Hoe maak ik een stapelmuurtje?

Stapelmuur 3

Een goede manier om meer biodiversiteit in je tuin te krijgen is door het bouwen van een stapelmuurtje. Stapelmuurtjes zorgen voor warme plekken, bieden schuilplaatsen voor kleine dieren en zijn een uitstekende groeiplaats voor vaak bijzondere beplanting. Stapelmuurtjes kunnen in van allerlei soorten en maten gemaakt worden en zijn daardoor voor iedere tuin geschikt. In deze blog vertellen we alles wat je moet weten voor het maken van een eigen stapelmuurtje.

Het nut van stapelmuurtjes?

Stapelmuren kunnen de biodiversiteit in je tuin verhogen. Maar hoe dan? Doordat het uitstekende plekken zijn voor allerlei soorten dieren en planten. Allereerst zorg je ervoor dat er een micro-klimaat wordt gecreëerd. Een stapelmuur heeft een zonkant en een schaduwkant. Dit zijn twee totaal verschillende klimaten (op micro-niveau), waarop totaal verschillende organismen gedijen. Allerlei soorten bijen, kevers, vlinders, juffers, libellen en andere insecten zullen gebruik maken van dit micro-klimaat.

Door gebruik te maken van meerdere soorten materiaal, en door niet te netjes te werken, creëer je in een stapelmuur allemaal gaten en kieren. Dit zijn ideale schuilplaatsen voor kleine zoogdieren, amfibieën en reptielen. Daarnaast ontstaan er op deze plekken ideale groeiomstandigheden voor planten. Deze kun je bij de aanleg al zelf planten, of gewoon spontaan laten ontwikkelen.

Muurpeper
Een inheemse soort die het goed doet op de droge, zonnige kant is het eetbare muurpeper

Een stappenplan voor het maken van een stapelmuurtje

Stapelmuren kun je op veel verschillende manieren maken. Er kan eindeloos gecombineerd worden met materialen en allerlei vormen en formaten zijn mogelijk. Wel is het belangrijk om over enkele zaken vooraf na te denken.

Geschikt materiaal

Qua materiaal zijn er veel opties. Allerlei soorten stenen kunnen gebruikt worden. Bakstenen, leisteen, stoeptegels en grindtegels zijn uitermate geschikt om stevige constructies te maken. Sla eens een stoeptegel door midden en gebruik de gebroken kant als buitenkant. Dit geeft de stapelmuur een robuust uiterlijk. Maar ook andere materialen kunnen gebruikt worden, zoals dakpannen, gresbuizen en puinafval.


Lees ook: gemengde haag aanplanten


Ook als voeg zijn er verschillende mogelijkheden. Je kunt gewoon zand of aarde gebruiken of kiezen voor zandige klei. Bij grotere en hogere muren kan er ook met specie gewerkt worden. Kies dan wel voor specie op basis van kalk. Houd dan wel rekening met de plantkeuze, indien je van plan bent de stapelmuur aan te planten. Zuurminnende soorten zullen hier niet goed op gedijen.

Stapelmuur stoeptegels (De natuur van hier)
Met gebroken stoeptegels kan op een goedkope en duurzame manier een natuurlijk ogende stapelmuur gemaakt worden (De natuur van hier)

Fundering en bouwkunst

In alle gevallen zouden wij er voor kiezen om een fundering te maken. Vooral op zand- en veengronden is een fundering cruciaal, om ervoor te zorgen dat het stapelmuurtje in natte periodes niet in elkaar zakt. Met een fundering zorg je ervoor dat de stapelmuur stevig staat en dat je hoger kunt stapelen.

Ook hiervoor heb je geen hele dure en ingewikkelde installaties nodig. Een laag van ongeveer vijf centimeter gele zand en een paar stoeptegels, grindtegels of opsluitbanden volstaat. Zorg dat de tegels of opsluitbanden stevig, stabiel en waterpas in de gele zand liggen. Vul daarna de gaten en kieren op met meer gele zand, zodat het een geheel vormt. De bovenkant van de fundering moet gelijk, of net onder het maaiveld liggen, zodat er bij het eindresultaat niets van zichtbaar is. Je heb nu een perfecte basis gecreëerd voor het maken van een stapelmuur.

Fundering stapelmuur (De natuur van hier)
Fundering stapelmuur gemaakt met behulp van gele zand en stoeptegels (De natuur van hier)

Lees ook: aanleggen poel


Stapelen nu

Dan kan er gestart worden met het stapelen van het muurtje. Je kunt meteen starten met verschillende materiaalsoorten door elkaar te gebruiken. Zorg er wel voor dat zeker de eerste paar lagen stevig en stabiel liggen, zodat de stapelmuur later niet instabiel wordt. Gebruik aarde gemengd met gele zand als voegmiddel, maar vul zeker niet alle gaten op. Om wat meer stevigheid te creëren kun je wat langere stenen aan de achterkant uit laten steken. Als hier grond op komt fungeren deze als een soort anker.

Bij stapelmuren hoger dan een halve meter is het raadzaam om met specie te werken. Fungeert je stapelmuur als keerwand, doordat je er bijvoorbeeld een border van maakt? Stapel de muur dan laag voor laag een beetje hellend naar achteren. Dit zorgt ervoor dat het de druk van de grond die erachter komt te liggen beter tegen gehouden wordt. Laat vooral je creativiteit de loop en probeer dingen. Als iets niet werkt, kun je het gemakkelijk aanpassen en zo kom je tot de mooiste stapelmuur.

Muurplanten

Een stapelmuurtje is niet af zonder beplanting. Maar niet alle beplanting is geschikt. Stapelmuren kennen hun eigen, vaak bijzondere, beplanting die je niet gauw op andere plekken vindt. Je kunt kiezen voor spontane ontwikkeling. Voordeel hiervan is dat je inheemse (op een aantal invasieve exoten na) beplanting krijgt die goed zullen groeien. Nadeel is dat het best een tijdje kan duren voordat je muur volgroeid is. Je kunt er ook voor kiezen om stukken in te zaaien, of om echte planten aan te planten. Probeer in die laatste gevallen dan zoveel mogelijk te kiezen voor inheemse planten.


Lees ook: vijf onmisbare kruiden voor in de tuin of in pot


Inheemse beplanting

Een leuke soort om aan te planten en eentje die echt op een stapelmuur thuis hoort is muurleeuwenbek (Cymbalaria muralis). Dit typisch muurplantje krijgt kleine lila-achtige bloemen met gele vlekken.

Een andere geschikte plant is tijm, die fanatiek over je muurtje gaat kruipen. Van tijm zijn veel cultivators te verkrijgen, wil je een inheemse soort, dan kun je kiezen voor grote tijm (Thymus pulegioides). Met zijn roze bloemen zorgt grote tijm ervoor dat je de hele zomer kleur hebt op je stapelmuur. Via deze link is grote tijm te bestellen bij Vivara (duurzaam gekweekt).

Bewaar het meest zonnige plekje van de stapelmuur voor muurpeper (Sedum acre). In juni en juli bloeit muurpeper rijkelijk met gele bloemen. Muurpeper is via deze link te bestellen bij bol.com.

Maar ook soorten die er niet per se bekend om staan om op muren te groeien kun je gebruiken. Reserveer zo nu en dan een plekje voor beplanting zoals duizendblad (Alchemilla mollis) (hier te bestellen, biologisch), margriet (Leucanthenum vulgaris) (hier te bestellen, duurzaam gekweekt) of echte kamille (Matricaria chamomilla). Als deze op een plek staan waar voldoende aarde is dan weten ze zich vaak te nestelen.

Echte kamille
Echte kamille is een sterke plant die het op sommige plekken in een stapelmuur goed kan doen

De schaduwzijde van een stapelmuurtje is niet compleet zonder varens en mos. Mos laat je gewoon spontaan groeien, varens kun je op de meest schaduwrijke en vochtige plekken groeien. Mannetjesvaren (Dryopteris filix-mas), hier te bestellen via bol.com, en tongvaren (Asplenium scolopendrium), via deze link te bestellen bij bol.com, zijn inheems en uitermate geschikt om de schaduwkant van groen te voorzien.

Roek – Kraaiachtigen van Nederland – deel V

De roek is hier duidelijk te herkennen aan zijn grijze snavel en hoge voorhoofd

Iedereen kent ze wel: een kauw, zwarte en/of bonte kraai, ekster, gaai, wellicht zelfs een roek, de notenkraker of raaf. Het zijn de kraaiachtigen van Nederland. De familie kraaiachtigen (Corvidae) gaat echter verder dan onze Nederlandse bekenden, want in totaal bestaat de familie uit 128 soorten. Ze komen bijna overal op de wereld voor. Ze behoren tot de zangvogels, hoewel niet iedereen hun geroep als gezang zou kwalificeren.

Kraaiachtigen zijn intelligente wezens. Ze kunnen problemen (leren) oplossen, sommige soorten slagen voor de spiegelproef en ze communiceren met elkaar. In dit deel lichten we de roek uit.

Wil je de hele serie ‘kraaiachtigen van Nederland’ lezen? Klik dan hier om te beginnen met deel I.

Roeken hebben een prachtig glanzend verenkleed en een opvallende snavel
Roeken hebben een prachtig glanzend verenkleed en een opvallende snavel

De roek (Corvus frugilegus)

Roeken, vaak verward met zijn ongeveer even grote verwant de zwarte kraai. Ze zijn wat minder bekend dan bijvoorbeeld de zwarte kraai, ekster of raaf. Roeken komen niet overal evenveel voor, in tegenstelling tot de andere kraaiachtigen. Zo zie je de roek niet veel in het westen, maar meer in het oosten. Wat wel een overeenkomst tussen deze vogels van dezelfde familie is, is dat ze allemaal erg intelligent zijn. Zo dus ook de roek.

Uiterlijk

Roeken hebben een geheel zwart verenkleed. In de zon zie je een blauwige glans op de veren. Tot dusver is de roek moeilijk te onderscheiden van de zwarte kraai. Een handig ezelsbruggetje om ze te onderscheiden: een roek draagt een broek. Het lijkt net alsof een roek een broek aan heeft, omdat de veren ook het bovenste gedeelte van de poten bedekt.

Ook de snavel van de roek valt op. Eerst is de snavel zwart, maar na ongeveer acht maanden wordt de snavelbasis kaal. Daardoor zie je de onderliggende huid, die grijs is. De snavel van de roek is vrij groot en enigszins naar beneden gericht. Roeken hebben een vrij steil voorhoofd, waardoor hun kop in verhouding klein lijkt.

Roeken zijn ongeveer even groot als de zwarte kraai, tussen de 41 en 49 centimeter. De spanwijdte is tussen de 80 en 99 centimeter.

De grijze, kale snavel van de roek is hier duidelijk te zien. Ook zie je de metaalglans in het verenkleed goed
De grijze, kale snavel van de roek is hier duidelijk te zien. Ook zie je de metaalglans in het verenkleed goed

Zwarte kraai vs. roek

Beide vogelsoorten zijn intelligent, zijn ongeveer even groot en hebben een zwart verenpak. Zo klinkt het best lastig om ze van elkaar te onderscheiden. Toch valt dat wel mee, want er zijn enkele opvallende verschillen. Hierboven beschreven we dat roeken een broek dragen. Dit hebben zwarte kraaien niet. Daarnaast hebben zwarte kraaien een zwarte snavel. Roeken eerst ook, maar na acht maanden wordt de snavelbasis kaal en zie je de grijze huid. Ook zijn de snavels van roeken groter en die van zwarte kraaien smaller.

Wanneer je een roek of zwarte kraai in vlucht ziet, kun je ook verschillen ontdekken. Zo heeft de roek een dieper ingesneden vleugelhand en hebben ze meer glijmomenten in hun vlucht. De vleugelslag is ook wat sneller dan die van de zwarte kraai. Qua geluid lijken de twee wel weer erg op elkaar. De roek heeft een wat lichter geluid dan de zwarte kraai.

Ten slotte kun je ook aan het gedrag afleiden of het om een roek of om een zwarte kraai gaat. Over het algemeen zijn kraaien samen met hun partner aan het foerageren, waar roeken dit in groepsverband doen. Je ziet roeken vaak samen met kauwen in een weiland.

Een roek in vlucht laat zich vaak meterslang door de lucht glijden voordat hij landt
Een roek in vlucht laat zich vaak meterslang door de lucht glijden voordat hij landt

Gedrag

Roeken leven in kolonies. Een kolonie kan erg groot worden. Onderling communiceren roeken met elkaar, net als de andere kraaiachtigen. Ze communiceren over voedsel, voedselplekken en hebben sociale interacties met elkaar. Dit laatste zie je terug in bijvoorbeeld spelletjes. Roeken spelen met elkaar, door spullen te laten vallen en op te vangen. Ook schommelen ze samen op takken van bomen. Roeken die samen een paartje vormen, begroeten elkaar.

Het foerageren gebeurt in grote groepen, vaak vergezeld door groepen kauwtjes. De roek is van ’s ochtends vroeg tot laat op de dag actief aan het zoeken naar voedsel. Vaak zijn ze al actief voordat de zon opkomt. Dit heeft als voordeel dat er veel uren per dag beschikbaar zijn om voedsel te zoeken.

Roeken en kauwen zie je vaak samen foerageren in weilanden
Roeken en kauwen zie je vaak samen foerageren in weilanden

Intelligentie

Net als de andere kraaiachtigen uit deze blog zijn ook roeken intelligente vogels. Ze zijn nieuwsgierig en ze kunnen nieuwe dingen leren. Er is een eeuwenoud verhaal waarin wordt verteld dat een dorstige roek door middel van steentjes de waterspiegel in een kruik water liet stijgen, zodat hij kon drinken. Roeken kunnen dus ook problemen oplossen.

Deze nu vaak verguisde vogel werd vroeger juist als behulpzaam gezien. Hij hielp de mensen heel vroeger met het verzamelen van voedsel en haalde later door boeren ongewenste ongewervelden uit de akkers. Tegenwoordig wordt de roek ook wel ingezet met het helpen van afval opruimen. In ruil voor beloning komen ze stukjes afval brengen. Roeken weten al snel waar veel en goed voedsel te vinden is.

Slimme vogels, die roeken. Ze weten al snel waar ze voedsel kunnen halen en kunnen problemen oplossen
Slimme vogels, die roeken. Ze weten al snel waar ze voedsel kunnen halen en kunnen problemen oplossen

Wat staat er op het menu?

De roek is een echte alleseter. Ze eten ongewervelden, zoals emelten, slakken en wormen, maar ook insecten, menselijk afval, noten en eikels en vruchten als kers en pruim. Roeken hebben vaak een vast dagritme. In de ochtend pakken ze voedsel wat makkelijk voor het grijpen ligt. ’s Middags graven ze wat dieper voor eten. Dan zie je ze bijvoorbeeld in de weilanden foerageren. Hoe later het wordt, hoe meer moeite de roeken doen om aan voedsel te komen. Tijdens het foerageren in de weilanden zie je ze in groepen het terrein systematisch afwerken. Dit doen ze met hun kenmerkende loopje: plechtige, stijve passen met af en toe een hupje.

Naast bovengenoemde soorten voedsel, houden roeken ook van zaaigoed. En dat levert helaas problemen voor hen op. Dit gedrag wordt als ongewenst beschouwd en er kan een ontheffing tegen hun beschermde status worden aangevraagd, zodat er afschot mag plaatsvinden. Een doorn in het oog van natuur- en vogelliefhebbers.

Roeken zijn alleseters, van insecten en noten tot menselijk afval
Roeken zijn alleseters, van insecten en noten tot menselijk afval

Broeden en opvoeden

Zoals roeken in kolonies voedsel zoeken, zo broeden ze ook in kolonies. Deze kolonies kunnen erg variëren in grootte. Zo zijn er in Wenen zo’n 250.000 roekennesten in een grote kolonie. In Nederland vind je veel kolonies langs snelwegen en treinsporen. Bij de A50, ten noorden van Apeldoorn, is een grote broedkolonie. Een nest ziet er vaak wat slordig uit en zit in de toppen van hoge bomen.

Roeken zijn monogaam en vormen een paar voor het leven. Tijdens de baltsperiode zijn ze veel samen. Ze verzorgen elkaars veren, hebben snavelcontact en zonderen zich samen af van de rest van de kolonie. Ook brengen ze elkaar voedsel. Al vroeg in het jaar, rond maart, wordt begonnen met de nestbouw. Dit doen ze samen. Het paartje is trouw aan hun broedplek en komen hier in andere jaren terug om te broeden.

Samen het nest bouwen, foerageren, de jongen voeden. Roeken zijn monogame vogels
Samen het nest bouwen, foerageren, de jongen voeden. Roeken zijn monogame vogels

Samen maken ze het nest. Het nest wordt gebouwd van buigzame twijgen en de binnenkant wordt bekleed met andere materialen. Als het nest naar tevredenheid is, gaat de vrouw broeden. Ze legt tussen de drie en zeven eieren, meestal vier. De eieren zijn grijsgroen van kleur. Het vrouwtje broedt de eieren in 16-18 dagen uit. De eerste dagen worden het vrouwtje en de jongen door de man gevoerd, daarna gaat het vrouwtje ook mee op voedseljacht. De jongen zitten ongeveer een maand (30-36 dagen) in het nest. Rond de 42-45 dagen kunnen de jonge roeken echt goed vliegen en verlaten ze het nest definitief. De uitgevlogen jongen vormen samen met leeftijdsgenoten een jeugdgroep. Na een jaar begint de paarvorming en na twee jaar zijn ze geslachtsrijp.

Er wordt in kolonies gebroed en geleefd. Roeken zijn echte kolonievogels
Er wordt in kolonies gebroed en geleefd. Roeken zijn echte kolonievogels

Waar kom je de roek tegen?

Het leefgebied van de roek bevindt zich in cultuurlandschap. Dit is een landschap met weides en akkers, afgewisseld met bomen, bomenrijen, bosjes en heggen. Maar je hebt niet overal in het land evenveel kans om roeken te treffen. Je zult ze voornamelijk in het oosten van het land tegenkomen en minder in het westen. Grofweg kun je de lijn Harlingen-Arnhem-Gouda-Breda aanhouden: ten oosten hiervan komen roeken meer voor dan ten westen.

Roeken houden, net als veel andere kraaiachtigen, van vrijstaande, hoge groepen bomen. Daar bouwen ze hun nesten in, maar is ook hun schuil- en slaapplek. Je ziet ze veel langs snelwegen, treinsporen en langs kanalen. Roeken laten zich ook zien in menselijke omgeving, zoals dorpen en steden. In steden wennen roeken aan de mens en vliegen steeds later op.

Roeken zijn voornamelijk standvogels en blijven dus het hele jaar in Nederland. Tijdens de vogeltrek kunnen er roeken uit het noord-oosten van Europa deze kant opkomen. En ‘onze’ roeken kunnen ook overwinteren in het oosten van Engeland. De trek is in oktober-november en februari-maart.

Een roekenkolonie langs de snelweg (Saxifraga - Jan van der Straaten)
Een roekenkolonie langs de snelweg (Saxifraga – Jan van der Straaten)

De roek en de mens

Ook de roek heeft te lijden onder de mens. Er werd (en wordt) gebruik gemaakt van landbouwgif, die de roeken binnenkregen door het eten van voedsel uit akkers waar gif werd gebruikt. Het gebruik van gif in de bodem heeft invloed op de hele voedselpiramide die daar boven zit, van klein tot groot. Hierdoor kwam de roekenstand in 1970 tot een dieptepunt. Daarna herstelde de stand zich, maar vanaf 2000 zien we weer een daling in de aantallen. Dit heeft onder andere te maken met de ontheffing die aangevraagd mag worden om roeken af te schieten.

Wil je de roek helpen? Kies er dan voor om geen gif in de bodem te gebruiken, gooi geen (plastic) afval op straat en maak anderen hier ook bewust van.

De mens: een vriend of vijand voor de roek?
De mens: een vriend of vijand voor de roek?

Veelgestelde vragen

Wat is het verschil tussen zwarte kraai en roek?

Let op de snavel en de poten. Zwarte kraaien hebben een zwarte snavel, waar roeken een grijze snavel hebben. Ook de vorm verschilt. Daarnaast lijken roeken een broek aan te hebben, doordat hun verenkleed langer doorloopt. De zwarte kraai heeft dit niet.

Wat is het verschil tussen kauw en roek?

Als eerste valt gelijk de grootte op: de roek is behoorlijk groter dan de kauw. Verder hebben kauwtjes een verenpak wat grijs en een beetje zwart is, waar roeken geheel zwart zijn. Roeken hebben een grote, puntige snavel. Kauwtjes hebben lichte ogen. Je ziet ze wel veel samen foerageren in weilanden en dan zie je het verschil tussen beide erg goed.

Is een roek of kraai groter?

Roeken en zwarte kraaien zijn ongeveer even groot. Tijdens de vlucht kun je verschil in de vleugels zien. De vleugelhand van de roek is dieper ingesneden en ze maken meer glijmomenten tijdens de vlucht dan de zwarte kraai.

Hoe slim is een roek?

Net als andere kraaiachtigen is ook de roek erg intelligent. Ze gebruiken verschillende klanken om met elkaar te communiceren, kunnen problemen oplossen, nieuwe dingen leren en hebben sociale interactie onderling.

Lees gauw het volgende deel van onze serie: de raaf!

Witte vlinders herkennen

Groot koolwitje

Er zijn vlinders in allerlei soorten, maten en kleuren. Opvallende vlinders zijn vaak niet moeilijk te herkennen, maar vlinders die er grotendeels hetzelfde uitzien, zijn moeilijker om uit elkaar te houden. Zo ook witte vlinders. Hoe leer je witte vlinders herkennen? In deze blog geven we je daar tips voor: waar kun je op letten en wat onderscheidt de ene vlinder van de andere? Aan het eind van deze blog geven we nog tips hoe je vlinders zelf kunt helpen.

Inhoudsopgave

Een koolwitje, maar is het de grote of de kleine?
Een koolwitje, maar is het de grote of de kleine?

Witte vlinders behoren tot de familie witjes: Pieridae. Als je op de Latijnse namen van de vlinders let, zul je al gauw opmerken welke tot hetzelfde geslacht behoren en welke niet. Waardplanten zijn voornamelijk koolsoorten en kruisbloemigen.

Groot koolwitje (Pieris brassicae)

De voorste vleugelpunten zijn zwart. Dit loopt tot bijna onderaan de voorste vleugelpunt door naar beneden, in de vorm van een maansikkel. Vrouwtjes hebben twee zwarte stippen op de voorste vleugels, mannetjes hebben dit niet. De stippen kunnen per generatie verschillen.

Het groot koolwitje is meestal tussen de 28 en 32 mm groot. Het groot koolwitje kun je in het hele land tussen maart en oktober tegenkomen.De rupsen zijn groen met een zwart gespikkelde rug.

Pieris brassicae 7, Groot koolwitje, Vlinderstichting-Henk Bosma
De donkere vleugelpunten en zwarte stippen zijn hier duidelijk te zien bij dit vrouwtje (Vlinderstichting/Saxifraga – Henk Bosma)

Klein koolwitje (Pieris rapae)

Het klein koolwitje heeft minder zwarte vleugelpunten dan het groot koolwitje. En natuurlijk zijn ze kleiner (21-27 mm). De vleugelpunten zijn zwart, maar dat loopt niet zo ver door als bij het groot koolwitje. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben zwarte vlekken op hun voorvleugel, maar bij de vrouwtjes zijn deze meer aanwezig.

Het klein koolwitje is ook een algemene vlinder en kun je overal in ons land zien fladderen tussen maart en oktober. De rupsen zijn groen en heel licht gespikkeld. Ook valt de smalle, gele streep op.

Pieris rapae 26, Klein koolwitje, Saxifraga-Rudmer Zwerver
Vergeleken met de foto hierboven zie je bij het klein koolwitje duidelijk verschil in de vleugelpunten (Saxifraga – Rudmer Zwerver)

Klein geaderd witje (Pieris napi)

Deze witte vlinder (20-24 mm) lijkt in de zomer erg op het klein koolwitje. In de lente vallen de aders meer op. De aders op de onderste vleugels zijn grijsgroen bestoven. De mannetjes hebben één vlek op de voorste vleugels, vrouwtjes hebben er twee. De vleugelpunten zijn ook bij deze vlinders zwart en zijn druppelvormig.

Dit witje komt in het gehele land voor en zie je tussen april en oktober. De rups is blauwgroen met kleine gele vlekjes over de zijkant, waar de ademhalingsgaatjes in zitten.

Klein geaderd witje (Vlinderstichting/Saxifraga - Kars Veling)
De bestoven aders zijn hier goed te zien (Vlinderstichting/Saxifraga – Kars Veling)

Lees ook: hoe maakt een bij honing?


Citroenvlinder (Gonepteryx rhamni)

Deze vlinder zul je vooral kennen door de heldere, gele kleur, maar de vrouwtjes zijn een stuk minder geel. Soms zelfs tegen het wit aan. Dan is het vrij makkelijk om de vlinder voor een witje aan te zien. Net als de witjes kun je deze vlinder ook overal in Nederland zien (februari-oktober).

De citroenvlinder is tussen de 27 en 30 mm groot. Aan zowel de voor- als de achtervleugel is een duidelijk puntje te zien. Mannetjes en vrouwtjes hebben een oranje vlekken op de vleugels. De rups is groen met hele fijne zwarte spikkeltjes.

Citroenvlinders hebben duidelijke puntjes aan de vleugels (Vlinderstichting/Saxifraga – Chris van Swaay)

Oranjetipje (Anthocharis cardamines)

Hoewel deze vlinder ook voornamelijk wit is, valt de grote oranje vlek op de voorste vleugel goed op. Maar let op: vrouwtjes hebben deze oranje vlek niet. Daardoor kun je deze vlinder snel onderscheiden van andere witte vlinders.

Oranjetipjes zie je vooral in het voorjaar. In het oosten zitten ze veel, maar verder kun je ze overal door het land tegenkomen. Ze zijn ongeveer 20 mm groot en je ziet ze van maart tot en met juni. De rups is is grijsgroen en fijn zwart gespikkeld en heeft een witte streep over de lengte van het lichaam.

Anthocharis cardamines 71, Oranjetipje, Saxifraga-Rudmer Zwerver
Hier is het verschil tussen man en vrouw oranjetipje goed te zien (Saxifraga – Rudmer Zwerver)

Scheefbloemwitje (Pieris mannii)

Deze witte vlinder lijkt heel erg op beide koolwitjes en is dus vrij lastig te herkennen. Het klein koolwitje heeft een vrij rechte zwarte vleugelpunt, het groot koolwitje juist een grote zwarte vlek die uitloopt en het scheefbloemwitje zit daar tussenin. Daarnaast is de vlek op de vleugel hol van binnen.

Dit vlindertje is 19-25 mm groot en een nieuwkomer in Nederland. Je ziet hem vanuit het zuiden steeds noordelijker trekken. Van maart tot en met oktober is deze vlinder actief. De rups is lichtgroen met twee gele strepen op het lichaam, die over de lengte lopen.

Pieris mannii 3, Scheefbloemwitje, Saxifraga-Willem van Kruijsbergen
Het scheefbloemwitje lijkt erg op de andere witjes (Saxifraga – Willem van Kruijsbergen)

Lees ook: hoe maakt een spin een spinnenweb?


Afsluiting

Wie natuurontwikkeling volgt, weet dat het de laatste jaren niet goed gaat met veel vlinders. Net als veel andere diersoorten hebben ook zij last van onder andere stikstofneerslag, droogte en ander extreem weer. We hebben elkaar nodig om hier iets aan te kunnen veranderen. Daarom hebben we hier enkele tips op een rijtje gezet waar je gelijk mee uit de voeten kunt.

  • Hang een vlinderhotel op. Het beste kun je een vlinderhotel op een beschutte plek hangen, zodat er geen regen en wind naar binnen kan komen. De hoogte maakt niet uit. Wij hebben bijvoorbeeld dit vlinderhotel gekocht.
  • Vlinders zijn gek op zoetigheid. Leg ergens wat (rottend) fruit neer en je zult binnen de kortste keren de eerste vlinders zien verschijnen. Wist je dat soorten vlinders van verschillende fruitsoorten houden? Probeer dus gerust verschillend (biologisch) fruit uit.
  • Vooral met warme dagen en zeker met langere, droge periodes is het belangrijk dat vlinders ergens kunnen drinken. Je kunt zorgen voor schaaltjes met water, vochtige planten en bodem en je kunt eventueel ook suikerwater maken.
  • Deel je vlinders op waarneming.nl! Via de app ObsIdentify is het vrij eenvoudig om de soort te laten herkennen. Vanuit daar kun je hem uploaden op waarneming.nl. Ook handig met die zoveel op elkaar lijkende witte vlinders. Benieuwd welke vlinders er in onze natuurtuin rondfladderen? We houden een soortenlijst bij.
  • De vlinderstruik. Een geliefde struik in menig tuin. Wij raden af om nog vlinderstruiken aan te planten. Ze woekeren en komen hier niet van nature voor, daarmee zijn ze een bedreiging voor onze inheemse soorten. Een (invasieve) exoot dus. Daarnaast blijkt uit onderzoek van Sprinklr dat er op onder andere de vlinderstruik (en helaas andere tuinplanten) nog vaak allerlei soorten gif zit. Je kunt beter kiezen voor (liefst biologisch gekweekte) inheemse soorten, zoals wollige sneeuwbal (affiliate).

Waarom houden dieren een winterslaap?

De egel is een van de bekendste zoogdieren die een winterslaap houdt. Verstopt in een stapel bladeren verkeert het lichaam in een ruststand

Tijdens de koude wintermaanden zijn sommige dieren, die je in andere jaargetijden wel ziet, onvindbaar. Deze dieren hebben hun territorium niet verlaten, maar hebben tijdelijk een plek opgezocht om de winter door te brengen. Ze houden een winterslaap. In deze blog vertellen we je alles over winterslaap en winterrust, waarom en welke dieren dit doen.

De egel is een van de bekendste zoogdieren die een winterslaap houdt. Verstopt in een stapel bladeren verkeert het lichaam in een ruststand
De egel is een van de bekendste zoogdieren die een winterslaap houdt. Verstopt in een stapel bladeren verkeert het lichaam in een ruststand

Wat is winterslaap?

Tijdens de winterslaap neemt het lichaam een lager tempo aan. De hartslag en ademhaling vertragen en de lichaamstemperatuur gaat omlaag. Dieren doen dit om de winters door te komen, wanneer er weinig tot soms geen voedsel voorhanden is. Door een winterslaap te houden, besparen ze enorm veel energie. Het verminderde voedselaanbod is ook een van de redenen waarom vogels naar het zuiden trekken.

Dieren die een winterslaap houden, worden vrijwel de hele winter niet wakker. Zodra de temperaturen omhoog gaan, beginnen ze wakker te worden. Tijdens deze rustperiode verliezen ze veel gewicht. Sommige dieren bewegen af en toe tijdens deze periode, maar er zijn ook dieren die helemaal niet bewegen. Dieren die de winter slapend doorbrengen, zijn bijvoorbeeld de egel en de hazelmuis. Voordat ze gaan slapen, zorgen ze ervoor dat ze zoveel mogelijk gegeten hebben. Zo weegt de hazelmuis tegen die tijd rond de 40 gram, waar hij normaal gesproken rond de 17 gram weegt.

De hazelmuis krult zich tijdens de winterslaap op in zijn holletje, om er in het voorjaar weer uit te komen (Shutterstock)
De hazelmuis krult zich tijdens de winterslaap op in zijn holletje, om er in het voorjaar weer uit te komen (Shutterstock)

Er zijn ook dieren, zoals de das en eekhoorn, die een winterrust hebben. Ze zijn tijdens de winter niet actief, maar zijn ook niet continu in slaap. Ze zoeken voedsel en zijn verder voornamelijk in rust. Beren houden bijvoorbeeld ook een winterrust, maar ook hun temperatuur daalt dan sterk.


Lees ook: waarom kwaken kikkers?


Ten slotte zijn er ook nog dieren die hun leven eigenlijk hetzelfde blijven leiden tijdens de koude winterperiode. Bepaalde muizen bijvoorbeeld. Wat ze wel doen, is een voedselvoorraad aanleggen. Want tijdens de winter is het voedselaanbod schaars. Ook sommige vogelsoorten doen dit, zoals kraaiachtigen. Voedsel wordt goed verstopt, een ander mag er niet met de buit vandoor gaan.

Winterslaap of niet, als dier moet je je goed voorbereiden op de barre winterperiode, onder andere door een voedselvoorraad aan te leggen
Winterslaap of niet, als dier moet je je goed voorbereiden op de barre winterperiode, onder andere door een voedselvoorraad aan te leggen

Waarom houden dieren een winterslaap?

In de koude wintermaanden is het voedselaanbod schaars. Er zijn weinig tot geen vruchten, noten, zaden of insecten te vinden. Sommige vogels trekken om deze reden naar het zuiden, dieren die hier blijven moeten andere oplossingen vinden. Om de winter toch door te komen, moet het dier zichzelf beschermen tegen honger en kou. Door in winterslaap of winterrust te gaan, verbruikt het lichaam veel minder energie. De hartslag, temperatuur en ademhaling gaan omlaag. Er hoeft minder tot niet gegeten te worden en het dier hoeft het warme hol (vrijwel) niet te verlaten. Tijdens de slaapperiode scheidt het dier geen geurstoffen af, zodat ze geen makkelijke, slapende prooi vormen voor roofdieren.

Waar houden dieren een winterslaap?

Dieren houden op verschillende manieren een winterslaap. Zo hangen vleermuizen vaak bij elkaar in de buurt en zul je egels eerder in hun eentje tegen kunnen komen in een hoop bladeren. De plek is per soort ook verschillend. Egels zijn content met rommelige hoekjes met genoeg bladeren, eekhoorns zullen voor hun winterrust een veilig hol zoeken.

Vleermuizen hangen tijdens het slapen aan hun poten. Dit is tijdens de winterslaap niet anders
Vleermuizen hangen tijdens het slapen aan hun poten. Dit is tijdens de winterslaap niet anders

Hoe kun je helpen?

Je kunt dieren best een handje helpen om de winterslaap te beginnen, door te komen en om daarna fris en fruitig aan het voorjaar te beginnen.

In de herfst kun je het beste je tuin niet (te veel) opruimen. De bladeren worden door veel diersoorten, groter en kleiner, gebruikt om zich in te verschuilen. Ook uitgebloeide planten zijn een veilige schuilplek. Die kun je dus mooi laten staan. Wanneer je bijvoorbeeld notenbomen in je tuin hebt, kun je wat noten laten liggen. Vogels zoals kraaien en ekster en zoogdieren als eekhoorn zullen ze graag gaan verstoppen om later te verorberen.


Lees ook: waarom bouwen bevers dammen?


Bladeren, afgevallen vruchten, noten en uitgebloeide planten hebben dieren nodig om de winter door te komen. Voor voedsel en schuilgelegenheid
Bladeren, afgevallen vruchten, noten en uitgebloeide planten hebben dieren nodig om de winter door te komen. Voor voedsel en schuilgelegenheid

Voor sommige soorten kun je een schuilplaats maken of kopen. Elke soort stelt weer andere eisen aan een schuilplek. Egels brengen bijvoorbeeld hun winterslaap graag door in een egelhuisje (Vivara). Dit luxe model heeft een voorportaal, zodat de egel zeker uit weer en wind blijft. Vleermuizen kun je verblijden met een vleermuizenkast, vaak met plek voor meerdere vleermuizen tegelijk. Deze vleermuiskast, ook van Vivara, hebben wij. Soms worden nestkasten ook gebruikt om de winter in door te brengen.

Er zijn ook eekhoornkasten te koop of om zelf te maken. Zoek een goede plek ervoor uit en het wachten op de eerste eekhoorn is begonnen
Er zijn ook eekhoornkasten te koop of om zelf te maken. Zoek een goede plek ervoor uit en het wachten op de eerste eekhoorn is begonnen

Tijdens de winterslaap of winterrust is er eigenlijk maar een ding belangrijk: laat de dieren met rust. Verstoor de winterslaap niet. Als je per ongeluk bijvoorbeeld een egel hebt gestoord tijdens het opruimen, is het het beste om de situatie zo snel mogelijk weer in orde te maken en erbij weg te gaan. Hoe korter de storing, hoe beter.

Na de winterslaap kun je de dieren helpen door voedsel en water aan te bieden. De dieren kunnen zo weer op gewicht komen en uitgerust aan de lente beginnen. Let er wel op wat je de dieren geeft. Je kunt online of bij tuincentra speciaal voer voor dieren kopen. Ook kun je verschillende soorten voederhuizen kopen, van vogels tot eekhoorns. Geef ze geen eten van eigen tafel.

Om na de winterslaap weer op krachten te komen, kun je helpen door verantwoord voedsel neer te zetten
Om na de winterslaap weer op krachten te komen, kun je helpen door verantwoord voedsel neer te zetten

Lees ook: waarom vliegen vogels in een v-vorm?


Veelgestelde vragen

Waarom houden dieren een winterslaap?

Om energie te besparen, gaan dieren in winterslaap. Hun ademhaling, lichaamstemperatuur en hartslag verlagen. In de winterperiode is er weinig voedsel te vinden.

Wat gebeurt er met het lichaam tijdens winterslaap?

Het lichaam vertraagt: ademhaling, temperatuur en hartslag gaan omlaag. Het lichaam is in rust en verbruikt weinig energie. Het dier verliest tijdens deze periode gewicht.

Welke dieren houden een winterslaap?

Verschillende soorten houden een winterslaap, zoals vleermuizen, egels, bepaalde soorten muizen. Andere dieren, zoals beren en dassen, houden een winterrust. Zij komen dan wel af en toe kort naar buiten.

Hoe lang duurt een winterslaap?

Ook dit verschilt per soort. Winterslaap kan variëren van enkele dagen tot enkele maanden.

Tips voor het aanleggen van een natuurtuin

Een natuurtuin levert prachtige, magische beelden op

Of je nou een grote of een kleine tuin hebt, je kunt er hoe dan ook een natuurparadijs van maken. Natuurtuinen verschillen van gebruikelijke tuinen, doordat er minder beheer wordt toegepast en er meer ruimte is voor wilde, lokale flora en fauna. In deze blog geven we je de beste tips om van jouw tuin een natuurtuin vol leven te creëren.

Een natuurtuin kenmerkt zich door het gebruik van veelal inheemse soorten en een op den duur extensief beheer. Het is een tuin waar oog is voor biodiversiteit, rommelige hoekjes, plek voor mens en dier en waar een hart is voor flora en fauna.

Een natuurtuin levert prachtige, magische beelden op
Een natuurtuin levert prachtige, magische beelden op

Wat is een natuurtuin?

Het woord zegt het eigenlijk al: een natuurtuin is een tuin met ruimte voor de natuur en haar natuurlijke processen. Met het liefst zo weinig mogelijk ingrijpen. Een natuurtuin kan verschillende formaten hebben en kenmerkt zich door veel groen, verschillende soorten (inheemse) planten en met ruimte voor mens en dier. In deze blog vertellen we je meer over het beheer en de aanleg van een natuurtuin.

Beheer van een natuurtuin

Over het beheer van een natuurtuin kunnen we eigenlijk vrij kort zijn: in het begin is hard werken, daarna wordt je tuin steeds onderhoudsvrijer en tegelijkertijd vergroot je de biodiversiteit. Hieronder lichten we het beheer toe van verschillende onderdelen van een natuurtuin en de keuzes die je daarin kunt maken.


Lees ook: de beste inheemse vaste planten


Gazon of bloemenweide?

Veel mensen streven een keurig gazon na. Dat wil zeggen dat er met regelmaat wordt gemaaid, waardoor het er strak en ‘netjes’ bij ligt. Met een natuurtuin moedigen we je juist aan om de grasmaaier lekker te laten staan. Of in ieder geval minder vaak te pakken. Wanneer je andere soorten de kans geeft om zich te ontwikkelen, zul je zien dat je allerlei kruiden en bloemen in je tuin krijgt. De eerste tijd zal vooral gras domineren, maar door het verschralen van de bodem (op gezette momenten maaien en het maaisel afvoeren) komen de kruiden en bloemen meer op. Maai gefaseerd, zodat niet ineens het leefgebied voor kleine dieren verdwijnt. En maai van binnen naar buiten, zodat dieren kunnen vluchten en niet klem worden gereden.

Madeliefje is een van de soorten die je vaak als een van de eerste ziet opkomen wanneer je je gras een tijdje niet maait
Madeliefje is een van de soorten die je vaak als een van de eerste ziet opkomen wanneer je je gras een tijdje niet maait

Om de natuur een handje te helpen, kun je ervoor kiezen om (een deel van) je tuin in te zaaien met een (inheems) bloemenmengsel. Er zijn veel verschillende soorten. Wat van belang is om op te letten:

  • Kies voor inheemse soorten. Exoten kunnen onze eigen soorten overwoekeren, waar planten, insecten en vogels veel last van kunnen hebben.
  • Let erop dat het zadenmengsel biologisch geproduceerd is. Dan weet je zeker dat er geen gif, pesticiden of andere rommel in zit. Gif in zaden en gewassen heeft invloed op een groot deel van de voedselketen. Vogels eten zo bijvoorbeeld vergiftigde insecten, die op hun beurt gif binnen krijgen door het eten van de planten uit het mengsel.

Mos is ook iets wat veel mensen liever niet in hun tuin zien. Wij pleiten er voor om dit juist lekker te laten staan. Mossen horen uiteraard ook in een ecosysteem. Mos houdt vocht beter vast dan gras, ze zijn een goede basis voor het ontkiemen van vruchten en zaden en er leven talloze insecten in.

Tegelparadijs of groen?

Groen, natuurlijk! De laatste jaren zie je bij veel tuincentra en gemeentes het initiatief ’tegel eruit, plant erin’. Het idee is simpel: vervang een tegel (het liefst meer) door een plant. Het helpt niet alleen insecten en vogels, maar door meer groen in je buurt heb je ook minder last van hitte in de zomer en wateroverlast tijdens hoosbuien. In datzelfde kader is het ook een goed idee om je platte dak om te toveren naar een sedumdak. Ga van tevoren na of je dakconstructie dit aan kan.


Lees ook: poel aanleggen in de tuin


Tegels die je eruit haalt, kun je op een eenvoudige manier hergebruiken. Door de tegels bijvoorbeeld door midden te slaan en te stapelen, kun je een stapelmuur maken voor bijvoorbeeld een border. Duurzaam en ook weer goed voor de biodiversiteit, want er gaan allerlei kleine planten tussen de stenen groeien. Daarnaast zullen insecten, kleine zoogdieren, reptielen en amfibieën hier bijvoorbeeld schuilplekken vinden.

In onze vorige tuin hebben we de stoeptegels uit de voortuin (50 m2) hergebruikt. Door ze door midden te slaan en te stapelen, hebben we twee verhoogde borders gecreëerd. Tussen de kieren kun je zelf planten zetten of afwachten wat er uit zichzelf komt
In onze vorige tuin hebben we de stoeptegels uit de voortuin (50 m2) hergebruikt. Door ze door midden te slaan en te stapelen, hebben we twee verhoogde borders gecreëerd. Tussen de kieren kun je zelf planten zetten of afwachten wat er uit zichzelf komt (De natuur van hier)

Wanneer je toch tegels moet of wil laten liggen in je tuin, kun je ervoor kiezen om het (kleine) onkruid en mos wat er tussen groeit, te laten staan. Dit scheelt jezelf waarschijnlijk veel tijd -en een zere rug- en de natuur is je dankbaar. Gebruik geen bestrijdingsmiddelen om het onkruid weg te halen. Ook schoonmaakazijn kun je beter laten staan. Dat is namelijk ontzettend slecht voor de bodem en het bodemleven. Op de grond kun je bodembedekkers planten, zodat het dichtgroeit en een geheel wordt. Verder kun je ook je definitie van onkruid heroverwegen. Hoe meer planten je als onkruid ziet die verwijderd moeten worden, hoe meer werk je hebt.

Laat het 'onkruid' lekker staan. Het scheelt tijd en het is beter voor de natuur
Laat het ‘onkruid’ lekker staan. Het scheelt je tijd en het is beter voor de natuur

Maak het jezelf makkelijk

… en doe vooral niet teveel. Naast het minder maaien en onkruid laten staan, roepen we je ook op om je tuin niet zo netjes te maken. Laat hoekjes of bepaalde stukken rommelig worden. Je hoeft daar geen bladeren te vegen, oude potten op te ruimen enzovoorts. Kleine zoogdieren en insecten zijn dol op rommelhoekjes. Het biedt ze beschutting en voedsel. Daarnaast ontstaan rommelhoekjes vaak in hoeken waar je zelf niet vaak komt of bezig bent, waardoor dieren er rust hebben. Verwelkte en dode planten geven kleine dieren schuilmogelijkheden voor de winter, dus die kun je laten staan. In het voorjaar knippen en snoeien is vroeg genoeg.

Egels zijn een goed voorbeeld van een soort die veel belang hebben bij rommelhoekjes. Zo kunnen ze in een hoop bladeren hun winterslaap houden
Egels zijn een goed voorbeeld van een soort die veel belang hebben bij rommelhoekjes. Zo kunnen ze in een hoop bladeren hun winterslaap houden

Aanleg van een natuurtuin

Als je bovenstaande informatie over het beheer van een natuurtuin hebt gelezen en het spreekt je aan, kun je gaan nadenken over hoe je je natuurtuin wil aanleggen. In dit hoofdstuk nemen we je mee in de wereld van flora en fauna.

Flora

Wanneer je kiest voor inheemse plantensoorten in je natuurtuin, weet je zeker dat je de biodiversiteit daarmee helpt. Inheemse soorten komen van nature voor in ons land. Exoten kunnen inheemse soorten verdringen, waardoor onder andere het voedselaanbod voor dieren vermindert.

Heb je een grotere tuin? Dan kun je kiezen tussen verschillende typen begroeiing. Wissel af met hoge en lage soorten, zodat er structuur ontstaat. Kies ook voor voldoende verschillende soorten. Het mooist is om in ieder seizoen van het jaar bloeiende planten te hebben. De insecten hebben op die manier jaarrond voedselaanbod.

Braam is een veelzijdige soort. Ze bieden beschutting en voedsel. Bramen worden vaak onterecht als ongewild beschouwd, maar met goed beheer is het een mooie toevoeging in je natuurtuin
Braam is een veelzijdige soort. Ze bieden beschutting en voedsel. Bramen worden vaak onterecht als ongewild beschouwd, maar met goed beheer is het een mooie toevoeging in je natuurtuin

En heb je nou echt een serieus formaat tuin, dan is een voedselbos(je) nog een goed idee. Je kiest dan voor vruchtdragende bomen en planten, zoals een notenboom, fruitboom, bessenstruiken enzovoorts. Vogels, insecten en kleine zoogdieren hebben hier ook belang bij. Mocht je tuin wat kleiner zijn, kun je wellicht wat kleine boompjes of struiken in potten kwijt. In een kleinere tuin kun je ook verticaal tuinieren. Door te kiezen voor inheemse klimplanten als wilde kamperfoelie, klimop en hop zorg je voor een geurende, bloeiende verticale tuin.


Lees ook: de beste inheemse klimplanten


Er zijn veel planten waar bijen en hommels gek op zijn. Ook insecten kunnen helaas wel wat hulp van ons gebruiken. In onze blog over bijen en vlinders vertellen we er meer over en geven we suggesties voor plantensoorten die goed zijn voor insecten.

Je kunt boerenwormkruid aanplanten. Hier maak je allerlei soorten insecten blij mee, waaronder de wormkruidbij.
Je kunt bijvoorbeeld boerenwormkruid aanplanten of laten staan. Hier maak je allerlei soorten insecten blij mee, waaronder de wormkruidbij

Vaak wordt gedacht dat een tuin met veel planten veel onderhoud betekent. Het omgekeerde is waar: hoe meer planten, hoe minder onderhoud. En hoe meer tegels of gazon, hoe meer onderhoud. Wanneer je planten groter worden en meer ruimte innemen, krijgen ongewenste soorten minder licht en daarmee minder kans om te groeien. Heb geduld, geef het tijd en wacht tot het moment komt waarop jouw natuurtuin zichzelf onderhoudt.

Landschapselement: een (gemengde) haag

Door het planten van een (liefst gemengde) haag, bied je vogels en insecten nest- en schuilmogelijkheden. In een gemengde haag kun je ook klimplanten verwerken. Hagen snoei je in een A-vorm, zodat de onderkant van de heg ook licht krijgt om te groeien. Wanneer je niet te vaak snoeit, komen soorten als meidoorn en sleedoorn tot bloei. Zij bloeien al vroeg in het jaar en voorzien insecten daarmee van de eerste broodnodige nectar in het nog koude seizoen. Onder de heg kun je bloembollen planten, die ook al vroeg bloeien. Alles over de aanleg van een gemengde haag lees je hier.

Het snoeien van planten, struiken, hagen en bomen doe je uitsluitend buiten het broedseizoen. Het broedseizoen is van ongeveer 15 maart tot 15 juli. Echter broeden vogels ook voor en na die tijd. Vooraf controleer je of er geen broedsels of jonge dieren aanwezig zijn. Snoei waar het kan gefaseerd, zodat niet ineens het gehele leefgebied van kleine dieren verdwijnt.

Landschapselement: een poel

Niet alleen kleine zoogdieren en insecten zijn blij met een waterplek, maar ook amfibieën zullen erop af komen
Niet alleen kleine zoogdieren en insecten zijn blij met een waterplek, maar ook amfibieën zullen erop af komen

Naast een gemengde haag kun je er ook voor kiezen om een poel aan te leggen. Met het aanbod van water help je de biodiversiteit enorm. Er kunnen kleine zoogdieren, vogels, insecten zoals juffers en libellen en amfibieën op af komen. Sommige soorten enkel om te drinken, andere soorten hebben water nodig om zich voort te planten. Hoe dan ook is het een prachtig gezicht om het leven rondom de poel te kunnen observeren. Je zult verbaasd zijn hoe snel een poel ontdekt wordt. Jeuken je handen al om te beginnen? Lees hier alles over het aanleggen van een poel. En let ook hier op het gebruik van inheemse vijverplanten.

Wij hebben zelf ook een poel aangelegd en ook gekozen voor een gemengde haag en struweel. Je kunt hier de vorderingen van onze natuurtuin volgen.

Fauna

Zoals je in deze blog hebt kunnen lezen, help je veel verschillende diersoorten met een natuurlijkere tuin. In het begin is de tuin nog kaal en heeft het tijd nodig om te groeien. Wil je dieren extra helpen? Hieronder hebben we enkele tips voor je op een rijtje gezet:

  • Hang nestkasten op. Deze kun je (online) kopen, maar je kunt ze ook zelf maken. We hebben een aantal bouwtekeningen voor je om mee aan de slag te gaan. Let op duurzaam hout.
  • Creëer schuilmogelijkheden voor dieren. Dit kunnen nestkasten, egelhuisjes, insectenhotels of simpelweg wat hopen bladeren of een takkenril zijn.
  • Zorg voor waterplekken. Je kunt ergens waterschalen ophangen of neerzetten, maar een vijver of poel zijn ook mogelijkheden. Haal waterschalen in de winter tijdelijk weg, zodat de veren van vogels niet bevriezen wanneer het vriest.

Zelf hebben we twee nestkasten gekocht bij Vivara. Deze is geschikt voor de winterkoning, roodborst, witte kwikstaart en grauwe vliegenvanger. De andere is voor koolmezen, kuifmezen, boomklevers en bonte vliegenvangers. Dit jaar is er weer een nestje koolmezen in groot gebracht!

Wil je nog meer vogels in je tuin krijgen? Lees dan onze blog met tips daarover. De merel is een van de vogels die ook wel jouw helpende hand kan gebruiken.

Elke soort vogel verlangt een ander type nestkast. Nestkasten bieden schuil- en broedmogelijkheden. Klik hier voor onze bouwtekening voor een nestkast voor de spreeuw
Elke soort vogel verlangt een ander type nestkast. Nestkasten bieden schuil- en broedmogelijkheden. Klik hier voor onze bouwtekening voor een nestkast voor de spreeuw

Tips voor meer bijen en vlinders in je tuin

De lente is begonnen en de bomen en planten beginnen weer in blad te komen. Dit is het ideale moment om je tuin voor te bereiden op de verdere lente en de zomer. In deze blog geven we tips om meer bijen en vlinders naar je tuin te lokken. Dit kun je doen door de juiste planten te kiezen, maar ook door soms juist helemaal niks te doen.

Zet je tuin of balkon vol bloeiende plantensoorten en kijk je ogen uit
Zet je tuin of balkon vol bloeiende plantensoorten en kijk je ogen uit

Groen, groen, groen!

Tegeltuinen kunnen anno 2023 echt niet meer. Het is slecht voor de biodiversiteit, afwatering en het wordt hartstikke heet in de zomer. Allemaal redenen voor een groene tuin. Hier help je je omgeving mee, maar ook jezelf. Ook wanneer je een kleine tuin hebt of een balkon, zijn er dingen die je kunt doen om bijen, hommels en vlinders te lokken. Dat is belangrijk, want ze kunnen best wat hulp gebruiken om zich staande te houden in de snel veranderende wereld. We beginnen met waarom bijen en vlinders zo belangrijk zijn.

Waarom zijn bijen en vlinders nuttig?

Bijen leven in een symbiose met bloeiende planten. De plant voorziet voedsel voor de bij (nectar), de bij bestuift de planten door het stuifmeel op zijn lichaam van bloem tot bloem mee te dragen. Hierdoor kunnen de planten zich voortplanten. Wij plukken daar -letterlijk- de vruchten van, want de planten geven ons uiteindelijk weer groente en fruit. Zonder dat je daar iets voor hoeft te doen. Zelfs 80% van het voedsel wat we eten wordt bestoven door bijen. Je kunt dus wel stellen dat met name bijen nodig zijn voor het leven op aarde. Hoog tijd om ze een handje te helpen!


Lees ook: verschil bijen, wespen, hommels en hoornaars


Welke planten kun je gebruiken?

Er zijn veel soorten om uit te kiezen, dus de opsomming hieronder is slechts een greep uit het totaal. Wat belangrijk is om te controleren wanneer je planten en/of zaden koopt, is een biologisch keurmerk. Op die manier weet je zeker dat de plant of het zaad geen bestrijdingsmiddelen met zich meebrengt en daarmee schade kan aanrichten aan de biodiversiteit in je tuin. We spreken in deze blog vaker over tuin, maar onderstaande planten zijn ook geschikt om in potten op je terras of balkon te zetten (klik hier voor onze blog over nog meer kruidachtige planten voor in je tuin of voor in een pot). Gebruik zelf ook geen bestrijdingsmiddelen in je tuin. Kies voor zover mogelijk het liefst voor inheemse planten.

We hebben bijen hard nodig voor de bestuiving van planten. Koop daarom zoveel mogelijk biologische planten en zaden
We hebben bijen hard nodig voor de bestuiving van planten. Koop daarom zoveel mogelijk biologische planten en zaden

Een warm welkom voor al wat leeft

Wat belangrijk is voor het leven in je tuin of op je balkon, is om planten te kiezen waarbij je het gehele jaar bloei hebt. Op die manier hebben vlinders en bijen het hele jaar de mogelijkheid om nectar uit de planten te halen. Nectar is de zoete stof die insecten naar de plant lokt. Elke plant geeft een andere hoeveelheid en smaak. Daarom raden we je aan om verschillende soorten aan te planten, zodat er voor ieder wat wils is.

Verder houden insecten van warme, beschutte plekjes. Ze warmen op in de zon en doen nieuwe energie op. Je kunt wat platte stenen neerleggen waar ze zich kunnen warmen en uit kunnen rusten. Een plek om te schuilen is ook fijn. Je kunt een insectenhotel kopen (bol.com heeft een handig overzicht) of zelf maken. Er zijn ook vlinderhotels te koop, te herkennen aan de lange spleten waar de vlinders in kunnen kruipen. Je kunt ook restjes fruit in de tuin leggen. Bepaalde vlindersoorten zijn er gek op. Als je ten slotte ook nog zorgt voor een plekje waar water aangeboden wordt en je houdt de grond wat vochtig, zijn de beestjes zeer tevreden met jou. Lees hier hoe je zelf een poel aanlegt. Naast bijen en vlinders profiteren daar nog veel meer soorten van!

Vlinders maak je ook blij met fruit en suikerwater. Dubbel handig, want zo hoef je geen overrijp fruit meer weg te gooien. Leg het in de tuin!
Vlinders maak je ook blij met fruit en suikerwater. Dubbel handig, want zo hoef je geen overrijp fruit meer weg te gooien. Leg het in de tuin!

Planten voor bijen

Uit onderzoek blijkt dat bijen vooral afkomen op de kleuren geel, paars, blauw en wit. Kies planten uit die in deze kleur bloeien. Hieronder noemen we enkele voorbeelden. De planten staan gesorteerd op bloeiperiode, van winter tot en met herfst.

Winter: bloembollen

Bloeitijd: december-maart. In het najaar kun je bollen planten van bijvoorbeeld krokus en narcis. Zorg dat ze goed onder de aarde liggen. Na het planten hoef je alleen nog maar te wachten tot de eerste bollen uitkomen. Verwilderende bloembollen vermeerderen zich met de jaren, dus op den duur heb je een heel tapijt aan bloeiers in de winter.

Krokussen zijn een goed voorbeeld van een echte voorjaarsbloeier, perfect voor de eerste insecten na de winterslaap of winterrust
Krokussen zijn een goed voorbeeld van een echte voorjaarsbloeier, perfect voor de eerste insecten na de winterslaap of winterrust

Winter: fruitbomen

Bloeitijd: maart-april. Aan het einde van de winter beginnen de fruitbomen met bloeien. Je kunt zelf een fruitboom in je tuin zetten of eentje in pot. Denk hierbij aan soorten als kers, peer, appel of pruim. Het is extra leuk om voor een fruitboom te kiezen. Je helpt de bijen aan nectar, zij zorgen voor bestuiving en uiteindelijk geeft de boom je fruit. Daarna begint het proces opnieuw.

Bloeiende fruitbomen zijn een grote voedingsbron voor onder andere bijen en hommels
Bloeiende fruitbomen zijn een grote voedingsbron voor onder andere bijen en hommels

Lees ook: tips voor aanleggen natuurtuin


Lente: smeerwortel (Symphytum officinale)

Bloeitijd: april-september. Bijen en hommels zijn vaak te vinden bij deze plant. De plant krijgt al vroeg in het voorjaar blad en bloeit even later met paarse bloemetjes, die als trosjes naar beneden hangen. Een makkelijke plant, die zich in de tuin kan vermeerderen. Smeerwortel staat graag in de zon, met af en toe wat schaduw.

Smeerwortel is een makkelijke plant die mooi bloeit. Elk jaar wordt de plant wat meer
Smeerwortel is een makkelijke plant die mooi bloeit. Elk jaar wordt de plant wat meer

Zomer: vingerhoedskruid (Digitalis purpurea)

Bloeitijd: mei-september. Een prachtige plant om te zien wanneer ze bloeit. Hommels en bijen zie je helemaal verdwijnen in de hoedjes van vingerhoedskruid. Deze plant zaait zichzelf makkelijk uit, dus met een paar planten zit je goed. Vingerhoedskruid kan tweejarig of meerjarig zijn. Het is een makkelijke plant, die niet veel eisen stelt aan haar standplaats of grond. Denk er wel om dat ze niet te nat of te droog staat. Let op, want bepaalde delen van de plant zijn giftig voor mens en dier bij inname.

Bijen, hommels en ook zweefvliegen komen graag op het bloeiende vingerhoedskruid af
Bijen, hommels en ook zweefvliegen komen graag op het bloeiende vingerhoedskruid af

Herfst: duizendblad (Achillea millefolium)

Bloeitijd: juni-november (in warme jaren zelfs tot in januari). Duizendblad kun je overal tegenkomen, in bermen, weilanden en op dijken. Deze inheemse plant stelt niet veel eisen aan de omgeving, is winterhard en bloeit wit met grote schermen, die bestaan uit allemaal kleine bloemhoofdjes. Wij kunnen de plant zelf ook gebruiken als kruid. Ze is meerjarig en verspreidt zich door de wortelstokken.

Duizendblad is een plant waar zowel mens als dier dankbaar gebruik van maken
Duizendblad is een plant waar zowel mens als dier dankbaar gebruik van maken

Planten voor vlinders

Net zoals bijen op bepaalde kleuren afkomen, hebben vlinders dat ook. Vlinders houden van de kleuren roze, paars, rood, oranje en geel. Vlinders zijn enigszins kieskeurig, elke soort heeft bepaalde planten waar ze naartoe gaan. Daarom is het een goed idee om meerdere soorten aan te planten, zodat je ook meerdere soorten vlinders aantrekt. Je kunt op Waarneming.nl bekijken welke soorten in jouw omgeving voorkomen, zodat je voor hen de juiste planten kunt uitzoeken.

Wanneer het weer kouder wordt, vanaf september-oktober, wordt het steeds moeilijker tot onmogelijk om planten met nectar te vinden. Daarom overleven veel vlinders de winter niet. Eitjes, rupsen en poppen brengen de winter in winterrust door, wachtend op betere tijden. Van sommige soorten brengt de vlinder zelf ook de winter in winterrust door, bijvoorbeeld de citroenvlinder en de dagpauwoog.


Lees ook: de beste inheemse vaste planten


Voorjaar: vergeet-mij-nietje (Myosotis)

Bloeitijd: april-juni. Dit plantje bloeit al in het voorjaar met blauwe bloemetjes en een geel hart. Dit is een tweejarige plant. Ook deze plant zaait zichzelf uit en zorgt er dus zelf voor dat ze aanwezig blijft. Deze plant staat graag in de zon en heeft de grond liever te nat dan te droog.

De eerste vlinders na de winter zullen blij zijn met het vergeet-mij-nietje
De eerste vlinders na de winter zullen blij zijn met het vergeet-mij-nietje

Zomer: margriet (Leucanthemum vulgare)

Bloeitijd: mei-juli. Net als duizendblad kun je margriet ook overal tegenkomen, zolang de grond maar niet te bemest is. Margriet bloeit wit met een geel hart, waarmee ze lijken op madeliefjes. Margrieten worden echter groter dan madeliefjes. In weilanden, bermen of velden waar margriet staat, zul je ook vaak paardenbloemen zien. Deze zijn ook geliefd bij vlinders. Margriet is geliefd bij onder andere de kamillevlinder.

Hier is een bruin zandoogje te zien op een margriet
Hier is een bruin zandoogje te zien op een margriet

Herfst: hertshooi (Hypericum)

Bloeitijd: juli-oktober. Deze plant met gele bloemen trekt vlinders, maar ook bijen en hommels aan. Hier bereik je een groot publiek mee. De bloemen worden ook gebruikt als geneeskrachtig kruid. Insecten zul je veel zien bij de vele meeldraden van de bloem. De plant is ook een uitstekende bodembedekker.

De vele meeldraden van de bloem zijn hier duidelijk te zien. Insecten zijn er gek op
De vele meeldraden van de bloem zijn hier duidelijk te zien. Insecten zijn er gek op

Er is meer

Bovenstaande plantensoorten zijn slechts een enkele voorbeelden. Er is natuurlijk nog veel meer te kiezen. Zo zul je ook veel vlinders naar je tuin kunnen lokken met een vlinderstruik. Er zijn ook kleinere varianten van te koop, die minder groot worden. Verder kun je bij planten voor bijen en vlinders nog denken aan bijvoorbeeld zonnebloem, duifkruid, viburnum, hemelsleutel, ijzerhard, koninginnekruid, stokroos, wilg en hazelaar. Ook kun je gerust wat brandnetels en distels laten staan. Deze dienen als waardplant.

En nu: niks meer doen

Je hebt allerlei verschillende soorten geplant en je kunt niet wachten tot de eerste bij, hommel of vlinder zich laat zien. Wacht rustig af, vaak duurt het niet lang voordat je planten gevonden worden. Zoals we al in de inleiding zeiden, je hoeft nu niets meer te doen.

Last van slakken in je tuin? Laat ze maar. Zij dienen weer als voedsel voor vogels, zodat je van hun gefluit kunt genieten. Bladeren die zich door de wind ophopen in de hoek? Laat het toch liggen. Allerlei beestjes die daar in schuilen en vogels die daar naar voedsel kunnen zoeken. Geen zin om te maaien in de warmte? Doe het ook maar niet, laat de kruiden en bloemen bloeien. Planten die in het najaar afsterven en bruin en dor worden? Lekker laten staan. Zij dienen als overwinteringsplek voor insecten en andere beestjes. Je hoeft het alleen maar te zien.

Ook andere dieren hebben baat bij een niet-opgeruimde tuin. Egels slapen bijvoorbeeld in bladerhopen
Ook andere dieren hebben baat bij een niet-opgeruimde tuin. Egels slapen bijvoorbeeld in bladerhopen

Alle tips op een rijtje

  • Zorg voor rommelhoekjes. Houd je tuin niet te netjes. Dieren, hoe klein ook, hebben het nodig ter beschutting en om voedsel in te zoeken.
  • Gebruik geen bestrijdingsmiddelen.
  • Gebruik zoveel mogelijk inheemse planten. In onze blog over een gemengde haag aanplanten lees je nog meer voorbeelden.
  • Laat ‘onkruid’ staan, maai minder (wat is nou mooier, een biljartlaken in de tuin of een grasveld vol bloemen en kruiden?), laat planten in de herfst en winter staan.
  • Plaats insectenhotels, platte stenen in de zon en een plek met water.
  • Klimop is een plant die zowel bijen als vlinders gebruiken. Vlinders en rupsen als voeding, bijen als waardplant.
  • Veel gemeenten stimuleren het idee ’tegel eruit, plant erin’. Ook lokale tuincentra doen hier vaak aan mee. Een makkelijke manier om je tuin te vergroenen.
  • Maai even niet! Laat het gras groeien en geef bloemen de kans om te gaan bloeien. En als je dan toch echt moet maaien, zorg dan dat je in fases maait en ook langere stukken laat staan.
  • Wil je nog meer inspiratie hoe je je tuin natuurlijker krijgt? Lees hier dan mee met de ontwikkeling van onze natuurtuin.

Waarom kwaken kikkers?

De kwaakblazen zorgen voor het kwakende geluid van groene kikkers

Overal in Nederland hoor je in het voorjaar het gekwaak van kikkers. In poelen, vijvers en sloten. Zelfs in steden hoor je het gekwaak van kikkers. De een stoort zich eraan en de ander kan het geluid juist enorm waarderen. Maar waarom maken kikkers eigenlijk dit opvallende geluid? Doen ze dit het hele jaar door? En zijn het alleen kikkers die kwaken of doen padden dit ook? In deze blog lees je waarom kikkers kwaken en de antwoorden op de andere vragen.

Aan het begin van het voorjaar kwaken de mannetjeskikkers om de vrouwtjes te laten weten waar ze zitten
Aan het begin van het voorjaar kwaken de mannetjeskikkers om de vrouwtjes te laten weten waar ze zitten

De dader van slapeloze nachten

Het kan je wakker houden ’s nachts: het kwakende geluid van kikkers buiten. Tegelijkertijd is dit kwaken ook een teken dat het voorjaar eraan komt of zelfs al is begonnen. Het geluid dat je hoort, is afkomstig van de groene kikker. Deze inheemse soort maakt dit geluid tijdens de voortplantingsperiode. Hieronder leggen we het verder uit.

Niet alleen groene kikkers zijn bekend om hun gekwaak, maar ook boomkikkers kunnen er wat van
Niet alleen groene kikkers zijn bekend om hun gekwaak, maar ook boomkikkers kunnen er wat van

Woon je in een gebied waar boomkikkers voorkomen, dan kan het ook zijn dat je die hoort. Het kwaken van boomkikkers klinkt anders dan het kwaken van de groene kikker. Als je beide hebt gehoord, zul je niet veel moeite hebben om deze van elkaar te onderscheiden. Daarnaast kun je boomkikkers op uiterlijk ook makkelijk onderscheiden van de andere soorten kikkers. Boomkikkers zijn klein, lichtgroen en hebben zuignapjes op hun vingers en tenen, waar ze goed mee kunnen klimmen.

Hoe kwaken kikkers?

Kikkers hebben kwaakblazen. Dit zijn de ‘opgeblazen wangen’ van de kikker die je ziet wanneer hij kwaakt. Er voert lucht langs het strottenhoofd tijdens het kwaken, waardoor de stembanden van de kikker gaan trillen. Je kunt met recht spreken van ‘hij’, want alleen de mannetjeskikkers kwaken. Ze doen dit om de vrouwtjes te laten weten waar ze zitten, maar ook om de concurrentie te laten weten dat ze aanwezig zijn.

Het kwakende geluid heeft te maken met de kwaakblazen van de kikker. Deze kunnen uitwendig of inwendig zitten
Het kwakende geluid heeft te maken met de kwaakblazen van de kikker. Deze kunnen zich uitwendig of inwendig bevinden

Lees ook: wat is het verschil tussen een amfibie en een reptiel?


Soorten hebben verschillende geluiden

Elke soort heeft zijn eigen geluid, zodat ze soortgenoten makkelijk kunnen herkennen. Ook is er verschil in volume. De verschillende inheemse soorten kikkers in Nederland kwaken niet allemaal even hard. De groene kikker is de kikker die het meest geluid maakt. De bruine kikker kwaakt ook, maar minder hard. Het geluid van deze kikker draagt enkele meters ver weg. Dit verschil komt door het verschil in kwaakblazen.

De bruine kikker hoor je vrijwel niet kwaken. Zijn kwaakblazen zijn inwendig
De bruine kikker hoor je vrijwel niet kwaken. Zijn kwaakblazen zijn inwendig

Bij de groene kikker zitten de kwaakblazen aan de buitenkant van zijn kop, maar bij de bruine kikker zitten de kwaakblazen inwendig. Daarom klinkt het geluid van de bruine kikker meer als een soort gebrom. Dit geluid is moeilijk te herkennen als je er niet bekend mee bent. De groene kikker heeft als bijnaam ook wel de boerennachtegaal.

Tijdens het kwaken zijn de uitwendige kwaakblazen van de mannelijke groene kikker duidelijk te zien
Tijdens het kwaken zijn de uitwendige kwaakblazen van de mannelijke groene kikker duidelijk te zien

Wanneer kwaken kikkers?

Over het algemeen kwaken kikkers voornamelijk tijdens het voorplantingsseizoen. In die tijd is het immers belangrijk om je soortgenoten te laten weten waar je bent. Het voortplantingsseizoen is in de periode mei-juni. Enkele volhouders kun je ook nog horen in de nazomer.

Na de winterslaap, afhankelijk van de weersomstandigheden en temperaturen, beginnen de kikkers de wateren op te zoeken. Na het vinden van een vrouwtje, klemmen ze zich om haar heen totdat ze grote hompen eitjes aflegt: kikkerdril. Het mannetje bevrucht de eitjes, waarna na enkele weken de kikkervisjes uitkomen. Na het ontwikkelen van eerste de achter- en voorpoten en daarna de longen en het verlies van de staart, zijn de kikkervisjes uitgegroeid tot kleine kikkertjes. De cirkel van het leven is weer rond en over een tijdje zullen deze kleine kikkertjes zorgen voor een nieuwe cirkel van leven.


Lees ook: salamanders in Nederland


Nadat de eitjes zijn uitgekomen, maken kikkervisjes in een aantal weken een heuse metamorfose door: van larve tot kikkertje
Nadat de eitjes zijn uitgekomen, maken kikkervisjes in een aantal weken een heuse metamorfose door: van larve tot kikkertje

Hoe zit het met padden, kwaken zij ook?

We hebben het nu alleen gehad over het kwaken van kikkers. Padden zijn ook een inheems en algemeen amfibie, net als de kikkers in Nederland. Er zijn vele verschillen tussen kikkers en padden, waarvan hun geluid er een van is.

Padden kwaken niet, maar brengen meer een soort hoog trillend piepend geluidje voort, als een zacht geratel. Zij doen dit, net als de kikkers, ook om vrouwtjes te laten weten waar ze zijn. Ook de manier van voortplanten komt overeen met de kikker. Het dril van beide soorten is dan wel weer verschillend. Waar de vrouwtjeskikker haar eitjes afzet in grote hompen, zijn de eitjes van de pad te zien in lange strengen.

Naast uiterlijke verschillen, kwaakt een pad ook niet zoals een kikker dat doet. Padden brengen een zacht geluid voort
Naast uiterlijke verschillen, kwaakt een pad ook niet zoals een kikker dat doet. Padden brengen een zacht geluid voort

Help de kikker en geniet mee van het kwaken

Geniet je van het kwaken van de kikker en wil je meer van hem meemaken? Je kunt amfibieën vrij makkelijk helpen door het aanleggen van een poel. Ook een vijver of een grote bak is mogelijk. Deze waterplaats kan als leefgebied bieden voor kikkers en padden, misschien zelfs wel voor de salamander.

Als er in de omgeving meer plekken met water zijn en er ook voldoende schuilmogelijkheden zijn (ruigtes, struweel, struiken enzovoorts), kan jouw poel of vijver dienst doen als stapsteen. Zo sluit je meerdere gebieden op elkaar aan en bied je een extra plek voor leven, overwinteren en/of voortplanten. Je helpt er ook kleine zoogdieren en insecten (zoals juffers en libellen) mee.

Het is niet moeilijk om kikkers te verblijden met water, ook met kleine waterplekken zijn ze tevreden
Het is niet moeilijk om kikkers te verblijden met water, ook met kleine waterplekken zijn ze tevreden

Je buren ervaren overlast van het kwaken

Helaas kan niet iedereen het kwaken van kikkers waarderen. Mensen kunnen klagen dat het hen wakker houdt of het geluid ergert ze. Mocht dit bij jou het geval zijn, dan kan het vaak al helpen om mensen kennis te laten maken met kikkers. Vertel waarom kikkers kwaken, hoe ze dat doen en hoe lang het duurt. Want het kwaken is immers maar tijdelijk, tijdens de voortplantingsperiode.

Daarnaast is het ook gewoon de natuur en kan de mens ervoor kiezen om ofwel het geluid anders te bekijken ofwel zich te richten op andere zaken, zodat je het vergeet of minder opvalt. Ook zijn kikkers een natuurlijke vijand van veel soorten insecten, dus je kunt je buren ook verblijden met het nieuws dat ze minder last van muggen hebben.

Last van veel muggen? Zorg voor natuurlijke vijanden in de buurt
Last van veel muggen? Zorg voor natuurlijke vijanden in de buurt

Beschermde soorten

Kikkers en padden zijn beschermd. Dat betekent dat je ze niet mag vervoeren, vangen, verstoren of schade toebrengen. Als er sprake van overlast is, is het dus van belang om dit te onthouden. Het verplaatsen van kwakende kikkers heeft ook geen zin, want ze komen ofwel terug, of er komt een andere kikker voor terug. Kwaken van kikkers hoort gewoon bij de natuur en het is slechts tijdelijk.

Kikkers zijn een beschermde soort en moet je dus met rust laten
Kikkers zijn een beschermde soort en moet je dus met rust laten

Lees ook: waarom bouwen bevers dammen?


Vijf onmisbare kruiden voor in de tuin of in pot

Kruiden zijn goed voor jezelf en voor de biodiversiteit in je omgeving

De mens gebruikt al duizenden jaren kruiden, voor allerlei verschillende doeleinden. Er zijn tekeningen van kruiden teruggevonden in grotschilderingen, de Romeinen gebruikten kruiden om hun eten langer eetbaar te houden en tijdens de Middeleeuwen legden monniken kruidentuinen aan, waarmee ze de planten bekender maakten en hielpen verspreiden. Nog later, tijdens lange overzeese tochten, haalden we in grote getale de meest exotische kruiden naar Nederland. Tegenwoordig vind je kruiden van over de hele wereld in het kruidenschap bij de plaatselijke supermarkt op de hoek. Welke kruiden zijn nu echt onmisbaar om in eigen tuin te hebben?

Kruiden worden gebruikt om het eten meer smaak te geven, maar ook voor zuiverende en geneeskrachtige gebruiken. We hebben hier een aantal uitgelicht, maar er zijn nog zoveel meer. De kruiden die we hier benoemen, hebben allemaal hun eigen kenmerken. Je kunt ze goed in je eigen tuin of in potten of bakken op je balkon zetten. Vaak spreken we over kruiden en planten, maar eigenlijk komt het erop neer dat kruidachtige planten of kruiden plantensoorten zijn die niet of nauwelijks verhouten.

Je kunt kruiden kopen bij je (lokale) tuincentrum, maar ook online (bol.com) zijn ze te verkrijgen. Kies bij aankoop het liefst voor biologische kruiden, zodat er geen giftige bestrijdingsmiddelen in de omgeving vrijkomen. Helaas wordt er nog altijd veel gif gebruikt.

Echte kamille (Matricaria chamomilla)

Kamille is vrij makkelijk te herkennen en lijkt enigszins op een madeliefje
Kamille is vrij makkelijk te herkennen en lijkt enigszins op een madeliefje

Kamille is een éénjarige plant. Op het eerste oog lijkt het op een madeliefje, maar de groei van de plant is heel anders. Kamille is ook gekend om haar geur. De geur is sterk en herken je snel na de eerste keer. Van kamille kun je lekkere thee (eigenlijk maak je een aftreksel van het kruid) zetten, die op meerdere gebieden goed voor je is. Kamille werkt namelijk pijnstillend en kun je gebruiken als je last hebt van bijvoorbeeld buikpijn, een opgeblazen gevoel en tandpijn. Ook is het een rustgevende drank om te drinken voor dat je gaat slapen.

Kamille bloeit van juni tot de herfst. Je kunt kamille het beste plukken in de maanden tussen juli en september. Kamille is een inheemse plant, dus wanneer je deze plant, doe je ook gelijk iets goed voor je lokale ecosysteem.


Lees ook: tips voor het aanleggen van een natuurtuin


Echte salie (Salvia officinalis)

Echte salie is een ware bijentrekker, maar ook goed voor jezelf
Echte salie is een ware bijentrekker, maar ook goed om voor jezelf te gebruiken

Deze vaste, vrij winterharde, plant komt oorspronkelijk uit Zuid-Europa, maar kun je inmiddels overal ter wereld tegenkomen. Een echte exoot dus (maar niet voortplantend in de natuur). Salie groeit uit tot een struik van zo’n 80 centimeter. Het bloeit vanaf juni met lange stengels met paarse bloemen, maar je kunt salie ook in andere kleuren kopen. Witte salie is hier een voorbeeld van. Bijen komen in grote getale op de bloei af, waardoor deze plant zeer geschikt is wanneer je je tuin bijvriendelijker wil maken. Dankzij de lange bloei kun je vele maanden van salie genieten.

De bladeren van salie zijn langwerpig en spits. Ze voelen zacht aan en lijken bijna van fluweel gemaakt te zijn. De bladeren geuren sterk en kun je gebruiken voor je thee
De bladeren van salie zijn langwerpig en spits. Ze voelen zacht aan en lijken bijna van fluweel gemaakt te zijn. De bladeren geuren sterk en kun je gebruiken voor je thee

Salie staat ook bekend als een heilig kruid. Je kunt het gebruiken om te desinfecteren en het werkt zuiverend voor de luchtwegen. Wanneer je je mond ermee spoelt, helpt het tegen ontstekingen aan je tandvlees en in je keel. Je kunt de bladeren van salie het beste plukken in de maand mei, voor de eerste bloei. De geplukte salie laat je eerst drogen, voordat je het gebruikt. Salie kun je als kruid in de keuken gebruiken, maar je kunt er ook thee van maken.

Duizendblad (Achillea millefolium)

Duizendblad bloeit wit tot lichtroze, waar je de hele zomer en nazomer van kunt genieten
Duizendblad bloeit wit tot lichtroze, waar je de hele zomer en nazomer van kunt genieten

Laten we eerst de Latijnse naam eens ontleden, want die bestaat uit twee verschillende delen. Achillea komt van Achilles, een Romeinse krijgsheer (die ken je vast ook wel van ‘achilleshiel’). Hij nam tijdens de krijgstochten duizendblad mee om de wonden te verzorgen. Millefolium duidt aan dat de bladeren van dit kruid dubbel veerdelig zijn. Het lijkt daarom net alsof de plant allemaal kleine blaadjes heeft.

Als we dan toch met namen bezig zijn, is het ook nog interessant om de Engelse naam uit te leggen. In het Engels heet duizendblad ook wel nosebleed. Dit komt van de bloedingstimulerende werking van duizendblad. Je kunt er dus ‘spontaan’ een bloedneus van krijgen. Vanwege dit effect van duizendblad moet je er niet te veel van gebruiken.

De bladeren van duizendblad hebben de vorm van een veer, waardoor het allemaal kleine blaadjes lijken. De bladeren zijn vaak al vroeg in het jaar te zien, als rozetten nog plat op de grond. Later groeit de plant uit tot zo'n 50 centimeter
De bladeren van duizendblad hebben de vorm van een veer, waardoor het allemaal kleine blaadjes lijken. De bladeren zijn vaak al vroeg in het jaar te zien, als rozetten nog plat op de grond. Later groeit de plant uit tot zo’n 50 centimeter

Duizendblad is een hele makkelijke plant, die vrijwel overal goed gedijt. Je kunt hem dus op veel verschillende plekken tegenkomen. Het is een vaste en inheemse plant. Dus ook hier geldt: goed voor de lokale natuur.

Ook deze plant kent, net als vele andere kruidachtige planten, een lange geschiedenis. Zo werd duizendblad een tijd gebruikt met het bierbrouwen, voordat de mens een andere plant, hop, ontdekte en ging gebruiken. Overigens wordt hop tegenwoordig nog altijd gebruikt. Maar duizendblad stond ook op het menu met het eten. Je kunt de bladeren van duizendblad op dezelfde manier klaarmaken als spinazie. Ook kun je het gebruiken in soep.

Je kunt ook thee maken van duizendblad. Deze thee is goed voor vocht afdrijven en helpt kalmerend tegen buikpijn en darmkrampen. Ook heeft duizendblad een ontstekingsremmende werking. In duizendblad zitten veel vitaminen, mineralen en flavonoïden. Flavonoïden zijn stoffen die in planten (en in groente en fruit, maar ook bepaalde noten en chocola) zitten. Deze stoffen zorgen voor de kleur van de plant, maar ook voor antioxidanten. Daarom is het goed voor je immuunsysteem.

Duizendblad kun je herkennen aan de bloeiende schermbloemen, die weer bestaan uit allerlei kleine bloemetjes
Duizendblad kun je herkennen aan de bloeiende schermbloemen, die weer bestaan uit allerlei kleine bloemetjes

Duizendblad kun je herkennen aan de witte bloei, met schermbloemen. De kleur kan ook richting roze variëren. In tuincentra kun je nog meer kleuren kopen. De plant bloeit van juni tot en met september, maar met de steeds zachtere herfst en winters wordt de bloeitijd langer. Zo stond duizendblad tot in december in onze tuin in bloei. Oogsten doe je in de bloeitijd. Laat de geoogste delen van het kruid op een donkere, koele plek drogen. De geur van duizendblad is heel eigen en moeilijk te vergelijken met een andere geur. Ruik er maar eens aan, als je het tegenkomt of in je tuin hebt staan.


Lees ook: de beste inheemse klimplanten


Grote brandnetel (Urtica dioica)

Brandnetel heeft vele werkzaamheden en zou je op een bepaalde plek in je tuin een plek kunnen geven
Brandnetel heeft vele werkzaamheden en zou je een plek in je kunnen geven (De natuur van hier – Sandra Krol)

Een plant die je misschien niet gelijk zou verwachten, omdat deze plant door veel mensen als vervelend onkruid wordt beschouwd. Maar de brandnetel heeft, net als alle levende organismen in een ecosysteemdienst, vele functies. Voor jou, maar ook voor de natuur om hem heen. Deze inheemse plant, heeft als bekendste kenmerk de brandharen, die zorgen voor het prikkende gevoel als je de stengel of de bovenkant en randen van het blad aanraakt. Gevolg: je krijgt jeuk.

De bloemen hangen als een soort hangende trosjes naar beneden. Na het bloeien zaait deze plant zich makkelijk uit, een van de redenen waarom je hem in grote getale kunt aantreffen. De plant bloeit van mei tot in november en tijdens deze periode kun je de brandnetel ook oogsten. De toppen en wortel kun je gebruiken om er thee van te maken. De jonge bladeren kun je drogen of gebruiken in de keuken. Grote brandnetel is een meerjarige plant. De plant heeft een felle, groene kleur.

Grote brandnetel bloeit met bloemen die naar beneden hangen. Ze zaaien zichzelf makkelijk uit (Saxifraga - Ed Strikvoort)
Grote brandnetel bloeit met bloemen die naar beneden hangen. Ze zaaien zichzelf makkelijk uit (Saxifraga – Ed Strikvoort)

Brandnetel kun je verwerken in soep en thee voor inwendig gebruik, maar je kunt brandnetel ook gebruiken voor uitwendig gebruik, bij bijvoorbeeld een vette huid, eczeem, acne en zweren. Doordat je de bladeren van de plant kookt of droogt, prikken de brandharen niet meer. Wanneer je soep of een aftreksel van brandnetel eet of drinkt, kan dit je helpen met de spijsvertering, het oplossen van slijm in je luchtwegen en is goed voor je bloed. Brandnetel werkt ontstekingsremmend, omdat het vol zit met vitamines en mineralen. Een ander gebruik van brandnetel is het verwerken tot vezels. Deze kun je gebruiken om er kleding van te maken, een duurzaam alternatief voor bijvoorbeeld katoen.

Verder is brandnetel ook belangrijk voor andere soorten. Het is bijvoorbeeld een waardplant van vele vlindersoorten, zoals de atalanta en kleine vos. Deze interactie noemen we een symbiose (de vlinders vinden voedsel en verspreiden daarnaast stuifmeel voor de brandnetel). Dieren hebben onder andere door hun vacht geen last van de brandharen. Door het hoge stikstofgehalte eten herbivoren graag brandnetels. Dit is namelijk goed voor hun fysieke ontwikkeling en overleving.

Brandnetel is een plant die erg kan gaan woekeren wanneer je grond voedselrijk is (hij neemt stikstof op uit de grond) en door zijn wortelstokken. Het is misschien ongebruikelijk, maar je kunt brandnetel ook goed in een pot zetten. Brandnetel is een sterke plant, die rustig terugkomt na snoeien en/of uittrekken. Als je de goede kanten van deze plant kunt waarderen, zul je hem vast als minder vervelend ervaren in je tuin.


Lees ook: de beste inheemse vijverplanten


Citroenmelisse (Melissa officinalis)

Citroenmelisse smaakt en ruikt naar citroen en kun je goed gebruiken om thee van te maken
Citroenmelisse smaakt en ruikt naar citroen en kun je goed gebruiken om thee van te maken

Dit is een vaste plant die, de naam verraadt het al, naar citroen ruikt en smaakt. Citroenmelisse is geen inheemse plant, maar groeit vooral in het zuiden van Europa. Hij kan wel goed overwinteren in Nederland, dus je kunt hem prima in de tuin hebben. Citroenmelisse is dus ook een exoot. Let er wel op dat deze plant vrij makkelijk kan woekeren, omdat zijn wortelstokken lange uitlopers onder de grond blijven maken. Citroenmelisse is makkelijk bij te houden. Na de bloei kun je hem vrij kort knippen, waarna hij opnieuw zal gaan groeien.

Deze plant bloeit onopvallend, in de periode juni tot in september. Tijdens de bloei verschijnen er kleine, witte bloemetjes aan de basis van het blad. Deze bloemetjes worden dankbaar bezocht door onder andere bijen, want er zit veel nectar in. Muggen en katten houden er daarentegen helemaal niet van. Kort voordat citroenmelisse gaat bloeien, kun je delen afsnijden en de bladeren drogen. De bladeren zijn dan frisser dan na de bloei. Die kun je vervolgens gebruiken om er thee van te maken. De bladeren van citroenmelisse zijn ook lekker in onder andere soepen, sauzen en salades.

Ook citroenmelisse heeft geneeskrachtige werkingen. Het is goed tegen slapeloosheid, migraine, spanningen en nervositeit. Ideaal om in je tuin te hebben dus.

Kortom, deze vijf kruidachtige planten zijn een leuke aanvulling aan je tuin of balkon. De meeste kennen een rijkelijke bloei en zijn vaak goed voor bijen en andere insecten (lees hier voor meer tips voor bijen in je tuin). Ten slotte hebben ze ook allemaal nog meerdere toepassingen. Om thee van te zetten, als kruid in de keuken te gebruiken, of als medicijn te gebruiken. Genoeg redenen dus om een plekje in je tuin of op je balkon te geven!

Zwarte kraai – Kraaien in Nederland – deel IV

Iedereen kent ze wel: een kauw, zwarte en/of bonte kraai, ekster, gaai, wellicht zelfs een roek, de notenkraker of raaf. Het zijn de kraaiachtigen van Nederland. De familie kraaiachtigen (Corvidae) gaat echter verder dan onze Nederlandse bekenden, want in totaal bestaat de familie uit 128 soorten. Ze komen bijna overal op de wereld voor. Ze behoren tot de zangvogels, hoewel niet iedereen hun geroep als gezang zou kwalificeren.

Kraaien zijn intelligente wezens. Ze kunnen problemen (leren) oplossen, sommige soorten slagen voor de spiegelproef en ze communiceren met elkaar. In dit deel lichten we de zwarte kraai uit.

Wil je de hele serie ‘kraaien Nederland’ lezen? Klik dan hier om te beginnen met deel I.

Een close-up van een zwarte kraai. De donkere ogen en bedekte snavelbasis zijn goed te zien
Een close-up van een zwarte kraai. De donkere ogen en bedekte snavelbasis zijn goed te zien.

De zwarte kraai (Corvus corone)

De zwarte kraai, al eeuwenlang geassocieerd met voornamelijk negatieve ideeën: de dood, vernieling, het eten van jonge vogels en hun geroep wordt geassocieerd met pech en ongeluk. Dit is niet altijd zo geweest, want de kraai staat ook symbool voor scheppingsvermogen en kracht. Mocht dit je niet zoveel zeggen, dan heeft de kraai nog veel meer voor je in petto. Hieronder nemen we je mee waarom de kraai zo’n fantastische vogel is.

Uiterlijk

De zwarte kraai is, de naam zegt het al, zwart van kleur. Wanneer het zonlicht er op de juiste manier op valt, zul je zien dat er ook een glans van groen en blauw-paars te zien is. Op het eerste oog helemaal zwart dus, maar voor wie verder kijkt dan zijn neus lang is, zal mooie schakeringen in het lichtspel ontdekken. Kraaien zijn tussen de 44 en 53 centimeter en wegen tussen de 400 en 600 gram. De spanwijdte van een zwarte kraai is rond de meter.

De zwarte kraai, met een zichtbare blauwige gloed over de zwarte veren. Ook de gevederde snavelbasis is goed te zien.
De zwarte kraai, met een zichtbare blauwige gloed over de zwarte veren. Ook de gevederde snavelbasis is goed te zien.

Andere kraaien lijken op de kraai, zoals de kauw, roek en raaf. De verschillen tussen kraaien en raven komen later in deze blog aan bod. Kraaien zijn groter dan kauwen en kauwen hebben meer grijs in hun verenkleed zitten. Ook zijn de ogen van de kauw licht van kleur, waarbij de ogen van de kraai donker zijn. Wil je meer over de kauw weten? Lees dan deze blog.

De roek

Dan nog een andere kraaiachtige die vaak wordt verward met kraaien: de roek. Roeken en kraaien zijn ongeveer even groot en hebben beide een zwart pak aan, maar er zijn ook verschillen. Naarmate je de verschillen kent en vaker hiernaar kijkt in het veld, zul je zien dat je de kraaien en roeken al vrij snel kunt onderscheiden. Roeken zie je vaak foerageren in grote groepen, al dan niet in het gezelschap van kauwen. Kraaien zijn vaak met zijn tweetjes op pad, man en vrouw.


Lees ook: arenden in Nederland


Qua uiterlijk hebben roeken meer een punthoofd, waar het hoofd van kraaien ronder is. Daarnaast is de snavel van roeken anders dan die van kraaien. Kraaiensnavels zijn donker en de basis is bedekt. Snavels van roeken zijn lichter van kleur en hebben een kale basis, waardoor de snavel groter en langer lijkt. Ten slotte kun je roeken herkennen aan hun broekje. Zij hebben veren op de dijen. Kraaien hebben dit niet.

De verschillen tussen de kraai en roek zijn duidelijk te zien. Let op de snavel, het hoofd en het broekje.
De verschillen tussen de kraai en roek zijn duidelijk te zien. Let op de snavel, het hoofd en het broekje.

Net als bij kauwen kun je soms ook kraaien zien die enkele witte veren ertussen hebben zitten. Ook bij hen duidt dat op verkeerde voeding, een ziekte of een erfelijke afwijking. Dit moet je niet verwarren met de bonte kraai, welke verderop in deze blog nog aan bod komt.

Gedrag

Kraaien zijn sociaal monogame wezens. Ze zijn met hun partner samen voor het leven. Maar laat je niet voor de gek houden: uit sommige onderzoeken blijkt dat kraaien ook wel eens voor een ander kiezen. Het DNA van de jongen komt namelijk niet altijd overeen met de heer des huizes.

Zoals hierboven ook al kort werd opgemerkt, zijn kraaien meer op zichzelf dan kauwen en roeken. Ze leven solitair, samen met hun partner. Samen hebben ze een territorium, die ze zo nodig fel verdedigen. Met hun partner scharrelen ze rond, op zoek naar voedsel.

Kraaien zijn sociaal monogaam en vrijwel altijd samen te vinden. Ze hebben samen een territorium, waarin anderen vrijwel niet geduld worden.
Kraaien zijn sociaal monogaam en vrijwel altijd samen te vinden. Ze hebben samen een territorium, waarin anderen vrijwel niet geduld worden.

Toch hebben kraaien onderling wel verbinding met elkaar. Hoewel ze in hun eigen territorium leven, helpen ze soortgenoten wel. Wanneer er een roofvogel of ander gevaar gezien wordt, waarschuwen ze kraaien in de buurt door middel van geroep. Soms vliegen ze ook al waarschuwend rond, zodat elke kraai weet: let op, gevaar! Vaak zie je zelfs een aantal kraaien duikvluchten uitvoeren op een rondvliegende buizerd. Kraaien schuwen gevaar wat dat betreft niet en zijn volhardend. Eigenlijk kun je wel stellen dat kraaien zangvogels zijn met roofvogel allure.

Zwarte kraaien leven meer solitair dan kauwen en roeken. Vaak zie je ze als paartje rondscharrelen. Kraaien kennen wel een soort alarmsysteem. Wanneer er gevaar dreigt, bijvoorbeeld door een roofvogel, zie je kraaien elkaar waarschuwen door middel van geluid, maar ze lijken ook boodschappers te gebruiken. Een kraai kan naar de nestplaatsen van kraaien in de omgeving vliegen, ondertussen luid roepend, om de anderen te waarschuwen.

Als je geïnteresseerd bent in het observeren van kraaien op een laagdrempelige manier, kunnen we je de boeken van Arie Pieters aanraden. Hij volgt al enkele jaren een paartje kraaien en heeft hier meerdere boeken over geschreven. Dit laat zien dat je met geduld en tijd het vertrouwen van deze mooie vogels kunt winnen. De boeken zijn te bestellen via bol.com.

Intelligentie

Niet alleen zijn kraaien sociaal monogaam, ze zijn ook sociaal intelligent. Dit houdt in dat een soort een bepaalde mate van intelligentie heeft, die zich uit in sociale interacties. Een voorbeeld hiervan hebben we een stukje terug al benoemd: kraaien waarschuwen elkaar voor gevaar, ook al leven ze in hun eigen territorium. Ook al zijn kraaien al langere tijd uitgevlogen, ze blijven elkaar kennen na het uitvliegen, wat van belang is voor de rangorde in een groep. Ze herkennen elkaar op basis van kleur (kraaien zien kleuren anders dan wij), stem, grootte en gedrag. Dode kraaien worden door soortgenoten aan onderzoek onderworpen.

Maar hun intelligentie reikt verder dan alleen sociale situaties. Kraaien zijn dol op noten, maar die zijn vaak moeilijk te kraken. Je kunt kraaien de noten op de weg zien laten vallen, in de hoop zo een opening te creëren, maar dat kan natuurlijk ook sneller: wie niet sterk is, moet slim zijn. Door de noten op de weg te leggen, rijden er auto’s overheen, waardoor de noot opengaat. Op de weg en dijk voor ons huis zijn vele restanten van notendoppen te vinden, gekraakt door verkeer.

Kraaien kennen meerdere manieren om een harde noot te kraken. Auto's zijn hierbij een handig hulpmiddel.
Kraaien kennen meerdere manieren om een harde noot te kraken. Auto’s zijn hierbij een handig hulpmiddel.

Kraaien zijn probleemoplossende en creatieve vogels. Ze kunnen raadsels oplossen, puzzels maken, gebruiken gereedschap om bij voedsel te kunnen en kunnen meerdere stappen doorlopen om tot een oplossing voor een probleem te komen. De intelligentie van kraaien wordt vergeleken met die van jonge kinderen tot een jaar of zeven.


Lees ook: vinken in Nederland – deel I


De menukaart van de kraai

Kraaien zijn echte alleseters. Op het menu staat onder andere insecten, zaden, wormen, fruit, eieren, granen, afval, jonge vogels en knaagdieren. Ook jonge kiemplantjes gaan er graag in, een van de redenen waarom de kraai niet geliefd is. Vaak vliegen ze achter de tractor aan, die net allerlei kiemplantjes in de grond heeft gezet. Maar ook een slechts ploegende tractor is geliefd, want de net omgeploegde bodem zit vaak vol met wormen.

Een kraai, onderweg met een lekker hapje.
Een kraai, onderweg met een lekker hapje.

Let wel, kraaien zijn ook dol emelten. Deze larven kunnen behoorlijke schade toe richten aan je gazon, dus wees maar blij wanneer je een kraai aantreft die voor jou je gazon onderhoudt.

Ten slotte zijn kraaien ook aaseters. Ze ruimen kadavers op van bijvoorbeeld aangereden dieren. Dit voorkomt verspreiding van botulisme, een ernstige ziekte die veroorzaakt wordt door bacteriën. Zo blijkt de kraai vaak een helpende hand te zijn.

Broed- en opvoedtijd

Eind maart, begin april is het zover: tijd om aan de nestbouw te beginnen. Man en vrouw bouwen samen ongeveer een week aan het nest. Na die week hebben ze een groot nest gemaakt, vaak hoog in een boom. Vrouw begint daarna aan het leggen van de eieren, dit zijn er meestal 4-5. Het broeden neemt ongeveer 17-22 dagen in beslag. Alleen de vrouw broedt, waarbij de man haar komt voorzien van voedsel. Het broeden gebeurt in hun eigen territorium. Na het uitkomen van de eieren worden de jongen in 4-6 weken gevoed en grootgebracht. Na het uitvliegen blijven ze vaak nog enkele maanden in de buurt.

Een jonge kraai wil gevoerd worden en bedelt bij de ouder.
Een jonge kraai wil gevoerd worden en bedelt bij de ouder.

Er zijn ook kraaien die geen eigen territorium hebben. Dit zijn bijvoorbeeld nog jonge kraaien of kraaien met een mindere conditie. Kraaien hebben een goede conditie nodig om hun territorium te kunnen verdedigen tegen continu dreigend gevaar. Deze kraaien zonder eigen gebied verzamelen zich in zogenaamde vrijgezellengroepen.

Soms blijven jonge kraaien ook nog enkele jaren in de buurt van hun geboortenest. Wanneer er dan een nieuw broedsel is, helpen zij de ouders met opvoeden.

Waar kom je de kraai tegen?

Daar kunnen we heel kort over zijn: binnen Nederland vrijwel overal. De kraai heeft zich door de jaren heen vrij makkelijk aangepast en zie je in alle landschappen. Alleen in de steden zul je hem minder vaak treffen. Kraaien blijven graag op hun vaste stek, in hun eigen territorium. In kleinere tuinen zul je ze ook minder snel zien. In onze blog over onze natuurtuin kun je lezen over de bezoekjes van onder andere de kraai aan onze tuin. Ook hebben we een zwarte kraai gefilmd die zich tegoed doet aan een ei.

Op grotere schaal gezien kun je de zwarte kraai tegenkomen in West-Europa en Centraal-Europa. Wanneer je Oost-Azië bereikt, kom je een nauw verwant tegen. En in de gebieden daartussenin? Daar leeft een opvallend familielid van ze: de bonte kraai. Deze kraai is meer licht dan zwart. Het hoofd, de vleugels en de staart zijn wel zwart, de rest is licht van kleur. Zwarte en bonte kraaien kruisen zich wel met elkaar. Men is er nog niet over uit of dit twee verschillende soorten zijn.

De kraai zoals je hem misschien niet eerder zag: met een bont verenpak.
De kraai zoals je hem misschien niet eerder zag: met een bont verenpak.

Raaf versus kraai

Dan komen we bij een grotere neef van de kraai: de raaf. Een handige vuistregel om te onthouden hoe het zit met de grootte van deze vogels is dat kraaien kleiner zijn dan een buizerd en raven groter dan een buizerd. Het oor hoort ook dat er verschil in roep zit. Raven hebben een meer rollend geluid en kennen bovendien meer variaties. De snavel van de raaf is ook een stuk groter en zwaarder. Raven zie je ook wel eens zweven, zoals roofvogels dat ook doen. Ten slotte zit er ook nog verschil in de staart: bij de raaf is de staart meer ruitvormig.

Deze raaf is geringd, hij is onderdeel van een mythe: de raven van de Tower of London.
Deze raaf is geringd, hij is onderdeel van een mythe: de raven van de Tower of London.

Zowel kraaien als raven zijn standvogel in Nederland, maar raven zijn minder verspreid dan kraaien. Sterker nog: ze zijn nog niet zo lang weer terug in Nederland. Maar daarover meer in het volgende deel van deze serie.

De mens: vriend of vijand?

Dit heb je helemaal zelf in de hand. Laat je niet verleiden tot negatieve verhalen over de kraai, want na het lezen van deze blog weet jij wel beter.

Vrienden worden met een kraai? Kraaien zijn schuw en schrikachtig. Wellicht door het verleden, waarin er fel op ze gejaagd werd. Geef kraaien de ruimte en de tijd. Respecteer de afstand van de natuur, die we nu eenmaal zelf veroorzaakt hebben. Je kunt proberen het vertrouwen van een kraai te winnen. Benodigdheden: heel veel geduld, afwachten, afstand houden en wat lekkers (let op: kies iets wat van nature op het menu staat, geen menseneten!). De kraai zal met de tijd leren dat je te vertrouwen bent en zich misschien wel vaker of langer laten zien. Er zijn zelfs verhalen bekend waar de kraai zich zo vertrouwd voelde met de mens, dat hij cadeautjes mee bracht. Dit waren bijvoorbeeld glimmende voorwerpen. Kraaien leren soortgenoten welke mensen vriendelijk voor ze zijn en welke niet.

Kraaien kom je niet gauw tegen in kleinere tuinen. Ook zijn ze schuw, dus benader ze met respect.
Kraaien kom je niet gauw tegen in kleinere tuinen. Ook zijn ze schuw, dus benader ze rustig en met respect.

Na het lezen van deze blog kun je toch niet anders dan concluderen dat de kraai een prachtige en slimme vogel is?


Lees verder: Roek – kraaien in Nederland – deel V


Wat zijn invasieve exoten?

Grijze eekhoorn

Zo nu en dan duiken er in ons land plant- en diersoorten, en andere organismen, op die hier van nature niet voorkomen. Vaak bereiken deze soorten met behulp van ons, de mens, ons land. Onze soort is nou eenmaal wereldwijd verspreid, wat ervoor zorgt dat we naar de andere kant van de wereld reizen voor vakantie, werk of door het transporteren van middelen. De plant- en diersoorten die deze reis onopgemerkt met ons mee maken, komen in een nieuw gebied terecht. Hier kunnen ze flinke schade aanrichten aan de reeds aanwezige, inheemse flora en fauna. Dergelijke soorten noemen we invasieve exoten. In deze blog lees je alles over deze exoten. Hoe ze hier terechtkomen, waarom ze een probleem zijn, en wat er aan kunnen doen.

Japanse duizendknoop
Japanse duizendknoop is misschien wel de meest bekende invasieve exoot van de laatste jaren. De plant werd ooit ingevoerd als sierplant voor in de tuin

Het begrip invasieve exoot

Het begrip ‘invasieve exoot’ bestaat uit twee delen. Om goed te kunnen begrijpen wanneer een plant- of diersoort wordt gekwalificeerd als invasieve exoot, is het van belang deze twee delen los van elkaar helder te hebben. Dit is het makkelijkste uit te leggen door als eerste het woord exoot uit te leggen. Wanneer is een dier of plant een exoot in Nederland?

Exoot

Een exoot is een organisme dat zich buiten zijn natuurlijke verspreidingsgebied heeft gevestigd. Het dier is hier (bewust of onbewust) door de mens geïntroduceerd en heeft zich hier weten te handhaven. Het organisme heeft een volledige levenscyclus kunnen voltooien, zonder behulp van de mens.

Bovenstaande definitie laat natuurlijk nog ruimte over voor discussie. Om het gemakkelijker te maken is er ooit gesteld in Nederland, dat dieren die vóór het jaar 1500 in Nederland voorkwamen, allemaal als inheems worden gezien. Het is namelijk niet mogelijk om voor ieder soort zover terug in de tijd te gaan om na te gaan of we met een exoot hebben te maken of niet.

Een goed voorbeeld van een soort die van nature niet voorkomt in Nederland, maar wel als inheems wordt gezien is de kersenboom. De kersenboom komt namelijk van oorsprong voor in de meer zuidelijkere delen van Europa, maar is door de Romeinen ingevoerd in ons land. Caesar liet namelijk (onder andere) plantages kersenbomen aanplanten om zijn legioenen te voorzien van voedsel. Nadat de Romeinen verdwenen, bleven de kersenbomen achter en wist de boom zich te vestigen in ons land. Andere voorbeelden van soorten die voor 1500 al in ons land aanwezig waren, maar hier niet van nature voorkomen zijn de knobbelzwaan en de fazant.

Kersenbomen
Kersenbomen werden door de Romeinen aangeplant en kwamen zo in Nederland terecht. De bomen hebben zich weten te handhaven en zijn tegenwoordig nog terug te vinden in de Nederlandse natuur

Invasief

Nu we duidelijk voor ogen hebben wat exoten zijn, is het belangrijk om te bepalen wat er met invasieve exoten wordt bedoeld. Immers niet alle exoten zijn invasieve exoten. Invasief laat zich vertalen als iets wat groeit, buiten de plek waar het ontstaan is. Je zou ook binnendringend kunnen zeggen.

Invasieve exoten zijn dus organismen die zich snel vermeerderen op een plek waar ze niet op eigen kracht zijn gekomen, maar met behulp van de mens, en daar een bedreiging vormen voor de inheemse natuur. Doordat deze soorten zich enorm snel vermeerderen, zijn ze een gevaar voor de inheemse flora en fauna. Vaak in het bijzonder de inheemse tegenhanger van de soort. Ze vormen vaak concurrentie voor de inheemse soort en dragen soms ziektes mee waar ze zelf geen last van hebben, maar voor de inheemse soort fataal kan zijn.

Er zijn dus ook veel voorbeelden te vinden van exoten in Nederland, die niet bestempeld worden als invasieve exoot. De Amerikaanse eik is hier een voorbeeld van. Omdat de Amerikaanse eik niet een dermate invasief gedrag vertoont, staat deze niet op de lijst van invasieve exoten, en hoeft daarom niet wettelijk bestreden te worden. Wel is het zo dat onze natuurgebieden nog steeds meer gebaat zijn bij een inlandse eik dan een Amerikaanse eik. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat er op en rondom een inlandse eik (zoals de zomereik) zo’n 400 andere organismen (zoals mossen en insecten) te vinden zijn, tegenover respectievelijk 200 soorten op de Amerikaanse variant. Kies dus altijd voor een inheemse soort.

Exoten
Wanneer is een organisme een exoot? En wanneer is het een invasieve exoot? (Wageningen University & Research)

De verspreiding

Zoals gezegd gebeurt de verspreiding van deze exoten met behulp van de mens. Het constante reizen van ons heeft ervoor gezorgd dat er overal ter wereld soorten voorkomen die daar van nature niet voorkomen. Sommige soorten hebben we in der loop der jaren bewust uitgezet in bepaalde gebieden, andere hebben we onbewust meegenomen. Let op: in deze paragraaf spreken we over exoten, dus niet per se over invasieve exoten. Goed om te onthouden: een exoot hoeft niet altijd invasief te zijn, maar een invasieve soort is wel altijd een exoot.


Lees ook: waar is biodiversiteit goed voor?


Bewust

In het verleden zijn in Nederland diverse dieren uitgezet, vooral voor het ‘vermaak’. In de meeste gevallen de jacht. Fazanten, konijnen en knobbelzwanen zijn hier allen voorbeelden van.

Daarnaast hebben we van heinde en verre dieren en planten meegenomen als huisdier, of als sierplant in de tuin. Onze beken en plassen worden tegenwoordig vaak bewoond door diverse moerasschildpadden (geelbuik-, geelwang- en roodwangschildpadden). Deze dieren worden als jonge exemplaren gekocht in de winkel, maar op het moment dat men erachter komt dat deze dieren groot en zeer oud kunnen worden, wordt er afscheid van genomen. De dieren belanden dan vaak in de natuur, omdat ze er anders niet vanaf komen.

Roodwangschildpad
Moerasschildpadden worden vaak als jonge dieren gekocht in de dierenwinkel, maar komen daarna al vrij snel in de natuur terecht omdat ze te groot worden.

Een ander voorbeeld is de Amerikaanse stierkikker, die van nature niet in Europa voorkomt. Deze soort is in Europa ingevoerd voor de consumptie van kikkerbillen, maar ook als huisdier (vijvers). Ook deze soort heeft zich in onze natuur weten te handhaven en is een serieuze bedreiging voor de inheemse kikkers in ons land. Ze zijn een geduchte voedselconcurrent, en omdat ze veel groter worden dan de inheemse kikkers, kunnen ze soms zelfs de kikker consumeren. 

Naast huisdieren, hebben we in de loop der jaren ook van allerlei planten meegenomen voor in onze tuinen. Het meest recente en bekende voorbeeld hiervan is natuurlijk de Japanse duizendknoop. De soort verspreidt zich ontzettend snel, en is een ware plaag voor groen- en natuurbeheerders. Daarnaast zijn er ook wat vijverplanten, grote waternavel en watercrassula bijvoorbeeld, die we hier geïntroduceerd hebben en die nu onze inheemse soorten bedreigen.   

Industrie

Dan zijn er nog enkele dieren in de Nederlandse natuur terecht gekomen doordat ze ontsnapt zijn uit fokkerijen. In het verleden waren er in Nederland diverse nertsenfokkerijen te vinden, voor het bont. Hiervoor werd over het algemeen de Amerikaanse nerts gehouden. Uit diverse fokkerijen zijn nertsen ontsnapt, die zich hebben weten te vestigen in de natuur. Ook zijn er in andere delen in Europa op eenzelfde manier wasbeerhonden uit fokkerijen ontsnapt. Deze worden ook zo nu en dan in Nederland waargenomen.   


Lees ook: marters in Nederland


Onbewust

Naast het bewust invoeren van plant- en diersoorten, komt het ook wel eens voor dat we soorten onbewust op onze reis meenemen. Een goed voorbeeld hiervan zijn planten en dieren die meekomen met het ballastwater van schepen.  Wanneer het schip ergens vracht gelost heeft, wil het met ongeveer hetzelfde laadgewicht terug gaan om de sterkte en stabiliteit van het schip te behouden. Als er geen vracht opgehaald wordt, wordt het schip deels gevuld met zeewater, wat dienst doet als ballast.

Met dit water worden vanzelfsprekend allerlei planten en dieren meegenomen, die bij terugkomst weer worden geloosd in de zee. Op deze manier zijn er al rivierkreeften en grondels mee gekomen die hier de inheemse watervissen bedreigen.

Containerschip
Via het ballastwater van schepen komen veel exoten die in het water leven ons land binnen

Ook bij andere logistiek van middelen die we importeren komen organismen mee. Denk hierbij bijvoorbeeld aan spinnen en insecten die via de handel in voedsel (fruit met name) in een ander land terecht komen. Tot slot komen er ook zaden van planten met ons meegereisd, vastklevend aan de kleding of onder het schoeisel.

Wat te doen met invasieve exoten?

Invasieve exoten vormen een serieuze bedreiging voor onze inheemse flora en fauna. De aantallen (invasieve) exoten zijn de laatste decennia toegenomen, logischerwijs omdat we steeds meer zijn gaan reizen. Deze toename maakt het daarom ook essentieel om actief beheer te voeren om de inheemse soorten te beschermen.

Een van de belangrijkste redenen waarom exoten hier invasief gedrag kunnen vertonen, is omdat ze hier geen natuurlijke vijand hebben. Dit zorgt ervoor dat ze eindeloos in aantallen kunnen toenemen. Deze ontwikkelingen kunnen er niet alleen voor zorgen dat dit ten koste gaat van een andere soort, maar ook dat hele ecosystemen (en daarmee hun ecosysteemdiensten) ontregeld worden. Dit kan dus ook negatieve gevolgen hebben voor ons als soort.


Lees ook: waarom bouwen bevers dammen?


Bestrijding van invasieve exoten

De bestrijding van invasieve exoten is een tijdrovende kwestie en kan soms veel geld kosten. Er moet inzicht verkregen worden in de ecologie van een exoot. Hiervoor is vaak data van het verspreidingsgebied nodig, waarbij zenderen van de dieren het meest effectief is. Om dit te doen moeten exemplaren gevangen worden en voorzien van een zender, wat arbeidsintensief is en relatief duur (de zenders) is. Dit zorgt er voor dat er met het beperkte budget ook maar beperkt ingegrepen kan worden, wat vaak niet genoeg is om de invasieve exoot te verdringen. Door zelf je waarnemingen van invasieve door te geven via waarneming.nl, kun je dus een waardevol bijdrage leveren aan het bestrijden van de invasieve exoten.

Er komen gelukkig steeds strengere regels omtrent het invoeren van plant- en diersoorten. Daarnaast is er steeds vaker een verbod op het houden en kweken van hobbydieren die bestempeld zijn als invasieve exoot.

Otter
Herintroductie van soorten (otter) kan ervoor zorgen dat invasieve exoten, zoals rivierkreeften, minder hard in aantallen toenemen

Ook is er bewezen dat het (her)introduceren van inheemse soorten kan meehelpen in de bestrijding van invasieve exoten. Een goed voorbeeld hiervan is de otter, die ruim 20 jaar geleden is geherintroduceerd en veel rivierkreeften eet. Ten slotte zijn er experimenten gedaan met het introduceren van een bladvlo waar bij Japanse duizendknoop. Deze drinken het sap van de plant, waardoor de enorme groei van de plant (tot wel tien centimeter per dag!) geremd wordt, en minder woekert.

Bovenstaande methodes bieden hoop voor de toekomst. Onderzoek blijft echter nodig, om de hoeveelheid invasieve exoten in ons land binnen de perken te houden.

Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!