Vijf onmisbare kruiden voor in de tuin of in pot

Kruiden zijn goed voor jezelf en voor de biodiversiteit in je omgeving

De mens gebruikt al duizenden jaren kruiden, voor allerlei verschillende doeleinden. Er zijn tekeningen van kruiden teruggevonden in grotschilderingen, de Romeinen gebruikten kruiden om hun eten langer eetbaar te houden en tijdens de Middeleeuwen legden monniken kruidentuinen aan, waarmee ze de planten bekender maakten en hielpen verspreiden. Nog later, tijdens lange overzeese tochten, haalden we in grote getale de meest exotische kruiden naar Nederland. Tegenwoordig vind je kruiden van over de hele wereld in het kruidenschap bij de plaatselijke supermarkt op de hoek. Welke kruiden zijn nu echt onmisbaar om in eigen tuin te hebben?

Kruiden worden gebruikt om het eten meer smaak te geven, maar ook voor zuiverende en geneeskrachtige gebruiken. We hebben hier een aantal uitgelicht, maar er zijn nog zoveel meer. De kruiden die we hier benoemen, hebben allemaal hun eigen kenmerken. Je kunt ze goed in je eigen tuin of in potten of bakken op je balkon zetten. Vaak spreken we over kruiden en planten, maar eigenlijk komt het erop neer dat kruidachtige planten of kruiden plantensoorten zijn die niet of nauwelijks verhouten.

Je kunt kruiden kopen bij je (lokale) tuincentrum, maar ook online bij Bol.com of Vivara zijn ze te verkrijgen. Kies bij aankoop het liefst voor biologische kruiden, zodat er geen giftige bestrijdingsmiddelen in de omgeving vrijkomen. Helaas wordt er nog altijd veel gif gebruikt.

Inhoudsopgave

Echte kamille (Matricaria chamomilla)

Kamille is vrij makkelijk te herkennen en lijkt enigszins op een madeliefje
Kamille is vrij makkelijk te herkennen en lijkt enigszins op een madeliefje

Kamille is een éénjarige plant. Op het eerste oog lijkt het op een madeliefje, maar de groei van de plant is heel anders. Kamille is ook gekend om haar geur. De geur is sterk en herken je snel na de eerste keer. Van kamille kun je lekkere thee (eigenlijk maak je een aftreksel van het kruid) zetten, die op meerdere gebieden goed voor je is. Kamille werkt namelijk pijnstillend en kun je gebruiken als je last hebt van bijvoorbeeld buikpijn, een opgeblazen gevoel en tandpijn. Ook is het een rustgevende drank om te drinken voor dat je gaat slapen.

Kamille bloeit van juni tot de herfst. Je kunt kamille het beste plukken in de maanden tussen juli en september. Kamille is een inheemse plant, dus wanneer je deze plant, doe je ook gelijk iets goed voor je lokale ecosysteem.

Zaden van echte kamille zijn te bestellen via deze link bij bol.com.


Lees ook: tips voor het aanleggen van een natuurtuin


Echte salie (Salvia officinalis)

Echte salie is een ware bijentrekker, maar ook goed voor jezelf
Echte salie is een ware bijentrekker, maar ook goed om voor jezelf te gebruiken

Deze vaste, vrij winterharde, plant komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa, maar kun je inmiddels overal ter wereld tegenkomen. Een echte exoot dus (maar niet voortplantend in de natuur). Salie groeit uit tot een struik van zo’n 80 centimeter. Het bloeit vanaf juni met lange stengels met paarse bloemen, maar je kunt salie ook in andere kleuren kopen. Witte salie is hier een voorbeeld van. Bijen komen in grote getale op de bloei af, waardoor deze plant zeer geschikt is wanneer je je tuin bijvriendelijker wil maken. Dankzij de lange bloei kun je vele maanden van salie genieten.

De bladeren van salie zijn langwerpig en spits. Ze voelen zacht aan en lijken bijna van fluweel gemaakt te zijn. De bladeren geuren sterk en kun je gebruiken voor je thee
De bladeren van salie zijn langwerpig en spits. Ze voelen zacht aan en lijken bijna van fluweel gemaakt te zijn. De bladeren geuren sterk en kun je gebruiken voor je thee

Salie staat ook bekend als een heilig kruid. Je kunt het gebruiken om te desinfecteren en het werkt zuiverend voor de luchtwegen. Wanneer je je mond ermee spoelt, helpt het tegen ontstekingen aan je tandvlees en in je keel. Je kunt de bladeren van salie het beste plukken in de maand mei, voor de eerste bloei. De geplukte salie laat je eerst drogen, voordat je het gebruikt. Salie kun je als kruid in de keuken gebruiken, maar je kunt er ook thee van maken.

Biologische zaden van echte salie bestel je via deze link bij bol.com.

Duizendblad (Achillea millefolium)

Duizendblad bloeit wit tot lichtroze, waar je de hele zomer en nazomer van kunt genieten
Duizendblad bloeit wit tot lichtroze, waar je de hele zomer en nazomer van kunt genieten

Laten we eerst de Latijnse naam eens ontleden, want die bestaat uit twee verschillende delen. Achillea komt van Achilles, een Romeinse krijgsheer (die ken je vast ook wel van ‘achilleshiel’). Hij nam tijdens de krijgstochten duizendblad mee om de wonden te verzorgen. Millefolium duidt aan dat de bladeren van dit kruid dubbel veerdelig zijn. Het lijkt daarom net alsof de plant allemaal kleine blaadjes heeft.

Als we dan toch met namen bezig zijn, is het ook nog interessant om de Engelse naam uit te leggen. In het Engels heet duizendblad ook wel nosebleed. Dit komt van de bloedingstimulerende werking van duizendblad. Je kunt er dus ‘spontaan’ een bloedneus van krijgen. Vanwege dit effect van duizendblad moet je er niet te veel van gebruiken.

De bladeren van duizendblad hebben de vorm van een veer, waardoor het allemaal kleine blaadjes lijken. De bladeren zijn vaak al vroeg in het jaar te zien, als rozetten nog plat op de grond. Later groeit de plant uit tot zo'n 50 centimeter
De bladeren van duizendblad hebben de vorm van een veer, waardoor het allemaal kleine blaadjes lijken. De bladeren zijn vaak al vroeg in het jaar te zien, als rozetten nog plat op de grond. Later groeit de plant uit tot zo’n 50 centimeter

Duizendblad is een hele makkelijke plant, die vrijwel overal goed gedijt. Je kunt hem dus op veel verschillende plekken tegenkomen. Het is een vaste en inheemse plant. Dus ook hier geldt: goed voor de lokale natuur.

Ook deze plant kent, net als vele andere kruidachtige planten, een lange geschiedenis. Zo werd duizendblad een tijd gebruikt met het bierbrouwen, voordat de mens een andere plant, hop, ontdekte en ging gebruiken. Overigens wordt hop tegenwoordig nog altijd gebruikt. Maar duizendblad stond ook op het menu met het eten. Je kunt de bladeren van duizendblad op dezelfde manier klaarmaken als spinazie. Ook kun je het gebruiken in soep.

Je kunt ook thee maken van duizendblad. Deze thee is goed voor vocht afdrijven en helpt kalmerend tegen buikpijn en darmkrampen. Ook heeft duizendblad een ontstekingsremmende werking. In duizendblad zitten veel vitaminen, mineralen en flavonoïden. Flavonoïden zijn stoffen die in planten (en in groente en fruit, maar ook bepaalde noten en chocola) zitten. Deze stoffen zorgen voor de kleur van de plant, maar ook voor antioxidanten. Daarom is het goed voor je immuunsysteem.

Duizendblad kun je herkennen aan de bloeiende schermbloemen, die weer bestaan uit allerlei kleine bloemetjes
Duizendblad kun je herkennen aan de bloeiende schermbloemen, die weer bestaan uit allerlei kleine bloemetjes

Duizendblad kun je herkennen aan de witte bloei, met schermbloemen. De kleur kan ook richting roze variëren. In tuincentra kun je nog meer kleuren kopen. De plant bloeit van juni tot en met september, maar met de steeds zachtere herfst en winters wordt de bloeitijd langer. Zo stond duizendblad tot in december in onze tuin in bloei. Oogsten doe je in de bloeitijd. Laat de geoogste delen van het kruid op een donkere, koele plek drogen. De geur van duizendblad is heel eigen en moeilijk te vergelijken met een andere geur. Ruik er maar eens aan, als je het tegenkomt of in je tuin hebt staan.

Duizendblad is volgens bijgaande links biologisch gekweekt te bestellen bij Vivara. Via deze link bestel je wit duizendblad, via deze link bestel je geel duizendblad.


Lees ook: de beste inheemse klimplanten


Grote brandnetel (Urtica dioica)

Brandnetel heeft vele werkzaamheden en zou je op een bepaalde plek in je tuin een plek kunnen geven
Brandnetel heeft vele werkzaamheden en zou je een plek in je kunnen geven (De natuur van hier – Sandra Krol)

Een plant die je misschien niet gelijk zou verwachten, omdat deze plant door veel mensen als vervelend onkruid wordt beschouwd. Maar de brandnetel heeft, net als alle levende organismen in een ecosysteemdienst, vele functies. Voor jou, maar ook voor de natuur om hem heen. Deze inheemse plant, heeft als bekendste kenmerk de brandharen, die zorgen voor het prikkende gevoel als je de stengel of de bovenkant en randen van het blad aanraakt. Gevolg: je krijgt jeuk.

De bloemen hangen als een soort hangende trosjes naar beneden. Na het bloeien zaait deze plant zich makkelijk uit, een van de redenen waarom je hem in grote getale kunt aantreffen. De plant bloeit van mei tot in november en tijdens deze periode kun je de brandnetel ook oogsten. De toppen en wortel kun je gebruiken om er thee van te maken. De jonge bladeren kun je drogen of gebruiken in de keuken. Grote brandnetel is een meerjarige plant. De plant heeft een felle, groene kleur.

Grote brandnetel bloeit met bloemen die naar beneden hangen. Ze zaaien zichzelf makkelijk uit (Saxifraga - Ed Strikvoort)
Grote brandnetel bloeit met bloemen die naar beneden hangen. Ze zaaien zichzelf makkelijk uit (Saxifraga – Ed Strikvoort)

Brandnetel kun je verwerken in soep en thee voor inwendig gebruik, maar je kunt brandnetel ook gebruiken voor uitwendig gebruik, bij bijvoorbeeld een vette huid, eczeem, acne en zweren. Doordat je de bladeren van de plant kookt of droogt, prikken de brandharen niet meer. Wanneer je soep of een aftreksel van brandnetel eet of drinkt, kan dit je helpen met de spijsvertering, het oplossen van slijm in je luchtwegen en is goed voor je bloed. Brandnetel werkt ontstekingsremmend, omdat het vol zit met vitamines en mineralen. Een ander gebruik van brandnetel is het verwerken tot vezels. Deze kun je gebruiken om er kleding van te maken, een duurzaam alternatief voor bijvoorbeeld katoen.

Verder is brandnetel ook belangrijk voor andere soorten. Het is bijvoorbeeld een waardplant van vele vlindersoorten, zoals de atalanta en kleine vos. Deze interactie noemen we een symbiose (de vlinders vinden voedsel en verspreiden daarnaast stuifmeel voor de brandnetel). Dieren hebben onder andere door hun vacht geen last van de brandharen. Door het hoge stikstofgehalte eten herbivoren graag brandnetels. Dit is namelijk goed voor hun fysieke ontwikkeling en overleving.

Brandnetel is een plant die erg kan gaan woekeren wanneer je grond voedselrijk is (hij neemt stikstof op uit de grond) en door zijn wortelstokken. Het is misschien ongebruikelijk, maar je kunt brandnetel ook goed in een pot zetten. Brandnetel is een sterke plant, die rustig terugkomt na snoeien en/of uittrekken. Als je de goede kanten van deze plant kunt waarderen, zul je hem vast als minder vervelend ervaren in je tuin.


Lees ook: de beste inheemse vijverplanten


Citroenmelisse (Melissa officinalis)

Citroenmelisse smaakt en ruikt naar citroen en kun je goed gebruiken om thee van te maken
Citroenmelisse smaakt en ruikt naar citroen en kun je goed gebruiken om thee van te maken

Dit is een vaste plant die, de naam verraadt het al, naar citroen ruikt en smaakt. Citroenmelisse is geen inheemse plant, maar groeit vooral in het zuiden van Europa. Hij kan wel goed overwinteren in Nederland, dus je kunt hem prima in de tuin hebben. Citroenmelisse is dus ook een exoot. Let er wel op dat deze plant vrij makkelijk kan woekeren, omdat zijn wortelstokken lange uitlopers onder de grond blijven maken. Citroenmelisse is makkelijk bij te houden. Na de bloei kun je hem vrij kort knippen, waarna hij opnieuw zal gaan groeien.

Deze plant bloeit onopvallend, in de periode juni tot in september. Tijdens de bloei verschijnen er kleine, witte bloemetjes aan de basis van het blad. Deze bloemetjes worden dankbaar bezocht door onder andere bijen, want er zit veel nectar in. Muggen en katten houden er daarentegen helemaal niet van. Kort voordat citroenmelisse gaat bloeien, kun je delen afsnijden en de bladeren drogen. De bladeren zijn dan frisser dan na de bloei. Die kun je vervolgens gebruiken om er thee van te maken. De bladeren van citroenmelisse zijn ook lekker in onder andere soepen, sauzen en salades.

Ook citroenmelisse heeft geneeskrachtige werkingen. Het is goed tegen slapeloosheid, migraine, spanningen en nervositeit. Ideaal om in je tuin te hebben dus.

Citroenmelisse bestel je via deze link biologisch gekweekt bij Vivara. Met je aankoop draag je ook nog eens bij aan diverse natuurherstelprojecten doorheen heel Europa!

Kortom, deze vijf kruidachtige planten zijn een leuke aanvulling aan je tuin of balkon. De meeste kennen een rijkelijke bloei en zijn vaak goed voor bijen en andere insecten (lees hier voor meer tips voor bijen in je tuin). Ten slotte hebben ze ook allemaal nog meerdere toepassingen. Om thee van te zetten, als kruid in de keuken te gebruiken, of als medicijn te gebruiken. Genoeg redenen dus om een plekje in je tuin of op je balkon te geven!

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Zwarte kraai – Kraaien in Nederland – deel IV

Iedereen kent ze wel: een kauw, zwarte en/of bonte kraai, ekster, gaai, wellicht zelfs een roek, de notenkraker of raaf. Het zijn de kraaiachtigen van Nederland. De familie kraaiachtigen (Corvidae) gaat echter verder dan onze Nederlandse bekenden, want in totaal bestaat de familie uit 128 soorten. Ze komen bijna overal op de wereld voor. Ze behoren tot de zangvogels, hoewel niet iedereen hun geroep als gezang zou kwalificeren.

Kraaien zijn intelligente wezens. Ze kunnen problemen (leren) oplossen, sommige soorten slagen voor de spiegelproef en ze communiceren met elkaar. In dit deel lichten we de zwarte kraai uit.

Wil je de hele serie ‘kraaien Nederland’ lezen? Klik dan hier om te beginnen met deel I.

Een close-up van een zwarte kraai. De donkere ogen en bedekte snavelbasis zijn goed te zien
Een close-up van een zwarte kraai. De donkere ogen en bedekte snavelbasis zijn goed te zien.

De zwarte kraai (Corvus corone)

De zwarte kraai, al eeuwenlang geassocieerd met voornamelijk negatieve ideeën: de dood, vernieling, het eten van jonge vogels en hun geroep wordt geassocieerd met pech en ongeluk. Dit is niet altijd zo geweest, want de kraai staat ook symbool voor scheppingsvermogen en kracht. Mocht dit je niet zoveel zeggen, dan heeft de kraai nog veel meer voor je in petto. Hieronder nemen we je mee waarom de kraai zo’n fantastische vogel is.

Uiterlijk

De zwarte kraai is, de naam zegt het al, zwart van kleur. Wanneer het zonlicht er op de juiste manier op valt, zul je zien dat er ook een glans van groen en blauw-paars te zien is. Op het eerste oog helemaal zwart dus, maar voor wie verder kijkt dan zijn neus lang is, zal mooie schakeringen in het lichtspel ontdekken. Kraaien zijn tussen de 44 en 53 centimeter en wegen tussen de 400 en 600 gram. De spanwijdte van een zwarte kraai is rond de meter.

De zwarte kraai, met een zichtbare blauwige gloed over de zwarte veren. Ook de gevederde snavelbasis is goed te zien.
De zwarte kraai, met een zichtbare blauwige gloed over de zwarte veren. Ook de gevederde snavelbasis is goed te zien.

Andere kraaien lijken op de kraai, zoals de kauw, roek en raaf. De verschillen tussen kraaien en raven komen later in deze blog aan bod. Kraaien zijn groter dan kauwen en kauwen hebben meer grijs in hun verenkleed zitten. Ook zijn de ogen van de kauw licht van kleur, waarbij de ogen van de kraai donker zijn. Wil je meer over de kauw weten? Lees dan deze blog.

De roek

Dan nog een andere kraaiachtige die vaak wordt verward met kraaien: de roek. Roeken en kraaien zijn ongeveer even groot en hebben beide een zwart pak aan, maar er zijn ook verschillen. Naarmate je de verschillen kent en vaker hiernaar kijkt in het veld, zul je zien dat je de kraaien en roeken al vrij snel kunt onderscheiden. Roeken zie je vaak foerageren in grote groepen, al dan niet in het gezelschap van kauwen. Kraaien zijn vaak met zijn tweetjes op pad, man en vrouw.


Lees ook: arenden in Nederland


Qua uiterlijk hebben roeken meer een punthoofd, waar het hoofd van kraaien ronder is. Daarnaast is de snavel van roeken anders dan die van kraaien. Kraaiensnavels zijn donker en de basis is bedekt. Snavels van roeken zijn lichter van kleur en hebben een kale basis, waardoor de snavel groter en langer lijkt. Ten slotte kun je roeken herkennen aan hun broekje. Zij hebben veren op de dijen. Kraaien hebben dit niet.

De verschillen tussen de kraai en roek zijn duidelijk te zien. Let op de snavel, het hoofd en het broekje.
De verschillen tussen de kraai en roek zijn duidelijk te zien. Let op de snavel, het hoofd en het broekje.

Net als bij kauwen kun je soms ook kraaien zien die enkele witte veren ertussen hebben zitten. Ook bij hen duidt dat op verkeerde voeding, een ziekte of een erfelijke afwijking. Dit moet je niet verwarren met de bonte kraai, welke verderop in deze blog nog aan bod komt.

Gedrag

Kraaien zijn sociaal monogame wezens. Ze zijn met hun partner samen voor het leven. Maar laat je niet voor de gek houden: uit sommige onderzoeken blijkt dat kraaien ook wel eens voor een ander kiezen. Het DNA van de jongen komt namelijk niet altijd overeen met de heer des huizes.

Zoals hierboven ook al kort werd opgemerkt, zijn kraaien meer op zichzelf dan kauwen en roeken. Ze leven solitair, samen met hun partner. Samen hebben ze een territorium, die ze zo nodig fel verdedigen. Met hun partner scharrelen ze rond, op zoek naar voedsel.

Kraaien zijn sociaal monogaam en vrijwel altijd samen te vinden. Ze hebben samen een territorium, waarin anderen vrijwel niet geduld worden.
Kraaien zijn sociaal monogaam en vrijwel altijd samen te vinden. Ze hebben samen een territorium, waarin anderen vrijwel niet geduld worden.

Toch hebben kraaien onderling wel verbinding met elkaar. Hoewel ze in hun eigen territorium leven, helpen ze soortgenoten wel. Wanneer er een roofvogel of ander gevaar gezien wordt, waarschuwen ze kraaien in de buurt door middel van geroep. Soms vliegen ze ook al waarschuwend rond, zodat elke kraai weet: let op, gevaar! Vaak zie je zelfs een aantal kraaien duikvluchten uitvoeren op een rondvliegende buizerd. Kraaien schuwen gevaar wat dat betreft niet en zijn volhardend. Eigenlijk kun je wel stellen dat kraaien zangvogels zijn met roofvogel allure.

Zwarte kraaien leven meer solitair dan kauwen en roeken. Vaak zie je ze als paartje rondscharrelen. Kraaien kennen wel een soort alarmsysteem. Wanneer er gevaar dreigt, bijvoorbeeld door een roofvogel, zie je kraaien elkaar waarschuwen door middel van geluid, maar ze lijken ook boodschappers te gebruiken. Een kraai kan naar de nestplaatsen van kraaien in de omgeving vliegen, ondertussen luid roepend, om de anderen te waarschuwen.

Als je geïnteresseerd bent in het observeren van kraaien op een laagdrempelige manier, kunnen we je de boeken van Arie Pieters aanraden. Hij volgt al enkele jaren een paartje kraaien en heeft hier meerdere boeken over geschreven. Dit laat zien dat je met geduld en tijd het vertrouwen van deze mooie vogels kunt winnen. De boeken zijn te bestellen via bol.com.

Intelligentie

Niet alleen zijn kraaien sociaal monogaam, ze zijn ook sociaal intelligent. Dit houdt in dat een soort een bepaalde mate van intelligentie heeft, die zich uit in sociale interacties. Een voorbeeld hiervan hebben we een stukje terug al benoemd: kraaien waarschuwen elkaar voor gevaar, ook al leven ze in hun eigen territorium. Ook al zijn kraaien al langere tijd uitgevlogen, ze blijven elkaar kennen na het uitvliegen, wat van belang is voor de rangorde in een groep. Ze herkennen elkaar op basis van kleur (kraaien zien kleuren anders dan wij), stem, grootte en gedrag. Dode kraaien worden door soortgenoten aan onderzoek onderworpen.

Maar hun intelligentie reikt verder dan alleen sociale situaties. Kraaien zijn dol op noten, maar die zijn vaak moeilijk te kraken. Je kunt kraaien de noten op de weg zien laten vallen, in de hoop zo een opening te creëren, maar dat kan natuurlijk ook sneller: wie niet sterk is, moet slim zijn. Door de noten op de weg te leggen, rijden er auto’s overheen, waardoor de noot opengaat. Op de weg en dijk voor ons huis zijn vele restanten van notendoppen te vinden, gekraakt door verkeer.

Kraaien kennen meerdere manieren om een harde noot te kraken. Auto's zijn hierbij een handig hulpmiddel.
Kraaien kennen meerdere manieren om een harde noot te kraken. Auto’s zijn hierbij een handig hulpmiddel.

Kraaien zijn probleemoplossende en creatieve vogels. Ze kunnen raadsels oplossen, puzzels maken, gebruiken gereedschap om bij voedsel te kunnen en kunnen meerdere stappen doorlopen om tot een oplossing voor een probleem te komen. De intelligentie van kraaien wordt vergeleken met die van jonge kinderen tot een jaar of zeven.


Lees ook: vinken in Nederland – deel I


De menukaart van de kraai

Kraaien zijn echte alleseters. Op het menu staat onder andere insecten, zaden, wormen, fruit, eieren, granen, afval, jonge vogels en knaagdieren. Ook jonge kiemplantjes gaan er graag in, een van de redenen waarom de kraai niet geliefd is. Vaak vliegen ze achter de tractor aan, die net allerlei kiemplantjes in de grond heeft gezet. Maar ook een slechts ploegende tractor is geliefd, want de net omgeploegde bodem zit vaak vol met wormen.

Een kraai, onderweg met een lekker hapje.
Een kraai, onderweg met een lekker hapje.

Let wel, kraaien zijn ook dol emelten. Deze larven kunnen behoorlijke schade toe richten aan je gazon, dus wees maar blij wanneer je een kraai aantreft die voor jou je gazon onderhoudt.

Ten slotte zijn kraaien ook aaseters. Ze ruimen kadavers op van bijvoorbeeld aangereden dieren. Dit voorkomt verspreiding van botulisme, een ernstige ziekte die veroorzaakt wordt door bacteriën. Zo blijkt de kraai vaak een helpende hand te zijn.

Broed- en opvoedtijd

Eind maart, begin april is het zover: tijd om aan de nestbouw te beginnen. Man en vrouw bouwen samen ongeveer een week aan het nest. Na die week hebben ze een groot nest gemaakt, vaak hoog in een boom. Vrouw begint daarna aan het leggen van de eieren, dit zijn er meestal 4-5. Het broeden neemt ongeveer 17-22 dagen in beslag. Alleen de vrouw broedt, waarbij de man haar komt voorzien van voedsel. Het broeden gebeurt in hun eigen territorium. Na het uitkomen van de eieren worden de jongen in 4-6 weken gevoed en grootgebracht. Na het uitvliegen blijven ze vaak nog enkele maanden in de buurt.

Een jonge kraai wil gevoerd worden en bedelt bij de ouder.
Een jonge kraai wil gevoerd worden en bedelt bij de ouder.

Er zijn ook kraaien die geen eigen territorium hebben. Dit zijn bijvoorbeeld nog jonge kraaien of kraaien met een mindere conditie. Kraaien hebben een goede conditie nodig om hun territorium te kunnen verdedigen tegen continu dreigend gevaar. Deze kraaien zonder eigen gebied verzamelen zich in zogenaamde vrijgezellengroepen.

Soms blijven jonge kraaien ook nog enkele jaren in de buurt van hun geboortenest. Wanneer er dan een nieuw broedsel is, helpen zij de ouders met opvoeden.

Waar kom je de kraai tegen?

Daar kunnen we heel kort over zijn: binnen Nederland vrijwel overal. De kraai heeft zich door de jaren heen vrij makkelijk aangepast en zie je in alle landschappen. Alleen in de steden zul je hem minder vaak treffen. Kraaien blijven graag op hun vaste stek, in hun eigen territorium. In kleinere tuinen zul je ze ook minder snel zien. In onze blog over onze natuurtuin kun je lezen over de bezoekjes van onder andere de kraai aan onze tuin. Ook hebben we een zwarte kraai gefilmd die zich tegoed doet aan een ei.

Op grotere schaal gezien kun je de zwarte kraai tegenkomen in West-Europa en Centraal-Europa. Wanneer je Oost-Azië bereikt, kom je een nauw verwant tegen. En in de gebieden daartussenin? Daar leeft een opvallend familielid van ze: de bonte kraai. Deze kraai is meer licht dan zwart. Het hoofd, de vleugels en de staart zijn wel zwart, de rest is licht van kleur. Zwarte en bonte kraaien kruisen zich wel met elkaar. Men is er nog niet over uit of dit twee verschillende soorten zijn.

De kraai zoals je hem misschien niet eerder zag: met een bont verenpak.
De kraai zoals je hem misschien niet eerder zag: met een bont verenpak.

Raaf versus kraai

Dan komen we bij een grotere neef van de kraai: de raaf. Een handige vuistregel om te onthouden hoe het zit met de grootte van deze vogels is dat kraaien kleiner zijn dan een buizerd en raven groter dan een buizerd. Het oor hoort ook dat er verschil in roep zit. Raven hebben een meer rollend geluid en kennen bovendien meer variaties. De snavel van de raaf is ook een stuk groter en zwaarder. Raven zie je ook wel eens zweven, zoals roofvogels dat ook doen. Ten slotte zit er ook nog verschil in de staart: bij de raaf is de staart meer ruitvormig.

Deze raaf is geringd, hij is onderdeel van een mythe: de raven van de Tower of London.
Deze raaf is geringd, hij is onderdeel van een mythe: de raven van de Tower of London.

Zowel kraaien als raven zijn standvogel in Nederland, maar raven zijn minder verspreid dan kraaien. Sterker nog: ze zijn nog niet zo lang weer terug in Nederland. Maar daarover meer in het volgende deel van deze serie.

De mens: vriend of vijand?

Dit heb je helemaal zelf in de hand. Laat je niet verleiden tot negatieve verhalen over de kraai, want na het lezen van deze blog weet jij wel beter.

Vrienden worden met een kraai? Kraaien zijn schuw en schrikachtig. Wellicht door het verleden, waarin er fel op ze gejaagd werd. Geef kraaien de ruimte en de tijd. Respecteer de afstand van de natuur, die we nu eenmaal zelf veroorzaakt hebben. Je kunt proberen het vertrouwen van een kraai te winnen. Benodigdheden: heel veel geduld, afwachten, afstand houden en wat lekkers (let op: kies iets wat van nature op het menu staat, geen menseneten!). De kraai zal met de tijd leren dat je te vertrouwen bent en zich misschien wel vaker of langer laten zien. Er zijn zelfs verhalen bekend waar de kraai zich zo vertrouwd voelde met de mens, dat hij cadeautjes mee bracht. Dit waren bijvoorbeeld glimmende voorwerpen. Kraaien leren soortgenoten welke mensen vriendelijk voor ze zijn en welke niet.

Kraaien kom je niet gauw tegen in kleinere tuinen. Ook zijn ze schuw, dus benader ze met respect.
Kraaien kom je niet gauw tegen in kleinere tuinen. Ook zijn ze schuw, dus benader ze rustig en met respect.

Na het lezen van deze blog kun je toch niet anders dan concluderen dat de kraai een prachtige en slimme vogel is?


Lees verder: Roek – kraaien in Nederland – deel V


Invasieve exoten, wat zijn het?

Invasieve exoot grijze eekhoorn

Zo nu en dan duiken er in ons land plant- en diersoorten, en andere organismen, op die hier van nature niet voorkomen. Vaak bereiken deze soorten met behulp van ons, de mens, ons land. Onze soort is nou eenmaal wereldwijd verspreid, wat ervoor zorgt dat we naar de andere kant van de wereld reizen voor vakantie, werk of door het transporteren van middelen. De plant- en diersoorten die deze reis onopgemerkt met ons mee maken, komen in een nieuw gebied terecht. Hier kunnen ze flinke schade aanrichten aan de reeds aanwezige, inheemse flora en fauna. Dergelijke soorten noemen we invasieve exoten. In deze blog lees je alles over deze exoten. Hoe ze hier terechtkomen, waarom ze een probleem zijn, en wat er aan kunnen doen.

Japanse duizendknoop
Japanse duizendknoop is misschien wel de meest bekende invasieve exoot van de laatste jaren. De plant werd ooit ingevoerd als sierplant voor in de tuin

Het begrip invasieve exoot

Het begrip ‘invasieve exoot’ bestaat uit twee delen. Om goed te kunnen begrijpen wanneer een plant- of diersoort wordt gekwalificeerd als invasieve exoot, is het van belang deze twee delen los van elkaar helder te hebben. Dit is het makkelijkste uit te leggen door als eerste het woord exoot uit te leggen. Wanneer is een dier of plant een exoot in Nederland?

Exoot

Een exoot is een organisme dat zich buiten zijn natuurlijke verspreidingsgebied heeft gevestigd. Het dier is hier (bewust of onbewust) door de mens geïntroduceerd en heeft zich hier weten te handhaven. Het organisme heeft een volledige levenscyclus kunnen voltooien, zonder behulp van de mens.

Bovenstaande definitie laat natuurlijk nog ruimte over voor discussie. Om het gemakkelijker te maken is er ooit gesteld in Nederland, dat dieren die vóór het jaar 1500 in Nederland voorkwamen, allemaal als inheems worden gezien. Het is namelijk niet mogelijk om voor ieder soort zover terug in de tijd te gaan om na te gaan of we met een exoot hebben te maken of niet.

Een goed voorbeeld van een soort die van nature niet voorkomt in Nederland, maar wel als inheems wordt gezien is de kersenboom. De kersenboom komt namelijk van oorsprong voor in de meer zuidelijkere delen van Europa, maar is door de Romeinen ingevoerd in ons land. Caesar liet namelijk (onder andere) plantages kersenbomen aanplanten om zijn legioenen te voorzien van voedsel. Nadat de Romeinen verdwenen, bleven de kersenbomen achter en wist de boom zich te vestigen in ons land. Andere voorbeelden van soorten die voor 1500 al in ons land aanwezig waren, maar hier niet van nature voorkomen zijn de knobbelzwaan en de fazant.

Kersenbomen
Kersenbomen werden door de Romeinen aangeplant en kwamen zo in Nederland terecht. De bomen hebben zich weten te handhaven en zijn tegenwoordig nog terug te vinden in de Nederlandse natuur

Invasief

Nu we duidelijk voor ogen hebben wat exoten zijn, is het belangrijk om te bepalen wat er met invasieve exoten wordt bedoeld. Immers niet alle exoten zijn invasieve exoten. Invasief laat zich vertalen als iets wat groeit, buiten de plek waar het ontstaan is. Je zou ook binnendringend kunnen zeggen.

Invasieve exoten zijn dus organismen die zich snel vermeerderen op een plek waar ze niet op eigen kracht zijn gekomen, maar met behulp van de mens, en daar een bedreiging vormen voor de inheemse natuur. Doordat deze soorten zich enorm snel vermeerderen, zijn ze een gevaar voor de inheemse flora en fauna. Vaak in het bijzonder de inheemse tegenhanger van de soort. Ze vormen vaak concurrentie voor de inheemse soort en dragen soms ziektes mee waar ze zelf geen last van hebben, maar voor de inheemse soort fataal kan zijn.

Er zijn dus ook veel voorbeelden te vinden van exoten in Nederland, die niet bestempeld worden als invasieve exoot. De Amerikaanse eik is hier een voorbeeld van. Omdat de Amerikaanse eik niet een dermate invasief gedrag vertoont, staat deze niet op de lijst van invasieve exoten, en hoeft daarom niet wettelijk bestreden te worden. Wel is het zo dat onze natuurgebieden nog steeds meer gebaat zijn bij een inlandse eik dan een Amerikaanse eik. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat er op en rondom een inlandse eik (zoals de zomereik) zo’n 400 andere organismen (zoals mossen en insecten) te vinden zijn, tegenover respectievelijk 200 soorten op de Amerikaanse variant. Kies dus altijd voor een inheemse soort.

Exoten
Wanneer is een organisme een exoot? En wanneer is het een invasieve exoot? (Wageningen University & Research)

De verspreiding

Zoals gezegd gebeurt de verspreiding van deze exoten met behulp van de mens. Het constante reizen van ons heeft ervoor gezorgd dat er overal ter wereld soorten voorkomen die daar van nature niet voorkomen. Sommige soorten hebben we in der loop der jaren bewust uitgezet in bepaalde gebieden, andere hebben we onbewust meegenomen. Let op: in deze paragraaf spreken we over exoten, dus niet per se over invasieve exoten. Goed om te onthouden: een exoot hoeft niet altijd invasief te zijn, maar een invasieve soort is wel altijd een exoot.


Lees ook: waar is biodiversiteit goed voor?


Bewust

In het verleden zijn in Nederland diverse dieren uitgezet, vooral voor het ‘vermaak’. In de meeste gevallen de jacht. Fazanten, konijnen en knobbelzwanen zijn hier allen voorbeelden van.

Daarnaast hebben we van heinde en verre dieren en planten meegenomen als huisdier, of als sierplant in de tuin. Onze beken en plassen worden tegenwoordig vaak bewoond door diverse moerasschildpadden (geelbuik-, geelwang- en roodwangschildpadden). Deze dieren worden als jonge exemplaren gekocht in de winkel, maar op het moment dat men erachter komt dat deze dieren groot en zeer oud kunnen worden, wordt er afscheid van genomen. De dieren belanden dan vaak in de natuur, omdat ze er anders niet vanaf komen.

Roodwangschildpad
Moerasschildpadden worden vaak als jonge dieren gekocht in de dierenwinkel, maar komen daarna al vrij snel in de natuur terecht omdat ze te groot worden.

Een ander voorbeeld is de Amerikaanse stierkikker, die van nature niet in Europa voorkomt. Deze soort is in Europa ingevoerd voor de consumptie van kikkerbillen, maar ook als huisdier (vijvers). Ook deze soort heeft zich in onze natuur weten te handhaven en is een serieuze bedreiging voor de inheemse kikkers in ons land. Ze zijn een geduchte voedselconcurrent, en omdat ze veel groter worden dan de inheemse kikkers, kunnen ze soms zelfs de kikker consumeren. 

Naast huisdieren, hebben we in de loop der jaren ook van allerlei planten meegenomen voor in onze tuinen. Het meest recente en bekende voorbeeld hiervan is natuurlijk de Japanse duizendknoop. De soort verspreidt zich ontzettend snel, en is een ware plaag voor groen- en natuurbeheerders. Daarnaast zijn er ook wat vijverplanten, grote waternavel en watercrassula bijvoorbeeld, die we hier geïntroduceerd hebben en die nu onze inheemse soorten bedreigen.   

Industrie

Dan zijn er nog enkele dieren in de Nederlandse natuur terecht gekomen doordat ze ontsnapt zijn uit fokkerijen. In het verleden waren er in Nederland diverse nertsenfokkerijen te vinden, voor het bont. Hiervoor werd over het algemeen de Amerikaanse nerts gehouden. Uit diverse fokkerijen zijn nertsen ontsnapt, die zich hebben weten te vestigen in de natuur. Ook zijn er in andere delen in Europa op eenzelfde manier wasbeerhonden uit fokkerijen ontsnapt. Deze worden ook zo nu en dan in Nederland waargenomen.   


Lees ook: marters in Nederland


Hoe komen invasieve exoten hier?

Naast het bewust invoeren van plant- en diersoorten, komt het ook wel eens voor dat we soorten onbewust op onze reis meenemen. Een goed voorbeeld hiervan zijn planten en dieren die meekomen met het ballastwater van schepen.  Wanneer het schip ergens vracht gelost heeft, wil het met ongeveer hetzelfde laadgewicht terug gaan om de sterkte en stabiliteit van het schip te behouden. Als er geen vracht opgehaald wordt, wordt het schip deels gevuld met zeewater, wat dienst doet als ballast.

Met dit water worden vanzelfsprekend allerlei planten en dieren meegenomen, die bij terugkomst weer worden geloosd in de zee. Op deze manier zijn er al rivierkreeften en grondels mee gekomen die hier de inheemse watervissen bedreigen.

Containerschip
Via het ballastwater van schepen komen veel exoten die in het water leven ons land binnen

Ook bij andere logistiek van middelen die we importeren komen organismen mee. Denk hierbij bijvoorbeeld aan spinnen en insecten die via de handel in voedsel (fruit met name) in een ander land terecht komen. Tot slot komen er ook zaden van planten met ons meegereisd, vastklevend aan de kleding of onder het schoeisel.

Wat te doen met invasieve exoten?

Invasieve exoten vormen een serieuze bedreiging voor onze inheemse flora en fauna. De aantallen (invasieve) exoten zijn de laatste decennia toegenomen, logischerwijs omdat we steeds meer zijn gaan reizen. Deze toename maakt het daarom ook essentieel om actief beheer te voeren om de inheemse soorten te beschermen.

Een van de belangrijkste redenen waarom exoten hier invasief gedrag kunnen vertonen, is omdat ze hier geen natuurlijke vijand hebben. Dit zorgt ervoor dat ze eindeloos in aantallen kunnen toenemen. Deze ontwikkelingen kunnen er niet alleen voor zorgen dat dit ten koste gaat van een andere soort, maar ook dat hele ecosystemen (en daarmee hun ecosysteemdiensten) ontregeld worden. Dit kan dus ook negatieve gevolgen hebben voor ons als soort.


Lees ook: waarom bouwen bevers dammen?


Bestrijding van invasieve exoten

De bestrijding van invasieve exoten is een tijdrovende kwestie en kan soms veel geld kosten. Er moet inzicht verkregen worden in de ecologie van een exoot. Hiervoor is vaak data van het verspreidingsgebied nodig, waarbij zenderen van de dieren het meest effectief is. Om dit te doen moeten exemplaren gevangen worden en voorzien van een zender, wat arbeidsintensief is en relatief duur (de zenders) is. Dit zorgt er voor dat er met het beperkte budget ook maar beperkt ingegrepen kan worden, wat vaak niet genoeg is om de invasieve exoot te verdringen. Door zelf je waarnemingen van invasieve door te geven via waarneming.nl, kun je dus een waardevol bijdrage leveren aan het bestrijden van de invasieve exoten.

Er komen gelukkig steeds strengere regels omtrent het invoeren van plant- en diersoorten. Daarnaast is er steeds vaker een verbod op het houden en kweken van hobbydieren die bestempeld zijn als invasieve exoot.

Otter tegen invasieve exoten
Herintroductie van soorten kan ervoor zorgen dat invasieve exoten zoals rivierkreeften minder hard in aantallen toenemen

Ook is er bewezen dat het (her)introduceren van inheemse soorten kan meehelpen in de bestrijding van invasieve exoten. Een goed voorbeeld hiervan is de otter, die ruim 20 jaar geleden is geherintroduceerd en veel rivierkreeften eet. Ten slotte zijn er experimenten gedaan met het introduceren van een bladvlo waar bij Japanse duizendknoop. Deze drinken het sap van de plant, waardoor de enorme groei van de plant (tot wel tien centimeter per dag!) geremd wordt, en minder woekert.

Bovenstaande methodes bieden hoop voor de toekomst. Onderzoek blijft echter nodig, om de hoeveelheid invasieve exoten in ons land binnen de perken te houden.

Hoe werkt eb en vloed?

Eb bij de Waddenzee

De maan, de zon en de aarde hebben er allemaal mee te maken: het proces van eb en vloed. Hoog water wisselt zich af met periodes van laag water. Daarnaast zijn er ook periodes van doodtij en springtij. Dit kan gevaarlijke natuurverschijnselen doen ontstaan, zoals Watersnoodramp in 1953. We zijn altijd bezig ons te beschermen tegen deze natuurkracht. Desondanks zijn er ook momenten waarop we een andere kant van de zee kunnen ervaren, door bijvoorbeeld te gaan wadlopen. In deze blog lees je alles over het fenomeen eb en vloed.

Eb en vloed: het proces van aantrekken en terugtrekken

In al het water op aarde merk je het effect van eb en vloed. Dit heeft te maken met de stand van de aarde en de maan. Maar wat is eb en wat is vloed? Wanneer het eb is, staat het water laag. Bij vloed staat het water juist hoog. Vind je het lastig om dit te onthouden, dan kun je denken aan dit ezelsbruggetje: als je iets in overvloed hebt, heb je er veel van. Zo is het ook met water; als het vloed is, is er veel (hoog) water.

Op grote oppervlakken merk je het verschil tussen eb en vloed meer dan bij kleinere oppervlakken. Bij versmallingen, zoals bij de Straat van Gibraltar, zul je bijvoorbeeld veel minder van het aantrekkende en wegtrekkende water merken dan bij de aangrenzende Noordelijke Atlantische Oceaan. En omdat de Straat van Gibraltar zo smal is, kan er geen eb en vloed ontstaan in de Middellandse Zee. Het zeeniveau kan door deze versmalling niet merkbaar stijgen of dalen.

Tijdens eb trekt het water zich terug en komen zandbanken bloot te liggen
Tijdens eb trekt het water zich terug en komen zandbanken bloot te liggen

Invloed van buitenaf

Het proces van eb en vloed heeft te maken met de aantrekkingskracht van de maan. Hoe zit dat nu precies? De maan trekt aan de aarde, maar ook aan het water op aarde. Op het deel van de aarde waar de maan aan trekt, staat het water hoger. Daar is het dus vloed. Door deze aantrekkingskracht ontstaan ook de golven. Doordat de aarde en de maan draaien, trekt de maan het water mee. Hierdoor zie je de golfbeweging van het water.

Eb en vloed kent een steeds terugkerende cyclus. Het is twee keer per dag eb en twee keer per dag vloed. Grof genomen, want de periode tussen vloed en de volgende vloed is ongeveer 12 uur en 25 minuten. Doordat de wereld om haar eigen as draait in 24 uur, staat elke kant twee keer per etmaal aan de kant van de maan.


Lees ook: de beekprik, rivierprik en zeeprik


Tijdens eb kun je zeehonden zien rusten op zandbanken en bij geulen
Tijdens eb kun je zeehonden zien rusten op zandbanken en bij geulen

Springtij

Zoals je hierboven kunt lezen, heeft de maan dus een sterke aantrekkingskracht op de aarde en het water op de aarde. Maar ook de zon heeft invloed hierop. Wanneer de aarde, maan en zon op één lijn staan, is het springtij. Het verschil tussen hoogwater en laagwater is nu het grootst. Dit komt twee keer per maand voor, namelijk een week na nieuwe maan of volle maan.

Met springtij kan het water nog hoger komen dan met vloed
Met springtij kan het water nog hoger komen dan met vloed

Doodtij

Aan de andere kant hebben we ook doodtij. Dit is eigenlijk het tegenovergestelde van springtij. Met doodtij is het verschil tussen hoogwater en laagwater juist het kleinst. Gemiddeld gezien staat het hoogwater niet zo hoog als anders en het laagwater staat niet zo laag als anders. De maan, aarde en zon staan nu niet op één lijn. De maan en de aarde staan op één lijn, maar de zon staat in een haakse hoek op de aarde.

Gevaar in zee tijdens eb

Wanneer het eb wordt, trekt de zee zich terug. Dit kan gevaarlijke situaties opleveren, waar je mee de zee in wordt getrokken door de stroming. Het kost dan veel kracht om hier tegenin te zwemmen. Het beste is dan om te wachten op golven die richting de kust gaan, zodat je je op die stroming kunt begeven. Wanneer het eb is, zijn muien ook erg gevaarlijk. Muien bevinden zich tussen zandbanken en kunnen erg brede en lange geulen zijn. De stroming is hier vaak erg sterk.


Lees ook: wat is een symbiose?


Watersnoodramp: vloed en springtij

In 1953 kwamen er facetten samen die leidden tot een enorme natuurramp: de Watersnoodramp. Op 1 februari stonden de maan, de aarde en de zon op één lijn: springtij. Daarbij stak er een felle noordwestenwind op, die de golven nog hoger en zwaarder op het land liet beuken. Deze twee zaken, in combinatie met het onder zeespiegel liggende land, zorgen ervoor dat de dijken doorbraken en een heel deel van Zeeland overstroomde. Dit is een van de grootste natuurrampen van ons land. Sindsdien zijn er grote waterwerken gebouwd, om zo’n ramp in de toekomst te voorkomen: de Deltawerken.

De Deltawerken verdedigen het land tegen hoogwater
De Deltawerken verdedigen het land tegen hoogwater

Menselijk ingrijpen

Al voor de Deltawerken was men bezig met het in toom houden van het water. Enkele decennia voor de Deltawerken werd het plan voor de Afsluitdijk gemaakt.

Met de komst van de Afsluitdijk is de Zuiderzee veranderd in het IJsselmeer. In 1932 werd het laatste gat gedicht en in 1933 konden mensen het gebruiken als autoweg. De Zuiderzee, met haar getijden, bestond niet meer. Het IJsselmeer is een zoetwaterplas. Een levensveranderende situatie voor het leven in de zee. Het zoute water veranderde nu in zoet water. De eerste tijd was het water nog zout, maar omdat er geen verbinding meer met de zee was en er onder andere door regen en rivieren zoet water aangevoerd wordt, werd het water brak. Na enkele jaren was het water volledig zoet. Zoals eerder genoemd, had dit grote gevolgen. Dieren die afhankelijk zijn van zout water, zoals vis en daarmee ook de vogels die die vis eten, konden hier niet overleven.


Lees ook: waar is biodiversiteit goed voor?


Normaal Amsterdams Peil

Het moge duidelijk zijn: water staat nooit stil. Toch willen we graag het water meten, zodat we kritieke grenzen met betrekking tot hoogwater kunnen bepalen, bijvoorbeeld. En nu het klimaat drastisch verandert, stijgt de zeespiegel snel. Hoe meten we dat dan? In Nederland gebruiken we NAP. Met NAP geven we in Nederland aan hoe hoog (of laag) het water staat ten opzichte van een nulpunt. Dit nulpunt werd ooit voor het eerst aangebracht in de Amsterdamse sluizen. Vandaar de naam.

Normaal Amsterdams Peil
Normaal Amsterdams Peil

Doen: wadlopen

Wanneer het eb wordt, trekt de zee zich terug. Dat betekent dat er delen van de zeebodem droog komen te liggen. Dit gebeurt ook bij de Waddenzee. Wanneer het daar eb wordt, kun je naar verschillende Waddeneilanden lopen, zoals Schiermonnikoog, Ameland en Terschelling. Ook enkele andere eilanden zijn lopend te bereiken. Deze wandeltochten variëren in zwaarte, maar feit is dat je er sowieso wel sportief voor moet zijn. Een mooie ervaring om eens mee te maken, onder begeleiding van een gids.

Het Waddengebied is een zeer belangrijke plek voor allerlei trek- en watervogels. Tijdens het wadlopen zul je veel verschillende soorten horen en zien.

Het Wadddngebied tijdens eb
Het Waddengebied tijdens eb

Waarom vliegen vogels in een v-vorm?

Vogels in vlucht, in kenmerkende v-vorm

Deze vraag wordt al eeuwenlang gesteld, als het niet al langer is. Waarom vliegen vogels in v-vorm? Dit fenomeen blijft mensen verbazen en verwonderen. Een ding zullen we alvast verklappen: het is nog niet helemaal zeker waarom sommige vogels dit doen. Wel zijn er verschillende ideeën over. In deze blog gaan we op zoek naar antwoorden.

Vogels vliegen waarschijnlijk in v-vorm om energie te besparen. Uit onderzoek blijkt dat vogels die vooraan vliegen, een hogere hartslag hebben dan de vogels die achter hen vliegen. De vogels die achter vliegen, hebben voordeel van de opwaartse druk die de vleugels van de vogels voor hen veroorzaakt.

Een groep vogels die bezig zijn om een v-formatie op te stellen
Een groep vogels die bezig zijn om een v-formatie op te stellen

Welke vogels vliegen in v-vorm?

In Nederland zul je vooral ganzen in v-vorm zien vliegen. Een iets onbekendere vogel die je dit ook kunt zien doen, is de kraanvogel. We lichten ze hieronder kort toe.

Ganzen

Ganzen zijn een uitstekend voorbeeld van vliegen in v-vorm. Dit beeld zal bij vrijwel iedereen iets bekends oproepen. Onderweg kunnen ze flink wat geluid produceren, dit doen ze om met elkaar te communiceren.

Ganzen houden elkaar ook goed in de gaten. Wanneer een gans te moe wordt of om een andere reden niet meer mee kan komen, zal een andere gans altijd met de verzwakte gans op land een rustige plek zoeken om bij te komen. De gezonde gans kan op die manier de verzwakte helpen door de omgeving in de gaten te houden. Wanneer de verzwakte gans overlijdt, voegt de andere gans zich bij een andere groep om zijn of haar reis voort te zetten.


Lees ook: vinken in Nederland – deel I


Een groepje ganzen op weg naar andere oorden
Een groepje ganzen op weg naar andere oorden

Kraanvogels

Kraanvogels zijn een stuk zeldzamer om in Nederland te zien. De vogels die je hier kunt zien, zijn vaak op weg van Frankrijk richting Duitsland en nog verder naar boven, naar bijvoorbeeld Finland, om daar aan het broedseizoen te beginnen. Het oosten van Zuid-Limburg ligt zo op hun route. Hier had je op een van de weinige plekken in Nederland kans om deze bijzondere vogel eens te zien. De laatste jaren wordt de kraanvogel echter in veel meer delen van ons land gezien. Er zijn inmiddels zelfs kraanvogels die succesvol hebben gebroed!

Zelfs al zou je de kraanvogels niet zien, je kunt ze ook makkelijk herkennen aan hun geluid. Net als ganzen kunnen ze luidruchtig zijn. Ook dit is om met elkaar te communiceren onderweg. Soortgenoten die op land uitrusten, kunnen zo ook makkelijk weer bij een groep aansluiten om verder te vliegen. Bij kraanvogels noemen we hun geroep naar elkaar ook wel getoeter. Als je dit geluid eenmaal hebt gehoord, zul je het niet meer vergeten. Het is een kenmerkend en bijzonder geluid.


Lees ook: vogelgeluiden leren herkennen


Soms kun je wel eens een groep kraanvogels zien vliegen die er wat rommelig uitziet, in plaats van goed georganiseerd. Dit heeft te maken met thermiek (opstijgende warme luchtbellen) in de lucht. Wanneer het kan, maken kraanvogels (en andere vogels, zoals roofvogels bijvoorbeeld) hier graag gebruik van. Ze kunnen door de thermiek hoger in de lucht komen en glijvluchten maken. Met als doel om energie te besparen voor de vaak lange trekken.

Een groepje kraanvogels in vlucht
Een groepje kraanvogels in vlucht

Wil je meer trekvogels leren herkennen? Lees dan onze blog over tien trekvogels met een bijzondere trekstrategie.

Wanneer vliegen vogels in v-vorm?

Trekvogels die in v-vorm vliegen, zoals ganzen en kraanvogels, maken de trek twee keer per jaar. Hier bij ons komen veel trekvogels om te broeden. Hier is minder concurrentie voor de vogels en door onze seizoenen is er veel voedsel te vinden om de hongerige jongen te voeden. In het najaar vertrekken de vogels weer naar het zuiden om daar te overwinteren. Deze lange reizen maken ze dus vooral in de bekende v-vorm. Wil je meer weten over de vogeltrek? Hier lees je er alles over.

Vogels trekken om te broeden en te overwinteren
Vogels trekken om te broeden en te overwinteren

Waarom vliegen vogels in v-vorm?

En dan nu het uitgebreide antwoord op de hamvraag van deze blog. Bovenaan gaven we het korte antwoord al, maar natuurlijk ben je ook benieuwd naar de verdere achtergrond van het hoe en waarom.

Zoals gezegd, zijn mensen al lang nieuwsgierig naar de reden waarom vogels in deze formatie vliegen. Er zijn enkele wetenschappelijke onderzoeken uitgevoerd om een antwoord te vinden op deze vraag.


Lees ook: kraaien in Nederland – deel I


Meten is weten

Onderzoekers hebben bijvoorbeeld datarecorders op de ruggen van pelikanen gebonden. Met deze recorders verzamelden de onderzoekers data over vogels, waaronder hun hartslag. Het bleek dat de voorste vogel een hogere hartslag had dan de vogels achter hem. De andere vogels liftten als het ware mee op het harde werk van de voorste vogels. Door deze manier van vliegen houden ze elkaar ook uit de wind. Doordat de vogels in v-vorm vliegen, besparen ze energie. Dat is ook hard nodig, gezien de vele kilometers die ze door weer en wind moeten afleggen voordat ze veilig aankomen.

Bij een ander onderzoek is de positie en de vleugelslag gemeten bij heremiet-ibissen. Uit dit onderzoek bleek dat de vleugelslag ook een belangrijke reden is om in v-formatie te vliegen. Doordat de vleugel van de voorste vogel zorgt voor een opwaartse drukbeweging van de lucht, heeft de vogel na hem daar voordeel van, mits hij zijn vleugel op het goede moment in deze lichtgolf beweegt. Hier wordt het besparen van energie duidelijk: de achterste vogels hoeven hun vleugels minder hard te bewegen dan hun voorganger, omdat ze een zetje krijgen van de luchtbeweging.

Trekvogels komen vaak in grote groepen voorbij, op weg om te broeden of te overwinteren
Trekvogels komen vaak in grote groepen voorbij, op weg om te broeden of te overwinteren

Last verdelen

Zoals eerder ook al werd genoemd over de ganzen, denken de vogels tijdens de vlucht om elkaar. Ze communiceren met geluid, gaan met een soortgenoot mee naar beneden om hoognodig uit te rusten, maar ze verdelen ook de last tijdens het vliegen. De voorste vogel hoeft slechts een bepaald stuk voorop te vliegen. Er wordt gewisseld, de vogels verdelen zo de last van het voorop moeten vliegen.

De mens en v-vorm?

In 2019 kwam Airbus met het bericht dat ze binnen enkele jaren in v-vorm willen gaan vliegen. Net als vogels dus. Ook Airbus doet dit met het oog op energie besparen. Doordat vliegtuigen in v-vorm vliegen, hebben ze voordeel van de luchtstroom van de voorste. Dit betekent dat er minder energie nodig is om vooruit te komen. Dit heeft ook weer een positief effect op de uitstoot. En dat is hard nodig.


Lees ook: 10 bijzondere trekvogels


Tuinvogel uitgelicht: de merel

Jaar van de merel

Tijd om een tuinvogel in het zonnetje te zetten. En met wie kunnen we nu beter beginnen dan met de merel, want dit jaar is uitgeroepen tot jaar van de merel. Want met de merel, zo geliefd om zijn zang in de vroege ochtend, gaat het helemaal niet zo goed. In deze blog lees je er meer over.

Een merel is een echte vroege vogel en hoor je bij het krieken van de dag
Het is een echte vroege vogel en hoor je bij het krieken van de dag

Jaar van de merel 2022

Om maar gelijk mee te beginnen: waarom gaat het niet goed met de merel? Waarom is het nodig dat de merel tot vogel van het jaar uitgeroepen is? Vogelbescherming Nederland en Sovon Vogelonderzoek Nederland hebben 2022 uitgeroepen tot jaar van de merel, omdat de aantallen sinds 2016 hard achteruit hollen. De daling is sterk: bijna een derde van de populatie is er niet meer. De ieder zo bekende en ons meest algemene tuinvogel heeft het zwaar. Het usutu-virus heeft hier waarschijnlijk een groot aandeel in, maar er wordt ook onderzocht of er verschil zit in het aantal jongen dat de merel grootbrengt. Wanneer er steeds minder jongen grootgebracht kunnen worden, daalt het aantal volwassen merels uiteindelijk natuurlijk ook. Ook al kennen veel mensen de merel wel, toch zijn er nog veel dingen die we niet over hem weten. Meer leren over de merel is dus belangrijk, zodat we betere omstandigheden kunnen creëren. In deze blog lees je onder andere ook wat je zelf kunt doen om de merel een handje te helpen.

De zang van de merel is onmiskenbaar
De zang van de merel is onmiskenbaar

De merel en het usutu-virus

Er werd al gevreesd dat het usutu-virus zou overslaan naar Nederland. Vanaf 2001 is het virus opgemerkt in Europa. In Oostenrijk was het eerste geval. In 2012 vielen de eerste slachtoffers in Duitsland, waarbij vele merels het leven hebben gelaten. Op sommige plekken was er zelfs geen merel meer te bekennen in tuinen en parken. Vanaf toen was het eigenlijk afwachten tot het virus ook in ons land zou toeslaan. Vanaf 2016 kwamen de eerste meldingen binnen. De oorsprong van het virus lijkt te liggen in Afrika, waar muggen het virus verspreiden. Waarschijnlijk hebben trekvogels het in hun tocht naar Europa meegenomen naar andere landen.


Lees ook: 10 bijzondere trekvogels


Herkennen van zieke merels

Het herkennen van een besmette merel met het usutu-virus is niet heel moeilijk. Het valt op dat de hij evenwichtsproblemen heeft, een verfomfaaid verenkleed heeft en mager is, ondanks dat er genoeg voedsel aanwezig lijkt te zijn. De merel maakt een ongezonde en verzwakte indruk en vaak kun je hem goed benaderen. Allemaal tekenen aan de wand dat er hier iets niet klopt. Het vliegen lukt ook niet goed meer. Na twee tot drie dagen sterft hij. Als je gebruik maakt van voederplekken, voederhangers en/of waterschalen, is het belangrijk om deze uit voorzorg regelmatig schoon te maken.

Meld dode merels

En dan? Je vindt een dode merel in de tuin en vermoedt dat hij het usutu-virus heeft (gehad). Natuurlijk kun je de merel begraven of in de container leggen, maar voor onderzoek is dit niet heel helpend. Je kunt bij Dutch Wildlife Health Centre via het meldingsformulier dode vogels aanmelden om op te komen halen voor verder onderzoek. Let op: dit is bedoeld voor merels die pas net dood zijn. DWHC onderzoekt al jaren dode vogels en houdt zich ook bezig met het vaststellen van het usutu-virus. Wanneer de vogel al wat langer dood is, kun je hiervan melding maken bij Sovon Vogelonderzoek Nederland.

Het is heel goed wanneer je dode merels aanmeldt voor verder onderzoek, zodat we steeds een beetje wijzer worden over virussen bij vogels. Let er wel op dat je dit veilig doet. Pak dode vogels alleen op met handschoenen aan bijvoorbeeld. Over het algemeen worden mensen niet ziek van het usutu-virus. Er zijn maar enkele gevallen bekend die er wel ziek van werden, zij hadden een lagere weerstand. Toch blijft het belangrijk om hier zorgvuldig mee om te gaan.

Een merelvrouwtje verscholen in het groen
Een merelvrouwtje verscholen in het groen

De merel

De merel, wie kent hem niet? De mannetjes met hun zwarte verenkleed en oranje snavel, de vrouwtjes met hun minder opvallende bruine veren en bruine snavel, dromerig fluitend op hoeken van daken of op hoekpalen van de omheining. De merel is een van de vogels die je ’s ochtends al eerste hoort.


Lees ook: vogelgeluiden leren herkennen


Ooit was het een schuwe vogel die in het bos leefde (en nog steeds), maar inmiddels heeft hij zich ook aangepast aan het stadsleven. Met zoveel stedelijk geluid om je heen en een maatschappij die steeds meer 24/7 aanstaat, moet je wel vroeger gaan zingen, wil je je soortgenoten kunnen bereiken. De merel heeft zich dat eigen gemaakt. Ook zingen de merels in de stad hoger dan merels in het bos. Er is meer concurrentie, niet zozeer van andere merels, maar door mensen voortgebrachte geluiden. Daarnaast hebben de merels in de stad een kortere snavel, kortere poten en zijn ze zwaarder dan de merels in het bos. Het blijkt dat er minder genetisch materiaal wordt uitgewisseld tussen de merels in de stad en die in het bos. Hij wordt eigenlijk gedwongen om zich te evolueren door onze verstedelijking.

De merel heeft zich aangepast aan het stedelijk leven
De merel heeft zich aangepast aan het stedelijk leven

Meer merels in de tuin

Waarschijnlijk is het je wel duidelijk geworden: de merel kan wel wat hulp gebruiken. En daar kun jij uitstekend bij helpen! De merel houdt niet van tuinen vol tegels, dus mocht je zo’n soort tuin hebben, is dit een goed beginpunt voor verandering. Begin eens met het verwijderen van tegels en vervang ze door de aanplant van inheemse planten en struiken. Inheemse soorten zijn goed voor onze merel, omdat deze als het ware in hun systeem zit. Lees meer over inheemse soorten en hun belang in onze blog over onze natuurtuin in ontwikkeling.

Een merel in meidoorn
Een merel in meidoorn

Ruim je tuin niet op

Ook een goede, en misschien voor jezelf ook een fijne tip: houd je tuin lekker rommelig. Laat bladeren liggen, zorg voor rommelhoekjes en veeg niet alles altijd keurig aan en op. Sowieso hebben veel diersoorten baat bij dit soort hoekjes, maar de merel is er ook echt gek op. Lekker scharrelen door bladeren, op zoek naar voedsel. Hij lust graag slakken, kevers, torren en wormen. Deze laatste zoeken ze graag op je gazon. In de winter staan er ook bessen op het menu. Bessendragende soorten als meidoorn kun je mooi als (onderdeel van een gemengde) haag zetten en vuurdoorn staat ook mooi tegen een muur. Water mag ook niet ontbreken, om lekker in te badderen en van te drinken. Nog meer tips om vogels naar je tuin te lokken? Lees hier onze tips.

Een merel eet van een Gelderse roos
Etend van een Gelderse roos

Merels en hun jongen

Misschien heb je het geluk dat deze leuke vogel jouw tuin heeft uitgekozen om een nest te gaan maken. Bij Beleef de Lente van de Vogelbescherming is de merel al een aantal jaren aanwezig met een eigen livecam (overigens op een erg originele broedlocatie). Hier kun je een groot aantal verschillende vogels volgen tijdens het broedseizoen, en zo ook de merel. Van nestvorming tot het uitvliegen, het wordt allemaal in beeld gebracht. De merel nestelt graag in dichte struiken, maar ook klimop en andere beplanting worden gebruikt.

De eieren van de merel zijn blauwgroen van kleur en hebben lichtbruine spikkels
De eieren van de merel zijn blauwgroen van kleur en hebben lichtbruine spikkels

Het vrouwtje legt 4-5 eieren en broedt twee keer per seizoen, soms zelfs drie keer. De eieren zijn blauwgroen van kleur en hebben lichtbruine spikkels. Na 11 tot 15 dagen zijn ze uitgebroed. De ouders hebben dan een drukke tijd voor de boeg: gedurende 12 tot 15 dagen moeten de jongen flink gevoerd worden. Daarna staat vader merel er alleen voor. Terwijl moeder begint aan een nieuw legsel, blijft vader de jongen nog zo’n drie weken bijvoeren.


Lees ook: gemengde haag aanplanten


Moeder merel is druk met het voeren van haar jongen
Moeder merel is druk met het voeren van haar jongen

Hoe kun jij helpen?

Er zijn veel dingen die je kunt doen om de merel te helpen. Zorg voor groen en beschutting in je tuin, dat is al een heel mooi begin. Mocht je onverhoopt een dode merel vinden, kun je die aangeven. Op de website van DWHC worden elk kwartaal de nieuwste resultaten gedeeld over dode merels die in die tijd zijn onderzocht. Ten slotte kun je ook helpen door waarnemingen van merels en hun nesten door te geven. Denk er hierbij om dat je de nesten met rust laat en niet verstoort. Je waarnemingen kun je onder andere doorgeven op de site van Waarneming.nl.

Houd de merel in de gaten
Houd de merel in de gaten

Ekster – Kraaien in Nederland – deel III

De ekster - een opmerkelijke vogel

Iedereen kent ze wel: een kauw, zwarte en/of bonte kraai, ekster, gaai, wellicht zelfs een roek, de notenkraker of raaf. Het zijn de kraaien in Nederland. De familie kraaiachtigen (Corvidae) gaat echter verder dan onze Nederlandse bekenden, want in totaal bestaat de familie uit 128 soorten. Ze komen bijna overal op de wereld voor. Ze behoren tot de zangvogels, hoewel niet iedereen hun geroep als gezang zou kwalificeren.

Kraaien zijn intelligente wezens en daar is de ekster geen uitzondering op. Ze kunnen problemen (leren) oplossen, sommige soorten slagen voor de spiegelproef en ze communiceren met elkaar. In dit deel lichten we de ekster uit.

Wil je de hele serie ‘kraaien in Nederland’ lezen? Klik dan hier om te beginnen met deel I.

Eksters zijn intelligente vogels
Eksters zijn intelligente vogels (Saxifraga – Bart Vastenhouw)

De ekster

Eksters kunnen we in het hele land tegen komen. Deze zwart wit gekleurde kraaien bezoeken met regelmaat onze tuinen en zwerven ook over de straten.

Uiterlijk en gedrag

De ekster heeft een opvallend uiterlijk en is makkelijk te herkennen. Er zit meer achter deze zwart-witte verschijning dan je in eerste instantie denkt. Deze vogel zul je niet gauw vergeten. Het verenkleed lijkt op het eerste gezicht zwart-wit, maar met de juiste lichtval zul je zien dat er een scala aan kleuren in zitten. Van groen tot paars en blauw, in metallic-uitvoering. Wanneer je de ekster in vlucht ziet, zul je zien dat de veren in de vleugels van zwart naar wit kleuren, afgemaakt met een sierlijk zwart randje. De vleugels lijken net uitgewaaierde waaiers. 


Lees ook: vinken in Nederland – deel I


De witte handveren zijn goed te zien in vlucht (Saxifraga - Piet Munsterman)
De witte handveren zijn goed te zien in vlucht (Saxifraga – Piet Munsterman)

Eksters zijn intelligent, zoals je hieronder zult lezen, en imiteren andere vogels hun geluiden. Eksters leven monogaam en zijn over het algemeen altijd samen. Een ‘vreemd’ mannetje versiert wel eens een al bezet vrouwtje. Dit wordt niet geduld door haar mannetje en hij zal de vreemdeling luidkeels verjagen. Jonge eksters leven tot een jaar of drie in zogenaamde ‘puberbendes’. Ze halen kattenkwaad uit en leren van elkaar, ook over het opvoeden van jonge eksters. 

Net als zwarte kraaien kunnen ze erg divers klinken. Zo hebben ze schorre en zachte klanken tot schel en krassend. Paartjes onderling maken zachte geluidjes. Je zou het bijna als zacht kirrend kunnen omschrijven. Daarnaast behoren ze niet voor niets tot de zangvogels, want ze kunnen ook zachtjes zingen. Als je dit hebt gehoord, heb je iets zeldzaams meegemaakt.

Intelligente vogel, die ekster

De spiegelproef wordt gedaan om een bepaalde intelligentie en een mate van zelfbewustzijn te meten. Ook bij eksters is deze proef gedaan.

Hoe de test werkt: de onderzoeker zet een stip op het voorhoofd van het dier, in dit geval de ekster. De onderzoeker zet de ekster in een ruimte met een spiegel. Wat gaat de ekster doen? Als je in de spiegel naar jezelf kijkt en de stip waarneemt, door hem bijvoorbeeld aan te raken of proberen weg te halen, is het bewijs er dat er sprake is van zelfbewustzijn en een mate van intelligentie die veel andere diersoorten niet hebben.

De ekster slaagt voor de spiegelproef en toont daarmee een mate van zelfbewustzijn aan
De ekster slaagt voor de spiegelproef en toont daarmee een mate van zelfbewustzijn aan

Lees ook: arenden in Nederland


De ekster heeft laten zien dat hij is geslaagd voor de spiegelproef. De test is ook gedaan bij mensapen, dolfijnen en olifanten. Ook zij lieten allemaal zien dat ze zich bewust zijn van de stip op hun eigen voorhoofd. Bij mensen zie je deze ontwikkeling rond het tweede levensjaar ontstaan.

Deze mate van zelfbewustzijn wordt als basis gezien voor ingewikkelde sociale verhoudingen. Dit zie je ook terug bij andere kraaien, zoals de kauw. In deel II van deze serie vertelden we al dat kauwen eten met elkaar delen, om zo de onderlinge relatie te versterken. Ook houden eksters (en gaaien) hun soortgenoten in de gaten als ze zelf bezig zijn met het verstoppen van voedsel. Voelen ze zich bekeken? Dan nemen ze het eten mee en zoeken ze een andere verstopplek.

Er zijn nesten van onder andere eksters bekend waar een heel verdedigingswerk van is gemaakt. Eksters gebruiken materialen als prikkeldraad en vogelwerende stekels in hun nesten om zo hun jongen te beschermen tegen roofdieren. De vogelwerende stekels worden door de vogels losgewrikt van het gebouw waar ze op geplakt zijn. Je kunt dus wel stellen dat eksters zeer intelligente vogels zijn.

Het menu van de ekster

Eksters zijn echte alleseters. Ze worden ook wel opruimers van de natuur genoemd. Nachtelijke opruimacties van aangereden dieren langs en op de wegen staan regelmatig op het programma van de ekster. Verder eten ze graag engerlingen, de larven van de langpootmug. Dus in plaats van de eksters te verjagen van je grasmat, kun je ze beter verwelkomen. Ze helpen je in feite met het onderhoud van je gras. Als je het zo kunt bekijken, zul je de ekster steeds meer kunnen waarderen. 

Eksters pikken graag naar parasieten bij onder andere schapen
Eksters pikken graag naar parasieten bij onder andere schapen

Maar ook op het menu staan bessen en zaden, wanneer die voorhanden zijn. Daarnaast pikken ze ook vuilniszakken open op zoek naar restjes. Ze eten ook jonge vogels, eieren en hagedissen. Eksters zijn zowel jagers als verzamelaars. Wanneer je ze ziet jagen in bijvoorbeeld een veld, zul je zien dat ze zijwaartse sprongen maken. Wanneer ze niet op de grond bezig zijn met het zoeken van voedsel, dan is het bovenop een schaap of koe. Op hun rug pikken ze zo naar parasieten. Ekster blij, schaap blij.

Voortplanting

Net als de ekster zelf, zul je het nest ook al gauw herkennen. Vaak wordt het gemaakt in de vork van een tak, en dan het liefst hoog in een hoge boom. Het is een groot, bolvormig nest. Het bijzondere eraan is dat de nesten van eksters een overkapping hebben. De ingang is verborgen aan de zijkant van het nest. Zo zijn de eieren en later de jongen beter beschermd tegen predatoren van bovenaf.

Een ekster is bezig met het bouwen van een nest
Een ekster is bezig met het bouwen van een nest

Tijdens de nestvorming zijn beide toekomstige ouders bezig. In december beginnen ze al een beetje te rommelen met takjes. Het vrouwtje verzamelt veelal mos en kleine takjes. Het mannetje zorgt voor de grotere stukken. Als je zo’n groot nest in de hoge, wiebelige takken ziet zitten, vraag je je af hoe stevig dat is. Eksters maken met klei en aarde het nest steviger. Ook gebruiken ze plantenwortels om de gaatjes dicht te maken. Eksters zijn best kritisch en hebben vaak meerdere nesten, waarvan er eentje tijdens het broedseizoen wordt gebruikt.

Grote nesten in hoge bomen
Grote nesten in hoge bomen

Als het nest naar tevredenheid af is, worden de eieren gelegd. Dit gebeurt meestal in de periode maart-juni, met een piek in april. Het broedsel bestaat meestal uit vijf tot zeven eieren, die in ongeveer zeventien tot vierentwintig dagen worden uitgebroed. De kleine eksters blijven daarna 22-30 dagen in het nest zitten. Na het uitvliegen zijn ze nog niet helemaal zelfstandig. Ze blijven nog een tijdje bij hun ouders in de buurt, die ze soms ook nog zullen voeren. Daarna komen de jonge eksters in groepjes met leeftijdsgenoten terecht. 

Een jonge ekster
Een jonge ekster

In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw werden eksters fel bejaagd. Niets werd geschuwd, van het neerschieten van de vogels tot het doorschieten van nesten en vergiftiging. Neem daarbij het veranderende landschap en dan kun je wel stellen dat de ekster het niet makkelijk heeft gehad. En dat terwijl hij vroeger zo geliefd was om het eten van engerlingen, emelten en andere larven waar de boeren zo’n hekel aan hadden. Het aantal eksters nam in deze tijd sterk af. Pas rond 2000 werd deze afname stabiel. 

Eksters zijn niet altijd geliefd en mensen zoeken op internet soms naar manieren om van eksters af te komen. Hoeveel ‘last’ je ook ervaart van een ekster, ieder dier is beschermd door de Wet natuurbescherming. Dit houdt in dat je niet zomaar zelf actie mag ondernemen, maar dat je hier ontheffing van de gemeente voor nodig hebt. Ook het verwijderen van eieren of een nest is verboden. 

Eksters tegenkomen

Waar de ekster vroeger vooral in bosrijke omgeving voorkwam, zie je hem nu op heel verschillende plekken. Toch zie je ze vooral nog bij bosranden en cultuurlandschappen. Wel in de buurt van mensen. Vooral de laatste jaren trekken ze steeds meer richting dorpen en steden. Eksters zitten en broeden het liefst in hoge, vrijstaande bomen.


Lees ook: spechten in Nederland


Tegenwoordig komt de ekster steeds minder voor in cultuurlandschappen en meer in menselijke omgeving. Het is niet helemaal duidelijk hoe dit kan, maar men denkt dat het te maken heeft met aan de ene kant de aanwezigheid van meer roofvogels, zoals de buizerd. Aan de andere kant is, door intensivering van de landbouw, de biodiversiteit op het cultuurlandschap ontzettend afgenomen. Dat heeft ervoor gezorgd dat de ekster is uitgeweken naar andere omgevingen. Meer over biodiversiteit kun je hier lezen.

De ekster kom je tegenwoordig op heel veel plekken tegen
De ekster kom je tegenwoordig op heel veel plekken tegen

Feit of fabel?

Er bestaan vele misverstanden over eksters. Hieronder lichten we er enkele toe.

Eksters stelen glimmende voorwerpen: fabel. Ekster zijn erg nieuwsgierig. Het klopt dat ze voor hen interessante voorwerpen ‘stelen’, maar niet met de bedoeling om het echt te stelen. Het is met de bedoeling om het op een rustige, veilige plek nader te onderzoeken. Zo nemen ze het bijvoorbeeld mee naar hun nest. Eksters begraven het ook, als bijvoorbeeld het moment er niet naar is om het voorwerp beter te bekijken. Later wordt het voorwerp weer opgehaald. 

Eten jonge vogels: feit. Eksters zijn alleseters en er staan soms ook jonge vogels op het menu. Dit is maar een klein deel van wat ze in totaal binnenkrijgen en het verschilt hoe vaak jonge vogels verorberd worden. 

Herkennen mensen: feit. Uit onderzoek blijkt dat eksters inderdaad mensen herkennen. En wanneer een mens een nare herinnering bij ze oproept, zullen eksters niet schuwen om die persoon uit te schelden en weg te jagen. In Zuid-Korea werden eksternesten volgens routine gecontroleerd. Het viel de onderzoekers op dat wanneer personen een nest meerdere keren onderzocht, luidkeels werd verjaagd. Eerst werd gedacht dat dit toeval was, maar na experimenten bleek dat de eksters echt in de gaten hadden wie ze wel en niet dulden. Onderzoekers die meerdere keren het nest bezochten, werden weggejaagd door de eksters. Vreemdelingen bij het nest werden niet zo belaagd. Soms vlogen de eksters zelf weg. 

De ekster is een bijzondere en interessante vogel
De ekster is een bijzondere en interessante vogel

Hopelijk ben je na het lezen van deze blog net zo overtuigd als al vele anderen en is je kijk op de ekster veranderd. Verjaag ze niet, maar verwonder je over hun bijzondere verborgen kleuren en verschillende klanken. Misschien vinden zij ons ‘gekras’ ook wel mooi.

Klik hier om verder te gaan met kraaien in Nederland deel IV. Daarin bespreken we de zwarte kraai.


Lees ook: tuinvogel uitgelicht: de merel


Kauw – Kraaien in Nederland – deel II

Iedereen kent ze wel: een kauw, zwarte en/of bonte kraai, ekster, gaai, wellicht zelfs een roek, de notenkraker of raaf. Het zijn de kraaien van Nederland. De familie kraaiachtigen (Corvidae) gaat echter verder dan onze Nederlandse bekenden, want in totaal bestaat de familie uit 128 soorten. Ze komen bijna overal op de wereld voor. Ook behoren deze vogels tot de zangvogels, hoewel niet iedereen hun ‘gekras’ kan waarderen als zang.

Kraaien zijn intelligente wezens. Ze kunnen problemen (leren) oplossen, er is bekend dat een soort kraaiachtigen hun spiegelbeeld herkent en kraaiachtigen communiceren met elkaar. In deze serie nemen we je mee in de wondere wereld der kraaien. 

De kauw

Waarschijnlijk kent iedereen deze grappige, slimme vogel wel: de kauw (Coloeus monedula). Waar in Nederland zie je hem niet? Overal is hij te vinden, te herkennen aan zijn voornamelijk zwarte verenkleed met een petje. De kauw is niet door iedereen geliefd, maar als je hem beter leert kennen, kun je niets anders dan deze opmerkelijke en grappige vogel in je hart sluiten. 

De kauw is de kleinste vogel in de familie kraaiachtigen
De kauw is de kleinste vogel in de familie kraaiachtigen

Uiterlijk

Een kauw heeft een gedrongen lijf en is een stuk kleiner dan een kraai of roek. Met een lengte van 34 tot 39 centimeter is hij zelfs een van de kleinste kraaiachtigen in Nederland. Verschillen tussen mannetjes en vrouwtjes zijn er nauwelijks. Mannetjes kunnen iets langer zijn, maar dat is in het veld vrijwel niet te zien.

Het verenkleed is een combinatie van grijs en zwart. De nek is lichtgrijs, net zoals het achterhoofd. Bovenop het kopje lijkt er een zwart petje te zitten. In tegenstelling tot de snavel van de roek is de snavel van de kauw zwart. De snavel is kort en relatief een stuk kleiner dan de snavels van de kraai en roek. 


Lees ook: arenden in Nederland


Opvallend aan het uiterlijk van de kauw zijn de ogen. De iris is opvallend licht en duidelijk te zien. Bij jonge dieren is de iris eerst nog veel blauwer. 

Uit onderzoek is gebleken dat de lichte kleur van de irissen een functie heeft in de communicatie van kauwen. Onderzoekers hingen tijdens dit onderzoek afbeeldingen op in de nestkasten van kauwen. Deze afbeelding was de kop van een kauw, echter niet met de kenmerkende lichte ogen van een kauw, maar met donkere ogen. De kauwen werden niet afgeschrikt door de kauw met de donkere ogen, maar wel door de kauw met de lichte ogen. De nestkast met afbeelding van de kauw met lichte ogen was niet meer zo aantrekkelijk. In de donkerte van een nestkast vallen de lichte ogen veel beter op dan donkere ogen, waardoor eventuele indringers gauw worden afgeschrikt.


Lees ook: vinken in Nederland


Gedrag

Net als andere kraaiachtigen zijn kauwen intelligente vogels. Ze leven in groepen en je kunt ze overal wel vinden. Ze foerageren graag in weilanden en bermen, zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Dit kunnen groepen van alleen kauwen zijn, maar je ziet ook wel dat een groep kauwen samen foerageert met roeken.

Wanneer je ze een tijdje bestudeert en hun gedrag bijhoudt, zul je al gauw bepaalde patronen ontdekken. Zo zie je ze vaak in het voorjaar en najaar met z’n allen in grote groepen richting de slaapplaatsen gaan in de avond. In de zomer zie je dit gedrag minder, dan wel op andere plaatsen. 

Kauwen zijn sociale vogels en kennen een sociale structuur binnen hun groepen. Er is een duidelijke pikorde te zien tussen de kauwen. Ook zijn kauwen monogaam, wat inhoudt dat ze voor altijd trouw zijn aan elkaar. Een paartje is vrijwel altijd samen te zien, ook tijdens de vlucht. Wanneer er groepen foerageren in een weiland, kun je vaak makkelijk de paartjes onderscheiden.

Wat eet een kauw?

Het menu van kauwen is gevarieerd. Kauwen eten voornamelijk ongewervelde dieren, zoals insecten, wormen en slakken. Maar ook eten ze graag granen, bessen, zaden en eieren. Wanneer kauwen zich ophouden in de omgeving van mensen en dus ook bij voedselresten van mensen, staat ook het afval van mensen op het menu. Ook karkassen van bijvoorbeeld doodgereden dieren wordt door hen opgeruimd. 

Wat niet iedereen weet, is dat kauwen ook braakballen braken. In de braakballen van kauwen zitten onverteerde zaden en insecten.

Net als bij mensen, heeft voedsel bij kauwen ook een sociaal aspect. Onder soortgenoten delen kauwen voedsel met elkaar. Het maakt hierbij niet uit of de kauwen die voedsel met elkaar delen familie van elkaar zijn of niet en ook het geslacht doet er hier niet toe. Chimpansees zijn ook dieren waarbij het delen van voedsel is bestudeerd. De manier waarop kauwen voedsel met elkaar delen, is uitgebreider dan bij veel soorten, zelfs uitgebreider dan bij chimpansees.

Waarom kauwen dit doen, is nog niet bekend. Twee mogelijke oorzaken zouden kunnen zijn: de kauw deelt als hij weet dat hij er ook van krijgt of het heeft te maken met intimidatie. Wanneer de kauw zijn eten deelt, hoopt hij met rust gelaten te worden door zijn soortgenoten. Wat een andere opvatting is, is dat de kauw zijn relatie met de andere kauw wil verstevigen en daardoor zijn voedsel met die kauw deelt. 

Voortplanting

Van zijn verdere familieleden is de kauw een beetje de rare vogel wat betreft het broeden. Waar de andere kraaiachtigen broeden op (grote) nesten gemaakt van takken, is de kauw een holenbroeder. Voor wie de afgelopen jaren de webcams van Beleef de Lente heeft gevolgd, heeft kunnen zien hoeveel moeite het de kauw kostte om zijn nest gereed te maken. Probeer maar eens allerlei takjes én jezelf door zo’n smalle nestkastopening te manoeuvreren. Tijdens de nestbouw konden kijkers regelmatig de kauwen zien passen en meten om met de takjes naar binnen te komen. Veel filmpjes zijn nog terug te kijken op de site.

Kauwen broeden tussen april en juni en hebben per jaar meestal één nest waarin tussen de drie en acht eieren in liggen. Vervolgens broedt de kauw de eieren uit in zeventien tot negentien dagen. De kleine kauwtjes blijven daarna ongeveer een maand op het nest. Na het uitvliegen worden ze ook nog ongeveer een maand gevoerd door de ouders. Je ziet de jonge kauwen dan met hun ouders op pad om voedsel te zoeken. 

Voorkomen

De kauwen die je hier in Nederland ziet, zijn vrijwel het hele jaar hier. Er komen echter in bepaalde maanden ook buitenlandse kauwen naar Nederland, om te overwinteren. Dit gaat om kauwen die uit Scandinavië en uit Oost-Europa komen. Ook zijn er soms ondersoorten van kauwen te zien, zoals de Noorse kauw en de Russische kauw. Deze lijken erg op de kauw zoals wij ze hier in Nederland kennen. Na de winter keren ze terug. 


Lees ook: waarom vliegen vogels naar het zuiden?


Maar ook bij onze eigen kauwen zien we soms afwijkingen ten opzichte van hun soortgenoten. Misschien heb je wel eens een kauw met witte vlekken in het verenkleed gezien. Dit kan te maken hebben met een periode van ondervoeding 

Deel III van de kraaiachtigen staat nu online. Lees hem snel!

Madeira natuurvakantie

Buiten Nederland zijn er natuurlijk ook plekken waar je kunt genieten van fantastische natuur. In de serie ‘Over de grens ‘ nemen we je mee naar andere landen om daar te genieten van prachtige natuur. In deze blog nemen we je mee naar het Portugese eiland Madeira. Als je op zoek bent naar een vakantiebestemming niet te ver van huis, maar wat wel tropisch aan doet dan is Madeira perfect.

Madeira, ook wel het bloemeneiland genoemd, is een klein eiland gelegen ten westen van Marokko in de Noordelijke Atlantische Oceaan. Door de vele natuur die het eiland rijk is, de bananen- en papaya plantages en de oceaan constant in zicht, bekruipt je het gevoel alsof je aan de andere kant van de wereld bent. Niets is minder waar. In minder dan vier uren vlieg je van Amsterdam naar de hoofdstad Funchal, gelegen aan de oostkust van Madeira. Vanuit hier heb je diverse mogelijkheden om je verblijf te plannen. Wij zijn er van overtuigd dat we een van de mooiste hebben gevonden, gelegen in Ponta del Sol!  

Madeira

Madeira is een van die pareltjes wat nog enigszins gebleven is zoals het was (in hoeverre je daarvan kunt spreken natuurlijk..). Natuurlijk is het eiland (vooral in het zuiden) flink veranderd toen het in de 15e eeuw door de Portugezen werd ontdekt, maar desalniettemin is er gelukkig nog wat van het oorspronkelijke bewaard gebleven. 

Laurierbossen op Madeira.
Laurierbossen op Madeira

Oerbossen en bloemenoceaan

Het meest bijzondere zijn dan nog wel de laurierbossen die hier bewaard zijn gebleven. Deze vind je alleen nog op Madeira, de Azoren, de Canarische eilanden en Kaapverdië. De bossen wat zich kenmerkt door de vele lauriersoorten (met laurierkers en de Canarische laurier als meest dominante soorten) is een thuis voor diverse zeldzame planten- en diersoorten waarvan er een aantal endemisch zijn voor Madeira. Een van deze endemische soorten is de trocazduif, die zich goed thuis voelt in de laurierbossen. 

Naast de laurierbossen kenmerkt het eiland zich door de prachtige rotskliffen waar rijkelijk flora groeit en bloeit. Het eiland wordt met een reden bloemeneiland genoemd. Waarom zijn er zoveel bloeiende planten te vinden in Madeira? Dat heeft verschillende redenen. Het eiland bestaat voornamelijk uit vulkanisch materiaal, wat erg vruchtbaar is. Tel daarbij op dat het een mediterraans klimaat heeft en dat er met regelmaat regen valt en je hebt het perfecte recept voor een bloemrijk landschap. 

De grote plas

Al dit groen zorgt ervoor dat het landschap ook ideaal is voor allerlei dieren. Soorten als de madeirahagedis, monarchvlinder en madeiragoudhaan floreren bij deze omstandigheden. 

Als laatste willen we graag nog die grote plas benoemen, waarin Madeira ligt. De Atlantische oceaan is de op-één-na grootste oceaan ter wereld en herbergt een schatkist aan diersoorten en koralen. Zo zijn er onder andere 28 walvissoorten, de onechte karetschildpad, diverse haai- en rogsoorten en ontelbaar veel soorten vissen te vinden in de wateren rondom Madeira. 

Atlantische oceaan
De Atlantische Oceaan herbergt een grote verscheidenheid aan zeedieren

Hidden Paradise

We verbleven op ecoglamping Canto das Fontes gelegen te Ponta del Sol. Met de taxi vanuit het vliegveld was dit ongeveer 45 minuten rijden. De glamping is gebouwd op een steile klif waar vroeger een bananenplantage was. De host Roberto heeft het stuk grond, waar zijn oma vroeger bananenplanten liet groeien, nieuw leven ingeblazen. Hij plantte nieuwe fruitbomen, kocht nabij gelegen grond op en bouwde het eerste huisje in de eerste paar jaren dat hij er aan werkte. Pas na een tijd ontstond het idee om deze plek met andere te gaan delen.  

Toen we aankwamen bij de glamping waren we meteen onder de indruk. Links van ons hadden we een wijds uitzicht over de Noordelijke Atlantische Oceaan. Rechts keken we tegen een klif omhoog waar we de bovenkanten van de tipi’s al tussen het groen zagen uit steken. Voor ons lag een steile trap van zo’n 150 treden en een bagageband.   

Na een flinke klim kwamen we bij ons verblijf. Naast onze en diverse andere tipi’s waren er nog een gemeenschappelijke tipi, een bar (met barbeque) en een prachtige poel die gevoed werd door de waterval verderop. Werkelijk een adembenemende locatie!

De 150 traptreden naar ons verblijf.
De 150 traptreden naar ons verblijf (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Dieren spotten op Madeira

Voor de natuur te beleven hoefde we dus ook niet ver te zoeken. Op weg naar onze locatie kwamen we al enkele prachtige diersoorten tegen. Zo kruiste ons pad zich regelmatig met een of twee gele kwikstaarten op weg naar ons verblijf. 

Bij het verblijf verschenen er in de vroege ochtendzon honderden madeirahagedissen die, als je rustig bewoog, helemaal niet bang voor je waren waardoor je ze perfect kon observeren. Een andere soort wat zich graag liet zien was de monarchvlinder, welke van bloem naar bloem vloog.


Lees ook: walvissen spotten op Madeira


Madeirahagedis.
Madeirahagedis

Tegen de kliffen leefde een groep rotsduiven en een paartje torenvalken (ondersoorten van Madeira) die regelmatig op enkele meters afstand langs het verblijf vlogen. In de Canarische wilg, waaraan onze schommelstoelen hingen, kwam regelmatig een madeiragoudhaantje op bezoek. 

Later op de dag vlogen boven onze tipi de vale gierzwaluwen en ‘s avonds als we net in de tipi lagen hoorde we boven ons het bizarre en lastig te omschrijven geluid van de Kuhls pijlstormvogel. Deze waren op weg naar hun nest tegen de rotswanden (waarin ze ieder jaar één ei leggen).

Overdag zag je in de rivieren in de dorpjes muskuseenden en als je ‘s avonds langs de fruitplantages liep zag je regelmatig de grijze grootoorvleermuis fladderen. 

Het water op

Zodra je dichter bij de oceaan komt, veranderen de soorten. Langs de kust (en op het water) zie je vogels als de Noordse stern, de Freira en het madeirastormvogeltje. Hier is het ook mogelijk om met een speedboot het water op te gaan en de echte spectaculaire soorten te zien; walvissen en zeeschildpadden.

Natuuractiviteiten op Madeira

Als natuurliefhebber ben je op je plek op Madeira. Alleen al een simpele wandeling over het eiland geeft je een geweldige ervaring. De meeste soorten die we in het vorige hoofdstuk benoemden, kun je al treffen tijdens zo een eenvoudige wandeling. Maar wil je een nog gavere ervaring, dan is een van onderstaande activiteiten wellicht iets voor jou.

Walvissen spotten op de oceaan

Een van de activiteiten die wij hebben gedaan tijdens ons verblijf was een walvisexcursie. Vanuit de hoofdstad Funchal of het kleine havendorpje Calheta is het mogelijk met een speedboot de oceaan op te gaan, op zoek naar de 28 soorten walvissen die in de wateren rondom Madeira voorkomen. Daarnaast maak je onderweg kans op spectaculaire zeevogels, zeeschildpadden en een verscheidenheid aan vissoorten te zien. Lees in deze blog hoe dit avontuur voor ons uitpakte en welke tips we nog voor je hebben als je je excursie vanuit Calheta boekt. 

Hiken op Madeira

Met meer dan 100 wandelroutes is Madeira dé plek om te hiken. Deze routes brengen je naar de mooiste plekken op het eiland en laten je genieten van de dichte laurierbossen, verborgen watervallen, ontelbare levadas (irrigatiekanalen) en adembenemende vergezichten. Op het moment dat je gaat hiken, kom je op afgelegen plekken waar de natuur zijn gang kan gaan en waar je dus zeldzame flora en fauna kunt waarnemen. Een must-do als je op Madeira bent!

Als je vroeg opstaat om te gaan hiken, heb je kans op adembenemende plaatjes.
Als je vroeg opstaat om te gaan hiken, heb je kans op adembenemende plaatjes

Lees ook: dome boomhut Ardennen


Snorkelen en duiken

Op het eerste gezicht zou je niet meteen denken dat Madeira de plek is om te gaan snorkelen en/of duiken vanwege het ontbreken van zandstranden, maar juist dat kan een voordeel zijn. Vanwege het ontbreken van deze zandstranden blijft het eiland/de stranden ontzien van massatoerisme waardoor je dus alle ruimte en vrijheid hebt als snorkelaar. Tel daar de aangename watertemperatuur bij op en je hebt een perfecte plek om de onderwaterwereld te beleven. 

De onderwaterwereld is daarnaast ook nog eens zeer divers. Je kunt er onder andere barracuda’s, murenen, everlipvissen, zeepaardjes, roggen en haaien spotten. Daarnaast is er zelfs de mogelijkheid om een speciale excursie te boeken om bij  dolfijnen te spotten. Genoeg te zien dus onder water!

Paragliden

Ben je op zoek naar een keer wat anders, dan is het zeker de moeite om eens te kijken naar het paragliden. Op deze manier zie je het eiland vanuit een heel ander perspectief. Op het eiland zijn diverse plekken te vinden waar deze unieke ervaring wordt aangeboden. Ga met een ervaren gids op een tandemvlucht en vlieg langs de hoge kliffen en over de Atlantische Oceaan. Deze beleving zal je de natuur van Madeira op een heel andere manier laten ervaren dan je gewend bent en zal je lang bijblijven. 

Kust van Madeira
Kust van Madeira

Conclusie

Madeira is een prachtig eiland met een stukje waanzinnige natuur die je bijna nergens anders meer vindt. Als je nou op zoek bent naar een vakantie waar je volledig tot rust komt of op zoek bent naar een  actieve vakantie, dan ben je voor beide soorten op Madeira aan het juiste adres. Respecteer tijdens je bezoek de waardevolle natuur op het eiland, zodat deze waanzinnige plek nog door generaties beleefd kan worden. 

Kraaien in Nederland – Deel I

Een zwarte kraai

Iedereen kent ze wel: een kauw, zwarte en/of bonte kraai, ekster, gaai, wellicht zelfs een roek, notenkraker of raaf. Het zijn de kraaien van Nederland. De familie kraaiachtigen (Corvidea) gaat echter verder dan onze Nederlandse vrienden, want in totaal bestaat de familie uit 128 soorten. Ze komen bijna overal ter wereld voor. Ze behoren ook tot de zangvogels, hoewel niet iedereen hun stemgeluid als gezang zou kwalificeren. Het gekras van de kraai is niet zo bedoeld, maar hij heeft, net als wij allen, zijn eigen geluid en is daarmee heel herkenbaar.

Kraaien zijn sociale en intelligente vogels, net als de andere kraaiachtigen dat zijn
Kraaien zijn sociale en intelligente vogels, net als de andere kraaiachtigen dat zijn

In deze serie nemen we je mee in de wereld van de kraaien. Elk deel van de serie licht een andere kraaiachtige van Nederland uit. Om de kraaiachtigen te leren kennen, vind je hier de taxonomie van deze familie zangvogels en algemene informatie over deze groep, want wat is het de moeite waard om deze vogels beter te leren kennen.

Kauw (Coloeus monedula)Zwarte kraai (Corvus corone)
Roek (Corvus frugilegus)Raaf (Corvus corax)
Ekster (Pica pica)Gaai (Garrulus glandarius)
Bonte kraai (Corvus cornix)Notenkraker (Nucifraga caryocatactes)
Kraaiachtigen in Nederland

  

De taxonomie van de kraaiachtigen in Nederland
Taxonomie kraaiachtigen in Nederland (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Intrigerend

Kraaiachtigen hebben zoveel verschillende en verrassende kanten. Wat dat betreft ben je nooit uitgeleerd, want ze weten je steeds weer te verwonderen. Eigenlijk zouden we moeten zeggen: misschien verwonderen zij zich wel over ons. Want kraaiachtigen bestaan al ontzettend lang en hebben ons ontstaan meegemaakt. De oudste fossielen die in Europa gevonden zijn van het geslacht Corvidae (kraaien) dateren van 17 miljoen jaar geleden. Al die tijd zijn ze blijven evolueren, waardoor ze nu de kenmerken hebben waar ze om bekend staan.


Lees ook: vinken in Nederland – deel I


Uiterlijk en gedrag

Meestal zijn de vogels overwegend zwart, maar er zijn uitzonderingen. Zo ziet de gaai er bijvoorbeeld kleurrijk uit. Maar in andere landen heb je ook kraaiachtigen die er heel tropisch uit zien, met felle kleuren. De lichaamslengte bedraagt tussen de 20 en 67 centimeter. In Nederland is de kauw de kleinste kraaiachtige. Van vleugelpunt tot vleugelpunt meet hij 64-73 centimeter. De raaf is hier de grootste kraaiachtige, met een spanwijdte tussen de 100-150 centimeter. En daarmee de grootste zangvogel van ons land.

Een imposante raaf, zittend op een steen
Een imposante raaf

Kraaiachtigen zijn intelligente vogels en dit zie je terug in hun gedrag. Eksters die bezig zijn met voedsel verstoppen, houden bijvoorbeeld in de gaten of iemand ziet waar ze het verstoppen. Ze nemen interessante spullen mee naar hun nest voor verder onderzoek. Kraaien en raven oefenen bepaalde klanken zachtjes voor zich uit, tot ze het zich eigen hebben gemaakt. Gaaien kunnen tot wel 5000 eikels verstoppen en brengen markeringen aan rondom de verstopplekken, zodat ze de plek onthouden.

Verder zijn veel van deze vogels monogaam. Familieleden helpen bij de opvoeding, wat je onder andere terugziet bij kraaien. De nesten zijn vaak groot, bij eksters heeft deze zelfs een dak.

Het menu van kraaiachtigen

Het voedsel van de vogels is uiteenlopend. Van dode karkassen tot menselijk afval. Door het opruimen van aangereden dieren helpen ze ziektes als botulisme uit de buurt te houden. En vroeger waren ze geliefd om het pikken van de emelten uit graslanden, terwijl dat nu vaak als overlast wordt gezien. Ook zaden, bessen, noten, wormen en insecten staan op het menu. Het zijn echte omnivoren.

Een kraai in de weer tussen menselijk afval
Een kraai in de weer tussen menselijk afval

Verspreiding

Kraaiachtigen kom je eigenlijk overal in Nederland wel tegen, maar de raaf heeft zich nog niet overal helemaal gevestigd. Hij is nog niet lang geleden geherintroduceerd en is nog bezig met zijn opmars. De meeste kraaiachtigen zijn te vinden in omgevingen met bos en cultuurlandschappen. De laatste jaren komen ze ook steeds meer richting de mens, vanwege ons afval en de dieren die aangereden worden.


Lees ook: arenden in Nederland


Een groep kraaiachtigen in vlucht
Een groep kraaiachtigen in vlucht

Wereldwijd gezien komen kraaiachtigen overal ter wereld voor. Gebieden waar je ze niet zult vinden zijn de poolgebieden, enkele Polynesische eilanden en Nieuw-Zeeland.

Serie kraaiachtigen

Hieronder kun je per deel meer lezen over de kraaien in Nederland.

Deel II: de kauw

Deel III: de ekster

Deel IV: de zwarte kraai

Deel V: de roek

Deel VI: de raaf

Deel VII: de gaai

Deel VIII: de bonte kraai

Deel IX: de notenkraker


Lees ook: spechten in Nederland


Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!