Iedereen kent ze wel: een kauw, zwarte en/of bonte kraai, ekster, gaai, wellicht zelfs een roek, notenkraker of raaf. Het zijn de kraaien van Nederland. De familie kraaiachtigen (Corvidea) gaat echter verder dan onze Nederlandse vrienden, want in totaal bestaat de familie uit 128 soorten. Ze komen bijna overal ter wereld voor. Ze behoren ook tot de zangvogels, hoewel niet iedereen hun stemgeluid als gezang zou kwalificeren. Het gekras van de kraai is niet zo bedoeld, maar hij heeft, net als wij allen, zijn eigen geluid en is daarmee heel herkenbaar.
In deze serie nemen we je mee in de wereld van de kraaien. Elk deel van de serie licht een andere kraaiachtige van Nederland uit. Om de kraaiachtigen te leren kennen, vind je hier de taxonomie van deze familie zangvogels en algemene informatie over deze groep, want wat is het de moeite waard om deze vogels beter te leren kennen.
De vogels die in Nederland tot de kraaiachtigen horen, zijn:
Kraaiachtigen hebben zoveel verschillende en verrassende kanten. Wat dat betreft ben je nooit uitgeleerd, want ze weten je steeds weer te verwonderen. Eigenlijk zouden we moeten zeggen: misschien verwonderen zij zich wel over ons. Want kraaiachtigen bestaan al ontzettend lang en hebben ons ontstaan meegemaakt. De oudste fossielen die in Europa gevonden zijn van het geslacht Corvidae (kraaien) dateren van 17 miljoen jaar geleden. Al die tijd zijn ze blijven evolueren, waardoor ze nu de kenmerken hebben waar ze om bekend staan.
Meestal zijn de vogels overwegend zwart, maar er zijn uitzonderingen. Zo ziet de gaai er bijvoorbeeld kleurrijk uit. Maar in andere landen heb je ook kraaiachtigen die er heel tropisch uit zien, met felle kleuren. De lichaamslengte bedraagt tussen de 20 en 67 centimeter. In Nederland is de kauw de kleinste kraaiachtige. Van vleugelpunt tot vleugelpunt meet hij 64-73 centimeter. De raaf is hier de grootste kraaiachtige, met een spanwijdte tussen de 100-150 centimeter. En daarmee de grootste zangvogel van ons land.
Kraaiachtigen zijn intelligente vogels en dit zie je terug in hun gedrag. Eksters die bezig zijn met voedsel verstoppen, houden bijvoorbeeld in de gaten of iemand ziet waar ze het verstoppen. Ze nemen interessante spullen mee naar hun nest voor verder onderzoek. Kraaien en raven oefenen bepaalde klanken zachtjes voor zich uit, tot ze het zich eigen hebben gemaakt. Gaaien kunnen tot wel 5000 eikels verstoppen en brengen markeringen aan rondom de verstopplekken, zodat ze de plek onthouden.
Verder zijn veel van deze vogels monogaam. Familieleden helpen bij de opvoeding, wat je onder andere terugziet bij kraaien. De nesten zijn vaak groot, bij eksters heeft deze zelfs een dak.
Het menu van kraaiachtigen
Het voedsel van de vogels is uiteenlopend. Van dode karkassen tot menselijk afval. Door het opruimen van aangereden dieren helpen ze ziektes als botulisme uit de buurt te houden. En vroeger waren ze geliefd om het pikken van de emelten uit graslanden, terwijl dat nu vaak als overlast wordt gezien. Ook zaden, bessen, noten, wormen en insecten staan op het menu. Het zijn echte omnivoren.
Verspreiding
Kraaiachtigen kom je eigenlijk overal in Nederland wel tegen, maar de raaf heeft zich nog niet overal helemaal gevestigd. Hij is nog niet lang geleden geherintroduceerd en is nog bezig met zijn opmars. De meeste kraaiachtigen zijn te vinden in omgevingen met bos en cultuurlandschappen. De laatste jaren komen ze ook steeds meer richting de mens, vanwege ons afval en de dieren die aangereden worden.
Wereldwijd gezien komen kraaiachtigen overal ter wereld voor. Gebieden waar je ze niet zult vinden zijn de poolgebieden, enkele Polynesische eilanden en Nieuw-Zeeland.
Serie kraaiachtigen
Hieronder kun je per deel meer lezen over de kraaien in Nederland.
Een van de bijzonderste vogelfamilies die we in Nederland tegen kunnen komen, is wat ons betreft toch de spechtenfamilie. In totaal telt deze familie zo’n 240 soorten wereldwijd, in Nederland zijn er zes (of toch zeven?) spechten te vinden. In dit artikel lees je welke soorten dit zijn en lees je hoe je een specht in de natuur kunt tegenkomen en hoe je er wellicht zelfs een naar je tuin kunt lokken.
Algemene kenmerken
Voordat we de soorten specifiek beschrijven, bespreken we eerst wat algemene kenmerken die alle spechten met elkaar delen. Spechten zijn kleine tot middelgrote vogels met een scherpe snavel. Deze snavel gebruiken ze om het kenmerkende gedrag van een specht uit te voeren: in een snel tempo kort achter elkaar op een boom timmeren, roffelen genoemd. Dit gedrag heeft meerdere doeleinden. Door het timmeren op boomstammen zoeken ze voedsel, maken ze een nestholte of bakenen ze hun territorium af.
Om de klappen en trillingen van het timmeren op bomen op te vangen, hebben spechten zich over de loop van tijd op een bijzondere manier geëvolueerd. Een scherpe, rechte snavel met een extra hoornlaag, zeer sterke kop- en nekspieren, weinig hersenvocht en een versterkt tongbeen wat de klap gelijkmatig verdeeld over de schedel, zorgen er gezamenlijk voor dat de specht zijn werkzaamheden dag in en dag uit kan uitvoeren.
Spechten hebben daarnaast een lange kleverige tong waarmee ze insecten uit boomholtes weten te grissen. Ze hebben een stevige staart en scherpe klauwen waarmee ze zich goed aan een boom vast kunnen houden. Je zou denken dat alle spechten onlosmakelijk met bomen verbonden zijn, maar er zijn echter ook spechten die in boomloze habitats voorkomen. De Nederlandse soorten vind je wel voornamelijk terug in de bossen.
Taxonomie spechten in Nederland
Dit zijn de zes spechten die in Nederland voorkomen:
Kleine bonte specht (Dryobates minor)
Middelste bonte specht (Dendrocoptes medius)
Grote bonte specht (Dendrocopos major)
Zwarte specht (Dryocopus martius)
Groene specht (Picus viridis)
Draaihals (Jynx torquilla)
Vijf van de zes soorten behoren tot de onderfamilie echte spechten, één soort behoord tot de draaihalzen. In het verleden (tot 2015) werden de kleine-, middelste- en grote bonte specht allemaal tot hetzelfde geslacht (Dendrocopos) gerekend, maar tegenwoordig behoren ze allemaal tot een eigen geslacht.
Kleine-, middelste- en grote bonte specht
Als we het hebben over de soorten, dan kunnen we maar het beste meteen beginnen met de drie die het meest op elkaar lijken. De bonte spechten. Als beginner heb je geen idee waar je op moet letten en kom je vaak niet verder dan; ‘ik heb een bonte specht gezien’. Maar na het lezen van deze blog lukt het de volgende keer vast om die bonte specht verder op soort te kunnen determineren. Let hierbij niet alleen op het uiterlijk van de specht, de omgeving vertelt vaak ook al veel!
Kleine bonte specht (Dryobates minor)
De kleine bonte specht is, hoe kan het ook anders, de kleinste van het bont gezelschap en wordt niet groter dan 14 tot 16 centimeter met een spanwijdte van 25 tot 27 centimeter. De vrouwtjes zijn volledig zwart-wit gekleurd, de mannetjes hebben een rood petje. De kleine bonte specht is het best te onderscheiden door de grote en het ontbreken van de witte schoudervlekken.
Kleine bonte spechten zijn voor het maken van een nest vaak op zoek naar zachtere boomsoorten zoals wilg, berk en populieren. Ze komen dan ook vaak voor in loofbossen (ook wel in gemengde bossen), waarin voldoende van zulke bomen te vinden zijn. Daarnaast is het belangrijk dat er ook voldoende dood hout staat en ligt in het bos. Dit zorgt voor een hoge insectendichtheid in het bos, het hoofdvoedsel van de kleine bonte specht. Kleine bonte spechten zijn standvogels, wat betekent dat ze het jaarrond te vinden zijn in onze Nederlandse bossen.
Middelste bonte specht (Dendropicos medius)
De middelste bonte specht is de lastigste van de drie om waar te nemen, omdat deze wat meer eisen stelt aan zijn habitat. Wil je een middelste bonte specht spotten, dan moet je op zoek naar oude bossen met bij voorkeur veel eikenbomen. De middelste bonte specht wordt zo’n 19 tot 22 centimeter groot, met een spanwijdte van 32 tot 35 centimeter. Waar de meeste mannetjes en vrouwtjes vogels van een soort uiterlijke verschillen tonen, is dit bij de middelste bonte specht eigenlijk niet zo.
Om hem te kunnen onderscheiden van de grote bonte specht kun je het beste letten op de kruin, deze is rood bij de middelste en bij de grote is deze zwart. Daarnaast is deze net wat kleiner dan de grote specht. Ten opzichte van de kleine heeft de middelste bonte witte schoudervlekken en is deze aanzienlijk groter.
Zoals gezegd houden middelste bonte spechten van oude eikenbossen. Hier zijn ze op de takken van oude bomen opzoek naar insecten. Naast insecten eten ze ook af en toe noten en bessen. Net zoals de kleine bonte is de middelste bonte een echte standvogel, wat betekent dat je in de winter ook op zoek kunt naar ze. De beste kans op een waarneming maak je in het Oosten en Zuiden van ons land.
Als laatste van de drie is er nog de grote bonte specht, de meest algemene van de drie. De grote bonte specht is iets groter dan de de middelste bonte specht, volwassen exemplaren zijn zo’n 20 tot 24 centimeter groot. De spanwijdte bedraagt zo ’n 34 tot 39 centimeter.
Grote bonte spechten zijn, naast de grootte, goed te herkennen aan de grote, witte schoudervlekken. Mannetjes hebben daarnaast een rode vlek aan de achterkant van het zwarte petje, bij vrouwtjes ontbreekt deze rode vlek. Het zijn echte standvogels, die het hele jaar in Nederland verblijven.
Het hoofdvoedsel bestaat uit insecten. Maar ook noten, zaden en zelfs vogelvoer in tuinen eten ze graag. Grote bonte spechten maken daarnaast ook drinkgaatjes in bomen (Naturetoday). Dit zijn kleine gaten in de stam van de boom, die vollopen met boomsappen. Deze boomsappen zijn rijk aan suikers en mineralen en daardoor een goede toevoeging op het menu. Andere spechtensoorten profiteren mee van deze drinkgaatjes.
Jongen grote bonte spechten
De grote bonte specht kun je tegenkomen in bossen maar ook in stadsparken en zelfs op vakantieparken. Ga je in het voorjaar op pad, dan maak je zelfs kans op jongen grote bonte spechten te treffen. De jongen zijn in de periode eind mei/begin juni zo groot geworden dat ze bijna kunnen uitvliegen. Ze zitten dan ongeduldig met hun kopje naar buiten gestoken om hun ouders te roepen voor meer voedsel. Kijk dus goed om je heen als je door het bos wandelt en houd je oren goed open, wellicht zie je dit bijzondere tafereel.
Groene specht (Picus viridis)
De meest opvallende is met stip op nummer één toch wel de groene specht. Deze kleurrijke verschijning is absoluut niet te verwarren met de andere spechtensoorten. De groene specht is hoofdzakelijk olijfgroen gekleurd, met een grijsgroene buik, gele borst en staartbasis vlekken. Het gezicht bevat zwarte vlekken en rood op het kopje. De mannetjes hebben daarnaast nog een rode wangvlek.
Door zijn overwegend groene kleur valt de specht niet op als hij op de grond in het gras zit. Op de grond? Ja, ten opzichte van de andere spechten eerder benoemd leeft de groene specht veel op de bodem. Hier is hij naarstig op zoek naar mieren, zijn hoofdvoedsel. Dit doet hij door met zijn snavel een nest open te hakken en met zijn lange, kleverige tong het nest binnen te gaan.
Naast de kleur en de plek waar je een groene specht treft, heeft deze specht nog een bijzonderheid. In tegenstelling tot de andere soorten herken je deze soort niet op afstand door zijn roffel, maar door zijn roep. Deze wordt vaak aangehoord als een soort lach. Mocht je dus door de natuur lopen en lijkt het net alsof je verder weg een lach hoort, dan is er een grote kans dat je net een groene specht hoorde roepen.
De groene specht kun je in bijna alle provincies treffen, echter is de soort in Flevoland, Friesland en Groningen erg schaars. Dit heeft te maken met minder bos in deze provincies.
Zwarte specht (Dryocopus martius)
De zwarte specht is de grootste spechtensoort van Europa en de op een na grootste (na de poederspecht) van de wereld. Met zijn lichaamslengte van 45 tot 57 centimeter is deze specht ruim 20 centimeter groter dan de grote bonte specht. De spanwijdte is 64 tot 73 centimeter. Een imposante verschijning kun je wel zeggen.
Zoals de naam wel doet vermoeden is het verenkleed van de specht overwegend zwart. Ze hebben daarnaast een rode kruin. Dit is ook het kenmerk waarmee je de mannetjes van de vrouwtjes kunt scheiden. Bij de mannetjes begint de rode tekening vaak al op het voorhoofd en loopt deze taps toe tot bijna in de nek. Bij vrouwtjes is alleen de kruin rood.
Naast grootte en het verenkleed, is er nog een andere manier om de zwarte specht te onderscheiden van andere spechtensoorten. Ze vliegen namelijk niet in een golvende beweging, wat erg opvallend is voor andere spechtensoorten, maar meer in een rechte lijn zoals bijvoorbeeld een gaai zich voortbeweegt.
De zwarte specht is een echte bosbewoner. In de 19e eeuw werden er in Nederland veel bossen met naaldbomen aangeplant. Dit heeft de opmars van de zwarte specht in gang gezet. Hij heeft zich toen vrij algemeen gevestigd door het land, met uitzondering van de provincies waar bos schaars is. Goede plekken om op zoek te gaan naar de zwarte specht zijn het Drents-Friese Wold, de Schinveldse bossen in Limburg of het Amerongse bos in Utrecht. Ze hebben een voorkeur voor dode eikenbomen, dus let hier goed op!
De laatste specht die we bespreken, de draaihals, wordt gauw over het hoofd gezien als je er niet naar op zoek bent. Door zijn teruggetrokken levensstijl, onopvallende kleuren en omdat hij overwegend op de grond leeft, is dit een vogel die niet veel mensen in hun leven zullen treffen.
Met een lichaamslengte van circa 16 centimeter en een spanwijdte van ongeveer 34 centimeter, behoort de draaihals tot de wat kleinere spechtensoorten van ons land. Zoals gezegd is het verenkleed van de draaihals onopvallend. Zwarte, grijze en bruine strepen kleuren het verenkleed en als je goed kijkt lijkt er een soort van boomschorspatroon in te zitten. Dit is ook wel te verklaren daar de draaihals veel op de grond zit en hierdoor dus bijna niet opvalt.
Zijn naam heeft hij te danken aan het vermogen dat hij zijn nek in allerlei verschillende standen kan draaien. Dit geeft hem het voordeel dat hij zijn omgeving goed in de gaten kan houden. Het dieet bestaat hoofdzakelijk uit mieren. De draaihals houdt van open loofbossen op voornamelijk zandgronden. Een goede kans op een waarneming maak je op de Veluwe, bijvoorbeeld in het Deelerwoud. Het is echter een erg onopvallende vogel en er zijn maar weinig broedparen in Nederland, dus je zult goed je best moeten doen om er een te vinden.
Een andere goede plek om een draaihals is waar te nemen is Texel. Maar Texel lijkt in eerste instantie niet echt een spechtenplek. Dat klopt, maar de draaihals is een trekvogel, vrij ongewoon voor een specht. Daarom worden in het voor- en najaar regelmatig draaihalzen waargenomen, op weg (of juist op weg terug) naar tropisch Afrika.
Grijskopspecht (Picus canus)
Bij de draaihals schreven we dat dit de laatste specht was die we zouden bespreken, maar we hebben er nog eentje achter de hand gehouden, de grijskopspecht. De grijskopspecht is een specht die zelden wordt gezien in Nederland, een echte dwaalgast, maar algemener aanwezig is in onze buurlanden. Een keer in de zoveel jaar wordt er eens een grijskopspecht in Nederland waargenomen die hier dan een tijdje bivakkeert.
De grijskopspecht is gemakkelijk aan te zien voor een groene specht, maar is wat kleiner en heeft een grijze kop. De mannetjes hebben een rode kruin op de kop. Qua gedrag en dieet lijkt de grijskopspecht ook erg op de groene. Hij leeft ook veel op de grond waar hij op zoek is naar mieren.
Wil je eens op zoek gaan naar de grijskopspecht? Dan kunnen we je een reis naar het Teutoburgerwoud in Duitsland aanraden. We hebben het Teutoburgerwoud ontdekt middels een meerdaagse wandelvakantie. Lees hier verder als je daar meer over wil weten. Ook in de Ardennen is deze gave specht te zien. Helaas hebben we hem hier zelf niet gezien, maar hij zit er wel degelijk.
Spechten in de tuin
Je zou het misschien niet meteen zeggen, maar als je een wat grotere tuin hebt is het zeer goed mogelijk een specht in je tuin te krijgen. Zo komt de grote bonte specht zelfs voor in de top 20 van meest getelde tuinvogels tijdens de jaarlijkse tuinvogeltelling. Ben je na het lezen van dit artikel enthousiast geworden en wil je zelf ook een specht in je tuin? Lees dan snel deze tips!
Het meest voor de hand liggend is natuurlijk dat je moet zorgen voor veel groen en bomen in je tuin. Heb je een volwassen boom? Kap deze dan zeker niet! Volwassen bomen bieden een verscheidenheid aan insecten wat voor veel spechten een groot percentage van het dieet is. Ook dode bomen hebben in deze nog een perfecte functie. Een dode boom kan een uitstekende plek zijn om een nest te maken. Daarnaast trekt het zeldzame(re) insectensoorten aan wat weer een grotere verscheidenheid van voedselaanbod biedt. En een hogere biodiversiteit zorgt nou eenmaal voor meer bijzondere soorten.
Nestkastjes en voedsel aanbieden
Naast bomen aanplanten en behouden is het ook een goed idee om wat voedsel aan te bieden. Spechten zijn gek op pinda’s (hier te bestellen via vivara). Biedt deze op een rustige, beschutte plek aan in de tuin en naast spechten zou het zomaar kunnen dat er ook wat sijsen of een boomklever op af komen. Naast pinda’s kun je ook een pindakaaspotje (vivara), speciaal voor spechten ophangen. Een (of meerdere) insectenhotel ergens in de tuin is ook zeker een goed idee. Het grotere aanbod insecten in je tuin zal naast spechten ook veel andere insectenetende vogels aantrekken.
Uiteraard kun je er ook nog voor kiezen een spechtenkast op te hangen. Zorg ervoor dat je de nest tegen een grote, wat oudere boom hangt op ongeveer drie meter hoogte. Via deze link (bol.com) is een nestkast voor de grote bonte specht te bestellen. Deze ziet er natuurlijk uit waardoor die niet opvalt en deze is gemakkelijk vanuit de zijkant te openen. Handig als je de nestkast in het najaar gaat schoon maken. Daarnaast is deze extra lang (aangepast op het formaat van de specht) en moet de invliegopening door de specht zelf nog verder uitgehakt worden.
De soorten waarop je de meeste kans maakt
Het meeste kans maak je om de grote bonte specht te lokken. Deze wordt zelfs waargenomen in kleinere tuinen in dorpen en steden. Daarnaast is het ook goed mogelijk om de groene specht in je tuin te zien, alleen moet je hiervoor al wat landelijker en in een meer open terrein wonen. Het is echter zeer de moeite waard om je tuin aantrekkelijker maken voor spechten (of vogels in het algemeen). Het is een zeer bijzondere ervaring om een dergelijke vogel vanaf je bank te kunnen waarnemen!