Vogels zijn gestroomlijnde en elegante dieren, maar als het op paren aan komt is het niet voor te stellen dat dit op een elegante manier gebeurt. De bouw van vogels zorgt ervoor dat een paring van vogels er vaak lomp en onhandig uitziet. Maar hoe paren vogels? En hoe vaak paren vogels? Deze en andere vragen worden beantwoord in deze blog.
Wanneer paren vogels?
Voorjaar is de tijd dat vogels beginnen met paren en broeden. Trekvogels komen vanuit het overwinteringsgebied overgestoken naar het broedgebied. Standvogels worden ook weer luidruchtig als de bladeren aan de bomen en struiken beginnen te groeien en de temperatuur geleidelijk aan stijgt.
In Nederland broeden veel soorten in de periode van maart tot en met juli (broedseizoen). Er zijn echter ook soorten die al eerder broeden, zoals de bosuil en de blauwe reiger. Voorafgaand aan het broeden vindt logischerwijs de paring plaats.
Geslachtsrijp
Wanneer zijn vogels geslachtsrijp? Dat varieert erg per soort. De meeste zangvogels die onze tuin bezoeken zijn na ongeveer een jaar geslachtsrijp en kunnen dan paren. Maar er zijn ook uitzonderingen: ooievaars zijn na drie jaar geslachtsrijp, zeearenden na vier jaar en albatrossen beginnen pas met broeden na een jaar of zes. Over het algemeen is het zo dat hoe groter de vogel wordt, hoe langer het duurt voordat ze geslachtsrijp zijn
De frequentie van paren verschilt ook sterk per vogelsoort. Er zijn vogels die maar één legsel per jaar hebben, maar Turkse tortels kunnen tot wel vijf legsels per jaar hebben. Het eerste legsel is vaak al eind februari en dit kan doorgaan tot in november! Andere soorten, zoals bijvoorbeeld de ransuil, legt maar één legsel per jaar (en paart dan ook maar één keer), een tweede legsel is uiterst zeldzaam.
Vaak wordt er voor een succesvol legsel wel meerdere keren gepaard. In een periode van ongeveer een week paren man en vrouw vogel meerdere keren om zo de kans op bevruchte eicellen zo hoog mogelijk te maken. Iedere eicel wordt namelijk apart bevrucht. Aan iedere legsel gaan over het algemeen dus meerdere paringen vooraf.
Hoe paren vogels?
Voor de paring dienen trekvogels eerst terug te gaan naar het broedgebied. Tussen de al aanwezige standvogels zoeken de mannetjes een territorium en gaan daarna op zoek naar een geschikt vrouwtje. Bij de meeste soorten moeten mannetjes goed hun best doen om de vrouw ervan te overtuigen dat hij het meest geschikt is. Dit doen ze op bijzondere en uiteenlopende manieren.
Dit doen ze allereerst met behulp van de zang. In het voorjaar zijn dan ook tal van vogelgeluiden te horen, de een nog luider en uitbundiger dan de ander. Daarnaast proberen mannetjes vrouwtje te verleiden met hun uiterlijk, vliegkunsten en andere baltsrituelen. Een van de bijzonderste baltsrituelen die je in Nederland kunt zien is die van de fuut. In het water bewegen man en vrouw met de borst tegen elkaar omhoog en schudden druk met het hoofd. Tijdens deze balts halen ze alles uit de kast en brengen ze elkaar zelfs cadeautjes.
De daad
Als het mannetje genoeg indruk gemaakt heeft op het vrouwtje, dan krijgt hij toestemming om te paren. Dit ziet er nogal lomp en onhandig uit. Het mannetje duikt bovenop het vrouwtje en is er vaak binnen een paar seconde weer vanaf.
De meeste vogels hebben inwendige geslachtsorganen. Bij enkele soorten, zoals eenden en ganzen, hebben de mannetjes nog een uitwendig geslachtsorgaan in de vorm van een penis, maar de meeste soorten zijn deze tijdens de evolutie kwijtgeraakt. Bij deze vogels is enkel een cloaca te zien. Dit is een opening in het lichaam waar zowel de ontlasting als de genitale afscheidingen (ook de eieren) het lichaam verlaten.
Voor de paring is het noodzakelijk dat de cloaca van man en vrouw met elkaar in verbinding komen, de zogeheten cloaca kus. Dit gebeurt doordat de cloaca opzwelt met behulp van hormonen. Via kanaaltjes kan de man dan het sperma overbrengen in de cloaca van de vrouw, waarna de eicellen bevrucht worden. Dit gebeurt al vaak binnen één seconde. Tel daar het juist positioneren bij op en de hele paring duurt vaak niet meer dan een aantal seconden.
Zijn vogels monogaam?
Binnen de klasse vogels worden er verschillende strategieën op nagehouden wat betreft paren. Er zijn een aantal vogelsoorten, zoals ganzen, zwanen en veel roofvogels welke een partner hebben voor het leven. Deze soorten zijn monogaam. Daarnaast is er nog een grote groep vogelsoorten, waaronder veel zangvogels, welke ieder broedseizoen een nieuwe partner zoeken. Tot slot zijn er ook nog soorten, zoals de heggenmus, waarbij zowel de mannetje als de vrouwtjes meerdere partners hebben. Vogels zijn dus bij lange na niet allemaal uitgesproken monogaam.
Paren vogels met andere soorten?
Naast dat er vogelsoorten zijn welke met verschillende individuen van dezelfde soort paren, komt het ook voor dat twee verschillende soorten met elkaar paren. Dit wordt veelal vastgesteld bij eenden en andere watervogels. Bij de wilde eend is bijvoorbeeld vastgesteld dat deze met meer dan 40 andere soorten kan kruisen. Maar eenden zijn zeker niet de enige. Naar schatting is er bij zo’n 16% van alle vogelsoorten hybridisatie vastgesteld. Andere voorbeelden van soorten waarbij hybridisatie zeker is zijn mezen, kolibrie’s en meeuwen.
In iedere tuin in Nederland komen vogels voor, zelfs als er alleen maar tegels liggen. Maar hoe zorg je er nou voor dat je naast de koolmees, merel en houtduif nog andere vogelsoorten in je tuin krijgt? Met deze tien tips komen er soorten naar je tuin die je niet had zien aankomen!
1. Water in de tuin
Een van de effectiefste manieren om meer vogels in je tuin te krijgen is door water in je tuin aan te brengen. Dit kan op verschillende manieren. Plaats bijvoorbeeld een waterschaal in de tuin. Wij hebben zelf deze (via de link te bestellen bij bol.com). Deze bevalt erg goed omdat deze op iedere gewenste plek (aan een tak) in de tuin te hangen is en lekker diep is, waardoor deze niet snelt droog valt. Haal de waterschaal in de winter wel naar binnen. Als de vogels in de winter te nat worden kunnen de veren bevriezen, wat de vogel fataal kan worden.
Daarnaast kun je een beekloopje creëren die uitloopt op een poel of vijver. In deze blog leggen we uit hoe je het aanleggen van een poel het beste aan kunt pakken.
Plaats je waterornament op een centraal plekje in de tuin en je ziet verschillende soorten vogels hierop af komen om te drinken, of om een heerlijk bad te nemen. Zorg dat het waterornament goed zichtbaar is vanuit een raam in de woonkamer of keuken, het wassen levert vaak fotogenieke plaatjes op!
2. Lok vogels met voer
Vogelvoer aanbieden is natuurlijk ook een perfecte manier om meer vogels in je tuin te krijgen. Maar het is ook zeker belangrijk om na te denken wat voor voer je aanbiedt. Als je altijd maar alleen vetbollen ophangt, weet je zeker dat je soortenrijkdom niet exponentieel toe zal nemen.
Bied verschillende soorten voer tegelijk aan, maar wissel ook af met voedsel. Varieer in vorm (los zaad, vetbollen, pindakaas potjes, etc.), maar varieer ook in soort; voer zowel plantaardig als dierlijk voer om zoveel mogelijk soorten te trekken.
Let er ook op dat je voedsel op verschillende plekken aanbiedt en dat je zowel voor kleine als voor grote vogels voerplaatsen maakt. Zo zijn er voor kleine vogels bijvoorbeeld speciale voerrekjes te krijgen waarbij grote vogels niet bij het voer kunnen. Koop je voer bij een betrouwbaar bedrijf, die het beste voor hebben met de natuur. Goedkoop voer bij grote winkelcentra ziet er aantrekkelijk uit, maar is vaak slechte kwaliteit en soms zelf schadelijk. Zelf kopen we al ons vogelvoer via vivara.nl. Dit is onderdeel van de Vogelbescherming, waarvan we weten dat de kwaliteit goed is en er een deel van de opbrengsten naar speciale vogelprojecten gaan.
3. Nestkasten en nestmateriaal
Meer vogels in je tuin? Dan mogen nestkastjes zeker niet ontbreken! Gebruik nestkastjes voor verschillende soorten, vooral de type opening en de grootte van het kastje zijn hierbij van belang.
Hang een nestkastje op voor de mezen (via deze link is een mooie te bestellen van de vogelbescherming (bol.com)) en een nestkastje voor de merels. Uiteraard kun je ook proberen een roodborstje of een kwikstaartje in je tuin te laten broeden. Een waar feest is het als het je lukt een soort naar je tuin te lokken die in kolonies broedt. Hang meerdere zwaluwnesten op en wie weet heb je binnenkort een ware kolonie vogels in je tuin! Als je een dichte (gemengde) haag aanplant of een mussenhotel ophangt heb je kans dat een mussenfamilie zich in je tuin settled.
Meer dan de standaard vogels
Heb je een grotere tuin? Dan heb je ook een goede kans om grotere vogels naar je tuin te lokken. Als je aan een open veld woont is het wellicht een idee om een torenvalk nestkast te plaatsen. Hier vind je een bouwtekening van een nestkast voor een torenvalk. Let er op dat deze hoog genoeg staat en een vrije ingang heeft, zodat de valken makkelijk in en uit kunnen vliegen.
Woon je aan de rand van een bos of heb je zelfs een bostuin? Hang dan hoog in een boom een nestkast voor een bosuil op of een kastje voor spechten. Wil je het echt allemaal van dichtbij meemaken? Kies dan voor een vogelhuisje met webcam en volg het proces van A-Z op de voet.
Vergeet niet het nestkastje één keer per jaar schoon te maken. Dit verhoogt de kans op een nieuw nestje het jaar erop. Het nestkastje schoonmaken doe je in het najaar. Sommige vogelsoorten hebben meerdere legsels per jaar waardoor het in de late zomer nog bezet kan zijn. Wacht dus lang genoeg zodat je dit legsel zeker niet verstoort.
Schoonmaken doe je met alleen heet water. Spoel heet water in het nestkastje als het oude nest er nog in zit. Oude nesten zitten vaak vol met vlooien, door er heet water over te gieten voorkom je dat de vlooien overspringen. Verwijder vervolgens het oude nest en spoel nog grondig na met heet water en schrob met een borstel. Laat het nestkastje drogen en hang het vervolgens weer op, zodat het er weer een vol jaar tegenaan kan!
4. Aanwezigheid van bloemen en inheemse planten
De aanwezigheid van bloemen en inheemse planten is erg belangrijk. Bloeiende planten trekken insecten aan wat op hun beurt weer voedsel is voor vogels. Zorg dat je het hele jaar door bloeiende planten in je tuin hebt om hier optimaal gebruik van te maken.
Kies in het voorjaar voor bijvoorbeeld dagkoekoeksbloem, pinksterbloem en wilg. In de zomer ga je voor duizendblad, kattenstaart of zonnebloemen. Voor in de herfst plant je asters of anemonen en plant een toverhazelaar of een groep nieskruid voor bloei in de winter. Uitgebloeide bloemen bieden daarnaast uitstekend nestmateriaal voor vogels. In deze blog lichten we vijf kruidachtige planten toe voor in je tuin.
Kies bij voorkeur voor inheemse planten. Inheemse planten trekken meer verschillende soorten insecten aan, wat weer meer keuze biedt aan de insectenetende vogels. Daarnaast doen inheemse planten het vaak ook beter dan exotische tuinplanten waardoor ze ook een langere periode in bloei staan.
Naast zaken zoals voedsel en water is er nog een belangrijk aspect wat (kleine) vogels nodig hebben om zich op hun gemak te voelen: beschutting! Ga voor planten en struiken van verschillende hoogtes. Kies voor planten met een dichte groei zoals hulst of kardinaalsmuts. Je kunt daarnaast ook kiezen een haag aan te planten, dit biedt schuilmogelijkheden voor bijvoorbeeld een familie mussen. Kies voor beuk, liguster, meidoorn, veldesdoorn of een mix van deze soorten (gemengde haag).
Zorg er ook voor dat er een aantal wintergroene struiken in de tuin te vinden zijn. Dit geeft vogels bescherming in de winter. Denk hierbij aan; hulst, laurier, taxus of sneeuwbal.
Struiken met doorns bieden bescherming voor vogels. Klimroos, vuurdoorn en meidoorn zijn goede voorbeelden van doornstruiken en -planten die een beschermde plek in je tuin kunnen bieden aan vogels.
6. Leg een stuk gazon aan
In een typische vogeltuin mag een stuk gazon zeker niet ontbreken. Een gazon is een bron van voedsel voor vogels, zowel dierlijk als plantaardig. Afhankelijk van hoe je je gazon onderhoudt, komen er in meer of mindere mate andere soorten beplanting in je gazon, zoals klaver, madeliefje en biggenkruid. Daarnaast zorgen mieren, wormen, emelten en engerlingen voor een gevarieerd aanbod aan dierlijk voedsel voor vogels.
Met een stukje gazon in je tuin maak je je tuin vooral aantrekkelijk voor merels, spreeuwen en lijsters. Je zult getuige zijn van het voortplantingsgedrag van merels of je zult grote groepen lijsters en spreeuwen, driftig op zoek naar dierlijk voedsel, waarnemen. Allemaal prachtige schouwspellen om te zien!
7. Insectenhotels
Zoals al eerder aangegeven in deze blog is de aanwezigheid van insecten in je tuin van groot belang om insectenetende vogels aan te trekken. Naast dat je hiervoor (bloeiende) planten kunt aanplanten, kun je hier voor ook insectenhotels ophangen. Ook hierbij is variatie het sleutelwoord. Een insectenhotel bestaat vaak uit meerdere segmenten, waarbij ieder segment voor een andere insectensoort geschikt is. Maar naast deze ‘standaard’ insectenhotels zijn er ook nog hotels speciaal voor lieveheersbeestjes, bijen en zijn er speciale vlinderkasten.
Wees niet te gauw tevreden. Het motto ‘meer is beter’ is hier zeker van toepassing. Meer insecten betekent ook automatisch meer vogels. Daarnaast help je de insecten er ook nog een handje mee, want natuurlijk worden niet alle insecten opgegeten door de vogels. Maak zelf een insectenhotel of kies voor gemak en bestel een kant-en-klare (via deze link te bestellen bij bol.com).
8. Plant klimplanten tegen schuttingen en muren aan
Met behulp van klimplanten krijg je zelfs de moeilijkste plekjes in je tuin groen. Klimplanten zijn er in vele soorten en maten en bieden voedsel, bescherming en zelfs een plek voor te broeden voor vogels in je tuin. Kies je een wintergroene klimplant of ga je voor een soort met een fantastische bloei?
De winterjasmijn biedt insecten voedsel op zonnige dagen in de winter/vroege voorjaar, de klimhortensia kun je in de schaduw plaatsen, kamperfoelie en klimrozen bieden bessen voor vogels en de klimop biedt het hele jaar door beschutting en is overigens een ware voedselbron voor insecten in de zomer. Er is keuze genoeg dus!
9. Plant planten en struiken met eetbare vruchten
Voedsel in je tuin is, zoals je inmiddels wel weet, belangrijk voor meer vogels in je tuin. Plant dus veel planten en struiken met eetbare vruchten. Zowel voor kleine als voor grote tuinen zijn uitstekende vruchtdragende planten en struiken te vinden.
Besdragende soorten zoals sleedoorn, meidoorn en lijsterbes bieden in het najaar bessen voor vogels. BIjkomend voordeel is dat ze ook nog allemaal eerst bloeien waar weer insecten op af komen. Deze soorten zijn ook prima in een haag of in een struweel aan te planten. Lees in deze blog hoe je dat zelf doet.
Een fruitboom of -struik is natuurlijk ook een goede keuze. Appel-, peren-, pruimen- en kersenbomen zijn prachtige bomen om in je tuin te hebben, het fruit in de zomer trekt onwijs veel verschillende soorten vogels aan en zelf kun je ook je appel of peer plukken. Kauwen, zwarte kraaien en spreeuwen komen graag je tuin bezoeken voor een vers stukje fruit. Daarnaast zijn tegenwoordig veel fruitsoorten in van allerlei soorten en maten te krijgen, als hoogstam, laagstam, leiboom en soms zelfs in struikvorm. Voor iedere tuin is er wel iets te vinden.
Iets minder voor de hand liggend zijn bomen zoals zomereik, walnoot of hazelaar, maar ook zeker deze bomen lokken vogels naar je tuin. Een treffend voorbeeld hiervan is natuurlijk het verhaal van de eik en de gaai. Gaaien verzamelen in het najaar eikels en verstoppen deze elders om de winter door te komen. Tijdens het verzamelen kan een gaai wel tot zes eikels in één keer vervoeren. Hij slikt er dan vijf door en de zesde houdt hij in zijn bek. Een prachtig fenomeen om een gaai aan het werk te zien!
10. Wat vooral niet doen
De laatste tip gaat om wat je vooral niet moet doen. Veel groen betekent veel vogels in je tuin, dus beperk het gebruik van (half)verharding zoals grind, split, tegels en bakstenen in je tuin.
Daarnaast moet je zeker niet al het groen in je tuin in één keer snoeien. Vogels vinden schuilplekken in het groen in je tuin, dus mocht je dit allemaal in één keer snoeien dan ontneem je dus al hun schuilmogelijkheden. Probeer snoeien gefaseerd uit te voeren gedurende het hele jaar. Snoei wintergroene struiken niet in de winter, knip je blauwe regen in februari, de vlinderstruik in maart of april, voorjaarsbloeiers na de bloei en (bladverliezende) bomen in de winter. Zo hebben de vogels altijd een plekje in je tuin om zich terug te trekken.
Geef vogels de ruimte in het voorjaar
Snoei daarnaast wintergroene struiken en bomen niet in het voorjaar. Het voorjaar is de tijd dat de meeste vogels broeden, dit is de tijd dat je ze zo min mogelijk moet storen. Sommige vogels broeden al vroeg in februari en andere nog tot in augustus. Meestal wordt de periode 15 maart tot 15 juli aangehouden als broedseizoen. Probeer in deze periode je snoeischaar dan ook zo veel mogelijk in de garage te laten (behalve de noodzakelijke werkzaamheden uiteraard).
Doe vooral niet te veel!
Als allerlaatste tip kunnen we je geven dat je je tuin niet volledig moet opruimen. Een tuin winterklaar maken klinkt heel logisch, maar eigenlijk doe je hier meer fout mee dan goed. Zorg ervoor dat er altijd rommelhoekjes aanwezig zijn en er altijd in het najaar wel wat afgevallen bladeren liggen. Uitgebloeide zomerbloeiers kun je het beste ook pas snoeien in het voorjaar. Uitgebloeide takjes worden gebruikt als nestmateriaal en doen dienst als overwinteringsplek voor insecten. Rommelhoekjes zorgen ook voor meer biodiversiteit in je tuin (lees hier waarom biodiversiteit belangrijk is), wat de vogels natuurlijk weer ten goede komt.
Nog niet uitgelezen? Lees dan ons verslag van de ontwikkeling van onze 3,5 are grote tuin die we omtoveren tot een natuurtuin en vogelparadijs.