in bloei staan.

Bloemen in je tuin bieden voedsel en nestmateriaal (uitgebloeide bloemen) voor vogels.
Bloemen in je tuin bieden voedsel en nestmateriaal (uitgebloeide bloemen) voor vogels

Lees ook: tips voor het aanleggen van een natuurtuin


5. Beschutting

Naast zaken zoals voedsel en water is er nog een belangrijk aspect wat (kleine) vogels nodig hebben om zich op hun gemak te voelen: beschutting! Ga voor planten en struiken van verschillende hoogtes. Kies voor planten met een dichte groei zoals hulst of kardinaalsmuts. Je kunt daarnaast ook kiezen een haag aan te planten, dit biedt schuilmogelijkheden voor bijvoorbeeld een familie mussen. Kies voor beuk, liguster, meidoorn, veldesdoorn of een mix van deze soorten (gemengde haag).

Zorg er ook voor dat er een aantal wintergroene struiken in de tuin te vinden zijn. Dit geeft vogels bescherming in de winter. Denk hierbij aan; hulst, laurier, taxus of sneeuwbal.

Struiken met doorns bieden bescherming voor vogels. Klimroos, vuurdoorn en meidoorn zijn goede voorbeelden van doornstruiken en -planten die een beschermde plek in je tuin kunnen bieden aan vogels. 

6. Leg een stuk gazon aan

In een typische vogeltuin mag een stuk gazon zeker niet ontbreken. Een gazon is een bron van voedsel voor vogels, zowel dierlijk als plantaardig. Afhankelijk van hoe je je gazon onderhoudt, komen er in meer of mindere mate andere soorten beplanting in je gazon, zoals klaver, madeliefje en biggenkruid. Daarnaast zorgen mieren, wormen, emelten en engerlingen voor een gevarieerd aanbod aan dierlijk voedsel voor vogels. 

Met een stukje gazon in je tuin maak je je tuin vooral aantrekkelijk voor merels, spreeuwen en lijsters. Je zult getuige zijn van het voortplantingsgedrag van merels of je zult grote groepen lijsters en spreeuwen, driftig op zoek naar dierlijk voedsel, waarnemen. Allemaal prachtige schouwspellen om te zien!

7. Insectenhotels

Zoals al eerder aangegeven in deze blog is de aanwezigheid van insecten in je tuin van groot belang om insectenetende vogels aan te trekken. Naast dat je hiervoor (bloeiende) planten kunt aanplanten, kun je hier voor ook insectenhotels ophangen. Ook hierbij is variatie het sleutelwoord. Een insectenhotel bestaat vaak uit meerdere segmenten, waarbij ieder segment voor een andere insectensoort geschikt is. Maar naast deze ‘standaard’ insectenhotels zijn er ook nog hotels speciaal voor lieveheersbeestjes, bijen en zijn er speciale vlinderkasten.

Wees niet te gauw tevreden. Het motto ‘meer is beter’ is hier zeker van toepassing. Meer insecten betekent ook automatisch meer vogels. Daarnaast help je de insecten er ook nog een handje mee, want natuurlijk worden niet alle insecten opgegeten door de vogels. Maak zelf een insectenhotel of kies voor gemak en bestel een kant-en-klare (via deze link te bestellen bij bol.com).

Insectenhotels met meerdere segmenten vormen een perfecte plek voor een grote diversiteit aan insecten.
Insectenhotels met meerdere segmenten vormen een perfecte plek voor een grote diversiteit aan insecten

8. Plant klimplanten tegen schuttingen en muren aan

Met behulp van klimplanten krijg je zelfs de moeilijkste plekjes in je tuin groen. Klimplanten zijn er in vele soorten en maten en bieden voedsel, bescherming en zelfs een plek voor te broeden voor vogels in je tuin. Kies je een wintergroene klimplant of ga je voor een soort met een fantastische bloei?

De winterjasmijn biedt insecten voedsel op zonnige dagen in de winter/vroege voorjaar, de klimhortensia kun je in de schaduw plaatsen, kamperfoelie en klimrozen bieden bessen voor vogels en de klimop biedt het hele jaar door beschutting en is overigens een ware voedselbron voor insecten in de zomer. Er is keuze genoeg dus!

9. Plant planten en struiken met eetbare vruchten

Voedsel in je tuin is, zoals je inmiddels wel weet, belangrijk voor meer vogels in je tuin. Plant dus veel planten en struiken met eetbare vruchten. Zowel voor kleine als voor grote tuinen zijn uitstekende vruchtdragende planten en struiken te vinden.

Besdragende soorten zoals sleedoorn, meidoorn en lijsterbes bieden in het najaar bessen voor vogels. BIjkomend voordeel is dat ze ook nog allemaal eerst bloeien waar weer insecten op af komen. Deze soorten zijn ook prima in een haag of in een struweel aan te planten. Lees in deze blog hoe je dat zelf doet.

Een fruitboom of -struik is natuurlijk ook een goede keuze. Appel-, peren-, pruimen- en kersenbomen zijn prachtige bomen om  in je tuin te hebben, het fruit in de zomer trekt onwijs veel verschillende soorten vogels aan en zelf kun je ook je appel of peer plukken. Kauwen, zwarte kraaien en spreeuwen komen graag je tuin bezoeken voor een vers stukje fruit. Daarnaast zijn tegenwoordig veel fruitsoorten in van allerlei soorten en maten te krijgen, als hoogstam, laagstam, leiboom en soms zelfs in struikvorm. Voor iedere tuin is er wel iets te vinden. 


Lees ook: de beste inheemse vijverplanten


Vogels zijn ook gek op noten

Iets minder voor de hand liggend zijn bomen zoals zomereik, walnoot of hazelaar, maar ook zeker deze bomen lokken vogels naar je tuin. Een treffend voorbeeld hiervan is natuurlijk het verhaal van de eik en de gaai. Gaaien verzamelen in het najaar eikels en verstoppen deze elders om de winter door te komen. Tijdens het verzamelen kan een gaai wel tot zes eikels in één keer vervoeren. Hij slikt er dan vijf door en de zesde houdt hij in zijn bek. Een prachtig fenomeen om een gaai aan het werk te zien!

De kersen van een kersenboom worden graag genuttigd door diverse vogels. Daarnaast heeft deze boom in het voorjaar een prachtige bloei.
De kersen van een kersenboom worden graag genuttigd door diverse vogels. Daarnaast heeft deze boom in het voorjaar een prachtige bloei

10. Wat vooral niet doen

De laatste tip gaat om wat je vooral niet moet doen. Veel groen betekent veel vogels in je tuin, dus beperk het gebruik van (half)verharding zoals grind, split, tegels en bakstenen in je tuin.  

Daarnaast moet je zeker niet al het groen in je tuin in één keer snoeien. Vogels vinden schuilplekken in het groen in je tuin, dus mocht je dit allemaal in één keer snoeien dan ontneem je dus al hun schuilmogelijkheden. Probeer snoeien gefaseerd uit te voeren gedurende het hele jaar. Snoei wintergroene struiken niet in de winter, knip je blauwe regen in februari, de vlinderstruik in maart of april, voorjaarsbloeiers na de bloei en (bladverliezende) bomen in de winter. Zo hebben de vogels altijd een plekje in je tuin om zich terug te trekken.

Geef vogels de ruimte in het voorjaar

Snoei daarnaast wintergroene struiken en bomen niet in het voorjaar. Het voorjaar is de tijd dat de meeste vogels broeden, dit is de tijd dat je ze zo min mogelijk moet storen. Sommige vogels broeden al vroeg in februari en andere nog tot in augustus. Meestal wordt de periode 15 maart tot 15 juli aangehouden als broedseizoen. Probeer in deze periode je snoeischaar dan ook zo veel mogelijk in de garage te laten (behalve de noodzakelijke werkzaamheden uiteraard). 

Doe vooral niet te veel!

Als allerlaatste tip kunnen we je geven dat je je tuin niet volledig moet opruimen. Een tuin winterklaar maken klinkt heel logisch, maar eigenlijk doe je hier meer fout mee dan goed. Zorg ervoor dat er altijd rommelhoekjes aanwezig zijn en er altijd in het najaar wel wat afgevallen bladeren liggen. Uitgebloeide zomerbloeiers kun je het beste ook pas snoeien in het voorjaar. Uitgebloeide takjes worden gebruikt als nestmateriaal en doen dienst als overwinteringsplek voor insecten. Rommelhoekjes zorgen ook voor meer biodiversiteit in je tuin (lees hier waarom biodiversiteit belangrijk is), wat de vogels natuurlijk weer ten goede komt.

Nog niet uitgelezen? Lees dan ons verslag van de ontwikkeling van onze 3,5 are grote tuin die we omtoveren tot een natuurtuin en vogelparadijs.

Aanleggen poel

Om de natuur een handje te helpen, hoef je niet per se hectares grond te hebben, of een grote zak met geld om natuurorganisaties te steunen. Met een beetje handigheid, een klein budget en flink wat creativiteit kun je een ontzettend goede bijdrage leveren aan de lokale natuur. In deze doe-het-zelf serie geven we je tips and tricks om op een creatieve manier van alles te maken om je tuin een natuur-upgrade te geven! In deze blog laten we je zien hoe je zelf een poel kunt aanleggen.

Een poel is een rijkdom aan leven 

Poel (Saxifraga - Jan van der Straaten)
Een poel herbergt een rijkdom aan soorten (Saxifraga – Jan van der Straaten)

Een van die dingen die je prima zelf kunt doen is het aanleggen van een poel. Een poel is misschien wel een van de beste manieren om de biodiversiteit omhoog te krikken (lees hier waarom dat belangrijk is). Water trekt nou eenmaal van allerlei soorten planten en dieren aan, zelfs soorten die je tuin eerst links lieten liggen.

Poelen kun je maken in allerlei soorten en maten. Heb je een grote tuin, dan zou je ervoor kunnen kiezen met een graafmachine een flinke poel uit te graven. Denk hierbij aan een poel met een diameter van 20 tot 30 meter.  Heb je wat minder ruimte of budget, dan is het aanleggen van een kleine poel ook al een enorme aanwinst. 

Beide methodes vragen een totaal andere aanpak. In deze blog zullen we dan ook de zaken steeds benoemen voor enerzijds de grote aanpak en anderzijds voor de aanleg van een kleine poel.

Paradijs voor amfibieën

In Nederland leven in totaal zestien soorten amfibieën (kikkers, padden en salamanders), waarvan er zo’n vijf vrij algemeen voorkomen. De overige soorten komen maar in bepaalde delen van het land voor en stellen zeer specifieke eisen aan hun biotoop. Allemaal zijn ze in meer of mindere mate afhankelijk van natuurlijke poelen. Afhankelijk van onder andere de ligging, grootte en nog een aantal zaken kun je een aantal amfibieën soorten naar je tuin lokken met het aanleggen van een poel.

Groene kikkers zullen waarschijnlijk een van de eerste bewoners worden van de poel
Groene kikkers zijn vaak een van de eerste bewoners van de poel

Amfibieën gebruiken poelen als voortplantingsplaatsen. Ze zetten hier de eieren af en de larven groeien hier op. De volwassen amfibieën trekken na de eiafzet naar het tweede gebied, het zomergebied. Hier verblijven ze de gehele zomer om vervolgens door te trekken naar het overwinteringsgebied. Dit is vaak een beschutte plek (eikenbos, houtwal, etc.) waar ze een winterslaap houden. Om je poel ideaal te maken voor amfibieën is het aan te raden een zomer- en winterverblijf nabij te hebben. Ook is het raadzaam om bij het aanleggen van een poel rekening te houden met andere poelen. Ideaal is het als er binnen enkele honderden meters van de aan te leggen poel nog een andere poel te vinden is. Dit zorgt ervoor dat je poel snel bevolkt is.  


Lees ook: tips voor het aanleggen van een natuurtuin


Aanleggen van een poel

Zojuist omschreven we al een beetje waar je op moet letten om je poel tot een succesvolle amfibieënpoel te maken. Echter zijn er nog veel meer zaken om rekening mee te houden. Een goede voorbereiding is hierin zeker het halve werk. Je legt een poel immers maar één keer aan en iedere fout die je maakt is later moeilijk op te lossen. Denk dus eerst goed na en zet dingen op papier om tot een gedetailleerd plan te komen. Ook is het raadzaam om advies in te winnen. Dit kan bij collega-hobbyisten zijn, maar ook een stichting als RAVON of de provincie/gemeente kan je wellicht helpen je ideeën concreter te maken. 

Algemene richtlijnen poel aanleggen

Als je nou kiest voor een grote natuurlijke poel of een kleine halfnatuurlijke poel, er zijn een paar richtlijnen die je altijd moet toepassen. Dit begint al bij de bepaling van de plek voor de poel. Wanneer je een poel gaat aanleggen dien je rekening te houden met de bestaande situatie. Kap geen volwassen bomen en verwijder geen zeldzame vegetatie of andere waardevolle natuurwaarden zoals houtwallen, graften, bomenlanen, etc. 

Situeer je poel niet direct onder een bomengroep. Te veel bomen rondom je poel zorgen voor teveel schaduw, met als gevolg dat je poel (vooral) in het voorjaar niet genoeg opwarmt. Hierdoor is het water niet warm genoeg voor de ontwikkeling van de larven. Daarnaast zorgen bomen voor bladinval. Te veel bladinval is niet gewenst omdat dit het water verrijkt. 

Een poel aangrenzend aan andere natuur zal sneller bevolkt worden
Een poel aangrenzend aan andere natuur zal sneller bevolkt worden

De omgeving

Eerder benoemde we al dat amfibieën een voortplantings-, zomer- en overwinteringshabitat hebben. Idealiter gezien wil je deze drie habitats binnen enkele honderden meters van elkaar zien. Verdiep je dus ook, naast het maken van een poel (voortplantingshabitat), in de andere habitats die amfibieën nodig hebben. Deze kunnen per soort sterk verschillen. Doe onderzoek (gebruik hiervoor bijvoorbeeld een website als waarneming.nl) naar welke amfibieën er in jouw regio voorkomen. Bestudeer je erf en aangrenzende percelen om te achterhalen op welke soort(en) jij je het beste kunt focussen. Cruciaal bij het bestuderen van aangrenzende zomer- en overwinteringshabitats is dat deze goed bereikbaar zijn voor amfibieën. De meeste amfibieën hebben een home range van enkele honderden meters, binnen deze range moeten dus alle drie habitats voorkomen. Let ook op barrières in het landschap.  Drukke auto(snel)wegen en brede kanalen kunnen ervoor zorgen dat amfibieën niet de oversteek kunnen maken. 

Situering en andere bewoners

Wanneer je de poel in een rivier rijk gebied aanlegt, zorg er dan voor dat je ver genoeg van een beek of rivier afblijft. Bij hevige regenval en hoogwater kan er water uitwisseling plaatsvinden, wanneer te dicht bij een beek of rivier gesitueerd, waardoor er vissen over kunnen komen of de watersamenstelling significant verandert. 

Belangrijk is dat er geen (grote) vis in de poel aanwezig is. Vissen zijn predatoren van de juvenielen van amfibieën en te veel vis verstoort de populatiegroei aanzienlijk. Ook (te veel) eenden en ganzen zijn niet gewenst in de poel. Zij vormen een bedreiging (predatie) voor volwassen exemplaren. 

Verder moet je voor dat het graafwerk gestart wordt nagaan of er een vergunning vereist is in jouw gemeente. Het kan zijn dat er een aanlegvergunning verplicht wordt gesteld of dat een ontgrondingsvergunning aangevraagd moet worden voor de graafwerkzaamheden. De voorwaarden hieromtrent verschillen per gemeente dus denk hier goed over om achteraf gedoe te voorkomen. 

Een poel zorgt voor beleving in de tuin
Een poel zorgt voor beleving in de tuin

Beste periode voor het aanleggen van een poel

In principe kan een poel het hele jaar door aangelegd worden. Houd er in het groeiseizoen wel rekening mee dat bestaande natuur beschadigd/verstoord wordt. Voorkom dit ten alle tijden. In natte periodes (voorjaar/najaar) is het wellicht lastig met grote machines te werken. Voor het werken met machines lijken de zomer en de vorstperiodes het meeste geschikt. Voor het aanleggen van je poel lijkt daarom de winterperiode het meest geschikt, omdat veel soorten dan ook in rust zijn, wat beschadiging/verstoring beperkt. Het kan echter wel lastig zijn graafwerkzaamheden uit  te voeren in een bevroren bodem. 

Wanneer er bestaande vegetatie aanwezig is die behouden dient te worden en dient te worden verplaatst, dan kan dit het beste gedaan worden in het najaar, wanneer er al voldoende regen is gevallen (eind oktober – december). De bodem zou dan al voldoende verzadigd moeten zijn om vegetatie te laten herstellen van deze ingreep. De vegetatie heeft dan de hele periode de tijd om zijn wortelstelsel te herstellen en kan in het vroege voorjaar meteen bovengronds gaan groeien. Op het moment dat vegetatie in het vroege voorjaar (januari-maart) wordt verplaatst, zal het eerst het wortelstelsel gaan herstellen en heeft het een achterstand ten opzichte van de andere vegetatie. Bij verplaatsing van heesters en bomen is het wijs vooraf goed na te denken of dit noodzakelijk is en dient er uiterst zorgvuldig te werk worden gegaan. 

De kleine watersalamander is een algemene salamandersoort die zomaar de pas aangelegde poel kan gaan bevolken (Saxifraga - Kees Marijnissen)
De kleine watersalamander is een algemene salamandersoort die zomaar de pas aangelegde poel kan gaan bevolken (Saxifraga – Kees Marijnissen)

Aanleggen grote natuurlijke poel

Wanneer je je plan op papier hebt gezet, is het tijd om aan de slag te gaan. Als je kiest voor een grote natuurlijke poel dan is het wijs om de poel zo groot mogelijk te maken. Dit biedt voldoende plek voor meerdere soorten amfibieën en daarnaast zorgt een grotere poel voor minder onderhoud. Ja inderdaad, een grotere poel vergt minder onderhoud dan een kleinere poel. Dit heeft er mee te maken dat een kleinere poel sneller last heeft van verlanding. Bij het proces verlanding veranderen ondiepe stukken met moerasplanten langzaam naar vast land, waardoor de poel kleiner wordt. Om dit tegen te gaan dient er regelmatig onderhoud gedaan te worden. Denk voor het aanleggen van de poel dus goed na over de grootte.

Diepte

De diepte van de poel is een ander belangrijk aspect om over na te denken. Droogvallen van de poel in de droogste periode van het jaar (nazomer) mag, maar deze periode moet wel kort zijn en het droogvallen mag niet te vroeg in het jaar gebeuren. Wanneer de poel te vroeg in het jaar droogvalt komt de voortplanting en de ontwikkeling van juvenielen in het geding, wat grote gevolgen kan hebben. Als je poel echter maar een korte periode droogvalt en niet te vroeg in het jaar, dan is het een voordeel te noemen, dit zorgt er namelijk voor dat kolonisatie door vissen praktisch onmogelijk is. Daarnaast zorgt deze natuurlijke dynamiek (constante verandering van waterniveau) dat je poel interessant wordt voor bepaalde soorten. Rugstreeppadden, geelbuikvuurpadden en boomkikkers hebben een voorkeur voor dergelijke poelen. 

Een te diepe poel zal niet droogvallen, maakt het aantrekkelijk voor vissen en zal in het voorjaar niet genoeg opwarmen. Vaak wordt een diepte van minimaal 50 centimeter en maximaal 1 meter aangehouden. Dit verschilt echter per regio/gebied en is vooral afhankelijk van het grondwaterniveau en de glooiing van het terrein.  Zoek vooraf uit hoe hoog de grondwaterstand is. Hiervoor kun je terecht bij het waterschap. Het is ook mogelijk om met behulp van een grondboor zelf de grondwaterstand te meten. 

Maak bij het aanleggen van de poel ook een ondieper stuk. Dit zorgt ervoor dat het water op die plek in het vroege voorjaar snel opwarmt, wat het voortplantingsproces kan bevorderen. In dit gedeelte worden vaak de eitjes afgezet in de periode van maart tot en met mei en groeien de larven hoofdzakelijk op. Zorg daarom ook voor voldoende vegetatie in het ondiepe gedeelte, zodat larven genoeg schuilmogelijkheden hebben. 

Afdichten

Wanneer water niet voldoend blijft staan (wat vaak het geval is in sterk glooiende terreinen), is het wellicht wenselijk de poel bodem af te dichten. Dit kan gedaan worden door deze met een graafmachine af te smeren met leem of klei. Hiermee creeër je een ondoordringbare laag waardoor het water niet weg kan stromen. Dit is echter alleen gewenst als een natuurlijke situatie niet het gewenste resultaat oplevert. 

Oever

Hiermee zijn we aangekomen bij de oeverrand.  Amfibieën hebben baat bij een grillige oeverrand in plaats van een strakke rechte oeverrand. Een grillige onregelmatige oeverrand zorgt voor meer biodiversiteit en creëert een microklimaat. Plant de oever aan met inheemse planten, of laat deze oevervegetatie spontaan groeien. Spontaan laten groeien duurt natuurlijk wel wat langer.

De oeverzone is een belangrijk gedeelte voor amfibieën. Zorg hierin ook voor voldoende variatie
De oeverzone is een belangrijk gedeelte voor amfibieën. Zorg hierin ook voor voldoende variatie

Houd bij het aanleggen van de poel rekening met de hellingshoek. Een hellingshoek van 1:3 wordt vaak aangehouden. Dit wil zeggen dat je 1 meter hoogteverschil overbrugt over 3 meter. Als deze oevers steiler worden gemaakt (door ruimtegebrek of andere redenen) dan zullen warmteminnende soorten je poel links blijven laten liggen. Als je je oevers niet overal aan deze hellingshoek kunt laten voldoen, kies er dan zeker voor de noordelijke oever op deze manier te maken. Dit is namelijk de oeverkant waar de zon op staat en is daardoor het meest waardevol voor warmteminnende soorten. 


Lees ook: waarom kwaken kikkers?


Houd er rekening mee dat na de aanleg en de jaren daarop volgend de soortensamenstelling in je poel kunnen veranderen. Je poel is in het begin, wanneer er nog weinig tot geen begroeiing is, bijvoorbeeld interessant voor de rugstreeppad , maar wanneer deze meer en meer dichtgroeit met vegetatie, zal de rugstreeppad weer vertrekken. In dit stadium zal je poel aantrekkelijker worden voor andere soorten.

De rugstreeppad is een echte pionierssoort en zorgt daarmee regelmatig voor problemen bij nieuwbouwprojecten
De rugstreeppad is een echte pionierssoort en zorgt daarmee regelmatig voor problemen bij nieuwbouwprojecten

Aanleggen kleine halfnatuurlijke poel 

Heb je geen ruimte of budget voor een grote poel, dan kun je alsnog de natuur een handje helpen door een kleine poel in je tuin aan te leggen. Je zult al gauw merken dat er een verscheidenheid aan dieren dankbaar gebruik zal maken van je kleine waterpartij. Vogels komen er drinken en badderen, juffers en libellen zullen de poel binnen no-time weten te vinden, insecten en kleine zoogdieren drinken uit je poel en algemene amfibieën soorten zullen de poel koloniseren. Daarnaast kan een kleine poel uitstekend fungeren als stapsteen in stedelijk gebied om van het ene natuurgebied naar het andere natuurgebied te komen. Het draagt verder ook bij aan habitat vergroting voor amfibieën, daar waar geschikte habitats in de afgelopen decennia juist sterk zijn afgenomen.

Poel
Een kleine poel in de tuin kan een mooie toevoeging zijn voor de lokale biodiversiteit (De Natuur van hier)

Lees ook: hoe maak ik een stapelmuurtje?


Verschillen met aanleggen grote poel

Het is bij een kleine poel belangrijk om realistisch te zijn. Zeldzame soorten als de knoflookpad en vroedmeesterpad zul je er waarschijnlijk niet in krijgen, maar het kan een perfect plekje vormen voor onder andere groene kikkers, gewone padden en kleine watersalamanders. Zorg ervoor dat je poel goed bereikbaar is, door bijvoorbeeld een stuk uit je erfafscheiding te knippen/breken. 

Om ervoor te zorgen dat je voldoende water in je poel houdt, is het onvermijdelijk om voor een kleine poel een voorgevormde vijverbak of vijverfolie te gebruiken. Vijverbakken hebben vaak een steile rand, wat niet gewenst is, dus in de meeste gevallen kan het beste vijverfolie gekozen worden. Maak de poel zo groot mogelijk, zorg voor licht hellende oeverranden en creëer een ondieper gedeelte in de poel. Het diepste punt van de poel moet minimaal 50 centimeter zijn, maar nog iets dieper heeft de voorkeur. 

Gezien de geringe grootte van de poel en het feit dat hij sneller opwarmt, zullen er ook meer algen groeien in je poel. Dit hoeft niet per se nadelig te zijn, maar om een balans in je poel te houden is het wel aan te raden om te zorgen voor voldoende zuurstofplanten. Wanneer er te veel algengroei is, dan kan dit handmatig verwijderd worden. Probeer dit wel tot een minimum te beperken om verstoren zoveel mogelijk te vermijden. Net zoals bij een grote poel is het belangrijk om ook structuurvariatie in je oeverrand aan te brengen. Zorg ervoor dat bepaalde delen van de oever aangeplant zijn (biologisch gekweekte en inheemse beplanting), maar dat er ook open stukken zijn. Zorg ook rondom de poel voor planten wat als beschutting kan dienen. 

Zowel een groet als een kleine poel kan een belangrijke bijdrage leveren aan de omliggende natuur (Saxifraga - Jan van der Straaten)
Zowel een grote als een kleine poel kan een belangrijke bijdrage leveren aan de omliggende natuur (Saxifraga – Jan van der Straaten)

Beheer 

Een poel aanleggen is één ding, maar een juist beheer uitvoeren is essentieel om de komende jaren te blijven genieten van de poel. Om ervoor te zorgen dat planten- en diersoorten zo min mogelijk gestoord worden is het goed om hier vooraf over na te denken. Verkeerd uitgevoerd beheer kan er voor zorgen dat soorten verdwijnen. Een goed uitgedacht beheerplan opstellen is dan ook zeker geen overbodige luxe. 

Indien je zelf te weinig kennis bezit om een gedegen beheerplan op te zetten is het raadzaam hiervoor de hulp van een expert in te schakelen. Daarnaast is er ook het nodige terug te vinden in de literatuur. Een goed voorbeeld hiervan is het handboek ‘Praktisch Natuurbeheer: Amfibieën en Reptielen’ geschreven door bioloog (en tevens natuurfotograaf) Edo van Uchelen. Helaas is het boek niet meer nieuw te bestellen, maar zo nu en dan is het 2e hands nog te verkrijgen. Dit boek is een aanrader voor iedereen die zich meer wil verdiepen in de herpetofauna van Nederland. 

Om de poel aantrekkelijk te houden voor amfibieën is het van belang dat het water niet te voedingsrijk wordt en verlanding wordt tegengegaan. Hiervoor moet bladinval verwijderd worden en zal er zo nu en dan gebaggerd moeten worden. Houd er rekening mee dat een beheersmaatregel als baggeren een zeer ingrijpende maatregel is en wanneer in de verkeerde periode in het jaar uitgevoerd wordt meer kwaad doet dan goed. Zo is het bijvoorbeeld geen goed idee om dit in het voorjaar te doen en moet het altijd in fases gedaan worden om dieren genoeg uitwijkmogelijkheden te geven. 

Subsidie aanleggen poel

In sommige gevallen is het mogelijk om subsidie te krijgen voor het aanleggen van een poel. Als je de poel zoveel mogelijk wilt vullen met hemelwater dan zou je ervoor kunnen kiezen om het hemelwater af te koppelen van de riolering. Dit zorgt ervoor dat tijdens piekmomenten de riolering minder belast wordt waar gemeenten en provincies erg blij zijn. De geldende subsidie hiervoor verschilt per gemeente en vaak wordt het bedrag hiervan vastgesteld tijdens een gesprek met de gemeente. 

Naast subsidie voor het afkoppelen van hemelwater is er ook nog een mogelijkheid om een SNL subsidie te krijgen. Deze subsidie is er speciaal voor beheerders van een natuurterrein. Hier gelden wel strikte voorwaarden. Zo is het bijvoorbeeld verplicht om het terrein waar het om gaat open te stellen voor publiek en worden er periodiek controles uitgevoerd of de subsidie wel gerechtvaardigd is. Een stichting zoals de Bosgroepen Nederland kan je helpen met het aanvragen van een dergelijke subsidie.  Meer informatie vinde je op bosgroepen.nl. 

Profijt door andere soorten

Het prachtige aan natuur is dat als je iets doet ten behoeve van een bepaalde soort of bepaalde soortengroep, dan profiteren andere soorten hier altijd van mee. Zo ook bij het aanleggen van een poel voor amfibieën, diverse andere dieren- en plantensoorten zullen hiervan profiteren. 

De juffersoort het lantaarntje is een van de eerste andere diersoorten die zal profiteren van de aanleg van een poel
De juffersoort het lantaarntje is een van de eerste andere diersoorten die zal profiteren van de aanleg van een poel

Juffers en libellen

Juffers en libellen zijn onlosmakelijk verbonden aan water en snel nadat er een poel is aangelegd zullen de eerste soorten zich laten zien. Dit komt omdat juffers en libellen hun eitjes afzetten in of nabij het water. Soorten als de azuurwaterjuffer, het lantaarntje of glazenmakers kunnen zomaar eens bij de eerste dieren horen die je poel komen verkennen.


Lees ook: verschil tussen juffers en libellen

r

Vogels

Vogels zullen je poel ook snel ontdekken. Deze zullen de poel voornamelijk gebruiken om uit te drinken en op warme dagen zullen ze zich tegoed doen aan een verfrissend bad. Mussen, mezen, duiven, merels, roodborstjes en groenlingen zullen allemaal je poel op zoeken. Woon je wat vrijer en heb je een grote poel? Let dan in de zomer op zwaluwen. Deze zullen in grote groepen om beurten over het water vliegen om muggen te vangen en om te drinken, een prachtig tafereel om waar te nemen! Lees hier andere tips hoe je meer vogels in je tuin krijgt.

Veel tuinvogels zullen gebruik maken van een pole. Bij de wat grotere poelen maak je zelfs kans op een bezoek van eenden
Veel tuinvogels zullen gebruik maken van een poel. Bij de wat grotere poelen maak je zelfs kans op een bezoek van eenden

Zoogdieren

Naast vogels zullen ook kleine zoogdieren je poel op zoeken om te drinken. Deze zijn wel wat lastiger waar te nemen, maar ze zijn er zeker. Muizen, ratten, marters, vossen en egels zullen (voornamelijk ‘s nachts) dankbaar gebruik maken van het aanwezige water. Wil je weten welke zoogdieren er ’s avonds en ’s nachts naar je poel komen? Overweeg dan eens een wildcamera op te hangen. Daarnaast is er nog een andere soort die wellicht minder voor de hand ligt: vleermuizen. Vleermuizen maken dankbaar gebruik van water om te jagen. Soorten als de dwergvleermuis, kleine dwergvleermuis rosse vleermuis en watervleermuizen jagen hoofdzakelijk op insecten boven en rondom het wateroppervlak. 

Overige

De aanwezigheid van water zorgt als laatste ook nog voor een totale andere plantengroei. Op noordelijke oevers (de warme oevers) ontstaat een specifiek microklimaat waar warmteminnende soorten goed zullen gedijen. De dynamiek van een poel (wisselende waterstand) zorgt ook weer voor een specifieke habitat waar unieke plantensoorten van profiteren. 

Verder kan de ringslang (afhankelijk van de regio) je poel bezoeken en zijn er talloze ongewervelden en micro- en macro-organismen terug te vinden in het water. 

Conclusie

Mocht je nog twijfelen of het wel zo’n goed idee is om een poel aan te leggen, dan hopen we dat je na het lezen van dit artikel overtuigd bent geraakt van de meerwaarde van een poel in je tuin. Water is altijd een belangrijke bron voor veel planten- en diersoorten en zorgt voor iets meer biodiversiteit in onze toch steeds meer verstedelijkte omgeving. 

Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!