10 Tips voor meer vogels in je tuin

Voor een boomklever moet je meer moeite doen: hij is gek op oude bomen

In iedere tuin in Nederland komen vogels voor, zelfs als er alleen maar tegels liggen. Maar hoe zorg je er nou voor dat je naast de koolmees, merel en houtduif nog andere vogelsoorten in je tuin krijgt? Met deze tien tips komen er soorten naar je tuin die je niet had zien aankomen!

Huismussen zijn echte tuinvogels
Huismussen zijn echte tuinvogels

1. Water in de tuin

Een van de effectiefste manieren om meer vogels in je tuin te krijgen is door water in je tuin aan te brengen. Dit kan op verschillende manieren. Plaats bijvoorbeeld een waterschaal in de tuin. Wij hebben zelf deze (via de link te bestellen bij bol.com). Deze bevalt erg goed omdat deze op iedere gewenste plek (aan een tak) in de tuin te hangen is en lekker diep is, waardoor deze niet snelt droog valt. Haal de waterschaal in de winter wel naar binnen. Als de vogels in de winter te nat worden kunnen de veren bevriezen, wat de vogel fataal kan worden.

Daarnaast kun je een beekloopje creëren die uitloopt op een poel of vijver. In deze blog leggen we uit hoe je het aanleggen van een poel het beste aan kunt pakken.

Plaats je waterornament op een centraal plekje in de tuin en je ziet verschillende soorten vogels hierop af komen om te drinken, of om een heerlijk bad te nemen. Zorg dat het waterornament goed zichtbaar is vanuit een raam in de woonkamer of keuken, het wassen levert vaak fotogenieke plaatjes op! 

Een koolmees neemt een verfrissend bad.
Een koolmees neemt een verfrissend bad

2. Lok vogels met voer

Vogelvoer aanbieden is natuurlijk ook een perfecte manier om meer vogels in je tuin te krijgen. Maar het is ook zeker belangrijk om na te denken wat voor voer je aanbiedt. Als je altijd maar alleen vetbollen ophangt, weet je zeker dat je soortenrijkdom niet exponentieel toe zal nemen.

Bied verschillende soorten voer tegelijk aan, maar wissel ook af met voedsel. Varieer in vorm (los zaad, vetbollen, pindakaas potjes, etc.), maar varieer ook in soort; voer zowel plantaardig als dierlijk voer om zoveel mogelijk soorten te trekken.

Let er ook op dat je voedsel op verschillende plekken aanbiedt en dat je zowel voor kleine als voor grote vogels voerplaatsen maakt. Zo zijn er voor kleine vogels bijvoorbeeld speciale voerrekjes te krijgen waarbij grote vogels niet bij het voer kunnen. Koop je voer bij een betrouwbaar bedrijf, die het beste voor hebben met de natuur. Goedkoop voer bij grote winkelcentra ziet er aantrekkelijk uit, maar is vaak slechte kwaliteit en soms zelf schadelijk. Zelf kopen we al ons vogelvoer via vivara.nl. Dit is onderdeel van de Vogelbescherming, waarvan we weten dat de kwaliteit goed is en er een deel van de opbrengsten naar speciale vogelprojecten gaan.

Het roodborstje is een graag geziene (winter)gast in veel tuinen.
Het roodborstje is een graag geziene (winter)gast in veel tuinen

3. Nestkasten en nestmateriaal

Meer vogels in  je tuin? Dan mogen nestkastjes zeker niet ontbreken! Gebruik nestkastjes voor verschillende soorten, vooral de type opening en de grootte van het kastje zijn hierbij van belang.

Hang een nestkastje op voor de mezen (via deze link is een mooie te bestellen van de vogelbescherming (bol.com)) en een nestkastje voor de merels. Uiteraard kun je ook proberen een roodborstje of een kwikstaartje in je tuin te laten broeden. Een waar feest is het als het je lukt een soort naar je tuin te lokken die in kolonies broedt. Hang meerdere zwaluwnesten op en wie weet heb je binnenkort een ware kolonie vogels in je tuin! Als je een dichte (gemengde) haag aanplant of een mussenhotel ophangt heb je kans dat een mussenfamilie zich in je tuin settled. 

Meer dan de standaard vogels

Heb je een grotere tuin? Dan heb je ook een goede kans om grotere vogels naar je tuin te lokken.  Als je aan een open veld woont is het wellicht een idee om een torenvalk nestkast te plaatsen. Hier vind je een bouwtekening van een nestkast voor een torenvalk. Let er op dat deze hoog genoeg staat en een vrije ingang heeft, zodat de valken makkelijk in en uit kunnen vliegen.

Woon je aan de rand van een bos of heb je zelfs een bostuin? Hang dan hoog in een boom een nestkast voor een bosuil op of een kastje voor spechten. Wil je het echt allemaal van dichtbij meemaken? Kies dan voor een vogelhuisje met webcam en volg het proces van A-Z op de voet.


Lees ook: bouwtekening nestkast pimpelmees


Onderhoud

Vergeet niet het nestkastje één keer per jaar schoon te maken. Dit verhoogt de kans op een nieuw nestje het jaar erop. Het nestkastje schoonmaken doe je in het najaar. Sommige vogelsoorten hebben meerdere legsels per jaar waardoor het in de late zomer nog bezet kan zijn. Wacht dus lang genoeg zodat je dit legsel zeker niet verstoort.

Schoonmaken doe je met alleen heet water. Spoel heet water in het nestkastje als het oude nest er nog in zit. Oude nesten zitten vaak vol met vlooien, door er heet water over te gieten voorkom je dat de vlooien overspringen. Verwijder vervolgens het oude nest en spoel nog grondig na met heet water en schrob met een borstel. Laat het nestkastje drogen en hang het vervolgens weer op, zodat  het er weer een vol jaar tegenaan kan!

4. Aanwezigheid van bloemen en inheemse planten

De aanwezigheid van bloemen en inheemse planten is erg belangrijk. Bloeiende planten trekken insecten aan wat op hun beurt weer voedsel is voor vogels. Zorg dat je het hele jaar door bloeiende planten in je tuin hebt om hier optimaal gebruik van te maken.

Kies in het voorjaar voor bijvoorbeeld dagkoekoeksbloem, pinksterbloem en wilg. In de zomer ga je voor duizendblad, kattenstaart of zonnebloemen. Voor in de herfst plant je asters of anemonen en plant een toverhazelaar of een groep nieskruid voor bloei in de winter. Uitgebloeide bloemen bieden daarnaast uitstekend nestmateriaal voor vogels. In deze blog lichten we vijf kruidachtige planten toe voor in je tuin.

Kies bij voorkeur voor inheemse planten. Inheemse planten trekken meer verschillende soorten insecten aan, wat weer meer keuze biedt aan de insectenetende vogels. Daarnaast doen inheemse planten het vaak ook beter dan exotische tuinplanten waardoor ze ook een langere periode in bloei staan.

Bloemen in je tuin bieden voedsel en nestmateriaal (uitgebloeide bloemen) voor vogels.
Bloemen in je tuin bieden voedsel en nestmateriaal (uitgebloeide bloemen) voor vogels

Lees ook: tips voor het aanleggen van een natuurtuin


5. Beschutting

Naast zaken zoals voedsel en water is er nog een belangrijk aspect wat (kleine) vogels nodig hebben om zich op hun gemak te voelen: beschutting! Ga voor planten en struiken van verschillende hoogtes. Kies voor planten met een dichte groei zoals hulst of kardinaalsmuts. Je kunt daarnaast ook kiezen een haag aan te planten, dit biedt schuilmogelijkheden voor bijvoorbeeld een familie mussen. Kies voor beuk, liguster, meidoorn, veldesdoorn of een mix van deze soorten (gemengde haag).

Zorg er ook voor dat er een aantal wintergroene struiken in de tuin te vinden zijn. Dit geeft vogels bescherming in de winter. Denk hierbij aan; hulst, laurier, taxus of sneeuwbal.

Struiken met doorns bieden bescherming voor vogels. Klimroos, vuurdoorn en meidoorn zijn goede voorbeelden van doornstruiken en -planten die een beschermde plek in je tuin kunnen bieden aan vogels. 

6. Leg een stuk gazon aan

In een typische vogeltuin mag een stuk gazon zeker niet ontbreken. Een gazon is een bron van voedsel voor vogels, zowel dierlijk als plantaardig. Afhankelijk van hoe je je gazon onderhoudt, komen er in meer of mindere mate andere soorten beplanting in je gazon, zoals klaver, madeliefje en biggenkruid. Daarnaast zorgen mieren, wormen, emelten en engerlingen voor een gevarieerd aanbod aan dierlijk voedsel voor vogels. 

Met een stukje gazon in je tuin maak je je tuin vooral aantrekkelijk voor merels, spreeuwen en lijsters. Je zult getuige zijn van het voortplantingsgedrag van merels of je zult grote groepen lijsters en spreeuwen, driftig op zoek naar dierlijk voedsel, waarnemen. Allemaal prachtige schouwspellen om te zien!

7. Insectenhotels

Zoals al eerder aangegeven in deze blog is de aanwezigheid van insecten in je tuin van groot belang om insectenetende vogels aan te trekken. Naast dat je hiervoor (bloeiende) planten kunt aanplanten, kun je hier voor ook insectenhotels ophangen. Ook hierbij is variatie het sleutelwoord. Een insectenhotel bestaat vaak uit meerdere segmenten, waarbij ieder segment voor een andere insectensoort geschikt is. Maar naast deze ‘standaard’ insectenhotels zijn er ook nog hotels speciaal voor lieveheersbeestjes, bijen en zijn er speciale vlinderkasten.

Wees niet te gauw tevreden. Het motto ‘meer is beter’ is hier zeker van toepassing. Meer insecten betekent ook automatisch meer vogels. Daarnaast help je de insecten er ook nog een handje mee, want natuurlijk worden niet alle insecten opgegeten door de vogels. Maak zelf een insectenhotel of kies voor gemak en bestel een kant-en-klare (via deze link te bestellen bij bol.com).

Insectenhotels met meerdere segmenten vormen een perfecte plek voor een grote diversiteit aan insecten.
Insectenhotels met meerdere segmenten vormen een perfecte plek voor een grote diversiteit aan insecten

8. Plant klimplanten tegen schuttingen en muren aan

Met behulp van klimplanten krijg je zelfs de moeilijkste plekjes in je tuin groen. Klimplanten zijn er in vele soorten en maten en bieden voedsel, bescherming en zelfs een plek voor te broeden voor vogels in je tuin. Kies je een wintergroene klimplant of ga je voor een soort met een fantastische bloei?

De winterjasmijn biedt insecten voedsel op zonnige dagen in de winter/vroege voorjaar, de klimhortensia kun je in de schaduw plaatsen, kamperfoelie en klimrozen bieden bessen voor vogels en de klimop biedt het hele jaar door beschutting en is overigens een ware voedselbron voor insecten in de zomer. Er is keuze genoeg dus!

9. Plant planten en struiken met eetbare vruchten

Voedsel in je tuin is, zoals je inmiddels wel weet, belangrijk voor meer vogels in je tuin. Plant dus veel planten en struiken met eetbare vruchten. Zowel voor kleine als voor grote tuinen zijn uitstekende vruchtdragende planten en struiken te vinden.

Besdragende soorten zoals sleedoorn, meidoorn en lijsterbes bieden in het najaar bessen voor vogels. BIjkomend voordeel is dat ze ook nog allemaal eerst bloeien waar weer insecten op af komen. Deze soorten zijn ook prima in een haag of in een struweel aan te planten. Lees in deze blog hoe je dat zelf doet.

Een fruitboom of -struik is natuurlijk ook een goede keuze. Appel-, peren-, pruimen- en kersenbomen zijn prachtige bomen om  in je tuin te hebben, het fruit in de zomer trekt onwijs veel verschillende soorten vogels aan en zelf kun je ook je appel of peer plukken. Kauwen, zwarte kraaien en spreeuwen komen graag je tuin bezoeken voor een vers stukje fruit. Daarnaast zijn tegenwoordig veel fruitsoorten in van allerlei soorten en maten te krijgen, als hoogstam, laagstam, leiboom en soms zelfs in struikvorm. Voor iedere tuin is er wel iets te vinden. 


Lees ook: de beste inheemse vijverplanten


Vogels zijn ook gek op noten

Iets minder voor de hand liggend zijn bomen zoals zomereik, walnoot of hazelaar, maar ook zeker deze bomen lokken vogels naar je tuin. Een treffend voorbeeld hiervan is natuurlijk het verhaal van de eik en de gaai. Gaaien verzamelen in het najaar eikels en verstoppen deze elders om de winter door te komen. Tijdens het verzamelen kan een gaai wel tot zes eikels in één keer vervoeren. Hij slikt er dan vijf door en de zesde houdt hij in zijn bek. Een prachtig fenomeen om een gaai aan het werk te zien!

De kersen van een kersenboom worden graag genuttigd door diverse vogels. Daarnaast heeft deze boom in het voorjaar een prachtige bloei.
De kersen van een kersenboom worden graag genuttigd door diverse vogels. Daarnaast heeft deze boom in het voorjaar een prachtige bloei

10. Wat vooral niet doen

De laatste tip gaat om wat je vooral niet moet doen. Veel groen betekent veel vogels in je tuin, dus beperk het gebruik van (half)verharding zoals grind, split, tegels en bakstenen in je tuin.  

Daarnaast moet je zeker niet al het groen in je tuin in één keer snoeien. Vogels vinden schuilplekken in het groen in je tuin, dus mocht je dit allemaal in één keer snoeien dan ontneem je dus al hun schuilmogelijkheden. Probeer snoeien gefaseerd uit te voeren gedurende het hele jaar. Snoei wintergroene struiken niet in de winter, knip je blauwe regen in februari, de vlinderstruik in maart of april, voorjaarsbloeiers na de bloei en (bladverliezende) bomen in de winter. Zo hebben de vogels altijd een plekje in je tuin om zich terug te trekken.

Geef vogels de ruimte in het voorjaar

Snoei daarnaast wintergroene struiken en bomen niet in het voorjaar. Het voorjaar is de tijd dat de meeste vogels broeden, dit is de tijd dat je ze zo min mogelijk moet storen. Sommige vogels broeden al vroeg in februari en andere nog tot in augustus. Meestal wordt de periode 15 maart tot 15 juli aangehouden als broedseizoen. Probeer in deze periode je snoeischaar dan ook zo veel mogelijk in de garage te laten (behalve de noodzakelijke werkzaamheden uiteraard). 

Doe vooral niet te veel!

Als allerlaatste tip kunnen we je geven dat je je tuin niet volledig moet opruimen. Een tuin winterklaar maken klinkt heel logisch, maar eigenlijk doe je hier meer fout mee dan goed. Zorg ervoor dat er altijd rommelhoekjes aanwezig zijn en er altijd in het najaar wel wat afgevallen bladeren liggen. Uitgebloeide zomerbloeiers kun je het beste ook pas snoeien in het voorjaar. Uitgebloeide takjes worden gebruikt als nestmateriaal en doen dienst als overwinteringsplek voor insecten. Rommelhoekjes zorgen ook voor meer biodiversiteit in je tuin (lees hier waarom biodiversiteit belangrijk is), wat de vogels natuurlijk weer ten goede komt.

Nog niet uitgelezen? Lees dan ons verslag van de ontwikkeling van onze 3,5 are grote tuin die we omtoveren tot een natuurtuin en vogelparadijs.

Aanleggen poel

Om de natuur een handje te helpen, hoef je niet per se hectares grond te hebben, of een grote zak met geld om natuurorganisaties te steunen. Met een beetje handigheid, een klein budget en flink wat creativiteit kun je een ontzettend goede bijdrage leveren aan de lokale natuur. In deze doe-het-zelf serie geven we je tips and tricks om op een creatieve manier van alles te maken om je tuin een natuur-upgrade te geven! In deze blog laten we je zien hoe je zelf een poel kunt aanleggen.

Inhoudsopgave

Een poel is een rijkdom aan leven

Poel (Saxifraga - Jan van der Straaten)
Een poel herbergt een rijkdom aan soorten (Saxifraga – Jan van der Straaten)

Een van die dingen die je prima zelf kunt doen is het aanleggen van een poel. Een poel is misschien wel een van de beste manieren om de biodiversiteit omhoog te krikken (lees hier waarom dat belangrijk is). Water trekt nou eenmaal van allerlei soorten planten en dieren aan, zelfs soorten die je tuin eerst links lieten liggen.

Poelen kun je maken in allerlei soorten en maten. Heb je een grote tuin, dan zou je ervoor kunnen kiezen met een graafmachine een flinke poel uit te graven. Denk hierbij aan een poel met een diameter van 20 tot 30 meter.  Heb je wat minder ruimte of budget, dan is het aanleggen van een kleine poel ook al een enorme aanwinst. 

Beide methodes vragen een totaal andere aanpak. In deze blog zullen we dan ook de zaken steeds benoemen voor enerzijds de grote aanpak en anderzijds voor de aanleg van een kleine poel.

Paradijs voor amfibieën

In Nederland leven in totaal zestien soorten amfibieën (kikkers, padden en salamanders), waarvan er zo’n vijf vrij algemeen voorkomen. De overige soorten komen maar in bepaalde delen van het land voor en stellen zeer specifieke eisen aan hun biotoop. Allemaal zijn ze in meer of mindere mate afhankelijk van natuurlijke poelen. Afhankelijk van onder andere de ligging, grootte en nog een aantal zaken kun je een aantal amfibieën soorten naar je tuin lokken met het aanleggen van een poel.

Groene kikkers zullen waarschijnlijk een van de eerste bewoners worden van de poel
Groene kikkers zijn vaak een van de eerste bewoners van de poel

Amfibieën gebruiken poelen als voortplantingsplaatsen. Ze zetten hier de eieren af en de larven groeien hier op. De volwassen amfibieën trekken na de eiafzet naar het tweede gebied, het zomergebied. Hier verblijven ze de gehele zomer om vervolgens door te trekken naar het overwinteringsgebied. Dit is vaak een beschutte plek (eikenbos, houtwal, etc.) waar ze een winterslaap houden. Om je poel ideaal te maken voor amfibieën is het aan te raden een zomer- en winterverblijf nabij te hebben. Ook is het raadzaam om bij het aanleggen van een poel rekening te houden met andere poelen. Ideaal is het als er binnen enkele honderden meters van de aan te leggen poel nog een andere poel te vinden is. Dit zorgt ervoor dat je poel snel bevolkt is.  


Lees ook: tips voor het aanleggen van een natuurtuin


Aanleggen van een poel

Zojuist omschreven we al een beetje waar je op moet letten om je poel tot een succesvolle amfibieënpoel te maken. Echter zijn er nog veel meer zaken om rekening mee te houden. Een goede voorbereiding is hierin zeker het halve werk. Je legt een poel immers maar één keer aan en iedere fout die je maakt is later moeilijk op te lossen. Denk dus eerst goed na en zet dingen op papier om tot een gedetailleerd plan te komen. Ook is het raadzaam om advies in te winnen. Dit kan bij collega-hobbyisten zijn, maar ook een stichting als RAVON of de provincie/gemeente kan je wellicht helpen je ideeën concreter te maken. 

Algemene richtlijnen poel aanleggen

Als je nou kiest voor een grote natuurlijke poel of een kleine halfnatuurlijke poel, er zijn een paar richtlijnen die je altijd moet toepassen. Dit begint al bij de bepaling van de plek voor de poel. Wanneer je een poel gaat aanleggen dien je rekening te houden met de bestaande situatie. Kap geen volwassen bomen en verwijder geen zeldzame vegetatie of andere waardevolle natuurwaarden zoals houtwallen, graften, bomenlanen, etc. 

Situeer je poel niet direct onder een bomengroep. Te veel bomen rondom je poel zorgen voor teveel schaduw, met als gevolg dat je poel (vooral) in het voorjaar niet genoeg opwarmt. Hierdoor is het water niet warm genoeg voor de ontwikkeling van de larven. Daarnaast zorgen bomen voor bladinval. Te veel bladinval is niet gewenst omdat dit het water verrijkt. 

Een poel aangrenzend aan andere natuur zal sneller bevolkt worden
Een poel aangrenzend aan andere natuur zal sneller bevolkt worden

De omgeving

Eerder benoemde we al dat amfibieën een voortplantings-, zomer- en overwinteringshabitat hebben. Idealiter gezien wil je deze drie habitats binnen enkele honderden meters van elkaar zien. Verdiep je dus ook, naast het maken van een poel (voortplantingshabitat), in de andere habitats die amfibieën nodig hebben. Deze kunnen per soort sterk verschillen. Doe onderzoek (gebruik hiervoor bijvoorbeeld een website als waarneming.nl) naar welke amfibieën er in jouw regio voorkomen. Bestudeer je erf en aangrenzende percelen om te achterhalen op welke soort(en) jij je het beste kunt focussen. Cruciaal bij het bestuderen van aangrenzende zomer- en overwinteringshabitats is dat deze goed bereikbaar zijn voor amfibieën. De meeste amfibieën hebben een home range van enkele honderden meters, binnen deze range moeten dus alle drie habitats voorkomen. Let ook op barrières in het landschap.  Drukke auto(snel)wegen en brede kanalen kunnen ervoor zorgen dat amfibieën niet de oversteek kunnen maken. 

Situering en andere bewoners

Wanneer je de poel in een rivier rijk gebied aanlegt, zorg er dan voor dat je ver genoeg van een beek of rivier afblijft. Bij hevige regenval en hoogwater kan er water uitwisseling plaatsvinden, wanneer te dicht bij een beek of rivier gesitueerd, waardoor er vissen over kunnen komen of de watersamenstelling significant verandert. 

Belangrijk is dat er geen (grote) vis in de poel aanwezig is. Vissen zijn predatoren van de juvenielen van amfibieën en te veel vis verstoort de populatiegroei aanzienlijk. Ook (te veel) eenden en ganzen zijn niet gewenst in de poel. Zij vormen een bedreiging (predatie) voor volwassen exemplaren. 

Verder moet je voor dat het graafwerk gestart wordt nagaan of er een vergunning vereist is in jouw gemeente. Het kan zijn dat er een aanlegvergunning verplicht wordt gesteld of dat een ontgrondingsvergunning aangevraagd moet worden voor de graafwerkzaamheden. De voorwaarden hieromtrent verschillen per gemeente dus denk hier goed over om achteraf gedoe te voorkomen. 

Een poel zorgt voor beleving in de tuin
Een poel zorgt voor beleving in de tuin

Beste periode voor het aanleggen van een poel

In principe kan een poel het hele jaar door aangelegd worden. Houd er in het groeiseizoen wel rekening mee dat bestaande natuur beschadigd/verstoord wordt. Voorkom dit ten alle tijden. In natte periodes (voorjaar/najaar) is het wellicht lastig met grote machines te werken. Voor het werken met machines lijken de zomer en de vorstperiodes het meeste geschikt. Voor het aanleggen van je poel lijkt daarom de winterperiode het meest geschikt, omdat veel soorten dan ook in rust zijn, wat beschadiging/verstoring beperkt. Het kan echter wel lastig zijn graafwerkzaamheden uit  te voeren in een bevroren bodem. 

Wanneer er bestaande vegetatie aanwezig is die behouden dient te worden en dient te worden verplaatst, dan kan dit het beste gedaan worden in het najaar, wanneer er al voldoende regen is gevallen (eind oktober – december). De bodem zou dan al voldoende verzadigd moeten zijn om vegetatie te laten herstellen van deze ingreep. De vegetatie heeft dan de hele periode de tijd om zijn wortelstelsel te herstellen en kan in het vroege voorjaar meteen bovengronds gaan groeien. Op het moment dat vegetatie in het vroege voorjaar (januari-maart) wordt verplaatst, zal het eerst het wortelstelsel gaan herstellen en heeft het een achterstand ten opzichte van de andere vegetatie. Bij verplaatsing van heesters en bomen is het wijs vooraf goed na te denken of dit noodzakelijk is en dient er uiterst zorgvuldig te werk worden gegaan. 

De kleine watersalamander is een algemene salamandersoort die zomaar de pas aangelegde poel kan gaan bevolken (Saxifraga - Kees Marijnissen)
De kleine watersalamander is een algemene salamandersoort die zomaar de pas aangelegde poel kan gaan bevolken (Saxifraga – Kees Marijnissen)

Aanleggen grote natuurlijke poel

Wanneer je je plan op papier hebt gezet, is het tijd om aan de slag te gaan. Als je kiest voor een grote natuurlijke poel dan is het wijs om de poel zo groot mogelijk te maken. Dit biedt voldoende plek voor meerdere soorten amfibieën en daarnaast zorgt een grotere poel voor minder onderhoud. Ja inderdaad, een grotere poel vergt minder onderhoud dan een kleinere poel. Dit heeft er mee te maken dat een kleinere poel sneller last heeft van verlanding. Bij het proces verlanding veranderen ondiepe stukken met moerasplanten langzaam naar vast land, waardoor de poel kleiner wordt. Om dit tegen te gaan dient er regelmatig onderhoud gedaan te worden. Denk voor het aanleggen van de poel dus goed na over de grootte.

Diepte

De diepte van de poel is een ander belangrijk aspect om over na te denken. Droogvallen van de poel in de droogste periode van het jaar (nazomer) mag, maar deze periode moet wel kort zijn en het droogvallen mag niet te vroeg in het jaar gebeuren. Wanneer de poel te vroeg in het jaar droogvalt komt de voortplanting en de ontwikkeling van juvenielen in het geding, wat grote gevolgen kan hebben. Als je poel echter maar een korte periode droogvalt en niet te vroeg in het jaar, dan is het een voordeel te noemen, dit zorgt er namelijk voor dat kolonisatie door vissen praktisch onmogelijk is. Daarnaast zorgt deze natuurlijke dynamiek (constante verandering van waterniveau) dat je poel interessant wordt voor bepaalde soorten. Rugstreeppadden, geelbuikvuurpadden en boomkikkers hebben een voorkeur voor dergelijke poelen. 

Een te diepe poel zal niet droogvallen, maakt het aantrekkelijk voor vissen en zal in het voorjaar niet genoeg opwarmen. Vaak wordt een diepte van minimaal 50 centimeter en maximaal 1 meter aangehouden. Dit verschilt echter per regio/gebied en is vooral afhankelijk van het grondwaterniveau en de glooiing van het terrein.  Zoek vooraf uit hoe hoog de grondwaterstand is. Hiervoor kun je terecht bij het waterschap. Het is ook mogelijk om met behulp van een grondboor zelf de grondwaterstand te meten. 

Maak bij het aanleggen van de poel ook een ondieper stuk. Dit zorgt ervoor dat het water op die plek in het vroege voorjaar snel opwarmt, wat het voortplantingsproces kan bevorderen. In dit gedeelte worden vaak de eitjes afgezet in de periode van maart tot en met mei en groeien de larven hoofdzakelijk op. Zorg daarom ook voor voldoende vegetatie in het ondiepe gedeelte, zodat larven genoeg schuilmogelijkheden hebben. 

Afdichten

Wanneer water niet voldoend blijft staan (wat vaak het geval is in sterk glooiende terreinen), is het wellicht wenselijk de poel bodem af te dichten. Dit kan gedaan worden door deze met een graafmachine af te smeren met leem of klei. Hiermee creeër je een ondoordringbare laag waardoor het water niet weg kan stromen. Dit is echter alleen gewenst als een natuurlijke situatie niet het gewenste resultaat oplevert. 

Oever

Hiermee zijn we aangekomen bij de oeverrand.  Amfibieën hebben baat bij een grillige oeverrand in plaats van een strakke rechte oeverrand. Een grillige onregelmatige oeverrand zorgt voor meer biodiversiteit en creëert een microklimaat. Plant de oever aan met inheemse planten, of laat deze oevervegetatie spontaan groeien. Spontaan laten groeien duurt natuurlijk wel wat langer.

De oeverzone is een belangrijk gedeelte voor amfibieën. Zorg hierin ook voor voldoende variatie
De oeverzone is een belangrijk gedeelte voor amfibieën. Zorg hierin ook voor voldoende variatie

Houd bij het aanleggen van de poel rekening met de hellingshoek. Een hellingshoek van 1:3 wordt vaak aangehouden. Dit wil zeggen dat je 1 meter hoogteverschil overbrugt over 3 meter. Als deze oevers steiler worden gemaakt (door ruimtegebrek of andere redenen) dan zullen warmteminnende soorten je poel links blijven laten liggen. Als je je oevers niet overal aan deze hellingshoek kunt laten voldoen, kies er dan zeker voor de noordelijke oever op deze manier te maken. Dit is namelijk de oeverkant waar de zon op staat en is daardoor het meest waardevol voor warmteminnende soorten. 


Lees ook: waarom kwaken kikkers?


Houd er rekening mee dat na de aanleg en de jaren daarop volgend de soortensamenstelling in je poel kunnen veranderen. Je poel is in het begin, wanneer er nog weinig tot geen begroeiing is, bijvoorbeeld interessant voor de rugstreeppad , maar wanneer deze meer en meer dichtgroeit met vegetatie, zal de rugstreeppad weer vertrekken. In dit stadium zal je poel aantrekkelijker worden voor andere soorten.

De rugstreeppad is een echte pionierssoort en zorgt daarmee regelmatig voor problemen bij nieuwbouwprojecten
De rugstreeppad is een echte pionierssoort en zorgt daarmee regelmatig voor problemen bij nieuwbouwprojecten

Aanleggen kleine halfnatuurlijke poel

Heb je geen ruimte of budget voor een grote poel, dan kun je alsnog de natuur een handje helpen door een kleine poel in je tuin aan te leggen. Je zult al gauw merken dat er een verscheidenheid aan dieren dankbaar gebruik zal maken van je kleine waterpartij. Vogels komen er drinken en badderen, juffers en libellen zullen de poel binnen no-time weten te vinden, insecten en kleine zoogdieren drinken uit je poel en algemene amfibieën soorten zullen de poel koloniseren. Daarnaast kan een kleine poel uitstekend fungeren als stapsteen in stedelijk gebied om van het ene natuurgebied naar het andere natuurgebied te komen. Het draagt verder ook bij aan habitat vergroting voor amfibieën, daar waar geschikte habitats in de afgelopen decennia juist sterk zijn afgenomen.

Poel
Een kleine poel in de tuin kan een mooie toevoeging zijn voor de lokale biodiversiteit (De Natuur van hier)

Lees ook: hoe maak ik een stapelmuurtje?


Verschillen met aanleggen grote poel

Het is bij een kleine poel belangrijk om realistisch te zijn. Zeldzame soorten als de knoflookpad en vroedmeesterpad zul je er waarschijnlijk niet in krijgen, maar het kan een perfect plekje vormen voor onder andere groene kikkers, gewone padden en kleine watersalamanders. Zorg ervoor dat je poel goed bereikbaar is, door bijvoorbeeld een stuk uit je erfafscheiding te knippen/breken. 

Om ervoor te zorgen dat je voldoende water in je poel houdt, is het onvermijdelijk om voor een kleine poel een voorgevormde vijverbak of vijverfolie te gebruiken. Vijverbakken hebben vaak een steile rand, wat niet gewenst is, dus in de meeste gevallen kan het beste vijverfolie gekozen worden. Bij vijverfolie heb je de keuze tussen PVC of EPDM folie. PVC is goedkoper, maar ook een stuk dunner. Je kunt er ook voor kiezen om een beschermvlies onder de folie te leggen. Dit zorgt ervoor dat deze minder snel scheurt. Zeker in gebieden waar veel stenen in de grond zitten is dit aan te raden.

Voorgevormde vijverbakken zijn onder andere via bol.com te verkrijgen (klik op deze link), vijverfolie (zowel PVC als EPDM) via deze link. Deze is te verkrijgen in meerdere afmetingen en vaak binnen een paar dagen thuisbezorgd. Hierdoor hoe je dus niet lang te wachten voordat je met jouw project aan de slag kunt.
Maak de poel zo groot mogelijk, zorg voor licht hellende oeverranden en creëer een ondieper gedeelte in de poel. Het diepste punt van de poel moet minimaal 50 centimeter zijn, maar nog iets dieper heeft de voorkeur. 


Lees ook: de beste inheems vijverplanten


Zowel bij een grote als bij een kleine poel is het belangrijk om ook structuurvariatie in je oeverrand aan te brengen. Zorg ervoor dat bepaalde delen van de oever aangeplant zijn (biologisch gekweekte en inheemse beplanting), maar dat er ook open stukken zijn. Zorg ook rondom de poel voor planten wat als beschutting kan dienen. 

Zowel een groet als een kleine poel kan een belangrijke bijdrage leveren aan de omliggende natuur (Saxifraga - Jan van der Straaten)
Zowel een grote als een kleine poel kan een belangrijke bijdrage leveren aan de omliggende natuur (Saxifraga – Jan van der Straaten)

Beheer

Een poel aanleggen is één ding, maar een juist beheer uitvoeren is essentieel om de komende jaren te blijven genieten van de poel. Om ervoor te zorgen dat planten- en diersoorten zo min mogelijk gestoord worden is het goed om hier vooraf over na te denken. Verkeerd uitgevoerd beheer kan er voor zorgen dat soorten verdwijnen. Een goed uitgedacht beheerplan opstellen is dan ook zeker geen overbodige luxe. 

Indien je zelf te weinig kennis bezit om een gedegen beheerplan op te zetten is het raadzaam hiervoor de hulp van een expert in te schakelen. Daarnaast is er ook het nodige terug te vinden in de literatuur. Een goed voorbeeld hiervan is het handboek ‘Praktisch Natuurbeheer: Amfibieën en Reptielen’ geschreven door bioloog (en tevens natuurfotograaf) Edo van Uchelen. Helaas is het boek niet meer nieuw te bestellen, maar zo nu en dan is het 2e hands nog te verkrijgen. Dit boek is een aanrader voor iedereen die zich meer wil verdiepen in de herpetofauna van Nederland. 

Om de poel aantrekkelijk te houden voor amfibieën is het van belang dat het water niet te voedingsrijk wordt en verlanding wordt tegengegaan. Hiervoor moet bladinval verwijderd worden en zal er zo nu en dan gebaggerd moeten worden. Houd er rekening mee dat een beheersmaatregel als baggeren een zeer ingrijpende maatregel is en wanneer in de verkeerde periode in het jaar uitgevoerd wordt meer kwaad doet dan goed. Zo is het bijvoorbeeld geen goed idee om dit in het voorjaar te doen en moet het altijd in fases gedaan worden om dieren genoeg uitwijkmogelijkheden te geven. 

Subsidie aanleggen poel

In sommige gevallen is het mogelijk om subsidie te krijgen voor het aanleggen van een poel. Als je de poel zoveel mogelijk wilt vullen met hemelwater dan zou je ervoor kunnen kiezen om het hemelwater af te koppelen van de riolering. Dit zorgt ervoor dat tijdens piekmomenten de riolering minder belast wordt waar gemeenten en provincies erg blij zijn. De geldende subsidie hiervoor verschilt per gemeente en vaak wordt het bedrag hiervan vastgesteld tijdens een gesprek met de gemeente. 

Naast subsidie voor het afkoppelen van hemelwater is er ook nog een mogelijkheid om een SNL subsidie te krijgen. Deze subsidie is er speciaal voor beheerders van een natuurterrein. Hier gelden wel strikte voorwaarden. Zo is het bijvoorbeeld verplicht om het terrein waar het om gaat open te stellen voor publiek en worden er periodiek controles uitgevoerd of de subsidie wel gerechtvaardigd is. Een stichting zoals de Bosgroepen Nederland kan je helpen met het aanvragen van een dergelijke subsidie.  Meer informatie vinde je op bosgroepen.nl. 

Profijt door andere soorten

Het prachtige aan natuur is dat als je iets doet ten behoeve van een bepaalde soort of bepaalde soortengroep, dan profiteren andere soorten hier altijd van mee. Zo ook bij het aanleggen van een poel voor amfibieën, diverse andere dieren- en plantensoorten zullen hiervan profiteren. 

De juffersoort het lantaarntje is een van de eerste andere diersoorten die zal profiteren van de aanleg van een poel
De juffersoort het lantaarntje is een van de eerste andere diersoorten die zal profiteren van de aanleg van een poel

Juffers en libellen

Juffers en libellen zijn onlosmakelijk verbonden aan water en snel nadat er een poel is aangelegd zullen de eerste soorten zich laten zien. Dit komt omdat juffers en libellen hun eitjes afzetten in of nabij het water. Soorten als de azuurwaterjuffer, het lantaarntje of glazenmakers kunnen zomaar eens bij de eerste dieren horen die je poel komen verkennen.


Lees ook: verschil tussen juffers en libellen

r

Vogels

Vogels zullen je poel ook snel ontdekken. Deze zullen de poel voornamelijk gebruiken om uit te drinken en op warme dagen zullen ze zich tegoed doen aan een verfrissend bad. Mussen, mezen, duiven, merels, roodborstjes en groenlingen zullen allemaal je poel op zoeken. Woon je wat vrijer en heb je een grote poel? Let dan in de zomer op zwaluwen. Deze zullen in grote groepen om beurten over het water vliegen om muggen te vangen en om te drinken, een prachtig tafereel om waar te nemen! Lees hier andere tips hoe je meer vogels in je tuin krijgt.

Veel tuinvogels zullen gebruik maken van een pole. Bij de wat grotere poelen maak je zelfs kans op een bezoek van eenden
Veel tuinvogels zullen gebruik maken van een poel. Bij de wat grotere poelen maak je zelfs kans op een bezoek van eenden

Zoogdieren

Naast vogels zullen ook kleine zoogdieren je poel op zoeken om te drinken. Deze zijn wel wat lastiger waar te nemen, maar ze zijn er zeker. Muizen, ratten, marters, vossen en egels zullen (voornamelijk ‘s nachts) dankbaar gebruik maken van het aanwezige water. Wil je weten welke zoogdieren er ’s avonds en ’s nachts naar je poel komen? Overweeg dan eens een wildcamera op te hangen. Daarnaast is er nog een andere soort die wellicht minder voor de hand ligt: vleermuizen. Vleermuizen maken dankbaar gebruik van water om te jagen. Soorten als de dwergvleermuis, kleine dwergvleermuis rosse vleermuis en watervleermuizen jagen hoofdzakelijk op insecten boven en rondom het wateroppervlak. 

Overige

De aanwezigheid van water zorgt als laatste ook nog voor een totale andere plantengroei. Op noordelijke oevers (de warme oevers) ontstaat een specifiek microklimaat waar warmteminnende soorten goed zullen gedijen. De dynamiek van een poel (wisselende waterstand) zorgt ook weer voor een specifieke habitat waar unieke plantensoorten van profiteren. 

Verder kan de ringslang (afhankelijk van de regio) je poel bezoeken en zijn er talloze ongewervelden en micro- en macro-organismen terug te vinden in het water. 

Conclusie

Mocht je nog twijfelen of het wel zo’n goed idee is om een poel aan te leggen, dan hopen we dat je na het lezen van dit artikel overtuigd bent geraakt van de meerwaarde van een poel in je tuin. Water is altijd een belangrijke bron voor veel planten- en diersoorten en zorgt voor iets meer biodiversiteit in onze toch steeds meer verstedelijkte omgeving. 

Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!