Op zoek naar bijzondere soorten in het Kempen~Broek

Een samenwerking tussen Tjif en Tjaf en de Natuur van hier

In deel I van deze blogserie gaan we samen met podcastmakers Tjif en Tjaf op zoek naar bijzondere vogels in het grensoverschrijdende natuurgebied Kempen~Broek. In dit gebied worden verschillende natuurgebieden zo goed mogelijk met elkaar verbonden en speelt water een belangrijke rol. Een uitstekende plek om op zoek te gaan naar een grote diversiteit aan vogels en andere dieren. In aflevering vier van seizoen vijf van Tjif en Tjaf hoor je welke soorten we hebben gezien. In deze blog lees je alvast de nodige informatie over het gebied en welke soorten je zoal tegen kunt komen.

Omslagfoto: de Natuur van hier

Inhoudsopgave

Kempen~Boek

Kempen~Broek is een groot gebied dat zich uitstrekt over Noord-Brabant, Nederlands Limburg en Belgisch Limburg. Naast natuurgebieden zijn in het gebied ook dorpskernen, landbouwgebieden en recreatiegebieden te vinden. In het grensoverschrijdende project wordt er hard gewerkt om de natuurgebieden van noord tot zuid met elkaar te verbinden. Grofweg omvat Kempen~Broek de gemeenten Cranendonck, Weert, Nederweert, Bocholt (BE), Bree (BE), Kinrooi (BE) en Maaseik (BE).

In dit uitgestrekte gebied zijn weilanden, hooilanden, beekvalleien, moerassen, heiden, vennen en bossen te vinden. Een lappendeken van verschillende natuurtypen, waarbij water een cruciale rol speelt en droge en natte gebieden zich steeds afwisselen. Dit gevarieerde landschap kent een hoge biodiversiteit en herbergt een aantal bijzondere soorten.

Bekende natuurgebieden binnen het Kempen~Broek zijn de Weerter- en Budelderbergen, Tungelerwallen, De Luysen, Kettingdijk, Wijfelterbroek en Stramprooierbroek.

Van onschatbare waarde

Van oorsprong is Kempen~Broek een groot waterbergend moerasgebied. Het landschap werd echter tegen het einde van de vorige eeuw grootschalig ontgonnen. Kanalen werden door het landschap getrokken om het water snel af te kunnen voeren. Het land werd hierdoor bewerkbaar en kon gebruikt worden als landbouwgrond.

Ecosysteemdiensten

Tegenwoordig wordt er echter op steeds meer plekken in het gebied ervoor gekozen om de oorspronkelijke staat weer terug te brengen. Voornamelijk aan de bovenloop van beken en rivieren wordt ervoor gekozen de gebieden weer in te richten als moeras om zo het water langer vast te houden in het gebied. Dit biedt tal van voordelen, omdat dit landschap ons voorziet van tal van ecosysteemdiensten.

Allereerst dus het vasthouden van water. Doordat het water in natte periodes langer wordt vastgehouden, wordt er voorkomen dat dorpen wateroverlast hebben. In drogere periodes kan daarentegen het water geleidelijk worden vrijgegeven wat oogstschade door langdurige droogte in de landbouw aanzienlijk kan beperken.

Andere ecosysteemdiensten zijn bijvoorbeeld het (water)filterend vermogen van het moeras, houtproductie en de CO2-opslag door bossen. Ook biedt het verkoeling en recreatiemogelijkheden.

Rewilding

Het gebied wordt op een bijzondere manier beheerd. Ark Rewilding heeft met haar partners een groot deel van de inrichting van het gebied verzorgd. Hierbij is ervoor gekozen om de natuurlijke processen (denk hierbij aan water en begrazing) zo veel mogelijk hun gang te laten gaan. Dit principe wordt ook wel rewilding genoemd. Hiervoor wordt er nauw samengewerkt met Natuurmonumenten, die het eindbeheer zal verzorgen.

Tauros

In het Kempen~Broek is ervoor gekozen om het gebied te begrazen met taurossen. Deze bijzondere runderen zijn voortgekomen uit een internationaal fokprogramma, waarbij getracht wordt een rund voort te brengen welke genetisch gezien zoveel mogelijk in de buurt komt van het oerrund, welke in 1627 is uitgestorven.

Tauros gedrag (Ark Rewilding)
Het bijzondere gedrag van taurossen in beeld gebracht (bron: Ark Rewilding)

Naast Kempen~Broek zijn taurossen ook terug te vinden in Nederland in het natuurgebied Maashorst, maar ook op plekken elders in Europa. De taurossen zijn zelfredzaam en zorgen voor jaarrond begrazing in het gebied. Doordat er de afgelopen jaren hard is gewerkt aan het verbinden van natuurgebieden, hebben de dieren een groot aaneengesloten gebied waarin ze kunnen grazen. Hierdoor ontstaat er een grote variatie in vegetatiestructuur, wat leidt tot bijzondere flora in het gebied.

De tauros is niet de enige grote grazer die je kunt tegenkomen in het Kempen~Broek. Er worden verder nog exmoorpony’s, konikpaarden, galloway runderen en Schotse hooglanders ingezet om het gebied open te houden.

Oog op de toekomst

Recent is er bekend geworden dat er een geldbedrag van circa een miljoen euro is vrijgemaakt om Kempen~Broek en de aangrenzende gebieden Nationaal Park Hoge Kempen en RivierPark Maasvallei beter met elkaar te verbinden en verder in te richten. Hiermee moet het gebied nog interessanter worden voor wildlife en zet men in op het aantrekken van topsoorten zoals de zeearend, visarend, otter en de zwarte ooievaar. Hiermee wordt het gebied nog aantrekkelijker voor natuurliefhebbers.

Kempen~broek
Soortenaantallen in het Kempen~broek (bron: kempenbroek.eu/nl)

Zoogdieren

Het Kempen~Broek kent een grote diversiteit aan dier- en plantensoorten. Naast bijzondere soorten als de boomkikker (Hyla arborea) en de grote weerschijnvlinder (Apatura iris) is het gebied ook een belangrijke plek voor tal van zoogdieren. We lichten er hier enkele uit.

Bever
(Castor fiber)

De bever, het grootste knaagdier van Europa, voelt zich prima thuis in de natte gebieden van het Kempen~Broek. Met een kop-romplengte van 70 tot 100 centimeter en een staart van 25-35 centimeter is het een fors dier welke zich opvallend goed in het water kan voortbewegen. De impact van de bever op het gebied is groot en zorgt voor een biodiversiteitsimpuls.

Bever
Bunzing

Bunzing
(Mustela putorius)

De bunzing, een wat kleinere marterachtige, die houdt van een bosachtig landschap. Bunzingen houden daarnaast ook van een vochtig gebied. Het zijn dan ook uitstekende zwemmers. Deze nacht-actieve zoogdieren zijn uitstekende jagers en eten zoal muizen, ratten en soms zelfs konijnen. Bunzings zijn goed te herkennen aan hun chocoladebruine vachtkleur en kenmerkende boevenmasker.


Lees ook: waarom bouwen bevers dammen?


Wild zwijn
(Sus scrofa)

Een ander zoogdier dat zich thuis voelt in het Kempen~Broek is het wild zwijn, ook wel bekend als everzwijn. Deze imposante dieren bereiken een kop-romplengte van 130 tot 180 centimeter. Mannetjes kunnen tot wel 120 kilogram wegen. In andere landen kunnen ze zelfs een lichaamsgewicht van 200 kilogram bereiken!
Wilde zwijnen hebben een dikke, donkere vacht. Daarnaast hebben ze een langwerpige kop, met een afgeplatte snuit. Mannetjes hebben tot slot nog twee slagtanden. Het zicht van wilde zwijnen is slecht, maar daarentegen hebben ze een zeer goed gehoor en sterk reukvermogen. Het zijn echte bosbewoners en voelen zich het meeste thuis in eiken-beukenbossen, waar in het najaar voldoende voedsel (eiken- en beukennootjes) te vinden is. Daarnaast is de aanwezigheid van modderpoelen van groot belang. Met het nemen van modderbaden verzorgen ze namelijk de huid, waardoor ze in goede conditie blijven.

Foto: Saxifraga – Rudmer Zwerver

Wild zwijn (Saxifraga - Rudmer Zwerver)
Edelhert

Edelhert
(Cervus elaphus)

Het edelhert is het grootste op land levende zoogdier in Nederland. Volwassen mannetjes kunnen een schofthoogte van 125 centimeter bereiken en ze kunnen tot 200 kilogram wegen. Mannetjes krijgen een imposant gewei welke tot 15 kilogram kan wegen.
Ooit kwamen edelherten in heel Nederland voor, maar nu zijn ze enkel nog te vinden op een aantal toegewezen plekken, zoals de Hoge Veluwe en het Weerterbos. Daarbuiten geldt een nulstand, wat inhoudt dat ze worden afgeschoten als ze hier voorkomen. Van oorsprong zijn ze bewoners van open bossen, maar ze hebben zich weten aan te passen aan allerlei biotopen.
Edelherten zijn uitgesproken herbivoren. Ze eten zaden, knoppen en scheuten van bomen en struiken. Maar daarnaast eten ze ook grassen, heide, boomschors en wortels.

Vos
(Vulpes vulpes)

Een ander zoogdier dat verspreid over het Kempen~Broek voorkomt is de vos. Dit kleine roofdier (niet veel groter dan een kat) heeft een kop-romplengte van 50 tot 80 centimeter. De vacht is oranjebruin tot roodbruin van kleur. In de winter wordt deze dikker en grijzer.
Vossen zijn echte opportunisten en voelen zich thuis in vele soorten biotopen. Het meest zijn ze echter te vinden in de overgangsgebieden, waar het meeste voedsel te vinden is. Qua voedsel eten ze vrijwel al het dierlijk voedsel wat ze te pakken kunnen krijgen. Daarnaast wordt ook aas en (menselijk) afval gegeten. Vossen maken gebruik van dassenburchten, waar ze in sommige gevallen gelijktijdig gebruik van maken met een dassenfamilie.

Vos
Felis silvestris 7, Wilde kat, Saxifraga-Jan van der Straaten (1)

Wilde kat
(Felis silverstris)

De wilde kat is een forse kat (mede door zijn dikke vacht). Desondanks kunnen gedomesticeerde katten erg op de wilde kat lijken en kan een sluitende determinatie lastig zijn. De belangrijkst kenmerken zijn de dunne, donkere streep die over de rug loopt en de dikke staart voorzien van een zwarte punt en 3-5 zwarte banden.
Na een lange tijd van afwezigheid is de wilde kat sinds 2002 weer voor het eerst waargenomen in Nederland. In 2012 werd voor het eerst in (het Belgische deel) van Kempen~Broek een wilde kat waargenomen met behulp van een cameraval. Wilde katten stellen hoge eisen aan hun leefomgeving, maar desondanks lijkt het Kempen~Broek geschikt te zijn als leefgebied.

Foto: Saxifraga – Jan van der Straaten

Libellen

Ook libellenliefhebbers zijn in het Kempen~Broek op de juiste plek. Met 57 verschillende soorten libellen is het een van de beste plekken binnen de Benelux om op zoek te gaan naar deze vliegende insecten.

De nieuw ontwikkelde natte natuur in het Kempen~Broek, afgewisseld met droge, zanderige stukken blijkt perfect te zijn voor libellen (en andere insecten). De vele vennen en moerasgebieden herbergen een uitgebreide lijst aan juffers en libellen. Onder andere de bruine glazenmaker, vuurlibel, glanslibel, gaffelwaterjuffer, zwervende pantserjuffer, bosbeekjuffer en beekrombout zijn er te vinden.


Lees ook: wat is het verschil tussen juffers en libellen


Vogels

Het afwisselende landschap van het Kempen~Broek is daarnaast bij uitstek een fantastisch gebied voor vogelaars. De afwisseling van droge gebieden met natte gebieden zorgt ervoor dat je op een dag vogels kijken met gemak een lijst van enkele tientallen soorten bij elkaar kunt vogelen. Onderstaand een selectie van vogels die je in het gebied kunt tegenkomen. Benieuwd welke vogels wij gezien hebben tijdens ons bezoek aan Kempen~Broek? Luister dan de podcast aflevering (seizoen 5, aflevering 4) van Tjif en Tjaf!

Grauwe klauwier (bron foto: Tijmen Photography)

Grauwe klauwier
(Lanius collurio)

Een van de top vogelsoorten in het gebied is de grauwe klauwier. Deze zangvogels zijn maar een korte tijd gedurende het jaar te vinden in Nederland, van ongeveer mei t/m augustus. De rest van het jaar brengen ze door in (of onderweg naar/van) het overwinteringsgebied in Afrika.
Grauwe klauwieren komen voor in een ruig, halfopen landschap. Hier jagen ze op grote insecten, zoals kevers en bijen, hagedissen en kleine zoogdieren. Prooien bewaren ze op doornen van bramen en op prikkeldraad, om later op te eten. De mannetjes hebben een grijze kop en een zwart masker. De bovenkant is kastanjebruin en de onderkant is licht van kleur. De vrouwtjes zijn wat minder fel gekleurd, maar wel overwegend bruin met een grijzige kop. Beide geslachten hebben een flinke, zwarte haaksnavel.

Foto: Tijmen Photography

Zang grauwe klauwier (bron: Xeno canto – Ulf Elman)

Nachtzwaluw
(Caprimulgus europaeus)

De nachtzwaluw is een lange afstandstrekker, die overwintert in tropisch Afrika. In Nederland broeden ze in gebieden met zandverstuivingen, open dennenbossen en op heidevelden.
Overdag rusten ze op een tak in een boom en zijn dan haast onzichtbaar met hun goed gecamoufleerde verenkleed. In de schemering is de kenmerkende roep te horen. Ze beginnen dan ook te vliegen. Dit doen ze zeer behendig en zonder veel geluid te maken. Nachtzwaluwen zijn zeer wendbaar en bidden soms in de lucht. Nachtzwaluwen eten hoofdzakelijk nachtvlinders, maar andere grote insecten worden ook gegeten.

Nachtzwaluw
Zang nachtzwaluw (bron: Xeno-canto – Joost van Bruggen)
Roerdomp

Roerdomp
(Botaurus stellaris)

Ook het mysterie van het moeras is te vinden in het Kempen~Broek: de roerdomp. Deze compacte reiger leeft in het moeras, op plekken met meerjarig riet. Hier jagen ze op kikkers (en andere amfibieën), vissen en op muizen.
De roerdomp heeft een geelbruin verenkleed, met donkere vlekken en strepen. Verder hebben ze ook een zwarte kruin. Maar een roerdomp zie je niet zomaar. Ze zijn perfect gecamoufleerd in het riet en nemen een paalhouding aan (het imiteren van riet door rechtop te staan) om nog moeilijker zichtbaar te zijn.
De kans om er een te horen is echter een stuk groter. In het voorjaar maken ze namelijk een laag hoempend geluid wat ontzettend ver door het moeras kan dragen.

Zang roerdomp (bron: Xeno-canto – Radek Grochowski)

Blauwborst
(Luscinia svecica)

De blauwborst is een opmerkelijke verschijning, die in Nederland van maart tot september gezien kan worden. De mannetjes hebben een blauwe kin en borst, afgewerkt met een zwarte en roestbruine rand. De vrouwtjes zijn wat onopvallender gekleed, maar nog steeds goed te herkennen aan de witte wenkbrauwstreep en oranje staartbasis.
Nog mooier dan het verenkleed is de zang. De uitbundige zang van de blauwborst lijkt wat op die van de nachtegaal (die ook tot hetzelfde geslacht behoren). Ze zijn zeer goed in andere vogels imiteren. Kenmerkend aan de zang van de blauwborst is dat deze zich langzaam opbouwt en op het einde versnelt.
Het gaat goed met de blauwborst in Nederland. Zo goed zelfs dat ze niet meer op de Rode lijst staan. Dit heeft te maken met de toename van (riet)moeras in ons land.

Blauwborst
Zang blauwborst (bron: Xeno-canto – Thomas Bergman)
IJsvogel

IJsvogel
(Alcedo atthis)

Ook in het gebied te vinden, is de ijsvogel. Ze bereiken maar een lichaamslengte van maximaal 20 centimeter, maar toch zijn het zeer opvallende vogels. Dit komt met name door hun felle kleuren. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben contrasterende blauwe bovendelen en oranje onderdelen. Verschil is echter op te merken door te kijken naar de onderste snavel: bij mannen zwart, bij vrouwen (bijna volledig) oranje.
Vaak wordt de ijsvogel echter eerder gehoord dan gezien. Ze hebben namelijk een hoge, scherpe roep, welke ze ook in vlucht maken. Hierop volgt vaak dan de fel gekleurde flits die voorbij komt vliegen. Vanuit een schuilhut heb je ook het geluk om een jagende ijsvogel te zien. Vanaf een tak die vlak boven het water hangt wordt er dan actief op visjes gejaagd. Een perfect moment om je camera erbij te pakken.

Roep ijsvogel (bron: Xeno-canto – Albert Lastukhin)

Wielewaal
(Oriolus oriolus)

Een van de meest kleurrijke vogels die je in het Kempen~Broek kunt tegenkomen, is de wielewaal. En ondanks zijn felle kleuren moet je goed je best doen om er een te zien. Horen is echter een stuk makkelijker, voor degene die weet waar hij op moet letten.
De wielewaal is een echte tropische soort, welke overwintert in Midden- en Zuid-Afrika. Het is de enige soort uit de familie wielewalen en vijgvogels die in Nederland te zien is.
Mannetjes zijn opvallend geel-zwart gekleurd, vrouwen en juveniele dieren zijn wat groener van kleur. Ze leven (voornamelijk) in bos met populieren. Hier zitten ze hoog in de boomkronen, waardoor ze moeilijk te zien zijn. De zang is echter zeer opvallend en wie hem eenmaal weet, zal hem niet meer verleren.

Foto: Tijmen Photography

Wielenwaal (Tijmen Photography)
Zang wielewaal (bron: Xeno canto – Stephan Risch)
Middelste bonte specht

Middelste bonte specht (Dendrocoptes medius)

De middelste bonte specht is de zeldzaamste van de drie bonte spechten in Nederland, maar rukt op vanuit het zuiden en het oosten.
Ze komen voor in oude loofbossen, met een groot aandeel eiken. Dit vinden ze in het Kempen~Broek.
De middelste bonte specht is het best van de grote bonte specht te onderscheiden doordat het verenkleed rondom het oog helemaal wit is en door het rode petje. De kleine bonte specht is een stuk kleiner en heeft geen witte schoudervlekken, maar horizontale strepen.
De middelste bonte roffelt zelden, maar de wat klagende roep is dan wel weer goed te herkennen. Meestal zitten middelste bonte spechten hoog in de boomkronen. Hier zijn ze opzoek naar insecten en spinnen. Een klein gedeelte van het dieet is plantaardig. Zo wordt er in het voorjaar soms boomsap gedronken en eten ze in de zomer en het najaar ook noten.

Roep middelste bonte specht (bron: Xeno-canto – Joost van Bruggen)

Lees ook: spechten in Nederland


Zwarte specht
(Dryocopus martius)

Een andere opvallende verschijning in het bos is de zwarte specht. De zwarte specht is de grootste in Europa levende spechtensoort en kan tot wel 57 centimeter groot worden en een spanwijdte bereiken van 75 centimeter.
Het verenkleed is vrijwel geheel zwart, op het rode petje na. Het rood verraad ook of het om een man of vrouw gaat. Vrouwtjes hebben enkel een rood petje op de kruin, bij mannetjes begint het rood al op het voorhoofd en loopt taps toe tot op het achterhoofd.
Zwarte spechten zijn daarnaast goed te herkennen aan het geluid. De roep, welke ze ook in vlucht maken, is opvallend en kenmerkend.
Het menu bestaat hoofdzakelijk uit mieren, maar ook kevers worden gegeten. Zwarte spechten komen vooral voor in gemengde bossen met genoeg naaldhout. Het nest maken ze echter vaak in oude beukenbomen. Ze hakken jaarlijks een nieuw nest uit. Oude nesten worden vaak bezet door andere vogels en zoogdieren, zoals de bosuil en boommarter.

Zwarte specht
Roep zwarte specht (bron: Xeno-canto – Jelle Scharringa)
Buizerd

Buizerd
(Buteo buteo)

Ook voor rovers ben je in het Kempen~Broek aan het juiste adres. De meest algemene roofvogel in Nederland is de buizerd en logischerwijs komt deze dus ook voor in het Kempen~Broek.
Buizerds hebben een zeer gevarieerd verenkleed, van donkerbruin tot bijna helemaal wit. Ze hebben daarnaast brede vleugels met en een korte, brede staart die regelmatig gebandeerd is.
De buizerd houdt zich op bij bossen, afgewisseld met open plekken waar op voedsel wordt gejaagd. Veldmuizen, woelmuizen, konijnen en andere kleine zoogdieren worden veelal gegeten. Soms worden er ook vogels, vissen, amfibieën en aas gegeten. Het nest maken ze in een grote, stevige boom in de bosrand.

Roep buizerd (bron: Xeno-canto – João Tomás)

Havik
(Accipiter gentilis)

Een van de imposantste vogels die in de bossen van Kempen~Broek te vinden is, is de havik. Vooral de vrouwtjes zijn met een lichaamslengte van 58 tot 69 centimeter en een spanwijdte van 108 tot 127 centimeter een indrukwekkende verschijning.
Havikken hebben een donkergrijze bovenkant en een lichte onderkant met dunne grijze strepen. Volwassen exemplaren hebben een witte streep boven het hoofd.
Op het menu staan voornamelijk (hout)duiven en konijnen. Verder worden er ook andere vogels gegeten zoals kraaiachtigen en spreeuwen, maar ook zoogdieren zoals eekhoorns worden gegeten.
Prooien worden actief bejaagd en tijdens de jacht worden hoge snelheden (tot wel 80 km/u) bereikt. Soms worden er bij haviken ook (net zoals bij slechtvalken) stootduiken gezien.
De havik is over het algemeen een vrij stille vogel, enkel in de voortplantingstijd is het gekekker te horen.

Foto: Saxifraga – Martin Mollet

Accipiter gentilis 17, adult, Havik, Saxifraga-Martin Mollet
Roep havik (bron: Xeno-canto – Marek PaliÄka)
Wespendief (Tijmen Photography)

Wespendief
(Pernis apivorus)

Tot slot benoemen we nog een bijzondere roofvogel, waarvan we maar een paar honderd broedparen in Nederland hebben: de wespendief.
Wespendieven lijken qua verenkleed veel op buizerds, maar ze hebben overduidelijk een langere staart met drie, brede dwarsbanden. Mannetjes hebben een wat grijzige kop.
De naam van de wespendief verraadt al voor een groot deel zijn dieet. Wespendieven eten namelijk wespen, bijen en hommels. Ze eten zowel de larven als de volwassen exemplaren. Verder worden ook andere insecten (zoals kevers), kleine zoogdieren en reptielen gegeten.
Wespendieven houden van grote bossen met open terreinen, zoals kruidenrijke graslanden en heidevelden. Ze zijn maar kort in ons land te vinden (enkel om te broeden), van ongeveer mei t/m september. Ze trekken dan naar tropisch Afrika om te overwinteren.

Foto: Tijmen Photography

Roep wespendief (bron: Xeno-canto – Lars Edenius)

Luister de podcast!

Zoals je hebt kunnen lezen, is het Kempen~Broek een zeer gevarieerd landschap van een aaneenschakeling van natuurgebieden met allemaal hun eigen typische soorten. Genoeg te ontdekken dus. Wil je weten wat wij allemaal zijn tegengekomen tijdens ons bezoek aan het gebied? Luister dan naar aflevering 4 van het 5e seizoen van de podcastserie Tjif en Tjaf! In deze podcast nemen de podcastmakers je mee op hun vogelexpedities door het hele land.

Daarnaast kun je zowel de podcast Tjif en Tjaf als de Natuur van hier volgen op Instagram. Enkele foto’s gebruikt in deze blogserie zijn gemaakt door Tijmen Photography.

Zelf Kempen~Broek in

Ben je na het lezen van dit artikel en het luisteren van de podcast enthousiast geworden? Ga dan zelf het gebied in! Op een van onderstaande plekken kun je parkeren (en op een aantal plekken ook wat eten en/of drinken) en kan het avontuur beginnen.

Eén antwoord op “Op zoek naar bijzondere soorten in het Kempen~Broek”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!