Eider, ijseend en zee-eenden – eenden in Nederland – deel VI

In deel V van de serie eenden, ganzen en zwanen in Nederland werden de stekelstaarten, brilduikers en zaagbekken besproken. In deel VI worden de eider, ijseend en zee-eenden besproken. Allereerst worden de broedende soort(en) besproken, vervolgens de soorten die ons land af en toe bezoeken.

Zee-eenden en consorten

De eendensoorten die in deze blog worden besproken horen, samen met de brilduiker en zaagbekken uit de vorige blog in deze reeks, tot de onderfamilie Merginae. Deze soorten zijn voornamelijk op, of in de buurt van zee te vinden. Het zijn grote eendensoorten, welke voornamelijk dierlijk voedsel eten. Ze hebben daarom ook een grote en krachtige snavel.

De eider behoort tot het geslacht Somateria, samen met de brileider en koningseider, welke niet in Nederland voorkomen (al wordt de koningseider heel soms gezien als dwaalgast). De ijseend behoort tot een monotypisch geslacht, wat betekent dat het de enige soort binnen het geslacht is. De zee-eenden behoren tot het geslacht Melanitta, die zes soorten telt. Niet alle soorten hiervan komen voor in Nederland.

Koningseider
De koningseider is een voorbeeld van een prachtige dwaalgast die hier maar enkele keren gezien is
Eider (Somateria mollissima)IJseend (Clangula hyemalis)
Zwarte zee-eend (Melanitta nigra)Grote zee-eend (Melanitta fusca)
De te bespreken eenden in deze blog

Lees ook: waarom vliegen vogels in een v-vorm?


Eider (Somateria mollissima)

De eerste eend die we bespreken is de eider, ofwel eidereend. Dit zijn grote eenden die een lichaamslengte van 50 tot 71 centimeter bereiken en een spanwijdte van 95 tot 105 centimeter. Het is daarmee een van de grootste eenden van Europa. Mannetjes hebben een zwart-wit verenkleed, met een groenige vlek in de nek een rozige buik. Vrouwtjes zijn overwegend bruin gekleurd. Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben een grote, driehoekige snavel. Eiders staan ook wel bekend om hun dons, wat wordt gezien als het zachtste dons ter wereld.

Eider
Het mannetje eider heeft een zwart-wit verenkleed met een olijfgroene vlek in de nek

Leefwijze en voedsel

Eiders leven hoofdzakelijk langs de kust, in zout water. Het zijn enorm goede vliegers en kunnen snelheden tot wel 113km/u bereiken. In Nederland zien we de eider voornamelijk in het Waddengebied.

Het voedsel is hoofdzakelijk dierlijk. Weekdieren zoals mossels, kokkels en krabben, maar ook kreeftachtigen worden gegeten. Deze worden in zijn geheel doorgeslikt, waarna de sterke maag ervoor zorgt dat de harde schelpen van schelpdieren verteert worden. Bij krabben worden eerst de scharen en dergelijke verwijderd, waarna het lichaam als geheel wordt doorgeslikt.

Voortplanting en trekgedrag

De eerste broedende eider in Nederland werd ontdekt op Vlieland in 1906. Sinds die tijd zijn de aantallen flink toegenomen, maar recentelijk ook weer afgenomen. Het vrouwtje gebruikt het dons van de borst (hier zit het zachtste dons) voor de nestbouw. Na zo’n 25 dagen komen de eieren (meestal 4 tot 6) uit. De jongen zijn na ruim twee maanden vliegvlug

Eiders zijn geen lange afstandstrekkers. In de koudere maanden zakken ze wat af langs de kust, tot in Zuid-Frankrijk. In de winter hebben we in Nederland overwinteraars van vogels die meer noordelijk broeden.

IJseend (Clangula hyemalis)

Een van de mooiste eenden die je in ons land kunt treffen (als je geluk hebt) is de ijseend. Deze eend komt hier voornamelijk als wintergast voor, maar is één keer tot broeden gekomen. IJseenden bereiken een lichaamslengte van 40 tot 47 centimeter en een spanwijdte van 73 tot 79 centimeter.

Het zijn dus relatief kleine zee-eenden. Het mannetje valt het meeste op, met zijn verlengde staartpennen die wel dertien centimeter lang kunnen worden! In zomerkleed hebben mannetjes een zwarte kop en borst en is de rest van het lichaam bruin, zwart en wit gekleurd. In de winter is het verenkleed van de man overwegend wit, met zwarte tekening. Het vrouwtje is wat meer bruinig gekleurd. In zomerkleed heeft het vrouwtje een donkere, bruine kop. In de winter is deze meer wit van kleur, vooral rondom het oog.

IJseend (Saxifraga - Bart Vastenhouw)
IJseenden zijn een van de fraaiste eendensoorten. Hier een mannetje in winterkleed (Saxifraga – Bart Vastenhouw)

Leefwijze en voedsel

Zoals gezegd zijn het in ons land voornamelijk wintergasten. Ze overwinteren dan veelal op zee, maar ook soms in diepere zoute of brakke wateren. In het broedgebied leven ze vooral op het toendralandschap en worden ze ook gezien in bergmeren.

Het menu van ijseenden is hoofdzakelijk dierlijk. Vissen, schelpdieren, garnalen en (water)insecten worden veel gevangen. IJseenden kunnen diep duiken om aan het voedsel te komen. Soms wordt ook plantaardig materiaal gegeten.

Voortplanting en trekgedrag

In de regel broeden ijseenden dus veel noordelijker dan Nederland. Op de arctische toendra’s broeden ze in paartjes of in groepen. In Nederland heeft een paartje ijseenden voor het eerst gebroed in 2019, in Marker Wadden. Hoog uitzonderlijk, want het is tot nu toe ook bij dit ene broedgeval gebleven.

In oktober vliegen ijseenden van het broedgebied naar de meer zuidelijk gelegen overwinteringsplaatsen. Hieronder valt ook Nederland, al is dit zeker niet de meeste bezochte overwinteringsplek. De meeste ijseenden overwinteren op de Oostzee.

Doortrekkers, wintergasten en dwaalgasten

De resterende eenden in deze blog broeden allen niet in ons land, maar zijn hier enkel als doortrekker, wintergast of dwaalgast aanwezig.

Zwarte zee-eend (Melanitta nigra)

De zwarte zee-eend bereikt een lichaamslengte van 44 tot 54 centimeter, met een spanwijdte van 79 tot 90 centimeter. Mannetjes zwarte zee-eenden zijn volledig zwart, enkel de vleugelpunten zijn iets minder zwart en neigen naar donkergrijs. De bovenkant van de snavel is geel. Het vrouwtje is bruin van kleur, de bovenkant van de kop is donker en ze hebben licht gekleurde wangen. De snavel is donker van kleur. Beide geslachten hebben een puntige staart.

Zwarte zee-eend (Saxifraga - Bart Vastenhouw)
Mannetje zwarte zee-eend (Saxifraga – Bart Vastenhouw)

Leefwijze en voedsel

Zwarte zee-eenden zien we hier in Nederland bijna uitsluitend op zout water, maar in het broedgebied broeden ze op zoetwatermeren en langzaam stromende rivieren. Het broedgebied van deze soort bevindt zich in het hoge noorden, onder andere in Rusland en het noorden van Scandinavië.

De zwarte zee-eend zien we in Nederland vooral als doortrekker en wintergast. In het verleden waren de aantallen wintergasten aan de Nederlandse Noordzeekust veel hoger dan tegenwoordig. Vermoedelijk heeft dit te maken met de overbevissing die plaatsvindt in de Noordzee.


Lees ook: kraaien in Nederland – deel I


Zwarte zee-eenden eten voornamelijk schelpdieren. Dit wordt verder aangevuld met kreeftachtigen. Wanneer ze op zoet water verblijven eten ze ook insecten, kleine vis en soms zelfs plantaardig materiaal. Het zijn zeer goede duikers, welke tot 30 meter diep kunnen duiken om bij de schelpdieren te komen.

Grote zee-eend (Melanitta fusca)

De laatste zee-eend die hier met enige regelmaat voorkomt is de grote zee-eend. De grote zee-eend wordt 51 tot 58 centimeter groot, met een spanwijdte van 86 tot 99 centimeter. Ze lijken veel op de zwarte zee-eend, maar hebben meer wit in het verenkleed. Ze hebben een witte achtervleugel, welke heel goed opvalt in vlucht en een kleine witte vlek onder het oog. De bovenzijde van de snavel is geel. Het vrouwtje is niet zwart, maar donkerbruin. Verder heeft het vrouwtje wel dezelfde witte delen in het kleed als de man. Grote zee-eenden zijn in Nederland vaak samen te zien met zwarte zee-eenden.

Zwarte zee-eend (Saxifraga - Tom Heijnen)
Grote zee-eenden zijn uitstekende duikers (Saxifraga – Tom Heijnen)

Leefwijze en voedsel

De grote zee-eend komt hier voor als wintergast en doortrekker. Broeden doen ze meer noordelijk. Hier broeden ze op zoewaterplassen. In Nederland verblijven ze vaak op zee, in de buurt van de kust. Het zijn zeer goede duikers, welke tot wel 40 meter diep kunnen duiken voor voedsel.

Het voedsel bestaat hoofdzakelijk uit schelpdieren, zoals mosselen. Daarnaast worden ook kreeftachtigen en soms kleine vis gegeten. In het broedgebied staan ook insecten en plantaardig materiaal op het menu.

Het aantal overwinteraars is de laatste jaren afgenomen. Waarschijnlijk om dezelfde reden als bij de zwarte zee-eend: overbevissing in de Noordzee.

Dwaalgasten

Tot slot benoemen we nog een paar dwaalgasten die wel eens zijn waargenomen in Nederland. Allereerst de koningseider (Somateria spectabilis), waarvan eerder in de blog al een afbeelding voorbij kwam. Het leven van deze prachtige eendensoort is vooral verbonden aan de arctische kusten van Noord-Europa, Noord-Amerika en Noord-Azië. Een enkele keer duikt er een koningseider op voor de kust van Nederland.

Daarnaast zijn er enkele meldingen bekend van de Amerikaanse zee-eend (Melanitta americana) voor de kust van Nederland. Deze zee-eend komt eigenlijk voor in Alaska en Canada, maar het komt dus wel eens voor dat een individu de tocht over de oceaan weet te volbrengen. Erg uitzonderlijk dus!

De serie eenden, ganzen en zwanen in Nederland

In totaal zijn er elf blogs nodig om de talrijke familie eendachtigen te bespreken. Onderstaand een overzicht van de blogserie.

Deel 1 – familie eendachtigen in Nederland

Deel 2 – eenden – duikeenden

Deel 3 – eenden – grondeleenden

Deel 4 – eenden – grondeleenden vervolg

Deel 5 – eenden – stekelstaart, brilduiker en zaagbekken

Deel 6 – eenden – eider, ijseend en zee-eenden

Deel 7 – ganzen – halfganzen

Deel 8 – ganzen – zwarte ganzen

Deel 9 – ganzen – grijze ganzen

Deel 10 – ganzen – grijze ganzen vervolg

Deel 11 – zwanen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!