Oranje vlinders herkennen – deel II

Er zijn vlinders in allerlei soorten, maten en kleuren. Opvallende vlinders zijn vaak niet moeilijk te herkennen, maar vlinders die er grotendeels hetzelfde uitzien, zijn moeilijker om uit elkaar te houden. Zo ook oranje vlinders. Hoe leer je oranje vlinders herkennen? In deze blog geven we je daar tips voor: waar kun je op letten en wat onderscheidt de ene vlinder van de andere? Aan het eind van deze blog geven we nog tips hoe je vlinders zelf kunt helpen.

Omslagfoto: kleine vuurvlinder (de Natuur van hier)

Oranje vlinders herkennen / Oranje zandoogje De Natuur van hier
Oranje zandoogje – de Natuur van hier

Inhoudsopgave

Oranje zandoogje (Pyronia tithonus)

In één oogopslag: bruine randen van boven- en ondervleugels, daarbinnen zijn de vleugels oranje. Op beide vleugels zijn zwarte vlekken met witte stippen erin te zien, die doen denken aan ogen.

Het oranje zandoogje is een gevoelige tot plaatselijk algemene standvlinder. De vleugels zijn oranjebruin en hebben een zwarte oogvlek met witte stippen op de voorvleugel. De spanwijdte van deze oranje vlinder is 3,5 centimeter tot 4,5 centimeter. Je kunt deze vlinder vooral in het noordoosten en het zuiden van het land tegenkomen, met name bij ruige graslanden, bosranden, struwelen, houtwallen en bloemrijke bermen.

De eitjes worden op waardplanten als kropaar, rood zwenkgras, grote vossenstaart en andere grassoorten afgezet. De rupsen leven van deze grassen. De jonge rupsen zijn okerwit met een groene zweem en hebben een donkere middenstreep. Ze overwinteren als rups in het gras.

Oranje zandoogjes vliegen van begin juli tot eind augustus. Vaak zonnen de vlinders op bladeren of fladderen laag over de grond. De oogvlekken zijn om vijanden af te schrikken. De mannetjes hebben een duidelijke geurstreep op de voorvleugel. Met warm weer kunnen er veel individuen tegelijk actief zijn.

Kleine vuurvlinder (Lycaena phlaeas)

In één oogopslag: de bovenvleugels zijn oranje met zwarte vlekken en een zwarte rand. De ondervleugels hebben het andersom: een oranje rand en verder zwart. In de oranje band zitten ook zwarte vlekken.

De bovenvleugels van de kleine vuurvlinder zijn oranje met een zwarte band en zwarte vlekken. De ondervleugels zijn precies andersom: zwarte vleugels met een oranje band met zwarte stippen. Er kunnen in één jaar drie generaties kleine vuurvlinder vliegen. Spanwijdte van deze soort is ongeveer drie centimeter.

Waardplanten voor deze oranje vlinders zijn onder andere zuring en klimop. Het vrouwtje zet de eitjes een voor een af op de onderkant van bladeren. Het overwinteren gebeurt als rups en in de buurt van de waardplant. In het voorjaar wordt het eten hervat en verpopt de rups. Hoewel de rups niet groot is, zo’n anderhalve centimeter, valt hij toch op. De vorm van de rups is plomp en daarnaast is hij groen met roze.

De kleine vuurvlinder kun je tegenkomen in open terreinen, zoals schrale graslanden, bermen, de duinen en op de hei. In de periode maart tot en met oktober vliegt deze soort rond.

Argusvlinder (Lasiommata megera)

In één oogopslag: oranje vleugels met zwarte lijnen. In de vleugelpunten van de bovenvleugels een zwarte vlek met een witte stip. Op de ondervleugels zijn kleine zwarte vlekken met witte stippen te zien.

Deze oranje vlinder heeft een feloranje kleur. In de boven- en ondervleugels zijn zwarte lijnen te zien, die kronkelend lopen. In de vleugelpunten is een zwarte oogvlek. Dezelfde vlekken met witte stip komen ook in de ondervleugels voor, maar zijn kleiner. De spanwijdte van deze soort is tussen de vier en vijf centimeter.

De eitjes worden door het vrouwtje afgezet op planten die op een warme en beschutte plek staan. De eitjes zet het vrouwtje afzonderlijk af op de planten. De rupsen worden iets groter dan twee centimeter. Ze zijn groen en hebben een lichtere lengtestreep.

De argusvlinder kwam vroeger algemeen voor, maar wordt steeds zeldzamer. Vanaf de jaren 1990 gaat de soort hard achteruit. Je ziet de argusvlinder nu alleen nog regionaal verspreid door Nederland voor. De vliegtijd van deze oranje vlinder is tussen mei en oktober.

Zwartsprietdikkopje (Thymelicus lineola)

In één oogopslag: effen oranje vleugels met een donkere rand. Fors lijf en zwarte voelsprietknoppen.

Oranje vlinders herkennen - zwartsprietdikkopje

Deze oranje vlinder is met recht een oranje vlinder te noemen. Zijn vleugels zijn dieporanje met een donkere rand. Deze vlinder heeft een spanwijdte tussen de 2,5 en 2,8 centimeter. Je kunt deze vlinder vooral tegenkomen in het oosten en zuiden van het land, maar komt overal in Nederland algemeen voor. Ze houden van bloemrijke graslanden, dijken en ruige wegbermen.

De eitjes worden in groepjes afgezet op waardplanten als kropaar, kweek en beemdgras. De rupsen leven in een kokertje in opgerolde grassen. Ze zijn groen met witgroene lijnen en hebben bruine en witte strepen op de kop.

De vliegtijd van het zwartsprietdikkopje is van half juni tot half augustus en is daarmee wat later dan het geelsprietdikkopje. De kleur van de voelsprieten maakt het onderscheid tussen beide soorten. Deze soort is gevoelig voor maaibeheer en stikstof.

Groot dikkopje

In één oogopslag: een fors lijf en oranje vleugels die van lichtoranje tot donkeroranje kleuren. De vleugels hebben een zwarte rand. Als de vleugels dicht zijn, zijn de vlekjes bovenin de vleugels zichtbaar.

Oranje vlinders herkennen - groot dikkopje

Het groot dikkopje oogt fors en is oranjebruin met donkere en lichte vlekken en een dikke kop. De spanwijdte is tussen de 2,5 centimeter en 3,5 centimeter. Deze vlinder vliegt vaak op ooghoogte en rust graag op grasstengels. Je kunt deze vlinder vinden in graslanden, ruige bermen en op open plekken in het bos of langs de bosrand. Het is een algemene standvlinder die je vooral op zand- en veengronden en in de duinen ziet.

De eitjes worden afgezet op grashalmen, bijvoorbeeld op kweekgras en rood zwenkgras. Daar spint de rups na het uitkomen een kokertje. Vanuit daar eet hij van het gras, na het eten keert hij terug in zijn kokertje. De rups overwintert als halfvolgroeide rups in zijn kokertje in het gras. Na het overwinteren eet de rups weer verder, waarna de verpopping begint.

De vliegtijd van deze oranje vlinder is van begin juni tot begin augustus. Hoewel de soort algemeen is in Nederland, neemt de populatie af. Bij mannetjes zie je de typische houding van dikkopjes, in de vorm van een A: de voorvleugels zijn gespreid en de achtervleugels plat. Mannetjes hebben ook een duidelijke geurstreep, zichtbaar op de voorvleugel in de vorm van een langgerekte S.

Buiten in het veld s het soms lastig om vlinders op naam te brengen. Je hebt geen internet, waardoor opzoeken en apps zoals ObsIdentify niet beschikbaar zijn. Met een zakgids kun je dan snel een vlinder opzoeken. De Zakgids Vlinders van de Benelux is hiervoor perfect. In deze gids vind je meer dan 100 soorten dagvlinders die in de Benelux voorkomen. De gids is rijkelijk geïllustreerd en van alle vlinders zijn de belangrijkste kenmerken terug te vinden. De gids is in zakformaat te verkrijgen, waardoor je hem dus gemakkelijk mee het veld in neemt. De zakgids is via deze link te bestellen bij bol.com.

Zakgids vlinders van de Benelux (bol.com)

Grote vos (Nymphalis polychloros)

In één oogopslag: oranje vleugels met zwarte vlekken. Langs de vleugels loopt een zwarte rand, die bij de ondervleugels blauwe vlekken heeft.

Oranje vlinders herkennen - grote vos
Bron: Shutterstock

De grote vos werd met uitsterven bedreigd, maar wordt gelukkig de laatste tijd weer vaker gezien. Sinds 2019 is ook voortplanting vastgesteld. Tot 1980 kwam hij in kleine aantallen in het zuiden van Limburg voor, maar daarna ging het slechter. Het is een grote vlinder, met een spanwijdte van 5 tot 6 centimeter. Hij lijkt op de kleine vos, maar hij is groter, lichter oranje en de zwarte vlekken zijn minder uitgesproken. De witte vlek die kleine vos heeft, heeft grote vos niet. De grote vos is zeldzaam in Nederland, maar wordt weer vaker gemeld in Zuid-Limburg, Noord-Brabant en de Veluwe.

De rups leeft op verschillende loofbomen, zoals wilg, iep, fruitbomen en es. Het vrouwtje zet de eitjes in het voorjaar af op de onderkant van jong blad. De rups is zwart met fijne witte spikkels en fijne stekels. De rupsen leven in het beginstadium in sociaal verband, in een samen gesponnen nest. De soort overwintert als vlinder in koele, donkere plekken met oud hout.

Omdat de soort overwintert als vlinder, kunnen zij bij zacht weer in februari of maart al actief worden. Het zijn zwervende vlinders. De vliegtijd loopt grofweg van maart tot en met april, met soms nog een tweede generatie in juli of augustus.

Keizersmantel (Argynnis paphia)

In één oogopslag: een helderoranje vlinder met zwarte stippen. Mannetjes hebben zwarte strepen op de voorvleugel, de geurstrepen. De onderkant van de vleugels is groenachtig met witte stippen.

Oranje vlinders herkennen - keizersmantel

De keizersmantel was sinds 1980 in Nederland verdwenen, er werden enkel nog zwervende individuen waargenomen. Echter zijn er sinds 2004 weer voortplantingen gemeld, voornamelijk in de Achterhoek en in Zuid-Limburg, maar hij kan overal in het land opduiken. Het is een imposante oranje vlinder, met zwarte stippen en een spanwijdte van 5,5 tot 6,5 centimeter. Mannetjes hebben duidelijke zwarte geurstrepen op de voorvleugels.

De rupsen leven van viooltjes, met name bosviooltjes, hondsviooltjes en soms ook maarts viooltje. De eitjes worden hoog in bomen afgezet die bij viooltjes staan, zoals op eikenbast, waar ook wordt overwinterd. In het voorjaar kruipen de rupsen naar beneden en zoeken hun waardplant op. De rups is zwart met stekels en leeft solitair.

De vliegtijd is vrij lang, van eind juni tot eind augustus. De vlinder bezoekt graag distels en koninginnekruid en andere nectarplanten die in de bosrand groeien. Het is een warmteminnende soort, die bosranden met bloei en kruidenrijkdom nodig heeft.

Een andere vlinder gezien?

Zat de vlinder die je hebt gezien hier niet tussen? Kijk eens bij onze andere blogs over vlinders, misschien staat hij daar wel in het lijstje. Heb je al gekeken bij het eerste deel van oranje vlinders? En er zijn nog een aantal witte vlindersoorten en gele vlindersoorten.

Wat kun je zelf doen om vlinders te helpen?

Vlinders hebben het zwaar, net als veel andere dier- en plantensoorten. Veel van hun leefgebied is onder invloed van de intensieve landbouw en meer menselijke omgeving (meer stenen, meer uitstoot) ingrijpend veranderd. Er zijn een aantal dingen die je kunt doen om vlinders en andere diersoorten te helpen.

Brandnetels, brandnetels, brandnetels

Zoals je hierboven hebt kunnen lezen, is de brandnetel een waardplant voor veel verschillende soorten vlinders. Brandnetels worden echter vaak als ongewenst gezien en worden daarom weggehaald. Dit heeft invloed op de hele levenscyclus van de vlindersoorten. Er is dan geen plek om de eitjes af te zetten, geen voedsel voor rupsen en geen plek om te verpoppen. Laat die brandnetels dus lekker staan (in ieder geval ergens een hoekje). En laat ze ook vooral in de winter tot en met de lente onberoerd.

Brandnetels zijn onwijs belangrijk voor veel vlindersoorten, zoals de gehakkelde aurelia (de Natuur van hier)
Brandnetels zijn onwijs belangrijk voor veel vlindersoorten, zoals de gehakkelde aurelia (de Natuur van hier)

Maak je tuin niet ‘winterklaar’

Rupsen verpoppen vaak op of rondom hun waardplant of in de lage vegetatie. Uitgebloeide planten en stengels worden gebruikt om de pop aan vast te maken. Een goede reden om je tuin niet zogenaamd winterklaar te hoeven maken. Niet alleen vlindersoorten, maar veel andere diersoorten gebruiken uitgebloeide planten om te overwinteren. Je kunt dit allemaal rustig laten staan. Wanneer er in het voorjaar weer warmere temperaturen aanbreken, beginnen veel diersoorten ook weer actief te worden en kun je de uitgebloeide stengels verwijderen.

Zorgen voor nectar

Bovenstaande maatregelen vragen er vooral om om met rust gelaten te worden. Maar je kunt ook actief je handen uit de mouwen steken en de vlinders voorzien van een lekker maaltje nectar. We raden aan om altijd te kiezen voor biologisch gekweekte planten en een groot aandeel inheemse soorten in je tuin. Uit meerdere onderzoeken, bijvoorbeeld door PAN-NL, blijkt dat er op veel planten uit tuincentra pesticiden zitten die insecten doden, ook nog na aankoop, wanneer ze in je tuin staan.

Zorg voor inheemse, biologische planten

Sprinklr heeft een groot aanbod aan biologisch gekweekte planten. Ze hebben daarnaast een speciaal pakket voor vlinders samengesteld. Dit pakket bestaat uit vijf verschillende soorten vaste planten. Met dit pakket zorg je ervoor dat vlinders tot diep in het najaar bloemen met nectar tot hun beschikking hebben. Daarnaast zit er pijpenstrootje in het pakket, voor veel vlinders een goede plant om de rupsen op te laten opgroeien. Vlinders zullen je dus heel dankbaar zijn wanneer je een vlinderpakket in je tuin plant!

Inspiratie om een levend paradijs van je tuin te maken

Zoek je inspiratie om je tuin om te toveren tot een paradijs vol leven, geur en kleur? Waar plek is voor bijen, hommels, (kleine) zoogdieren, vogels en gele, witte en oranje vlinders? Hieronder vind je een aantal blogs die je op weg kunnen helpen:

Van tegeltuin naar groene tuin

De beste inheemse vaste planten

De beste inheemse planten voor in de zon

Een bloemrijk gazon aanleggen, onderhouden en de voordelen ervan

De beste inheemse bijenplanten

De beste inheemse schaduwplanten

Tips voor het aanleggen van een natuurtuin

De beste inheemse klimplanten

De beste inheemse bodembedekkers

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!