Hike La Roche-en-Ardenne (Ardennen) 15,9km

La Roche-en-Ardenne

Een van de mooiste plekken om te hiken, op acceptabele afstand van Nederland, is wat ons betreft de Ardennen. De eindeloze bossen, machtige rivieren en pittige heuveltjes zorgen ervoor dat je hier als hiker volledig aan je trekken komt. Prima te doen als dagtocht, maar nog beter om een paar dagen te vertoeven! In deze blog beschrijven we een prachtige tocht die door het centrum van La Roche-en-Ardenne loopt en door de nog mooiere natuur er omheen.

Dit kun je verwachten:

  • Een prachtige hike van 15,9 kilometer door een uitdagend landschap (link naar de route GPX);
  • Het Ardennenlandschap: bossen, heuvels en rivieren;
  • De route door loopt door de prachtige stad La Roche-en-Ardennen, in het hart van de Ardennen.

Inhoudsopgave

*Zoals op onderstaande afbeeldingen te zien is, deden wij de hike in de winter. Op de omslagfoto is een beeld van La Roche-en-Ardenne (en het omliggende landschap) in de zomer te zien.

De route

Vallei
Het kenmerkende landschap in de Ardennen (De natuur van hier)

De 15,9 kilometer lange route leidt je dwars door het kenmerkende landschap van de Ardennen, op en af. Onderweg worden meer dan 400 hoogtemeters bedwongen. De route start in het kleine dorpje Beausaint. Hier daal je af het bos in en loop je vervolgens een klein stukje langs een rivier af. Dan volgt de eerste serieuze klim. Door het dichte naaldbos klim je omhoog, waarna je getrakteerd wordt op een prachtig uitzicht over het gehucht Hives.

La Roche-en-Ardenne

De route vervolgt met een pittige afdaling, gedeeltelijk door het bos. De tweede helft van de afdaling heb je goed zicht op La Roche-en-Ardenne. Eenmaal afgedaald loop je La Roche-en-Ardenne binnen en kom je door een kunstpark waar veel over de historie van het stadje te lezen is. Als je onderweg graag ergens wat wilt eten of drinken dan is dit het moment. In La Roche-en-Ardenne zijn verschillende eet- en drinkgelegenheden.

Ourthe La Roche-en-Ardenne
Onderweg loop je langs de Ourthe, die hier La Roche-en-Ardenne doorkruist (De natuur van hier)

Nadat je de entree van het kasteel van La Roche-en-Ardenne hebt gezien, verlaat je het stadje via een steil pad, om uit te komen bij de schuilhut Belvedère. Vanuit hier heb je een prachtig uitzicht over de stad. Vervolgens daal je weer af om een laatste keer door het stadje te komen en weer terug de bossen in te gaan. Na een laatste stuk langs de Ourthe gelopen te hebben staat alweer de volgende pittige klim op je te wachten.


Lees ook: hike Epen (Zuid-Limburg) 21km


Terug de bossen in

Nadat je deze klim bedwongen hebt, kijk je uit op een prachtige vallei. Verderop is een startplek voor paragliders. Stukken bos en meer open landschappen wisselen zich af terwijl je de route vervolgt. Onderweg passeer je nog een groot kruis, Croix de Jérusalem. De laatste kilometers naar het eindpunt zijn gemakkelijk en gaan voornamelijk bergaf.

Croix de Jerusalem
Onderweg passer je Croix de Jérusalem (De natuur van hier)

Het landschap

Voor degene die kennis wil maken met het landschap van de Ardennen is dit de perfecte hike. Alle factoren die de Ardennen kenmerken zitten erin. De uitgestrekte bossen, voornamelijk naaldbossen, maar steeds vaker ook loof- en gemengde bossen. Maar ook de meer open stukken die volgden op een stuk bos, vaak begraasd door schapen of koeien. Ook de Ardennenrivier de Ourthe komt voorbij en daarnaast een stukje van een zijrivier van de Ourthe. En tot slot een typisch Ardennenstadje in de vorm van La-Roche-en-Ardenne.

Flora en fauna

Staartmees
Echte bewoners van de Ardense bossen zijn staartmezen

Liefhebbers van natuur kunnen hun hart ophalen in de Ardennen, want in dit landschap is allerlei bijzondere flora en fauna te vinden. Om te beginnen bij de flora, kijk eens naar de muurbeplanting wanneer je langs oude muren of rotsen loopt. Hierop zijn vaak zeldzame soorten te vinden die je op andere plekken niet of nauwelijks vindt. Varens als mannetjesvaren en de gewone eikvaren zijn nog vrij algemeen, maar tongvaren en steenbreekvaren zijn al een stuk zeldzamer. Maar ook andere muurplanten zoals muurbloem en muurleeuwenbek zijn het bekijken waard, omdat je deze niet zo vaak tegen komt.


Lees ook: de Zevenheuvelenhike (Nijmegen)
7-14-21-28km


Qua fauna is er minstens net zoveel moois te vinden. Wij deden de hike in de winter, zelfs dan is er nog voldoende leven op te merken. Als je langs rivieren loopt is het haast onmogelijk om geen beversporen te zien. Omgeknaagde bomen, loopsporen (de platte staart laat een opmerkelijk spoor na) en beverdammen volgen elkaar in rap tempo op.

Beverdam Ardennen (De Natuur van hier)
Een beverdam in een zijrivier van de Ourthe (De natuur van hier)

Vogels

De Ardennen herbergen een leuke variëteit aan soorten vogels, afhankelijk van de tijd van het jaar dat je er bent. In de bossen vind je allerlei zangvogels, zoals mezen (koolmees, pimpelmees, kuifmees, en in grotere groepen staartmezen en de meer zeldzamere witkopstaartmezen) goudhanen en vinken. Wij waren op een rustig moment in het bos en hadden het geluk een koppeltje goudvinken te zien, die over het algemeen vrij schuw zijn en zich niet snel tonen. Maar ook spechten komen in veelvuldig voor in de bossen. Soms zijn zeldzamere soorten als de waterspreeuw en notenkraker ook waar te nemen.

Rode wouw
In de Ardennen maak je een goede kans om een rode wouw in de lucht te zien

In de open stukken is ook van alles te ontdekken. Roofvogels zoals buizerds, torenvalken, kiekendieven en de zeldzamere rode wouw cirkelen vaak hoog in de lucht. Ook raven zijn soms goed waar te nemen in de Ardennen. In het najaar is het uitkijken naar kraanvogels en zwarte ooievaren. In de weilanden met struwelen omringd vind je soms ook de klapekster en grauwe klauwier.

Eten, drinken en slapen

Als je tijdens de hike onderweg wat wil eten of drinken, dan is de enige geschikte plek in La Roche-en-Ardenne. Hier zijn diverse gezellige eet- en drinkgelegenheden te vinden. Er is daarnaast ook een bakker en een supermarkt te vinden, om wat mee te nemen voor onderweg.


Lees ook: Teutoburgerwoud wandelvakantie


Ook mogelijkheden om te overnachten zijn het meest te vinden in het stadje La Roche-en-Ardennen. Ben je op zoek naar een wat rustigere plek, kijk dan eens bij een van onderstaande Natuurhuisjes waar we zelf zijn geweest en waar we een review over hebben geschreven.

  • Klik hier voor een natuurhuisje in de buurt van La Roche-en-Ardenne, van alle gemakken voorzien.
  • Klik hier voor een avontuurlijker natuurhuisje; overnachten in een dome boomhut in de buurt van Durbuy!
  • Zoek hier direct op Natuurhuisje naar een mooie overnachtingsplek in de Ardennen voor een onvergetelijk avontuur!

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Natuurhuisje in La Roche-en-Ardenne

Chateau Feodal de La Roch-en-Ardenne (De natuur van hier)

In het hart van de Ardennen ligt het historische plaatsje La Roche-en-Ardenne. Dit idyllische stadje met ruim 4000 inwoners kent een rijke historie, is omringd door prachtige natuur en biedt een hoop gezelligheid. Een perfecte uitvalbasis voor een vakantie dus. In deze blog tippen we een natuurhuisje in de buurt en laten we je kennis maken met het stadje aan de Ourthe.

Bron omslagfoto: De natuur van hier

La Roche-en-Ardenne
La Roche-en-Ardenne

Natuurhuisje

Wij kozen ervoor om niet in een hotel te verblijven, maar een verblijf te zoeken via Natuurhuisje. Hier zijn werkelijk parels van vakantiehuisjes en optrekjes in de natuur te vinden. Daarnaast gaat van iedere boeking ook nog eens 2% naar bescherming van de lokale natuur, waardoor je ook nog op een positieve manier bijdraagt aan het behoud ervan. Voor ons verblijf in La Roche-en-Ardenne, kozen we natuurhuisje #54285 gelegen in het gehucht Hives, op een kleine 5 kilometer afstand van La Roche.

Het natuurhuisje is een absolute aanrader. Het is voorzien van een grote leefruimte met keuken, voorzien van alle gemakken (vaatwasser, oven, koffiezetapparaat, etc.). Daarnaast is er een ruime badkamer met comfortabele douche (en wasmachine en droger) te vinden, een apart toilet en een ruime slaapkamer. De eigenaren zijn daarnaast erg gastvrij en altijd bereid om advies of tips te geven.

Het Natuurhuisje is via de volgende link te boeken. Als je boekt via deze link, dan kan het zijn dat wij hiervoor een kleine commissie krijgen. Dit zou ons enorm helpen om meer van dergelijke content te creëren.

La Roche-en-Ardenne

Via een steile afdaling door het bos kom je na 4,2 kilometer aan in het stadje La Roche-en-Ardenne. La Roche is gelegen in een dal, aan de Ourthe (een zijrivier van de Maas). Het is een echte Ardennenstad, wat je terug ziet aan de klassieke bouw van de huizen en de naaldbossen op de achtergrond. In La Roche zijn voldoende eet- en drinkgelegenheden te vinden. Naast gezellige bars en restaurants is er ook onder andere een bakker, supermarkt en avondwinkel te vinden.

De stad kent een rijke historie en dit is ook terug te zien als je er rondloopt. In de stad staan nog tanks uit WOII, die doen denken aan de Slag om de Ardennen. In deze periode werd het stadje nagenoeg volledig plat gebombardeerd.


Lees ook: Teutoburgerwoud wandelvakantie


Château Féodal de La Roche-en-Ardenne

De grootste trekpleister stamt echter uit een tijd ver voor WOII. Boven de stad uit reikt namelijk Château Féodal de La Roche-en-Ardenne, een imposant kasteel dat tussen de 11e en 14e eeuw werd gebouwd. Voordat er een kasteel werd gebouwd, was er ook al leven te vinden. Het kasteel is namelijk gebouwd op ruïnes die stammen uit de tijd van de Kelten (rond het begin van de jaartelling).

Sfeerimpressie van Château Féodal de La Roche-en-Ardenne (De natuur van hier)

Het kasteel is door de jaren heen regelmatig gerenoveerd en gebruikt als vestiging tijdens diverse graafschappen, maar raakte de laatste paar honderd jaar in verval. Door brand, verwaarlozing en bombardementen in WOII is het kasteel in de staat waarin het nu verkeert. Absoluut een bezoek waard tijdens een verblijf in La Roche-en-Ardenne. Tip: bezoek het kasteel buiten het seizoen of aan het einde van de dag. Dan zijn de meeste andere toeristen al weg en waan je je even in die tijd dat het kasteel nog bruiste van leven en floreerde.

Natuur

Voor natuurliefhebbers is de Ardennen een klein paradijs op acceptabele afstand van Nederland. La Roche is gelegen in Nationaal Park Des Deux Ourthes. De twee Ourthes stromen hier al kronkelend door de valleien van het heuvelachtig landschap en bepalen de sfeer. De steile, rotsachtige heuvels zijn bedekt met loof- en (voornamelijk) naaldbossen, die onderdak bieden aan een verscheidenheid aan diersoorten.

Veel zoogdieren hebben er hun plek je gevonden. Herten, everzwijnen, vossen, wolven en zelfs wilde katten en lynxen leven in de uitgestrekte bossen in de Ardennen. Maar ook kleinere zoogdieren zoals boom- en steenmarter, dassen, bevers en wasberen zijn veelvuldig aanwezig.

Bever
Bevers zijn veelvuldig aanwezig in de Ardense bossen

Ook vogelliefhebbers zullen een bezoek aan de Ardennen waarderen. In de bossen zijn bijna alle soorten spechten te vinden die in België voorkomen, zoals de middelste bonte specht, grijskopspecht en zwarte specht. Maar ook klapekster, zwarte ooievaar en kraanvogel komen er voor. Daarnaast zijn de majestueuze kraaiachtigen de notenkraker en raaf er te vinden. Maar ook roofvogels als torenvalk, buizerd en rode wouw en blauwe kiekendief kunnen gezien worden in de open stukken.


Lees ook: Madeira natuurvakantie


Buitenactiviteiten

De Ardennen zijn daarnaast een goede bestemming voor een actieve vakantie. Er zijn talloze buitenactiviteiten te bedenken. In de bossen liggen kilometers paden voor hikers, trailrunners en mountainbikers en op de rivieren kan in de zomer gekanood en geraft worden. De steile rotsen bieden daarnaast de mogelijkheid tot tokkelen, abseilen en paragliden.

Hiken

Wie het genieten van de natuur en actief bezig zijn wil combineren kan het beste gaan hiken. Zoals gezegd zijn er in de Ardennen kilometers aan paden te vinden die je naar de mooiste plekken in het bos en langs de rivier brengt en die de steilste klimmetjes voor je in petto hebben. Via onderstaande links zijn een aantal routes in de buurt van La Roche-en-Ardenne te vinden.

Hike Maboge 15,2 km (in te korten tot 13 km)

Hike La Roche-en-Ardenne 15,9 km

Korte hike (6km) in Durbuy en hike (14 km) in Soy

Via deze link boek je het Natuurhuisje waarin wij verbleven. We kunnen dit natuurhuisje van harte aanbevelen.

Veelgestelde vragen

Wat voor activiteiten zijn er te doen in La Roche-en-Ardenne?

In La Roche-en-Ardenne is van alles te doen. Je kunt het Chateau van La Roche-en-Ardennen bezoeken of je kunt een meer actieve buitenactiviteit doen. In de omgeving van La Roche kun je hiken, trailrunnen, mountainbiken, kanoën, raften, tokkelen en abseilen.

Waar kan ik overnachten in La Roche-en-Ardenne?

Je kunt in La Roche-en-Ardennen overnachten in een van de hotels, B&B’s of in een Natuurhuisje in de omgeving. Wij hebben overnacht in een Natuurhuisje in Hives (van alle gemakken voorzien), vlakbij La Roche-en-Ardenne.

Welke rivier stroomt door La Roche-en-Ardenne?

La Roche-en-Ardenne is gelegen aan de oever van de Ourthe, een zijrivier van de Maas. De Ourthe ontstaat doordat vlak voor La Roche-en-Ardenne de Westelijke Ourthe en Oostelijke Ourthe samenkomen.

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

De beste inheemse vaste planten

Grote kattenstaart

Met behulp van vaste planten kun je ervoor zorgen dat je tuin het hele jaar door kleur heeft. Vaste planten bloeien over het algemeen rijkelijk en hoeven, in tegenstelling tot één- en tweejarige planten, niet steeds opnieuw aangeplant te worden. Door inheemse vaste planten te gebruiken, zorg je er ook nog eens voor dat insecten zoals bijen, hommels en vlinders je tuin weten te vinden. In deze blog delen we de beste inheemse vaste planten met je, zodat ook jij een kleurrijke tuin vol leven krijgt.

Vingerhoedskruid vaste plant

Inhoudsopgave

Wat is een vaste plant?

Vaste planten zijn overblijvende planten, die geen hout vormen, meer dan een keer in het leven tot bloei komen en langer dan ten minste twee jaar leven. Het voordeel ten opzichte van éénjarige en tweejarige planten is dan ook dat vaste planten ieder seizoen terug komen en herplant daardoor minimaal is. Samen met heesters en bomen vormen ze de basis voor iedere groene tuin.

Het kiezen voor inheemse vaste planten, in plaats van uitheemse vaste planten, levert enkel voordelen op. Allereerst zijn inheemse soorten gewend aan ons klimaat. Veel uitheemse planten zijn gewend aan een warmer en droger klimaat, wat vooral in het najaar en de winter voor problemen kan zorgen. Uiterst natte jaren en koude winters kunnen ervoor zorgen dat uitheemse planten snel na aankoop afsterven. Als ze wel al overleven, kan het zijn dat ze door de slechte omstandigheden niet of nauwelijks bloeien of slecht in blad komen. Rekening ermee houdend dat uitheemse planten bij aanschaf vaak ook al duurder zijn, kan het kiezen voor uitheemse soorten ervoor zorgen dat de tuin veel geld kost. Inheemse planten bieden niet de garantie dat het altijd een succesverhaal wordt, maar de kans erop is wel een stuk aannemelijker.

Inheemse planten
Inheemse vaste planten lokken veel insecten naar de tuin

Tot slot hebben inheemse soorten ook veel meer te bieden voor de natuur. Op inheemse soorten komen veel meer insecten, zoals bijen, hommels en vlinders, af waardoor de biodiversiteit in je tuin stijgt. Doordat er in Nederland vaak maar beperkt ruimte is voor natuur, kan het aanplanten van inheemse soorten in tuinen een oplossing bieden.

Wilde akelei (Aquilegia vulgaris)

De wilde akelei is een prachtige vaste plant om te gebruiken in de border. De plant bloeit van mei tot juli met knikkende, paarse bloemen. Akelei bereikt een hoogte van 45 tot 60 centimeter en kan daarmee het beste vooraan in de border gebruikt worden. Een redelijk vochtig plekje in de halfschaduw of zon is ideaal.

De plant zaait zich gemakkelijk uit, waardoor deze een beetje gaat zwerven in de tuin. Wilde akelei wordt druk bezocht door wilde bijen.

* Bloeit van mei tot juli met knikkende, paarse bloemen.
* Verlangt een plek in de halfschaduw of zon.
* Wilde akelei is hier, biologisch gekweekt, te bestellen bij Sprinklr!

Wilde akelei inheemse planten
Wilde akelei

Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)

Boerenwormkruid is een vaste plant die pas later in het jaar tot bloei komt (van juli tot september), maar bloeit dan wel rijkelijk met vele gele bloemhoofdjes. Deze gele bloemen zijn in trek bij vele insecten; bijen, vlinders en zweefvliegen bezoeken de plant veelvuldig. Boerenwormkruid is de waardplant voor de boerenwormkruidblindwants.

Het boerenwormkruid staat graag in de zon, maar een plekje in de halfschaduw is goed. Verdraagt een droge tot vochtige grond

* Prachtige nazomerbloeier.
* Trekt vele soorten insecten.
* Wordt tot 120 centimeter hoog.
* Boerenwormkruid bestel je hier biologisch gekweekt bij Sprinklr!

Boerenwormkruid inheemse planten
Boerenwormkruid

Lees ook: de beste inheemse vijverplanten


Echte betonie (Betonica officinalis)

Echte betonie, ook wel bekend als koortskruid, is tegenwoordig zeldzaam in Nederland omdat de aantallen sterk zijn afgenomen de laatste jaren. Het is een prachtige zomerbloeier (juni-augustus), die rijkelijk bloeit met paarse bloemen. De bloemen worden druk bezocht door bijen, hommels en vlinders.

Betonie wordt 30 tot 90 centimeter hoog. Deze staat graag op een zonnige plek en houdt van een kalkrijke bodem. Voeg tijdens het planten dan ook wat kalk toe, zodat de plant sterk groeit en goed tot bloei komt.

* Zomerbloeier (juni-augustus) met paarse bloemen.
* Wordt 30 tot 90 centimeter hoog.
* Je bestelt echte betonie hier bij Sprinklr, biologisch gekweekt!

Echte betonie inheemse planten
Echte betonie

Vingerhoedskruid (Digitalis purpurea)

Een van de mooiste inheemse vaste planten voor een plekje in de schaduw of halfschaduw is toch wel het vingerhoedskruid. Vingerhoedskruid bloeit met prachtige roze of witte bloemen die waren hommelmagneten zijn.

De plant draagt de bloemen in de periode van mei tot soms nog in oktober. De bloem verschijnt pas in het tweede jaar. Soms is het een tweejarige plant, maar doordat deze zich heel makkelijk uitzaait is herplant nauwelijks nodig. De bloemtrossen kunnen soms wel tot twee meter hoog worden.

* Perfecte inheemse plant voor in de schaduw of halfschaduw.
* Trekt veel bijen en hommels aan.
* Je bestelt vingerhoedskruid hier bij Sprinklr, biologisch gekweekt!

Vingerhoedskruid
Vingerhoedskruid

Beemdooievaarsbek (Geranium pratense)

Een andere inheemse vaste plant om vooraan in de border te gebruiken is beemdooievaarsbek, ook wel bekend als geranium. De plant wordt 30 tot 75 centimeter groot en kan fungeren als bodembedekker, wanneer geplant in groepen.

Beemdooievaarsbek bloeit rijkelijk in juni en juli met paarse bloemen en kan in het najaar soms nog een tweede keer gaan bloeien als na de eerste bloei de bloemen weg geknipt worden. De geranium is in trek bij vele insecten. Wilde bijen, hommels, dag- en nachtvlinders bezoeken de plant veel. Voor het bruin blauwtje (dagvlinder) is het de waardplant.

* Bloeit met paarse bloemen in juni en juli.
* Kan gebruikt worden als bodembedekker.
* Beemdooievaarsbek is biologisch gekweekt te bestellen bij Sprinklr!

Beemdooievaarsbek
Beemdooievaarsbek

Gewone margriet (Leucanthemum vulgare)

Iedereen kent de margriet wel. Deze inheemse vaste plant bloeit met opvallende witte lintbloemen en gele buisvormige bloemen in de kern. Margriet bloeit van mei tot september en wordt in die periode druk bezocht door insecten. Voornamelijk wilde bijen, zweefvliegen en dagvlinders bezoeken de margriet.

Geef de wilde margriet een plekje in de zon of halfschaduw. Ze verdragen droge tot vochtige grond, maar belangrijk is wel om bij droge periodes water te geven zodat ze niet uitdrogen. Wilde margriet wordt 30 tot 60 centimeter hoog.

* Bloeit met gele bloemen en witte lintbloemen van mei tot september.
* Wordt 30 tot 60 centimeter hoog.
* Je bestelt gewone margriet bij Sprinklr, biologisch gekweekt!

Margriet
Margriet

Lees ook: de beste inheemse klimplanten


Wilde cichorei (Cichorium intybus)

De wilde cichorei is een inheemse vaste plant die hier al eeuwen te vinden is, maar oorspronkelijk uit het Middenlandse Zeegebied komt. Deze is waarschijnlijk door de Romeinen geïntroduceerd in Nederland. Reden van introductie is waarschijnlijk omdat de cichorei eetbaar is. De wortels en bladeren van de plant kunnen gegeten worden.

Wilde cichorei bloeit met lichtpaarse bloemen van juli tot augustus en is daarmee een echte zomerbloeier. De plant bereikt een hoogte tot 120 centimeter. Net zoals alle andere vaste planten in deze lijst is wilde cichorei enorm belangrijk voor insecten. Bijen, hommels, zweefvliegen en vlinders komen de cichorei graag bezoeken.

* Bloeit met lichtpaarse bloemen in juli en augustus.
* Wordt 30 tot 120 centimeter hoog.
* Wilde cichorei is biologisch gekweekt te bestellen bij Sprinklr!

Wilde cichorei (de Natuur van hier)
Wilde cichorei (de Natuur van hier)

Grote kattenstaart (Lythrum salicaria)

Grote kattenstaart is een uitstekende keuze wanneer je een vochtige plek in de tuin hebt. Een plek langs de vijver of poel bijvoorbeeld is ideaal voor deze kleurrijke inheemse vaste plant.

Grote kattenstaart wordt tussen de 60 en 120 centimeter hoog en bloeit in de periode juni tot september uitbundig met rood-paarse bloemen. Het is een geliefde plant onder insecten en trekt onder andere wilde bijen en dagvlinders aan. Voor het boomblauwtje is het de waardplant. Grote kattenstaart sterft in het najaar af, maar schiet weer snel uit in het voorjaar.

* Bloeit met rood-paarse bloemen van juni tot september.
* Wordt 60 tot 120 centimeter hoog.
* Grote kattenstaart is hier, biologisch gekweekt, te bestellen bij Sprinklr!

Grote kattenstaart
Grote kattenstaart

Lees ook: tips voor het aanleggen van een natuurtuin


Muskuskaasjeskruid (Malva moschata)

De laatste inheemse vaste plant uit deze lijst is het muskuskaasjeskruid. Muskuskaasjeskruid is een laagblijvende plant (30 tot 70 centimeter hoog) die bloeit van juni tot september, met grote roze bloemen.

De plant wordt bezocht door wilde bijen, hommels en vlinders en is de waardplant van de distelvlinder. Naast insecten komen vogels ook graag een kijkje nemen bij de plant. De zaden vallen in de smaak bij enkele vinkensoorten, zoals de distelvink en groenling.

Muskuskaasjeskruid verlangt een plekje in de halfschaduw of zon en een droge tot vochtige grond.

* Bloeit van juni tot september met grote, roze bloemen.
* Wordt 30 tot 70 centimeter hoog.
* Via Sprinklr is muskuskaasjeskruid biologisch gekweekt te bestellen!

Muskuskaasjeskruid (Saxifraga - Ed Stikvoort)
Muskuskaasjeskruid (Saxifraga – Ed Stikvoort)

Vermijd vlinderstrtuik (Buddleja davidii)

Wanneer het gaat over vaste planten die goed zijn voor insecten, dan wordt ook vaak vlinderstruik genoemd. Op zich klopt het dat je op een vlinderstruik vaak vlinders ziet zitten, maar dit is een vertekend beeld.

Volwassen vlinders vinden voedsel op vlinderstruiken, maar voor de rupsen is er geen voedsel te vinden. Rupsen zijn afhankelijk van de bladeren van de waardplant, wat de vlinderstruik niet is. Vlinderstruiken bieden dus maar een deel van het voedsel voor vlinders. Voor veel wilde bijensoorten biedt het helemaal geen voedsel.

Daarnaast, en wellicht nog verontrustender, vertoont de vlinderstruik invasieve kenmerken. De plant zaait zich erg snel uit en komt zo ook terecht in natuurgebieden en langs onze belangrijke watergangen. Hier vormt het een bedreiging voor onze inheemse flora.

Tot slot wordt vlinderstruik vaak in de ‘reguliere’ tuinmarkten gekocht en zitten ze vaak boordevol pesticiden. Dit is schadelijk voor insecten en vaak dodelijk.

Wij raden dus altijd aan om de vlinderstruik in het tuincentrum te laten staan en te kiezen voor een inheemse en biologisch gekweekte soort!

Kom je er niet uit? Ga dan voor een borderpakket!

Kom je er niet uit en weet je niet waar je moet beginnen? Ga dan voor een compleet samengesteld borderpakket. In het borderpakket inheems van Sprinklr worden hoge en lage planten gecombineerd. De planten zijn zo samengesteld zodat je van het voorjaar tot het najaar geniet van bloemen. Uiteraard zijn alle planten biologisch gekweekt, dus een waar feest voor insecten, zoals bijen, hommels en zweefvliegen!


Dit waren negen inheemse vaste planten soorten waarmee je je tuin kunt voorzien van kleur en voedsel voor veel insecten en indirect ook vogels. In deze blog lees je nog meer tips om meer bijen en vlinders in je tuin te krijgen. Wil je nog tips voor meer vogels in je tuin, lees dan deze blog.

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

De beste inheemse klimplanten

Kamperfoelie

Een van de meest veelzijdige planten zijn klimplanten. Het maakt niet uit of je een grote, kleine, smalle of brede tuin hebt, voor een klimplant is altijd wel een plek te vinden. Vooral inheemse soorten hebben veel te bieden voor de lokale fauna. Schuil- en nestgelegenheid, voedsel in de vorm van nectar en voedsel in de vorm van bessen, zullen allerlei vogels en insecten aantrekken. Heb je dus nog een kale muur, twijfel dan niet om hier inheemse klimplanten tegenaan te laten groeien. In deze blog geven we je enkele uitstekende suggesties.

Inhoudsopgave

Waarom inheemse klimplanten?

Klimplanten zijn perfect voor die plekken in de tuin die vaak leeg blijven. Qua oppervlakte nemen ze weinig ruimte in, maar kunnen in de hoogte voor veel extra groen zorgen. Heb je nog een stukje muur, schutting of hekwerk wat nog kaal is, dan kun je hier uitstekend een klimplant kwijt. Vaak hoef je maar twee stoeptegels eruit te wippen om voldoende plek te creëren voor het planten van een inheemse klimplant.

Afhankelijk van de soort en de standplaats kan een klimplant meters de hoogte in gaan. Hiermee zorg je voor bloemen en groen op plekken waar je anders niet bij zou kunnen komen. Deze plekken hebben een ander micro-klimaat en zijn vaak moeilijk te bereiken voor roofdieren, zoals katten en marters. Ideale schuil- en nestmogelijkheden voor vogels. Maar ook het feit dat sommige klimplanten bloemen en vruchten krijgen, kan voor een verhoging van de biodiversiteit zorgen. De bloemen (vaak geurend) trekken van heinde en verre insecten aan. De bessen (en de aangetrokken insecten) trekken dan weer veel vogels aan. Voor je het weet is je klimplant een ware trekpleister voor insecten en vogels geworden.

De geurende bloemen van kamperfoelie zijn een ware trekpleister voor insecten. Inheemse klimplanten
De geurende bloemen van kamperfoelie zijn een ware trekpleister voor insecten

Soorten inheemse klimplanten

Er zijn twee soorten klimplanten, de klimplanten met hechtwortels en de klimplanten met ranken. Soorten die hechtwortels maken, zoals klimop, kunnen zichzelf vasthechten aan een muur of schutting en hebben geen hulp nodig. Dit doen ze met kleine, bovengrondse wortels. Andere soorten, zoals bijvoorbeeld de bosrank, vormen ranken waarmee ze steunpunten in de omgeving zoeken om zich aan omheen te winden. Dit doen ze altijd in een bepaalde richting, of linksom of rechtsom. Als je een klimplant met ranken verder wil begeleiden, let dan op de richting waarop de plant zijn ranken windt. Als een plant linksom windt en jij begeleidt hem rechtsom, dan zal dat voor de plant onnatuurlijk voelen en zal hij dit proberen te corrigeren. Dit kost onnodige energie, waarmee je de klimplant dus eigenlijk afremt in zijn groei.

Klimop kan met behulp van de hechtwortels gemakkelijk tegen ruwe oppervlakten op klimmen (Saxfiraga - Jan van der Straaten). Inheemse klimplanten
Klimop kan met behulp van de hechtwortels gemakkelijk tegen ruwe oppervlakten op klimmen (Saxfiraga – Jan van der Straaten)

Voor rankende soorten kan het dus soms raadzaam zijn om een klimconstructie aan te brengen. Dit kan in de vorm van een klimrek, klimzuil of door spandraad te spannen. Klimrekken zijn in van allerlei soorten en maten te krijgen, afhankelijk van de oppervlakte en je voorkeur. Via bol.com zijn diverse soorten te bestellen, in alle prijsklassen. Klik hier voor het aanbod en zoek het klimrek dat het beste past in jouw situatie.

Overzichtstabel

Voordat we de verschillende soorten inheemse klimplanten in detail gaan bespreken, vind je hieronder eerst een overzichtstabel met de belangrijkste kenmerken per soort. Handig om de soorten met elkaar te vergelijken!

Soort Hoogte Bloeikleur Bloeitijd Wintergroen Sierwaarde Bijzonderheden
Bosrank (Clematis vitalba) Tot circa 5 meter Wit Juni–augustus Nee Bloemen Ook in veel cultivars te verkrijgen
Klimop (Hedera helix) Tot circa 10 meter Groengeel September–december Ja Bloemen en bessen Bessen aan het einde van de winter, ideaal voor vogels
Hop (Humulus lupulus) Tot circa 10 meter Groen Juli–augustus Nee Hopbellen De hopbellen geven een bijzondere sierwaarde
Wilde kamperfoelie (Lonicera periclymenum) Tot circa 4 meter Wit tot geel Juni–oktober Nee Bloemen Geurende bloemen zijn erg in trek bij nachtvlinders

Bosrank (Clematis vitalba)

Bosrank. Inheemse klimplanten
Bosrank bloeit van juni tot augustus met roomwitte bloemen

Een prachtige bloeiende inheemse klimplant die het in iedere tuin goed doet, is de bosrank, ook wel bekend als Clematis. Bosrank is in veel kleuren en soorten te krijgen, maar de Clematis vitalba is de echte inheemse soort. Het biedt goede nestgelegenheid voor vogels. Gebruik een klimrek of spandraad zodat de ranken zich kunnen hechten.

– Bloeit van juni tot augustus met roomwitte bloemen.
– Een plekje in de halve schaduw (zorg dat de wortels in de schaduw staan).
– Niet wintergroen.
– Gebruik een klimrek of spandraad.
– Er zijn veel cultivators te verkijgen van bosrank. Kijk hier voor het aanbod.


Bosrankvlinder (Saxifraga - Peter Gergely)
Bosrank is de waardplant voor de gelijknamige Bosrankvlinder (Saxifraga – Peter Gergely)

Lees ook: gemengde haag aanplanten


Klimop (Hedera helix)

Klimop. Inheemse klimplanten
Klimop vormt een dicht pakket aan bladeren wat perfect is voor vogels om in te broeden of te schuilen

Misschien wel de bekendste inheemse klimplant uit de lijst. Veel mensen verafschuwen klimop, maar voor de natuur is het een zeer belangrijke plant. Doordat deze snel groeit en kan gaan woekeren is de plant niet zo populair, maar met regelmatig snoeien kun je de klimop in het gareel houden. Als je het aandurft, haal je een echte biodiversiteit-magneet naar je tuin. Doordat klimop pas laat in het jaar bloeit (sep-dec), is het een belangrijke voedselbron voor insecten, wanneer er nog weinig andere soorten bloeien.

De rijpe bessen zijn daarnaast ook beschikbaar aan het einde van de winter, wanneer de bessen op andere struiken al lang verdwenen zijn. Vogels zoals spreeuwen, merels en kramsvogels zullen je dus dankbaar zijn. Het feit dat klimop ook nog eens wintergroen is en daardoor uitstekende schuilplekken in de winter biedt, zorgt ervoor dat we er eigenlijk niet omheen kunnen.

– Wintergroen. Het dichte bladerpakket zorgt voor ideale schuil- en broedmogelijkheden voor vogels.
– Bloeit van september tot december, zeer belangrijk voor insecten.
Waardplant voor onder andere het boomblauwtje.
– Rijpe bessen aan het einde van de winter, wanneer er weinig ander fruit voor vogels te vinden is.


Voor het boomblauwtje is klimop een van de waardplanten
Voor het boomblauwtje is klimop een van de waardplanten

Hop (Humulus lupulus)

Hop
De hopbellen geven hop een unieke sierwaarde

Een andere prachtige klimplant om in je tuin toe te passen, is de hop. De hopbellen, vrouwelijke vruchtkegels die in augustus en september aan de plant groeien, bieden een leuke sierwaarde en zijn tevens in trek bij vlinders, zoals de gehakkelde aurelia (waardplant). Deze hopbellen zijn een van de belangrijkste ingrediënten van bier.

Hop kent een snelle groei, waardoor je dat muurtje of die schutting in een mum van tijd groen hebt. Door hop regelmatig te snoeien voorkom je dat deze gaat woekeren. Hop staat het liefst op een plek in de halfschaduw.

– Hopbellen bieden een opvallende sierwaarde.
– Geliefd bij insecten.
– Niet wintergroen.
– Snelle groeier en goed winterhard.
– Gebruik een klimrek of spandraad.


Gehakkelde aurelia Polygonia c-album PCALB POLYCALB
De hop is de waardplant voor de gehakkelde aurelia (Vlinderstichting – Chris van Swaay)

Lees ook: tips voor meer bijen en vlinders in de tuin


Wilde kamperfoelie (Lonicera periclymenum)

Wilde kamperfoelie
Wilde kamperfoelie krijgt prachtig geurende bloemen

De wilde kamperfoelie is voor iedere tuin een meerwaarde. De rijkelijke bloei en de rode bessen bieden veel sierwaarde en zijn in trek bij veel dieren.

Vooral tijdens de zwoele zomeravonden zijn de geurende bloemen, die bloeien van juni tot oktober, in trek bij insecten. En dan met name nachtvlinders. ’s Avonds en ’s nachts komen nachtvlinders de kamperfoelie veelvuldig bezoeken. Voor de glasvleugelpijlstaart is het zelfs de waardplant. Naast nachtvlinders komen ook dagvlinders en wilde bijen op de bloemen af.

Naast de bloemen heeft de wilde kamperfoelie nog een troef, de bessen. Deze zijn geliefd bij vogels, vooral bij de heggenmus. Kamperfoelie gedijt goed in zowel de zon als schaduw, maar de wortels staan graag in de schaduw. Dit los je simpel op door er een bodembedekker of struik voor te zetten.

– Wordt 2 tot 4 meter hoog.
– Niet wintergroen.
– Bloeit van juni tot oktober met heerlijk geurende bloemen.
– Bloemen zeer in trek bij nachtvlinders
– Gebruik een klimrek of spandraad.


Glasvleugelpijlstaart (Saxifraga - Bart Vastenhouw)
Voor de glasvleugelpijlstaart is de wilde kamperfoelie de waardplant (Saxifraga – Bart Vastenhouw)

Kant-en-klaar pakket

Heb je veel om aan te planten? Ga dan voor het kant-en-klaar pakket Wilde Klimmers van Sprinklr! In dit pakket zitten maar liefst 5 klimplanten: 2x wilde bosrank, 2x wilde kamperfoelie en 1x hop. Hiermee weet je zeker dat je tuin gaat leven en insecten en vogels een waar paradijs zullen vinden in jouw tuin!

Klimplanten combineren met andere inheemse planten

Dit waren onze beste tips voor inheemse klimplanten in de tuin. Klimplanten laten zich goed combineren met andere planten. Combineer ze met inheemse vaste planten, inheemse bodembedekkersinheemse schaduwplanteninheemse planten voor in de volle zon of waardplanten voor vlinders. Op deze manier maak je van je tuin een groene oase vol leven en biodiversiteit!

Tot slot

Nu weet je welke inheemse klimplanten je in je tuin kunt gebruiken. Wil je meer handige tips ontvangen voor een natuurvriendelijke tuin, als eerste op de hoogte zijn van de laatste blogs en op de hoogte blijven van winacties? Schrijf je dan nu in voor onze nieuwsbrief! Zelf inheemse klimplanten in je tuin aangeplant? Laat het ons weten in de comments, of tag ons op een van onze socials (@denatuurvanhier)!

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Dierensporen herkennen

Dierensporen in de sneeuw

Door het hele jaar heen kun je overal dierensporen tegenkomen. In de winter vallen bepaalde sporen extra goed op, zoals voetsporen in de sneeuw. Naast voetsporen zijn er vele andere sporen van dieren te vinden, waar je uit kunt afleiden wat ze bijvoorbeeld hebben gegeten of waar een territoriumgrens loopt. Hieronder lichten we dierensporen uit en geven we je tips waar je op kunt letten bij je zoektocht naar sporen en de eigenaar ervan.

Niet alleen in sneeuw, maar ook op andere vochtige of natte ondergronden kun je vaak duidelijke voetsporen terugvinden. Let er ook maar eens op bij grote waterplassen en rondom poelen met modderige randen
Niet alleen in sneeuw, maar ook op andere vochtige of natte ondergronden kun je vaak duidelijke voetsporen terugvinden. Let er ook maar eens op bij grote waterplassen en rondom poelen met modderige oevers

Inhoudsopgave

Alle dieren laten sporen achter, maar het ene spoor zal meer zichtbaar zijn dan het andere. Van sommige dieren zijn de sporen makkelijker te vinden dan van andere dieren. Denk maar eens aan een omgeknaagde boom: overduidelijk dat hier een bever aan het werk is geweest. Daarnaast spelen ook de weersomstandigheden mee. Als het een tijd heeft geregend en de grond is drassig geworden, zul je sneller voetsporen zien dan in drogere periodes. Wanneer je weet waar je op moet letten, zul je steeds meer sporen ontdekken. Hieronder volgt een overzicht van verschillende soorten dierensporen.

Voetspoor lynx in Slovenië (De natuur van hier)

Voetafdrukken

Het verschilt erg per ondergrond of je überhaupt sporen kunt vinden. Wanneer het drassig is of er ligt sneeuw of nat zand, zul je sporen kunnen vinden van zoogdieren als vos, ree en das en allerlei soorten en maten vogelpootjes (met en zonder zwemvliezen). Maar ook dieren zonder voeten laten sporen achter. Een slangenspoor zul je al vrij snel herkennen in het zand.

Niet alleen de afdrukken (prenten) vertellen ons iets over het dier, maar ook de manier waarop de poten zijn neergezet. Kun je uit het spoor afleiden of het dier rustig liep of misschien opgejaagd werd? Is de pas kalm of zie je de haast die het dier had?

Voetspoor lynx in Slovenië (De natuur van hier)

Soorten voetafdrukken

Met alle soorten dieren zijn er ook net zoveel soorten voetafdrukken te vinden. We kunnen onderscheid maken in voetafdrukken van dieren met tenen (teengangers) en dieren met zolen (zoolgangers). Dieren met zolen zijn bijvoorbeeld vos, das, haas en konijn. In het spoor zie je het midden van de zool met daaromheen de afdrukken van de tenen. De mens is ook een zoolganger. Teengangers kunnen we nog verder onderverdelen in teentopgangers en teengangers. Teentopgangers zijn dieren waarvan je alleen de afdruk van de derde en vierde teen ziet, zoals bij zwijnen, herten en runderen. Teengangers, zoals de wolf en de vos, zijn vaak sneller dan zoolgangers en daardoor zie je enkel vier tenen in de afdruk.

Er zijn natuurlijk ook dierensporen die op elkaar lijken, zoals de hond en wolf of van de haas en konijn. Hierbij is het belangrijk dat je dan let op de pas van het dier. Zo kun je het verschil tussen hond en wolf ontdekken. De grootte van de sporen telt ook mee. Voetafdrukken van de haas zullen iets groter zijn dan de sporen van een konijn.


Lees ook: 10 tips voor meer vogels in je tuin


Uitwerpselen

Naast de voetafdrukken zijn uitwerpselen ook duidelijke sporen die dieren achterlaten. Dieren hebben elk hun eigen manier in het achterlaten van uitwerpselen. Vaak tekent het een territorium van een dier af. Zo laat de wolf vaak uitwerpselen op paden achter, goed zichtbaar en ruikbaar voor andere dieren.

Uitwerpselen van een wolf (Saxifraga-Jan van der Straaten)

Uitwerpselen van een wolf (Saxifraga-Jan van der Straaten)

Inhoud en vorm

De inhoud van de uitwerpselen vertellen vervolgens nog wat meer. Vaak kun je nog wel zien wat het dier gegeten heeft: bessen, zaden, grassen of juist een ander dier. Dan zul je botjes of veren, stukjes haren en vacht tegenkomen. Zo weet je gelijk of je met een carnivoor (vleeseter), herbivoor (planteneter) of omnivoor (alleseter) te maken hebt.

De vorm is ook van belang. De uitwerpselen van roofdieren als vos, wolf en marters hebben vaak een gedraaid puntje aan het uiteinde van de keutel. De ronde konijnen keuteltjes kennen de meeste mensen wel. Andere dieren, zoals de das, hebben soms een grote brij uitwerpselen, zonder enige vorm. Dassen maken kuiltjes om de uitwerpselen naderhand te kunnen bedekken, dit zijn zogenaamde dassenputjes. Maar laat je niet voor de gek houden, want de vorm en inhoud van uitwerpselen kunnen per periode in het jaar verschillen. Dit is afhankelijk van het voedselaanbod.

Duidelijke vraatsporen van de bever. Nog vrij vers, aan de lichte kleur van het aangetaste hout te zien (De natuur van hier)

Vraatsporen

Een duidelijk voorbeeld van vraatsporen zijn de sporen van de bever. Langs de randen van beken en rivieren kun je ze tegenkomen: allerlei (deels) omgeknaagde bomen, van groot tot klein en van jong tot oud. De bever heeft ze nodig voor het bouwen van dammen en burchten. Vaak zie je op de grond de houtsnippers nog liggen. Ook kun je vaak duidelijke wissels zien, de plekken waar de bever uit en in het water gaat, en de paden die hij gebruikt.

Andere vraatsporen

De sporen van de bever vallen over het algemeen goed op. Er zijn meer dieren die knagen en knabbelen aan bomen, maar die sporen vallen vaak wat minder op. Reeën zijn bijvoorbeeld dol op jonge, verse twijgjes van bomen. Je kunt het herkennen aan afgeknapte takken, beschadigde struiken enzovoorts. Ook boomschors staat op het menu.

Zwijnen laten ook vraatsporen na, maar deze moet je op de grond zoeken. Zij woelen vaak de grond om, op zoek naar onder andere eikels en bodemdiertjes. Kleinere dieren als vogels of eekhoorns eten graag dennenappels. Je kunt dennenappels tegenkomen die deels opgegeten zijn. Leeggegeten slakkenhuisjes duiden op de aanwezigheid van bijvoorbeeld de lijster.

Vossen krijgen hun jongen in holen. Deze holen kunnen zich bevinden onder boomwortels, maar ook in dassenburchten
Vossen krijgen hun jongen in holen. Deze holen kunnen zich bevinden onder boomwortels, maar ook in dassenburchten

Nog meer dierensporen

De meest opvallende of duidelijke dierensporen hebben we hierboven benoemd. Er zijn nog veel meer dierensporen te ontdekken. Zo kun je in de zomer schuurplekken tegenkomen: bomen waar herten met hun gewei tegenaan schuren om jeuk van de huid (basthuid) te verlichten. Of ligplekken in het gras waar bijvoorbeeld een ree heeft liggen rusten. Zo lang je genoeg om je heen kijkt en weet je waar je een beetje op moet letten, zul je vele sporen ontdekken. Zwijnen schuren zich ook graag tegen bomen aan. Eerst rollen ze in de modder, waarna ze zich tegen bomen schuren. Dit om parasieten tegen te gaan.

Prooiresten kun je ook tegenkomen. Denk maar eens aan een hoopje veren, de restanten van een kaalgeplukte prooi door een roofvogel. Of de braakballen van een uil, vol met kleine botjes, veertjes of vacht en andere onverteerbare stukjes. Je kunt ze uitpluizen (met pincet) om zo te bekijken wat er in de maag van de uil heeft gezeten.


Lees ook: vogelgeluiden leren herkennen


Verder kun je nog letten op:

  • Wildspoor/wissels: dieren gebruiken vaak dezelfde paadjes om zich te verplaatsen of om ergens te kunnen drinken. Je ziet dit terug in het landschap: smalle paadjes door struikgewas verraden vaak dat het pad gebruikt wordt door wild.
  • Holen: wanneer je ergens een hol ziet, kun je (op afstand!) observeren of het in gebruik is of niet. Let hierbij op graafsporen, voetsporen en restjes nestmateriaal. Kijk nooit in het hol, gebruik geen zaklamp en wees zo stil mogelijk.
  • Nesten: vooral in de winter kun je goed zien waar de vogels eerder in het jaar een nestje hebben gemaakt. Sommige soorten komen weer terug op het oude nest, zoals kraaiachtigen en zwaluwen. Wanneer de bomen, struiken en heggen in blad staan, wordt het lastiger om nesten te zien. Tijdens het broedseizoen kun je vogels op en af zien vliegen en valt (de aanwezigheid van) het nestje hierdoor beter op.

Kortom: waar moet je op letten?

VoetafdrukkenUitwerpselenVraatsporenAndere dierensporen
Zoolganger of teengangerVorm: groot, klein, rond, lang, uiteindeVersheid van geknaagd hout (lichte houtkleur)Wildspoor/wildwissels
Grootte van de pootafdrukInhoud: vleeseter of planteneterGeschilde bomenHolen
Afstand tussen de pootafdrukeknKleur (bijv. van bessen)Nesten
Hier is het loopspoor van het dier goed te zien, in dit geval van een wolf (Saxifraga - Mark Zekhuis)
Hier is het loopspoor van het dier goed te zien, in dit geval van een wolf (Saxifraga – Mark Zekhuis)

Lees ook: waarom houden dieren een winterslaap?


Aan de slag!

Dierensporen kun je dus overal vinden en tegenkomen. Hoe meer je erop let, hoe meer je zal opvallen. Daardoor zul je dierensporen steeds sneller herkennen. Het kan handig zijn om een dierensporenboekje te gebruiken, zodat je gelijk kunt opzoeken en vergelijken. Er zijn ook apps en zoekkaarten te vinden die je kunnen helpen om de eigenaar van het spoor te bepalen. ObsIdentify is een handige app daarvoor, ook om planten en dieren te determineren.

Wanneer je foto’s maakt van het spoor, is het verstandig om te letten op:

  • Schaduw: blok de zon, want schaduw vertekent het beeld.
  • Grootte: leg een (pin)pas of liniaal naast het spoor. De rand van de pas of de 0 van de liniaal leg je gelijk met de bovenkant van het spoor.
  • Loopspoor: elk dier beweegt op zijn eigen manier.
  • Schedel: tanden vertellen bijna alles. Probeer deze dus op de foto te zetten, of de plekken waar ze hebben gezeten.

Wanneer je bovenstaande tips hebt gebruikt, kun je de foto uploaden op waarneming.nl. De foto kan nu beter beoordeeld worden en daarmee krijg je een beter idee van welk dier het spoor is.

Boekentip

Voor wie op pad wil met een dierensporenboekje, kunnen we onder andere ‘Dierensporen – levensgroot’ van Frank Hecker aanraden. Niet alleen beschrijft hij dierensporen in dit boek, maar er wordt ook dieper ingegaan op de dieren zelf. De levenswijze, manier van bewegen, voortplanting en nog veel meer.

Het is een handig formaat boek en ideaal om mee te nemen op pad, zowel voor jong als oud.

Het boek telt 112 bladzijdes en is prachtig geïllustreerd. Een aanrader! Het boek is hier (bol.com) te bestellen.


Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Bijen, wespen, hommels en hoornaars: de verschillen in één overzicht

Bijen

In Nederland komen vele soorten vliesvleugeligen voor. Deze zijn beter bekend onder de noemer bijen, wespen, hommels en hoornaars, maar verder horen ook onder andere de mieren tot deze orde. Maar wat zijn nou die kenmerken die de bijen, wespen, hommels en hoornaars van elkaar verschillen? In deze blog komen deze verschillen aan bod, zodat je de volgende keer weet wat er voorbij vliegt.

Inhoudsopgave

Taxonomie

Taxonomisch zijn bijen en hommels meer met elkaar verwant, en de wespen en hoornaars ook met elkaar. De soorten zijn allemaal met elkaar verbonden doordat ze allemaal behoren tot de onderorde Apocria. Het gemeenschappelijke van deze dieren is dat ze allemaal een wespentaille hebben. Dit houdt in dat het achterlijf in twee segmenten is verdeeld, wat bij de meest insecten niet het geval is. Binnen deze onderorde zijn een helebooel (super)families, waaronder de bijen en hommels en de wespachtigen.

Saksische wesp
Saksische wesp

Fysieke verschillen

Het best op te merken zijn de fysieke verschillen tussen de vier soortgroepen. Wespen zijn over het algemeen het kleinste, met een lichaamslengte van 9 tot 17 millimeter en een opvallen smalle taille. Ze zijn daarnaast kenmerkend geel en weinig behaard. Bekende soorten zijn de Duitse wesp en de gewone wesp. Verder zijn er bijvoorbeeld ook metselwespen en veldwespen.

Verschil bij, hommel, wesp, (Bron: wespennest Vlaanderen)hoornaar
Verschil bij, hommel, wesp, hoornaar (Bron: wespennest Vlaanderen)

Lees ook: wat is het verschil tussen een amfibie en een reptiel?


Hommels worden net zo groot als wespen (9 tot 17 millimeter), maar hebben een dikker achterlijf. Het lijf is daarnaast behaard en het lichaam is in afwisselende kleurenbanden getekend, wat roofdieren afschrikt. Bekende hommelsoorten in Nederland zijn de akkerhommel en aardhommel. Bijen zijn, net zoals hommels behaard, maar deze is bij hommels wel nadrukkelijker aanwezig. Bijen en hommels worden ongeveer even groot (11-18mm). De honingbij en de rosse metselbij zijn bekende soorten die we in Nederland vinden.

Tot slot komen er nog twee hoornaars voor in Nederland, die beduidend groter zijn dan de andere wespen en bijen. De Europese hoornaar is de grootste en wordt met zijn 25 tot 35 millimeter vaak wel twee keer zo groot als andere wespachtigen. De Aziatische hoornaar, een invasieve exoot, blijft iets kleiner met een lichaamslengte van 20 tot 30 millimeter, maar is nog steeds een imposante verschijning. Andere belangrijke fysieke verschillen tussen de twee zijn de kleur van het borsstuk (zwart bij de Aziatische en geel bij de Europese) en het uiteinde van de poten. Deze zijn geel bij de Aziatische en gewoon bruin, net zoals de rest van de poten, bij de Europese hoornaar.

Zweefvliegen

Daarnaast zijn er nog een aantal zweefvliegen dier erg op wespen, bijen of hommels kunnen lijken. Ze hebben vaak dezelfde kleurpatronen, zijn opvallend gekleurd en hebben soms ook eenzelfde beharing als bijen of hommels hebben. Zweefvliegen behoren echter tot de tweevleugeligen, maar lijken bewust op de wespen, bijen of hommels. Dit fenomeen heet mimicry en is bedoeld als afweermechanisme tegen predatoren. Bekende zweefvliegen zijn de kleine bijvlieg en de grote kommazweefvlieg.

Langlijfje (de Natuur van hier)
Langlijfje (de Natuur van hier)

Verschillen in leefwijze en gedrag

Naast de fysieke verschillen, zijn er ook verschillen op te merken in leefwijzen en gedrag, tussen bijen, wespen, hommels en hoornaars.

Bijen en hommels

Bijen zijn over het algemeen solitair levende dieren, maar er zijn ook soorten die in volken leven. Bij soorten die in volkeren leven, zoals de bekende honingbij, kennen we verschillende verschijningsvormen. Zo zijn er de moeren (de koninginnen), de werksters (vrouwtjes) en de darren (de mannetjes). Bijen (ook de larven) voeden zich met nectar en stuifmeel. Sommige bijen, zoals de honingbij, produceren veel honing. Bijen zijn daarnaast zeer belangrijk in de bestuiving van bloemen en vele voedselgewassen. Door het gebruik van pesticiden, de monoculturen in de landbouw en door mijten hebben bijen in Nederland het zwaar. Bijen kunnen steken, maar doen dit over het algemeen niet snel.

Hommels leven voornamelijk in kolonies, met één koningin. De kolonies bij hommels zijn over het algemeen een stuk kleiner dan die van bijen. Hommels eten nectar uit bloemen, waarbij ze hun lange tong gebruiken om bij de nectar te komen. Hommels produceren soms ook honing, maar in veel minder grote hoeveelheden dan bijen dit doen. Net zoals bijen zijn hommels belangrijke bestuivers. Ook met hommels gaat het niet zo goed in Nederland, door het gebruik van pesticiden, het verdwijnen van leefgebied en door de intensieve landbouw. Hommels kunnen ook steken, maar doen dit zelden.

Weidehommel; wespen; bijen; hoornaars
Hommels, zoals deze weidehommel, zijn niet agressief en zullen zelden steken

Lees ook: tips voor meer bijen en vlinders in je tuin


Wespen en hoornaars

Ook bij de wespen zijn de meeste soorten solitair levende dieren. Er zijn echter ook weer soorten die kolonies vormen. In deze kolonies kan alleen de koningin eieren leggen, de werksters zijn niet-reproductief. De werksters sterven aan het einde van het seizoen, de koningin zoekt dan een overwinteringsplek op.

Duitse wespen - bijen - hommels - hoornaars
Duitse wesp

Wespen zijn over het algemeen vleeseters en jagen veelal op andere insecten. Hiermee vertolken ze een belangrijke ecologische rol als roofdier (en in sommige gevallen als halfparasiet). Ze dragen bij aan een biologische bestrijding van ziektes en plagen in bijvoorbeeld de tuinbouw sector. Ze zorgen ervoor dat plaagsoorten niet exponentieel kunnen toenemen. Wespen zullen iets sneller steken dan bijen en hommels, maar ook alleen wanneer ze zich bedreigd voelen. Blijf dus uit de buurt van nesten en blijf rustig als er een om je heen vliegt.

Europese vs. Aziatische hoornaar

Europese hoornaars leven in kolonies, waarbij er één koningin is en verder allemaal werksters. De koningin is de enige die de winter overleeft. Europese hoornaars zijn net zoals andere wespen belangrijk in het bestrijden van plaagsoorten. Hoornaars zijn per definitie niet agressief, maar kunnen dat wel worden in de buurt van het nest (wanneer deze bedreigd wordt). Hoornaars vangen insecten, welke ze bijna allemaal voeren aan de larven. Volwassen exemplaren voeden zich voornamelijk met suikerrijke boomsappen.

Europese hoornaar - bij - wesp - hommel
Europese hoornaar

De Aziatische hoornaar is waarschijnlijk voor het eerst in Europa opgedoken in 2004, in Frankrijk. Deze zou met een lading Chinees aardewerk zijn meegekomen en heeft zich in Frankrijk en enkele omliggende landen (waaronder Nederland) weten te vestigen. Qua leefwijze en gedrag zijn ze vergelijkbaar met de Europese hoornaar, echter is er één essentieel verschil. Aziatische hoornaars jagen naast de gebruikelijke wespen ook op bijen. Hierdoor vormt deze een serieuze bedreiging voor de inheemse honingbij. Om deze reden wordt de Aziatische hoornaar dan ook actief bestreden.

Overzichtstabel

Kenmerk Bij Wesp Hommel Hoornaar
Uiterlijk Harig, bruin/geel, slank Gladder, geel met zwart Zwaar behaard, bol lichaam Groot, rood/bruin-geel gestreept
Grootte 1 – 1,5 cm 1 – 1,5 cm 1,5 – 2,5 cm 2 – 3,5 cm
Lichaamsbouw Slank, harig Slank, glad Dik, behaard Groot, krachtig gebouwd
Voedsel Nectar en stuifmeel Zoetigheid en eiwitten Nectar en stuifmeel Insecten en zoetigheid
Agressief? Nee, alleen bij verdediging Ja, vooral in nazomer Nee, zeer zachtaardig Minder agressief dan wesp
Steekgedrag Steekt één keer, sterft Kan meerdere keren steken Steekt zelden, alleen bij dreiging Steekt alleen bij bedreiging
Nest In holtes, kasten, bomen In de grond of gebouwen In oude muizennesten of graspollen In boomholtes of schuren
Actief in… Lente t/m nazomer Zomer en nazomer Vroege lente t/m zomer Zomer en nazomer
Belangrijk voor… Bestuiving Natuurlijke plaagbestrijding Bestuiving Populatiebeheer insecten
Bijzonderheden Houdt van bloemen Trekt naar zoet eten Vliegt ook in koud weer Grootste wespensoort in NL

Lees ook: wat is het verschil tussen juffers en libellen?


Getolereerd, of niet?

Bijen, hommels, wespen en hoornaars hebben niet de beste reputatie bij de meeste mensen. Ze hebben echter wel cruciale rollen in onze ecosystemen. Meer dan de helft van de 360 bijensoorten die in Nederland voorkomen worden bedreigd. Meer dan 75% van de voedselgewassen wordt bestoven, waarin bijen en hommels een belangrijke bijdrage leveren. Gelukkig is dit bij steeds meer mensen bekend en wordt er steeds meer ondernomen om de inheemse bijen te beschermen.

Wespen daarentegen worden vaak verguisd. Deze vervullen echter een belangrijke rol in het bestrijden van plaagsoorten, wat cruciaal is voor de tuinbouwsector. Het is nochtans de vraag of het standpunt over de wesp bij mensen snel zal veranderen.

Tot slot

Nu weet je de verschillen tussen bijen, wespen, hommels en hoornaars. Wil je altijd op de hoogte blijven van de nieuwste blogs, tips om je tuin natuurvriendelijker te maken en winacties? Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws als eerste in je mailbox!

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Bouwtekening nestkast grauwe vliegenvanger

Grauwe vliegenvanger

Een goede manier om de natuur, vogels in het bijzonder, een handje te helpen is door het plaatsen van nestkasten. Door de toenemende verstedelijking, kunnen vogels soms lastig een geschikte broedplaats vinden. Nestkasten kunnen hier op een goedkope en efficiënte manier een oplossing voor bieden. Een soort die vaak over het hoofd gezien wordt is de grauwe vliegenvanger. Deze onopvallende vogel vertoont soms opvallend gedrag, wat het ophangen van een nestkast zeker rechtvaardigt.

De grauwe vliegenvanger (Muscicapa striata)

De grauwe vliegenvanger is een kleine, onopvallende vogel. Ze bereiken een lichaamslengte van 13,5 tot 15 centimeter en een spanwijdte van 23 tot 25 centimeter. Ze zijn overwegend grijsbruin gekleurd en hebben een lichtere onderzijde. Tussen de mannetjes en vrouwtjes zijn geen verschillen op te merken.

Grauwe vliegenvanger
De grauwe vliegenvanger leeft voornamelijk in bossen en bosranden, maar komt ook zo nu en dan voor in parken en natuurtuinen

Ze leven voornamelijk in bossen (loof- en gemende bossen) en in bosranden. Verder komen ze ook voor in parken, grotere natuurlijke tuinen en op boerenerven met veel groen. De grauwe vliegenvanger is een typische trekvogel, die pas eind april/begin mei in ons land arriveert. Eind augustus/september beginnen ze weer aan de trek. Ze trekken helemaal tot in West-Afrika en leggen deze tocht vooral ’s nachts af. De tocht wordt in etappes afgelegd.


Lees ook: bouwtekening nestkast kauw


Voedsel en voortplanting

Grauwe vliegenvangers zijn echte insecteneters, zoals de naam al doet vermoeden. Vanaf een vast uitkijkpunt scannen ze de omgeving op (vliegende) insecten. Vanaf het uitkijkpunt jagen ze op voornamelijk vliegende insecten, die ze in de lucht vangen. Gedurende de jacht vliegen ze constant op en af vanaf het kijkpunt, opmerkelijk gedrag wat goed te zien is in het veld. Naast vliegende insecten vangen ze soms ook lopende en kruipende insecten vanaf een plant of struik. In het najaar worden ook bessen gegeten.

Grauwe vliegenvanger (Saxifraga - Luc Hoogenstein)
Grauwe vliegenvangers zijn meesters in het vangen van vliegende insecten (Saxifraga – Luc Hoogenstein)

Er wordt meestal één nest gemaakt per jaar, met vier tot vijf eieren. De vrouwtjes broeden ongeveer twee weken, waarna de juvenielen uit het ei komen. Na weer ongeveer twee weken kunnen de jongen vliegen. Ze worden hierna nog enige tijd bijgevoerd. Grauwe vliegenvangers broeden voornamelijk in holen van bomen, verder soms ook in kieren en spleten in gebouwen. Ze hebben een voorkeur voor een enigszins open locatie om te broeden. In het cultuurlandschap wordt ook met regelmaat dankbaar gebruik gemaakt van halfopen nestkasten.

Nestkast grauwe vliegenvanger

Een nestkast voor een grauwe vliegenvanger dient dus halfopen te zijn. Met behulp van een nestkast kan het mogelijk zijn een grauwe vliegenvanger naar je tuin te lokken. Wanneer er voldoende groen aanwezig is en er ruimte is voor het jagen op insecten (een weiland met uitkijkpunten is perfect), dan kan het mogelijk zijn dat de vliegenvanger komt broeden. Andere soorten die gebruik kunnen maken van de nestkast zijn winterkoningen, witte kwikstaarten en roodborstjes.


Lees ook: bouwtekening nestkast koolmees


Bouwtekening nestkast grauwe vliegenvanger

Op onderstaande tekening zijn alle gegevens te vinden die je nodig hebt voor het maken van een nestkast voor een grauwe vliegenvanger. Op deze bouwtekening vind je de afmetingen van de nestkast, welke houtsoort je kunt gebruiken en een zaagschema om de juiste planken te zagen. Bij veel bouwmarkten kun je het hout meteen op maat laten zagen als je het koopt, dus neem de tekening mee naar de bouwmarkt. Geen zin om zelf een nestkast te maken? Bestel dan een kant-en-klare nestkast via bol.com.

Bouwtekening nestkast grauwe vliegenvanger (De natuur van  hier)
Bouwtekening nestkast grauwe vliegenvanger (De natuur van hier)

Als houtsoort kun je het beste beuken-, lariks- of eikenhout gebruiken. Daarnaast kan ook watervast multiplex gebruikt worden. Als dikte raden we 15 millimeter aan. Let bij het kopen van het hout op het FSC-keurmerk. Gebruik RVS schroeven om het hout mee vast te schroeven. RVS is beter bestand tegen roesten dan verzinkte schroeven, dus beter geschikt om buiten te gebruiken. Eventueel kun je het dak afwerken met dakleer, zodat het hout minder te verduren krijgt en de nestkast langer mee gaat.

Ophangen nestkast

Bij het ophangen van de nestkast is het belangrijk om met een aantal zaken rekening te houden. Hang de nestkast stevig op, op ongeveer twee meter hoogte. Hang de nestkast met de opening richting het noorden, noordoosten of oosten. Hiermee voorkom je dat het constant binnen regent en dat er minder last is van wind en zon. Zorg er daarnaast voor dat de kast niet gemakkelijk bereikbaar is voor katten en andere rovers.

In het najaar (rond oktober) is het tijd om de nestkast schoon te maken. Gebruik hiervoor geen schoonmaakmiddelen, maar alleen heet water. Hang de nestkast daarna meteen weer op, want soms worden ze in de winter gebruikt als rustplek.

Grauwe vliegenvanger
Grauwe vliegenvangers zijn echte trekvogels en vliegen helemaal tot in West-Afrika

Lees ook: bouwtekening nestkast spreeuw


Veelgestelde vragen

Hoe lok ik een grauwe vliegenvanger naar mijn tuin?

Om een grauwe vliegenvanger naar je tuin te lokken, heb je een wat grotere tuin nodig. Het liefst in de buurt van een bos waar de vliegenvanger al gezien is. Zorg voor voldoende groen en een plek waar ze kunnen jagen op insecten. Een weiland met uitkijkpunten (bijvoorbeeld houten palen) is perfect.

Hoe maak ik een nestkast voor een grauwe vliegenvanger?

Een nestkast voor een grauwe vliegenvanger kun je maken van beuken-, lariks- of eikenhouten planken. De kast moet circa 12x12x17,5cm groot zijn en halfopen. Gebruik de bouwtekening (inclusief zaagschema) in deze blog.

Hoe hang ik een nestkast voor een grauwe vliegenvanger op?

Hang de nestkast op een beschutte plek op ongeveer twee meter hoogte, buiten het bereik van katten en andere roofdieren. Zorg dat de nestkast in een ietwat open omgeving hangt, zodat de grauwe vliegenvanger goed overzicht heeft.

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Bouwtekening nestkast merel

Merel, man (de Natuur van hier)

Een goede manier om de natuur, vogels in het bijzonder, een handje te helpen is door het plaatsen van nestkasten. Door de toenemende verstedelijking kunnen vogels soms lastig een geschikte broedplaats vinden. Nestkasten kunnen hier op een goedkope en efficiënte manier een oplossing voor bieden. Een van de soorten die wel wat hulp kan gebruiken is de merel. De merel heeft de afgelopen jaren last gehad van het usutu-virus. Door een nestkast op te hangen voor merels, kun je ervoor zorgen dat het de komende jaren weer beter gaat met deze typische soort voor Nederland.

Omslagfoto: de Natuur van hier

Inhoudsopgave

De merel (Turdus merula)

De merel is de meest voorkomende vogel in ons land. Toch neemt de populatie sinds 2007 licht af en hebben merels last van het usutu-virus. Gelukkig zien we de merels wel nog door het hele land en is hij in veel groene tuinen een graag geziene gast.

Merels bereiken een lichaamslengte van 23 tot 29 centimeter en een spanwijdte van 34 tot 38 centimeter. Mannetjes en vrouwtjes zijn duidelijk uit elkaar te houden. Het verenkleed van de mannen is geheel zwart, met een gele snavel en oogring. Vrouwtjes zijn minder opvallend en zijn overwegend bruin gekleurd, met een lichtbruine borst. Juvenielen lijken erg op vrouwtjes qua verenkleed. Merels behoren tot de lijsterachtigen en zijn familie van de zanglijster, kramsvogel en koperwiek.

Mannetjes merel
Mannetjesmerels zijn goed te herkennen aan hun zwart verenkleed en gele snavel en oogring

Van origine zijn merels echte bosvogels, maar ze hebben zich uitstekend aan weten te passen aan het door de mens gecreëerde cultuurlandschap. Naast bos zijn nu ook parken, dorpen en steden met voldoende groen een uitstekend leefgebied voor de merel. De mannetjes hebben een uitbundige zang, die ze vaak in het voorjaar vanaf een hoge plek laten horen. De meeste voorkomende merels in Nederland zijn standvogels.

Voedsel en voortplanting

In het voorjaar en begin van de zomer zijn merels vooral op zoek naar dierlijk voedsel. In grasvelden wordt er actief gejaagd op (regen)wormen, slakken en insecten. Later in het jaar verandert het menu geleidelijk naar meer plantaardig voedsel. Dan zul je merels (en andere lijsterachtigen) vaak zien in besdragende struiken, zoals Gelderse roos, meidoorn en taxus. Ondanks dat bijna alle delen van de taxus giftig zijn, eet de merel toch gewoon de bessen. In het vruchtvlees zit namelijk geen gif. De zaden in de bessen wel, maar deze spuugt de merel gewoon uit.

Merel worm
Vooral in het voorjaar en begin van de zomer is het menu dierlijk van aard

Lees ook: tuinvogel uitgelicht: de merel


Merels hebben meestal twee broedsels per jaar, waarbij er per legsel vier tot vijf groene eieren, met bruine vlekken worden gelegd. De broedduur duurt ongeveer twee weken. De jongen worden nog een korte tijd bijgevoerd, waarna het vrouwtje vrij snel begint aan het volgende legsel. In goede jaren kunnen ze soms wel drie legsels per jaar hebben.

Broeden wordt over het algemeen gedaan in dichte struiken of in klimop. De nesten zijn vaak een makkelijke prooi voor katten. Een nestkast op een juiste plek ophangen kan ervoor zorgen dat deze minder gevoelig is om ten prooi te vallen aan een kat.

Een geschikte tuin

Om ervoor te zorgen dat je tuin aantrekkelijk wordt voor merels, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat er een aantal zaken aanwezig zijn. Allereerst een gazon of een grasveldje. Hier kunnen merels op zoek naar regenwormen, om voldoende eiwitten binnen te krijgen.

Daarnaast is het belangrijk om dichte struiken aan te planten. Soorten als glansmispel en hulst zijn uitstekende plekken om te schuilen en te broeden (hang de nestkast in de struik en zorg dat de invliegopening vrij is). Besdragende struiken zoals Gelderse roos, meidoorn, taxus en lijsterbes bieden daarnaast belangrijke bessen voor in het najaar. Via Sprinklr zijn vaak dergelijke struiken te bestellen, biologisch gekweekt! Heb je een wat grotere tuin/wat meer werk, dan kun je ook gaan voor dit heesterpakket. Hier zitten vijf verschillende soorten heesters in met allemaal bessen en beschutting, perfect voor merels en andere vogels!

Merel voeden jongen
Met twee, tot soms wel drie, broedsels per jaar hebben de volwassen exemplaren het druk met eten zoeken voor de hongerige juvenielen

Nestkast merel

Naast in bos en in parken broeden merels dus ook regelmatig in tuinen, mits er voldoende voedsel en groen aanwezig is. Helaas vinden hier ook vaak predaties plaats door, meestal, katten. Door nestkasten op te hangen op plekken waar katten niet bij komen, kan er voor gezorgd worden dat het broedsucces stijgt. Nestkasten voor merels kunnen daarnaast ook gebruikt worden door roodborstjes, witte kwikstaarten en soms winterkoningen.


Lees ook: bouwtekening nestkast pimpelmees


Bouwtekening nestkast merel

Op onderstaande tekening zijn alle gegevens te vinden die je nodig hebt voor het maken van een nestkast voor een merel. Op deze bouwtekening vind je de afmetingen van de nestkast, welke houtsoort je kunt gebruiken en een zaagschema om de juiste planken te zagen. Bij veel bouwmarkten kun je het hout meteen op maat laten zagen als je het koopt, dus neem de tekening mee naar de bouwmarkt. Geen zin om zelf een nestkast te maken? Bestel dan een kant-en-klare nestkast speciaal voor de merel via bol.com!

Bouwtekening nestkast merel (De natuur van hier)
Bouwtekening nestkast merel (De natuur van hier)

Als houtsoort kun je het beste beuken-, lariks- of eikenhout gebruiken. Daarnaast kan ook watervastmultiplex gebruikt worden. Als dikte raden we 15 millimeter aan. Let bij het kopen van het hout op het FSC-keurmerk. Gebruik RVS schroeven om het hout mee vast te schroeven. RVS is beter bestand tegen roesten dan verzinkte schroeven, dus beter geschikt om buiten te gebruiken. Eventueel kun je het dak afwerken met dakleer, zodat het hout minder te verduren krijgt en de nestkast langer mee gaat.


Lees ook: bouwtekening nestkast spreeuw


Ophangen nestkast merel

Bij het ophangen van de nestkast is het belangrijk om op een paar dingen te letten. Zorg er allereerst voor dat de nestkast stevig hangt, op circa twee meter hoogte. De nestkast kan het beste met de invliegopening richten het noorden, noordoosten of oosten gericht worden, zodat wind en felle zon vermeden worden. Let er daarnaast op dat de invliegopening goed bereikbaar is en katten en andere roofdieren er niet gemakkelijk bijkomen.

Hang de nestkast in, of in de buurt van groene struiken. De nestkast kan ook opgehangen worden in een klimopmuur, of in een haag. Zorg dat andere nestkasten voldoende ver van deze nestkast afhangen en dat er een gazon of grasveld in de buurt is. In het najaar (rond oktober) is het tijd om de nestkast schoon te maken. Gebruik hiervoor geen schoonmaakmiddelen, maar alleen heet water. Hang de nestkast daarna meteen weer op, want soms worden ze in de winter gebruikt als rustplek.

Nestcamera

Wil je van dichtbij meemaken hoe en wanneer de nestkast gebruikt wordt? Dan kun je een camera in de nestkast plaatsen om alles live te volgen. Wij gebruiken de camera’s van Green Backyard. Deze geef je eenvoudig via een app live toegang tot de camera. Daarnaast ontvang je een melding wanneer er beweging is in de nestkast en kun je video’s downloaden en opslaan.

Er zijn verschillende type camera’s, je vindt ze hier. Voor een nestkast dichtbij huis kun je aan de slag met de Wireless Bird Box Camera. Na de eenvoudige installatie kun je vanaf de bank met je mobiel de nestkast in de gaten houden! Hier vind je nog een aantal beelden gemaakt met de camera’s van Green Backyard.

Veelgestelde vragen

Hoe lok ik een merel naar mijn tuin?

Om een merel naar je tuin te lokken, moet je ervoor zorgen dat er voldoende voedsel en beschutting te vinden is. Zorg voor een gazon of grasveld, waar de merel op zoek kan naar regenwormen en plant struikjes aan. Meidoorn, lijsterbes en Gelderse roos hebben bessen die de merel graag eet in het najaar.

Hoe maak ik een nestkast voor een merel?

Een nestkast voor een merel kun je maken van beuken-, lariks- of eikenhouten planken. De kast moet circa 25x25x22cm groot zijn en halfopen. Gebruik de bouwtekening (inclusief zaagschema) in deze blog.

Hoe hang ik een nestkast voor een merel op?

Hang de nestkast op een beschutte plek op ongeveer twee meter hoogte, buiten het bereik van katten en andere roofdieren. Zorg dat de nestkast in, of in de buurt van een struik of een klimopmuur hangt.

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Hoe plant ik een boom?

Kastanjeboom boompalen

In bijna iedere tuin is er ruimte voor één boom of meerdere bomen. Bomen zijn een aanwinst voor de tuin. Ze bieden schaduw op warme dagen, waar we er steeds meer van krijgen, kennen vaak een uitbundige bloei en zorgen voor biodiversiteit in de tuin. Om te zorgen dat een boom vanaf de start goed groeit, is het belangrijk deze op een juiste manier aan te planten. In deze blog vertellen waar je op moet letten bij het aanplanten van een boom.

Inhoudsopgave

Waarom een boom planten?

Waarom zou je een boom aanplanten in de tuin? De meeste bomen verliezen immers bladeren die opgeruimd moeten worden, moeten regelmatig gesnoeid worden en kunnen ziek worden. Allemaal zaken die tijd of geld kosten. Een boom levert echter ook veel op (en je kunt de bladeren overigens ook gewoon laten liggen, dit is voor veel dieren namelijk een goede leef- of schuilplek). Door een boom aan te planten in je tuin zorg je voor een betere (lokale) leefomgeving. Een boom produceert zuurstof, vangt stikstof op uit de lucht en zorgt dat omgevingsgeluiden onderbroken worden, waardoor je er minder overlast van ervaart.

Biodiversiteit en verkoeling

Daarnaast zorgt een boom voor meer biodiversiteit in je tuin. Vooral inheemse soorten zijn hier goed voor. In meerdere onderzoeken is aangetoond dat inheemse bomen een leefgebied zijn voor enkele honderden insectensoorten, terwijl dit bij vergelijkbare uitheemse soorten vaak niet meer dan enkele tientallen soorten zijn. Al deze insecten trekken weer andere soorten aan, zoals vogels. Maar naast vogels bestaat er ook een kans dat eekhoorns je tuin bezoeken.


Lees ook: tips voor het aanleggen van een natuurtuin


Een andere belangrijke reden om een boom in je tuin aan te planten, is verkoeling. Onze zomers worden steeds warmer en droger en een beetje schaduw in je tuin is dan geen overbodige luxe. Door een boom aan te planten creëer je schaduw. Let goed op welke boom je kiest, er zijn bomen met een zeer dichte kroon, maar ook bomen met een halfopen kroon, die iets meer zon doorlaten.

Bomen tuin
Bomen creëren sfeer in een tuin en zorgen voor schaduw

Tot slot kan het aanplanten van een boom ook puur esthetisch zijn. Iedere boom heeft zo zijn eigen esthetische kenmerken. Sommige bomen hebben een prachtige stam, andere een mooie bladkleur (herfstkleur) en veel hebben een prachtige bloei. Reden genoeg om een boom aan te planten dus.

Juiste boom op de juiste plek

Voordat je de boom gaat planten, moet je nadenken over de plek en de soort boom welke je gaat planten. Dit is namelijk allesbepalend voor het succes van de boom. Bomen worden oud én groeien, houd hier bij aanplant rekening mee. Hiermee voorkom je dat de boom gekapt moet worden, omdat deze op een latere leeftijd in de weg zou staan.

Juiste plek

Bepaal eerst waar de boom moet komen te staan en wat de functie is. Bomen creëren met hun kroon schaduw, bepaal dus van te voren of schaduw gewenst is. Houd hierbij ook rekening met de seizoenen. In de winter staat de zon lager dan in de zomer, dus dan is de schaduwwerking van de boom ook anders. Heb je zonnepanelen op je dak? Neem dit dan ook mee in je berekening om rendementsverlies te voorkomen. Komt het heel precies? Laat dan een schaduwberekening maken door een bedrijf.


Lees ook: hoe maak ik een stapelmuurtje?


Naast zon is ook wind en vochtigheid belangrijk om in acht te nemen. Een open plek waar de wind vrij spel heeft, is geen geschikte standplaats voor iedere boom. Sommige bomen (zeker bomen die niet inheems zijn en uit een zachter klimaat komen) hebben een beschutte plek in de tuin nodig. Woon je aan de kust? Ga dan op zoek naar een boom die de zilte lucht goed verdaagd. Ook de mate van vochtigheid van de bodem is bepalend. Er zijn bomen die graag ‘natte voeten’ hebben en bomen die goed gedijen in een droge bodem.

In kleinere tuinen bieden lei- en knotbomen een goede oplossing
In kleinere tuinen bieden lei- en knotbomen een goede oplossing (al zullen ze in deze tuin geen ruimtegebrek hebben)

Let er ook op dat je de boom voldoende ver van gebouwen en erfafscheidingen zet, als dit problemen op kan gaan leveren. Ga na hoe groot de kroon van een boom wordt en neem dat als uitgangspunt. Weinig ruimte? Kies dan voor een wat kleiner blijvende boom of voor een boom in een bepaalde snoeivorm zoals leibomen, bolvormige bomen of knotbomen.

Juiste boom

Maar niet alleen het type boom en de uiteindelijke grote zijn van belang. Bomen hebben veel kenmerken waarop een keuze gemaakt kan worden. Bloeivorm, bloeikleur, bloeitijd, bladkleur, herfstkleur, bladvorm, bladhoudend (winter), winterhardheid, kroondichtheid, vruchtdragend, aantrekkelijk voor insecten, etc. kunnen allemaal redenen zijn om een boom wel of niet kiezen. Kijk ook naar de rest van de beplanting in je tuin en probeer het hiermee te combineren.

Wilgenkatjes zijn in het vroege voorjaar aantrekkelijk (noodzakelijk zelfs) voor wilde bijen
Wilgenkatjes zijn in het vroege voorjaar aantrekkelijk (noodzakelijk zelfs) voor wilde bijen

Maatvoering en kluitkeuze

De maatvoering van bomen ziet er in eerste instantie wellicht gek uit. De maat van een boom wordt aangegeven met de stamomtrek, gemeten op circa één meter hoogte. Een boom kan de maat 12/14 hebben bijvoorbeeld. Dit betekent dat je een boom ontvangt waarvan de stamomtrek (gemeten op één meter hoogte) tussen de 12 en 14 centimeter bedraagt.
Daarnaast wordt een boom verkocht in container/pot of uit volle grond. Bomen uit volle grond zijn alleen van november tot en met maart verkrijgbaar, bomen uit pot of container jaarrond. Dit heeft te maken met de haarwortels die worden afgestoken als een boom uit volle grond wordt verkocht. Deze haarwortels zijn verantwoordelijk voor de opname van water, waardoor deze techniek alleen in de natste periode van het jaar toegepast kan worden. Het voordeel van container bomen is dus dat ze jaarrond (m.u.v. periodes met extreme hitte en/of droogte) aangeplant kunnen worden. Het nadeel is dat ze over het algemeen een stuk duurder zijn.

Het aanplanten van een boom

Bij de aanplant van een boom is het ook belangrijk om met enkele dingen rekening te houden. Allereerst de grond. Om ervoor te zorgen dat de boom een goede start is, is het raadzaam wat grondverbetering aan te brengen. Wij hebben de beste ervaring met Vivimus. Dit is een universele grondverbetering die de structuur van de bodem verbetert. Dit zorgt voor een humusrijke en luchtige bodem en zorgt ervoor dat de boom sneller kan wortelen. Via deze link (bol.com) is Vivimus te verkrijgen in zakken van 40 liter.

Hoe plant ik een boom? (De Natuur van hier)
De benodigdheden om een boom aan te planten (De natuur van hier)

Lees ook: gemengde haag aanplanten


Maak een gat dat ongeveer 1,5 keer zo groot is als de kluit van de boom. Graaf deze diep genoeg, zodat je de bodem bedekt met een laag Vivimus. Meng de grond die uit het gat komt samen met wat Vivimus, om straks het gat weer mee aan te vullen. Zet de boom in het midden van het plantgat en zorg ervoor dat deze recht staat. Als je een boom uit pot plant, maak de wortels dan voorzichtig een beetje los van elkaar, dit zorgt ervoor dat de wortels zich sneller gaan uitbreiden.

Bepaal met behulp van een stok of de boom diep genoeg staat. De wortelhals (overgang van groene kleur naar meer bruine kleur van de stam) dient ongeveer gelijk met het maaiveld te zijn. Een te diep geplante boom krijgt te weinig zuurstof, een te ondiep geplante boom kan uitdrogen. Vul met de gemengde grond het plantgat verder aan en druk de grond stevig aan met je voeten.

Boompalen en boomband

Plaats vervolgens boompalen naast de boom. Bij kleine bomen volstaat één boom (op de kant waarvan de meeste wind komt, meestal zuidwest), maar wij preferen de boom met twee palen te verankeren. Bij erg grote bomen, of plaatsen met erg veel wind kan er ook gekozen worden om drie boompalen te gebruiken. De boompalen moeten minimaal voor 1/3 in de grond staan. Bevestig met boombandnagels de boomband (vaak autogordel, maar ander materiaal is ook mogelijk) aan de iedere boompaal en span deze om de stam van de boom heen. Zorg ervoor dat beide boombanden strak gespannen staan.

Optioneel kan er gekozen worden een beluchtingsbuis en/of gietrand aan te brengen. Een beluchtingsbuis zorgt ervoor dat er meer lucht bij de wortelkluit komt. Daarnaast kan deze buis gebruikt worden om water te geven, hierdoor verdampt het water minder snel. Ook kan er een gietrand geplaatst worden. Dit is echter alleen noodzakelijk als er maar enkele keer per seizoen water gegeven kan worden. Een goedkoper alternatief is om met grond uit het plantgat een natuurlijk dammetje rondom de boomspiegel te maken. Hierdoor blijft het water bij het water geven of bij regenval langer staan, zodat het meer tijd heeft bij de kluit de grond in te zakken.

Water geven

Als de boom stevig staat en de grond goed is aangedrukt dan is het zaak de boom nog goed water te geven. Vooral in de beginfase is het belangrijk om in de gaten te houden dat de boom voldoende vocht binnen krijgt. Na een groeiseizoen heeft de boom zijn wortelgestel (bij bomen uit volle grond) goed hersteld en zal deze daarna al beter bestand zijn tegen droge periodes. Echter blijft het zeker de eerste drie jaar goed om regelmatig water te geven.

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Natuurtuin in ontwikkeling – deel V

Zuidelijke groene schildwants (Sandra Krol - De natuur van hier)

Ongeveer gelijktijdig met de start van deze website hebben we een huis kunnen kopen met ongeveer 3500m2 grond erbij. Ons doel is deze 35 are de komende jaren om te turnen naar een natuurtuin waarbij er ruimte is voor allerlei wilde vogels en andere dieren. De voortgang hiervan houden we bij en delen we in een terugkerende blog met jullie. In deel vijf bespreken we wat er gebeurde in de zomer en deed de herfst zijn intrede.

30 oktober 2023

De kikkers uit deel IV

In deel IV van de natuurtuinserie vertelden we van de aangelegde poel en de kikkerdril, waaruit misschien wel honderden bruine kikkers zijn ontstaan. Deze kikkers zijn allemaal één voor één de poel uitgekomen en hebben hun tocht individueel vervolgd. Gedurende de hele zomer en herfst zijn we overal in de tuin bruine kikkers tegen gekomen. De poel heeft dus een succesvol eerste seizoen achter de rug!

Een andere bekende én een gewenste soort

Verder zagen we in de zomer een andere bekende gast terug, die ook succesvol was geweest. De eerste bezoeker van de poel was een witte kwikstaart, deze zagen we later in de zomer terug bij de poel, met nog vier andere individuen. Waarschijnlijk (hopelijk) heeft deze dus een partner gevonden en succesvol drie jongen groot weten te brengen.

Richting het einde van september hoorden we ’s avonds een kenmerkend geluid buiten. Dit trok zo onze aandacht, dat we kort voor middernacht nog naar buiten gingen om het geluid beter te kunnen horen. Het bleek inderdaad te gaan om de soort die we al dachten en waar we sinds deel II al op hoopten! Verbaasd over het feit dat deze soort zo snel hoorbaar zou zijn in de tuin hebben we een wildcamera opgehangen, op een plek waarvan we dachten dat hij nog wel eens kon gaan zitten. We hoefde vervolgens dan ook niet lang te wachten tot we resultaat hadden. Op 1 oktober liet de steenuil zich zien voor de camera (klik hier voor de video)! Helaas hebben we hem daarna niet meer gehoord of gezien, maar voor ons was dit reden genoeg om maatregelen te treffen. Hierover in een volgende blog meer.

Steenuil vastgelegd met wildcamera (De natuur van hier)
Steenuil vastgelegd met wildcamera (De natuur van hier)

Andere leuke waarnemingen

Het bleef echter niet bij die verrassende waarneming. Naast de steenuil zagen we nog een andere uil die gebruik maakte van onze schuur. Op 16 oktober kwam zowaar een kerkuil, vroeg in de ochtend, kort de schuur bezoeken. Het bleef echter niet bij deze waarneming. De drie dagen die daar op volgden, kwam hij vaak ’s ochtends en ’s avonds de schuur bezoeken. Totdat hij opeens weg bleef. Er ging een week overheen voordat we hem weer registreerde op onze wildcamera (klik hier voor een video). Dit is nu drie dagen geleden. We zijn erg benieuwd wat dit de komende maanden gaat brengen…

Meer vogels

Naast de twee uilen wisten ook andere roofvogels onze natuurtuin te bereiken. De buizerd, die voornamelijk in de bosrand bij het kasteel zit, was al vaak dicht in de buurt van de natuurtuin aan het jagen, maar we hebben hem in deze periode ook af en toe op de palen van de afrastering zien zitten. Zo kwam het voor dat deze op nog geen 50 meter van ons verwijderd was. Sinds anderhalve maand is ook een mannetje torenvalk een regelmatige bezoeker van onze natuurtuin. Soms zit hij op de kast van een rolluik, op andere momenten heeft hij ruzie met kauwen of zwarte kraaien. Het lijkt erop dat het een jong mannetje is, op zoek naar een eigen territorium.

De overvloed aan kikkers leverde nog een andere bezoeker op. Ook deze hadden we al vaker op een afstandje gezien, maar steeds vaker stond hij voorover gebogen bij de poel, of in het gras, als we buiten kwamen. De blauwe reiger heeft meegelift op het succes van de poel en liet zich soms goed bekijken (vanuit de garage door het raam).

En verder in de natuurtuin

Tot slot willen we het nog kort hebben over de damherten die in deel III in een naastgelegen weiland stonden te grazen. Op een zondagmiddag zagen we een langsrijdende auto onverwachts remmen, wat onze interesse wekte. Vervolgens zagen we een damhert de weg oversteken, die zijn weg vervolgde in het naastgelegen weiland. De daar al aanwezige koeien stonden echter niet op het gezelschap te wachten en begonnen het toch al geschrokken damhert op te jagen. We waren net op tijd om het tafereel vast te leggen (maar niet genoeg tijd voor een haarscherpe foto), want het damhert verdween in een mum van tijd weer in de naastgelegen bosjes.

Damhert (De natuur van hier - Mickeal Kurvers)
Het damhert was nog niet bekomen van de schrik van de auto en moest alweer zorgen dat hij het weiland verliet voordat de koeien bij hem waren (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Beheer

De natuurtuin wordt dus druk bezocht door allerlei leuke dieren, waarvan we er veel niet (zo snel) hadden verwacht. Om de natuurtuin in de toekomst nog aantrekkelijker te maken, hebben we uiteraard ook wat beheer uitgevoerd.

Schapen

Allereerst hebben we ervoor gekozen om wat hulp in te schakelen om het gras te beheren. Via familie hebben we tijdelijk vier prachtige Mergellandschapen op bezoek, die druk bezig zijn het gras (dat pas één keer gemaaid was dit jaar) kort te krijgen. We hebben gekozen voor schapenbegrazing vanwege een aantal redenen:

  • Tijd. Een van de belangrijkste redenen is tijd. We hebben op het moment niet genoeg tijd om alles zelf te maaien én te ruimen. Daarnaast hebben we her en der struiken en bomen aangeplant, waardoor het lastig is om met grote machines te maaien. Schapen boden hierdoor voor ons de perfecte oplossing.
  • Schapen zorgen voor plaatselijke verrijking. Dit zorgt ervoor dat er structuur ontstaat en variatie in voedselrijkdom in de bodem.
  • De schapen zorgen er met hun activiteit voor dat er lig- en loopplekken ontstaan in het gras. Hier is het gras grotendeels weg gesleten waardoor er naakte grond zichtbaar wordt. Deze open plekken zijn in het voorjaar ideaal voor amfibieën, reptielen en vliegende insecten omdat ze snel opwarmen. In combinatie met de poel verwachten we hier leuke vlinders, juffers en libellen waar te nemen volgend jaar. Daarnaast is het een goede plek voor solitaire bijen om te nestelen.
  • Door het grazen van de schapen wordt/blijft het gras kort. Dit zorgt ervoor dat soorten als steenuil en torenvalk goed op muizen kunnen jagen.

De schapen kunnen op een groot stuk van het perceel komen, maar een gedeelte wordt niet begraasd. Hier houden we ruimte voor kruiden en grassen om in bloei te komen.

Herstelwerkzaamheden

Helaas moesten er ook herstelwerkzaamheden plaats vinden. De poel die we in het voorjaar hadden aangelegd was ergens lek gegaan, waardoor het waterniveau voor meer dan de helft zakte. Er zat dus niets anders op dan het folie te vervangen. Dit heeft er uiteindelijk toe geleid dat de poel een stukje groter is geworden en dat er aan de oever een stapelmuurtje is gebouwd. Via voorgaande links vind je stappenplannen voor beide.

Resultaat en planning

Qua resultaat zien we vooral dat er meer vogels in het, door de schapen kort gegraasde, gras foerageren. Naast dat we de torenvalk vaker zien (en de steenuil), zien we ook vaak groepen kauwen met roeken. Maar ook zwarte kraaien komen zoeken naar eten in de grond, evenals de spreeuwen.

Daarnaast lijken we ook meer bijzondere insecten, in de vorm van wantsen en nachtvlinders, waar te nemen in de natuurtuin. Zo hebben we onder andere de Zuidelijke groene schildwants (zeldzaam), vierstreepblindwants (zeer zeldzaam), prachtmot (zeldzaam) en zwaveldominomot (zeldzaam) waargenomen.

In totaal staat de teller op 271 soorten, verdeeld over 144 families en 17 soortgroepen. De meeste soortenwaarnemingen zijn planten, vogels en nachtvlinders.

Soortenoverzicht 30-10-2023 (De natuur van hier)
Soortenoverzicht 30-10-2023 (De natuur van hier)

Lees verder in natuurtuin in ontwikkeling deel VI


Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!