Planten kiezen voor dat plekje in de volle zon in je tuin kan soms best lastig zijn. Niet alle tuinplanten kunnen de intensiteit van de zon en de droge omstandigheden verdragen. Gelukkig is er een ruime keuze aan inheemse planten die een plekje in de volle zon prefereren. Door te kiezen voor de juiste inheemse planten zorg je ervoor dat je planten niet staan weg te kwijnen én lever je een belangrijke bijdrage aan de lokale biodiversiteit. Een win-win situatie dus.
Inhoudsopgave
- Tips voor planten in de volle zon
- Beemdkroon (Knautia arvensis)
- Duizendblad (Achillea millefolium)
- Gewone smeerwortel (Symphytum officinale)
- Dagkoekoeksbloem (Silene dioica)
- Grote centaurie (Centaurea scabiosa)
- Wilde marjolein (Origanum vulgare)
- Grote pimpernel (Sanguisorba officinalis)
Tips voor planten in de volle zon
Op stukken in je tuin die in de volle zon liggen kunnen de omstandigheden behoorlijk extreem worden. Door klimaatveranderingen worden de weersomstandigheden steeds extremer. Dit betekent dat planten in de volle zon tegen hogere temperaturen bestand moeten zijn en langere periodes van droogte moeten overbruggen. Met onderstaande tips kun je ervoor zorgen dat je planten deze omstandigheden beter aan kunnen.
Zorg ervoor dat de grond tussen de planten afgedekt is. Een kale grond droogt sneller uit dan grond die afgedekt is, waardoor planten sneller dorst krijgen. Om de grond af te dekken kun je boomschors gebruiken, of een mulchlaag van plantenresten.
Heb je dit gedaan, maar droogt de grond dan nog steeds heel snel uit? Dan kun je er nog voor kiezen om een druppelslang aan te leggen. Dit maakt het water geven een stuk gemakkelijker. Een druppelslang geeft het water gelijkmatig af. In combinatie met een afdeklaag van boomschors of plantenresten zorgt ervoor dat het water niet onmiddellijk verdampt en de planten de kans krijgen het vocht op te nemen. De afdeklaag zorgt er tevens meteen voor dat de druppelslang niet zichtbaar is (en dat je geen of minder onkruid hoeft te plukken).
Lees ook: natuurtuin in ontwikkeling – deel I
Uitgebloeide kruiden laten staan
Hebben je planten het hele jaar gebloeid en is er in het najaar niet meer over dan een aantal uitgebloeide stengels? Laat deze dan staan tot in het voorjaar. Al lijken het maar een paar uitgebloeide stengels, deze zijn zeer belangrijk voor de overwintering van dieren. Insecten overwinteren in uitbloeide stengels en kleine dieren vinden schuilplaatsen tussen de planten. Op onderstaande afbeelding zie je zo’n uitgebloeid stukje kruiden. Deze heeft de hele winter als schuilplek gediend voor een haas. Als je goed kijkt zie je de oren van de haas (omcirkeld). Maar ook vogels zoals de roodborst en winterkoning vinden er in de schrale wintermaanden voedsel in. Voortaan de uitgebloeide kruiden laten staan dus!
Beemdkroon (Knautia arvensis)
De eerste plant voor in de volle zon die we bespreken is beemdkroon. Deze vaste plant wordt tot 60 centimeter hoog en bloeit met prachtige lilakleurige bloemen.
De bloei start in juni en loopt door tot in de herfst, vaak tot in oktober. Beemdkroon kan ook goed worden toegepast in bloemenrijke gazons en bloemenweiden.
Beemdkroon wordt druk bezocht door van allerlei insecten zoals dagvlinders, bijen en hommels. De knautiabij, welke op de rode lijst staat, is zelfs afhankelijk van beemdkroon. De sterke afname van beemdkroon in Nederland zorgt er dan ook voor dat de bij op de rode lijst staat.
Duizendblad (Achillea millefolium)
Een andere vaste plant die een plekje in de volle zon goed verdraagt is duizendblad. Duizendblad wordt tot 50 centimeter hoog en heeft uitbundige witte, roze, of soms rode schermbloemen. De bloei start in juni en loopt door tot in november.
Duizendblad kan ook prima op groendaken en in bloemrijke gazons en bloemenweiden toegepast worden.
Net zoals beemdkroon is duizendblad ook een zeer goede plant om insecten aan te trekken. Onder andere zweefvliegen, bijen, vlinders en hommels vliegen op de bloemen. De kortsprietwespbij en duinmaskerbij zijn twee voorbeelden van bijen die je op duizendblad kunt tegenkomen.
Gewone smeerwortel (Symphytum officinale)
In een lijstje met planten voor in de volle zon mag gewone smeerwortel niet ontbreken. Gewone smeerwortel kan tot 1 meter hoog worden. Ze krijgt prachtige hangende bloemen, welke kunnen variëren van witte tot paars. De bloei start al in april en duurt tot en met augustus.
Smeerwortel houdt wel van een wat vochtige grond, dus zorg ervoor dat deze niet te veel uitdroogt.
Smeerwortel (De Natuur van hier)
Gewone smeerwortel wordt veel bezocht door hommels zoals de akkerhommel, aardhommel en grashommel (zeldzaam). Alleen langtongige hommels kunnen bij de nectar. Hommels met een korte tong (zoals de akkerhommel) boren een gaatje aan de voet van de bloemkroon om bij de nectar te komen.
Lees ook: de verschillen tussen bijen, wespen, hommels en hoornaars
Dagkoekoeksbloem (Silene dioica)
Dagkoekoeksbloem is ook zo’n prachtige vaste plant die een plek in de volle zon verlangt (of halfschaduw), mits deze wel op een vochtige plek staat. Belangrijk is dus om ervoor te zorgen dat de grond niet uitdroogt.
Dagkoekoeksbloem wordt tot 80 centimeter hoog en bloeit van april tot en met oktober met grote roze bloemen, met vijf diep ingesneden kroonbladeren.
Bijen, hommels, dagvlinders en nachtvlinders vliegen op de bloemen van dagkoekoeksbloem. Hoewel de bloemen overdag open zijn vindt bestuiving voornamelijk plaats door nachtvlinders. Dagkoekoeksbloem is de waardplant voor de gewone Silene-uil, maar ook de koekoeksbloem-spanner is een nachtvlinder die veelvuldig gebruik maakt van de plant.
Grote centaurie (Centaurea scabiosa)
De grote centaurie is nog zo’n prachtige inheemse plant die het prima doet in de zon. De plant kan tot wel 1,25 meter hoog worden en kent een rijkelijke bloei. De grote rozepaarse bloemen verschijnen in mei aan de plant en blijven doorbloeien tot en met augustus.
Grote centaurie doet het beste op kalkhoudende tot kalkrijke bodems.
Grote centaurie is voor insecten ook een erg belangrijke plant. Er vliegen veel bijen op grote centaurie, zoals groefbijen en de pluimvoetbij. Verder maken ook hommels en vlinders veelal gebruik van de bloemen. Soorten die je kunt aantreffen op de grote centaurie zijn de distelvlinder, verschillende parelmoervlinders en hommels zoals akkerhommel, aardhommel en steenhommel.
Wilde marjolein (Origanum vulgare)
Een andere inheemse plant die in de volle zon gezet kan worden is wilde marjolein. Wilde marjolein wordt tot 60 centimeter groot en heeft een voorkeur voor kalkhoudende grond.
De roze bloemen geuren heerlijk en bloeien van juli tot september.
Wilde marjolein wordt veelal als specerij gebruikt in de Griekse en Italiaanse keuken en staat ook wel bekend als oregano.
Wilde marjolein is een ware insectenmagneet. Van allerlei soorten insecten komen er op af, zoals zweefvliegen, (solitaire) bijen, hommels en dagvlinders. Enkele soorten die vaak gezien worden op wilde marjolein zijn: honingbij, metselbij, stadsreus, dagpauwoog, atalanta en vele anderen.
Grote pimpernel (Sanguisorba officinalis)
Tot slot nog de grote pimpernel. Deze vaste land is vrij zeldzaam geworden in Nederland.
Grote pimpernel wordt tot 1 meter hoog, in sommige gevallen nog hoger, en bloeit met prachtige donkerrode bloemen. De bloeit begint in juni en loopt door tot en met september. Grote pimpernel verdraagt een plek in de volle zon, maar houdt wel van een wat vochtige bodem. Plant je hem dus in de volle zon dan moet je er wel voor zorgen dat de grond niet uitdroogt.
Net zoals de overige inheems planten die besproken zijn in deze blog, is grote pimpernel ook een belangrijke plant voor een aantal insecten. Zweefvliegen, bijen, hommels en dagvlinders maken veelvuldig gebruik van de plant. Voor het pimpernelblauwtje en het donker pimpernelblauwtje is het zelfs de waardplant.