Hoe werkt eb en vloed?

De maan, de zon en de aarde hebben er allemaal mee te maken: het proces van eb en vloed. Hoog water wisselt zich af met periodes van laag water. Daarnaast zijn er ook periodes van doodtij en springtij. Dit kan gevaarlijke natuurverschijnselen doen ontstaan, zoals Watersnoodramp in 1953. We zijn altijd bezig ons te beschermen tegen deze natuurkracht. Desondanks zijn er ook momenten waarop we een andere kant van de zee kunnen ervaren, door bijvoorbeeld te gaan wadlopen. In deze blog lees je alles over het fenomeen eb en vloed.

Eb en vloed: het proces van aantrekken en terugtrekken

In al het water op aarde merk je het effect van eb en vloed. Dit heeft te maken met de stand van de aarde en de maan. Maar wat is eb en wat is vloed? Wanneer het eb is, staat het water laag. Bij vloed staat het water juist hoog. Vind je het lastig om dit te onthouden, dan kun je denken aan dit ezelsbruggetje: als je iets in overvloed hebt, heb je er veel van. Zo is het ook met water; als het vloed is, is er veel (hoog) water.

Op grote oppervlakken merk je het verschil tussen eb en vloed meer dan bij kleinere oppervlakken. Bij versmallingen, zoals bij de Straat van Gibraltar, zul je bijvoorbeeld veel minder van het aantrekkende en wegtrekkende water merken dan bij de aangrenzende Noordelijke Atlantische Oceaan. En omdat de Straat van Gibraltar zo smal is, kan er geen eb en vloed ontstaan in de Middellandse Zee. Het zeeniveau kan door deze versmalling niet merkbaar stijgen of dalen.

Tijdens eb trekt het water zich terug en komen zandbanken bloot te liggen
Tijdens eb trekt het water zich terug en komen zandbanken bloot te liggen

Invloed van buitenaf

Het proces van eb en vloed heeft te maken met de aantrekkingskracht van de maan. Hoe zit dat nu precies? De maan trekt aan de aarde, maar ook aan het water op aarde. Op het deel van de aarde waar de maan aan trekt, staat het water hoger. Daar is het dus vloed. Door deze aantrekkingskracht ontstaan ook de golven. Doordat de aarde en de maan draaien, trekt de maan het water mee. Hierdoor zie je de golfbeweging van het water.

Eb en vloed kent een steeds terugkerende cyclus. Het is twee keer per dag eb en twee keer per dag vloed. Grof genomen, want de periode tussen vloed en de volgende vloed is ongeveer 12 uur en 25 minuten. Doordat de wereld om haar eigen as draait in 24 uur, staat elke kant twee keer per etmaal aan de kant van de maan.


Lees ook: de beekprik, rivierprik en zeeprik


Tijdens eb kun je zeehonden zien rusten op zandbanken en bij geulen
Tijdens eb kun je zeehonden zien rusten op zandbanken en bij geulen

Springtij

Zoals je hierboven kunt lezen, heeft de maan dus een sterke aantrekkingskracht op de aarde en het water op de aarde. Maar ook de zon heeft invloed hierop. Wanneer de aarde, maan en zon op één lijn staan, is het springtij. Het verschil tussen hoogwater en laagwater is nu het grootst. Dit komt twee keer per maand voor, namelijk een week na nieuwe maan of volle maan.

Met springtij kan het water nog hoger komen dan met vloed
Met springtij kan het water nog hoger komen dan met vloed

Doodtij

Aan de andere kant hebben we ook doodtij. Dit is eigenlijk het tegenovergestelde van springtij. Met doodtij is het verschil tussen hoogwater en laagwater juist het kleinst. Gemiddeld gezien staat het hoogwater niet zo hoog als anders en het laagwater staat niet zo laag als anders. De maan, aarde en zon staan nu niet op één lijn. De maan en de aarde staan op één lijn, maar de zon staat in een haakse hoek op de aarde.

Gevaar in zee tijdens eb

Wanneer het eb wordt, trekt de zee zich terug. Dit kan gevaarlijke situaties opleveren, waar je mee de zee in wordt getrokken door de stroming. Het kost dan veel kracht om hier tegenin te zwemmen. Het beste is dan om te wachten op golven die richting de kust gaan, zodat je je op die stroming kunt begeven. Wanneer het eb is, zijn muien ook erg gevaarlijk. Muien bevinden zich tussen zandbanken en kunnen erg brede en lange geulen zijn. De stroming is hier vaak erg sterk.


Lees ook: wat is een symbiose?


Watersnoodramp: vloed en springtij

In 1953 kwamen er facetten samen die leidden tot een enorme natuurramp: de Watersnoodramp. Op 1 februari stonden de maan, de aarde en de zon op één lijn: springtij. Daarbij stak er een felle noordwestenwind op, die de golven nog hoger en zwaarder op het land liet beuken. Deze twee zaken, in combinatie met het onder zeespiegel liggende land, zorgen ervoor dat de dijken doorbraken en een heel deel van Zeeland overstroomde. Dit is een van de grootste natuurrampen van ons land. Sindsdien zijn er grote waterwerken gebouwd, om zo’n ramp in de toekomst te voorkomen: de Deltawerken.

De Deltawerken verdedigen het land tegen hoogwater
De Deltawerken verdedigen het land tegen hoogwater

Menselijk ingrijpen

Al voor de Deltawerken was men bezig met het in toom houden van het water. Enkele decennia voor de Deltawerken werd het plan voor de Afsluitdijk gemaakt.

Met de komst van de Afsluitdijk is de Zuiderzee veranderd in het IJsselmeer. In 1932 werd het laatste gat gedicht en in 1933 konden mensen het gebruiken als autoweg. De Zuiderzee, met haar getijden, bestond niet meer. Het IJsselmeer is een zoetwaterplas. Een levensveranderende situatie voor het leven in de zee. Het zoute water veranderde nu in zoet water. De eerste tijd was het water nog zout, maar omdat er geen verbinding meer met de zee was en er onder andere door regen en rivieren zoet water aangevoerd wordt, werd het water brak. Na enkele jaren was het water volledig zoet. Zoals eerder genoemd, had dit grote gevolgen. Dieren die afhankelijk zijn van zout water, zoals vis en daarmee ook de vogels die die vis eten, konden hier niet overleven.


Lees ook: waar is biodiversiteit goed voor?


Normaal Amsterdams Peil

Het moge duidelijk zijn: water staat nooit stil. Toch willen we graag het water meten, zodat we kritieke grenzen met betrekking tot hoogwater kunnen bepalen, bijvoorbeeld. En nu het klimaat drastisch verandert, stijgt de zeespiegel snel. Hoe meten we dat dan? In Nederland gebruiken we NAP. Met NAP geven we in Nederland aan hoe hoog (of laag) het water staat ten opzichte van een nulpunt. Dit nulpunt werd ooit voor het eerst aangebracht in de Amsterdamse sluizen. Vandaar de naam.

Normaal Amsterdams Peil
Normaal Amsterdams Peil

Doen: wadlopen

Wanneer het eb wordt, trekt de zee zich terug. Dat betekent dat er delen van de zeebodem droog komen te liggen. Dit gebeurt ook bij de Waddenzee. Wanneer het daar eb wordt, kun je naar verschillende Waddeneilanden lopen, zoals Schiermonnikoog, Ameland en Terschelling. Ook enkele andere eilanden zijn lopend te bereiken. Deze wandeltochten variëren in zwaarte, maar feit is dat je er sowieso wel sportief voor moet zijn. Een mooie ervaring om eens mee te maken, onder begeleiding van een gids.

Het Waddengebied is een zeer belangrijke plek voor allerlei trek- en watervogels. Tijdens het wadlopen zul je veel verschillende soorten horen en zien.

Het Wadddngebied tijdens eb
Het Waddengebied tijdens eb

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!