Witte vlinders herkennen

Er zijn vlinders in allerlei soorten, maten en kleuren. Opvallende vlinders zijn vaak niet moeilijk te herkennen, maar vlinders die er grotendeels hetzelfde uitzien, zijn moeilijker om uit elkaar te houden. Zo ook witte vlinders. Hoe leer je witte vlinders herkennen? In deze blog geven we je daar tips voor: waar kun je op letten en wat onderscheidt de ene vlinder van de andere? Aan het eind van deze blog geven we nog tips hoe je vlinders zelf kunt helpen.

Inhoudsopgave

Een koolwitje, maar is het de grote of de kleine?
Een koolwitje, maar is het de grote of de kleine?

Witte vlinders behoren tot de familie witjes: Pieridae. Als je op de Latijnse namen van de vlinders let, zul je al gauw opmerken welke tot hetzelfde geslacht behoren en welke niet. Waardplanten zijn voornamelijk koolsoorten en kruisbloemigen.

Groot koolwitje (Pieris brassicae)

De voorste vleugelpunten zijn zwart. Dit loopt tot bijna onderaan de voorste vleugelpunt door naar beneden, in de vorm van een maansikkel. Vrouwtjes hebben twee zwarte stippen op de voorste vleugels, mannetjes hebben dit niet. De stippen kunnen per generatie verschillen.

Het groot koolwitje is meestal tussen de 28 en 32 mm groot. Het groot koolwitje kun je in het hele land tussen maart en oktober tegenkomen.De rupsen zijn groen met een zwart gespikkelde rug.

Pieris brassicae 7, Groot koolwitje, Vlinderstichting-Henk Bosma
De donkere vleugelpunten en zwarte stippen zijn hier duidelijk te zien bij dit vrouwtje (Vlinderstichting/Saxifraga – Henk Bosma)

Klein koolwitje (Pieris rapae)

Het klein koolwitje heeft minder zwarte vleugelpunten dan het groot koolwitje. En natuurlijk zijn ze kleiner (21-27 mm). De vleugelpunten zijn zwart, maar dat loopt niet zo ver door als bij het groot koolwitje. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben zwarte vlekken op hun voorvleugel, maar bij de vrouwtjes zijn deze meer aanwezig.

Het klein koolwitje is ook een algemene vlinder en kun je overal in ons land zien fladderen tussen maart en oktober. De rupsen zijn groen en heel licht gespikkeld. Ook valt de smalle, gele streep op.

Pieris rapae 26, Klein koolwitje, Saxifraga-Rudmer Zwerver
Vergeleken met de foto hierboven zie je bij het klein koolwitje duidelijk verschil in de vleugelpunten (Saxifraga – Rudmer Zwerver)

Klein geaderd witje (Pieris napi)

Deze witte vlinder (20-24 mm) lijkt in de zomer erg op het klein koolwitje. In de lente vallen de aders meer op. De aders op de onderste vleugels zijn grijsgroen bestoven. De mannetjes hebben één vlek op de voorste vleugels, vrouwtjes hebben er twee. De vleugelpunten zijn ook bij deze vlinders zwart en zijn druppelvormig.

Dit witje komt in het gehele land voor en zie je tussen april en oktober. De rups is blauwgroen met kleine gele vlekjes over de zijkant, waar de ademhalingsgaatjes in zitten.

Klein geaderd witje (Vlinderstichting/Saxifraga - Kars Veling)
De bestoven aders zijn hier goed te zien (Vlinderstichting/Saxifraga – Kars Veling)

Lees ook: hoe maakt een bij honing?


Citroenvlinder (Gonepteryx rhamni)

Deze vlinder zul je vooral kennen door de heldere, gele kleur, maar de vrouwtjes zijn een stuk minder geel. Soms zelfs tegen het wit aan. Dan is het vrij makkelijk om de vlinder voor een witje aan te zien. Net als de witjes kun je deze vlinder ook overal in Nederland zien (februari-oktober).

De citroenvlinder is tussen de 27 en 30 mm groot. Aan zowel de voor- als de achtervleugel is een duidelijk puntje te zien. Mannetjes en vrouwtjes hebben een oranje vlekken op de vleugels. De rups is groen met hele fijne zwarte spikkeltjes.

Citroenvlinders hebben duidelijke puntjes aan de vleugels (Vlinderstichting/Saxifraga – Chris van Swaay)

Oranjetipje (Anthocharis cardamines)

Hoewel deze vlinder ook voornamelijk wit is, valt de grote oranje vlek op de voorste vleugel goed op. Maar let op: vrouwtjes hebben deze oranje vlek niet. Daardoor kun je deze vlinder snel onderscheiden van andere witte vlinders.

Oranjetipjes zie je vooral in het voorjaar. In het oosten zitten ze veel, maar verder kun je ze overal door het land tegenkomen. Ze zijn ongeveer 20 mm groot en je ziet ze van maart tot en met juni. De rups is is grijsgroen en fijn zwart gespikkeld en heeft een witte streep over de lengte van het lichaam.

Anthocharis cardamines 71, Oranjetipje, Saxifraga-Rudmer Zwerver
Hier is het verschil tussen man en vrouw oranjetipje goed te zien (Saxifraga – Rudmer Zwerver)

Scheefbloemwitje (Pieris mannii)

Deze witte vlinder lijkt heel erg op beide koolwitjes en is dus vrij lastig te herkennen. Het klein koolwitje heeft een vrij rechte zwarte vleugelpunt, het groot koolwitje juist een grote zwarte vlek die uitloopt en het scheefbloemwitje zit daar tussenin. Daarnaast is de vlek op de vleugel hol van binnen.

Dit vlindertje is 19-25 mm groot en een nieuwkomer in Nederland. Je ziet hem vanuit het zuiden steeds noordelijker trekken. Van maart tot en met oktober is deze vlinder actief. De rups is lichtgroen met twee gele strepen op het lichaam, die over de lengte lopen.

Pieris mannii 3, Scheefbloemwitje, Saxifraga-Willem van Kruijsbergen
Het scheefbloemwitje lijkt erg op de andere witjes (Saxifraga – Willem van Kruijsbergen)

Lees ook: hoe maakt een spin een spinnenweb?


Afsluiting

Wie natuurontwikkeling volgt, weet dat het de laatste jaren niet goed gaat met veel vlinders. Net als veel andere diersoorten hebben ook zij last van onder andere stikstofneerslag, droogte en ander extreem weer. We hebben elkaar nodig om hier iets aan te kunnen veranderen. Daarom hebben we hier enkele tips op een rijtje gezet waar je gelijk mee uit de voeten kunt.

  • Hang een vlinderhotel op. Het beste kun je een vlinderhotel op een beschutte plek hangen, zodat er geen regen en wind naar binnen kan komen. De hoogte maakt niet uit. Wij hebben bijvoorbeeld dit vlinderhotel gekocht.
  • Vlinders zijn gek op zoetigheid. Leg ergens wat (rottend) fruit neer en je zult binnen de kortste keren de eerste vlinders zien verschijnen. Wist je dat soorten vlinders van verschillende fruitsoorten houden? Probeer dus gerust verschillend (biologisch) fruit uit.
  • Vooral met warme dagen en zeker met langere, droge periodes is het belangrijk dat vlinders ergens kunnen drinken. Je kunt zorgen voor schaaltjes met water, vochtige planten en bodem en je kunt eventueel ook suikerwater maken.
  • Deel je vlinders op waarneming.nl! Via de app ObsIdentify is het vrij eenvoudig om de soort te laten herkennen. Vanuit daar kun je hem uploaden op waarneming.nl. Ook handig met die zoveel op elkaar lijkende witte vlinders. Benieuwd welke vlinders er in onze natuurtuin rondfladderen? We houden een soortenlijst bij.
  • De vlinderstruik. Een geliefde struik in menig tuin. Wij raden af om nog vlinderstruiken aan te planten. Ze woekeren en komen hier niet van nature voor, daarmee zijn ze een bedreiging voor onze inheemse soorten. Een (invasieve) exoot dus. Daarnaast blijkt uit onderzoek van Sprinklr dat er op onder andere de vlinderstruik (en helaas andere tuinplanten) nog vaak allerlei soorten gif zit. Je kunt beter kiezen voor (liefst biologisch gekweekte) inheemse soorten, zoals wollige sneeuwbal (affiliate).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!