Teutoburgerwoud wandelvakantie

Boomwortels en gesteente in het Teutoburger woud

Buiten Nederland zijn er natuurlijk ook plekken waar je kunt genieten van fantastische natuur. In de serie ‘over de grens’ nemen we je mee naar andere landen om daar de prachtige natuur te beleven.  In de eerste blog in deze serie nemen we je mee op onze meerdaagse wandelvakantie in het Teutoburgerwoud. Vanuit Utrecht rijd je in  ongeveer 2,5 uur naar het Teutoburgerwoud, wat gelegen is in het westen van Duitsland en zich verspreid over de provincies Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen. Het gebied dat zich kenmerkt door enorme rotsformaties en uitgestrekte bossen leent zich uitstekend voor lange wandelingen en is een ware trekpleister voor natuurliefhebbers.  

Teutoburgerwoud – de reis

Onze driedaagse wandelvakantie boekte we via SNP natuurreizen. Deze organisatie biedt bijzondere natuurreizen aan over heel de wereld en brengt je naar plekken die je zelf misschien wel voorbij zou rijden.
De reis was inclusief twee hotelovernachtingen (in twee verschillende hotels), twee keer ontbijt, één keer diner, bagagevervoer (van het ene naar het andere hotel) en een handige app met daarin alle wandelroutes. Het vervoer naar het eerste hotel in het Teutoburgerwoud moesten we zelf voorzien.

Geschiedenis Teutoburgerwoud

We hebben tijdens onze vakantie meermaals ervaren hoeveel geschiedenis aanwezig is in de omgeving van het Teutoburgerwoud. We beginnen bij het Teutoburgerwoud en eindigen bij… dinosaurussporen. 

Je zou het niet zeggen wanneer je vandaag de dag door het Teutoburgerwoud loopt, maar hier heeft aan het begin van onze jaartelling een enorme veldslag plaatsgevonden met grote verliezen: de slag bij het Teutoburgerwoud. 

Oude vakwerkhuisjes in het Teutoburgerwoud
Oude vakwerkhuisjes in het Teutoburgerwoud (De natuur van hier – Sandra Krol)

Terug naar de Romeinen

Vlakbij Kalkriesen, in Nedersaksen, vond een van de grootste nederlagen plaats voor het Romeinse leger uit de Romeinse geschiedenis. Drie legioenen van ongeveer 18.000 Romeinen werden hier aangevallen door de Germanen. Hoewel deze veldslag inmiddels lang is geleden, heeft het zelfs nog doorgeklonken in de latere geschiedenis van Duitsland, zelfs tot in beide wereldoorlogen. 

In 1851 bracht de Britse historicus Edward Creasy (1812-1878) een inmiddels beroemd geworden boek uit: The Fifteen Decisive Battles of the World. Hierin beschreef hij de vijftien belangrijkste veldslagen uit de wereldgeschiedenis. In dit boek nam hij ook de Slag bij het Teutoburgerwoud op. Deze slag had een grote impact op de wereldgeschiedenis van dat moment. 

Vaak gaan aan zo’n grote veldslag meerdere zaken vooraf, zo ook hier. De Romeinen behaalden al jarenlang overwinningen op de Germanen. Er waren veldtochten, georganiseerd door Julius Ceasar, en er werden oude Germaanse stammen verslagen door de Romeinen. De Romeinen waren bijna continu bezig met het uitbreiden van hun grondgebied. Daarvan getuigen ook de vele archeologische vondsten, ook in Nederland. In het gebied van Kalkriesen wilden de Romeinen een permanente heerschappij vestigen. Er werden langs de rivieren de Rijn (Rhenus), de Lippe (Lippia) en de Eems (Amisia) en langs de kust van de Noordzee versterkte forten gebouwd. Ook werden er verdragen gesloten met de lokale stammen, zodat de Romeinen nog sterker stonden. 


Lees ook: dome boomhut Ardennen


Nieuw gezag

Op 1 januari in het zevende jaar voor onze jaartelling, veranderde dit. Een triomftocht van Tiberius maakte een einde aan hoe de politiek tot dit moment werd bedreven. Het was lange tijd onrustig in het gebied. Dit had enerzijds te maken met de acties van de Romeinen en anderzijds waren er ook veel opstanden die zorgden voor onrust. In het zevende jaar van onze jaartelling werd Varus benoemd als nieuwe opperbevelhebber van de Romeinse troepen langs de Rijn. 

Varus was autoritair en daardoor waren de Germanen niet meer zo meegaand als hiervoor. Varus wilde Germanië te snel hervormen en dat stuitte veel mensen tegen de borst. De nieuwe opperbevelhebber behandelde de Germanen alsof het zijn eigen onderdanen waren. Dat viel niet goed bij de Germanen. Er kwam een einde aan hun geduld. 

De reactie van de Germanen

De aanvoerder van de Germanen in deze strijd was Arminius. Er is maar weinig over hem bekend, maar enkele dingen zijn wel bekend. Arminius kende goed Latijn en hij was lange tijd, samen met zijn broer Flavus, aanwezig in het Romeinse leger. Hij diende daar als aanvoerder van Germaanse troepen. Het was Arminius die in september in het jaar 9 de hinderlaag opzette waarbij 18.000 Romeinen het leven lieten. 

De Romeinse troepen waren op de terugweg van een mars, onderweg naar hun winterkampen. Arminius leidde hen de hinderlaag in, door gebruik te maken van de landschappelijke elementen. Op het moment van de hinderlaag bevonden de legioenen zich op een smalle landstrook. Aan de ene kant bevond zich een kort stuk bos met daarachter een moeras. Aan de andere kant zaten op dat moment de Germanen verstopt, achter een lange rij heuvels. De Germanen verschuilden zich achter een aarden wal, die ze zelf hadden opgeworpen.

Doordat het er zo nauw was, konden de Romeinse soldaten zich niet in de normale opstelling opstellen. Het moeras bemoeilijkte de vlucht. Door deze positionering zaten de Romeinen als ratten in de val. Hier had Arminius een grote rol in. Hij kende het gebied ontzettend goed. Zijn plan was om de Romeinen door deze strook te leiden, met het bos en het moeras als extra moeilijkheid. Arminius pleegde hiermee hoogverraad.

De overwinning

Drie dagen lang werd er gevochten, maar al snel was duidelijk dat deze strijd niet door de Romeinen gewonnen kon worden. Toen dat eenmaal duidelijk was, pleegde de Romeinse generaal Varus zelfmoord. Er wordt geschat dat hier tussen de 16.000 en 20.000 Romeinen het leven hebben gelaten. 

De veldslag bij het Teutoburgerwoud was het beginsignaal voor een oorlog tussen de Germanen en Romeinen. Deze oorlog duurde in totaal zeven jaar. De Romeinen wilden wraak en de Germaanse gebieden heroveren. Uiteindelijk kregen de Romeinen het gebied ten oosten van de Rijn onder controle. 

Het Teutoburgerwoud
Het Teutoburgerwoud

Fossiele sporen

Naast de veldslag van de Romeinen kent het Teutoburgerwoud een nog rijkere geschiedenis waarvoor we nog verder (een héél stuk verder) terug de tijd in moeten. In de gemeente Bad Essen zijn namelijk fossiele voetsporen van diverse Dinosauriërs terug gevonden. Deze zijn perfect bewaard gebleven en brengen je 153 miljoen jaar terug in de tijd, toen de aarde gedomineerd werden door angstaanjagende vleeseters als de Allosaurus en enorme plantenetende dinosauriërs zoals de Brachiosaurus. Meer hierover aan het einde van deze blog!

Dag 1 – Aankomst in Tecklenburg en eerste wandeling

Markering Hermannsweg Teutoburgerwoud
Markering Hermannsweg Teutoburgerwoud (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Na aankomst (met auto) hebben we onze bagage gedropt en vrijwel meteen de wandelschoenen aangetrokken, de eerste wandeling stond immers al op de planning. Vanuit het hotel was het 5 minuutjes de berg aflopen naar de bushalte Bahnhof, die ons zou brengen tot bushalte Schlichterheide. Vanuit daar start de eerste, 10 kilometer lange, wandeling die je voornamelijk voert over (een stuk) van het langeafstandspad ‘de Hermannsweg’. De route loopt over een voornamelijk met beukenbos bedekte heuvelrug. Doordat je steeds over deze heuvelrug wandelt, vallen de hoogtemeters (ca. 200 meter) relatief gezien mee.

Al vrij snel op de route kom je uit bij het hoogtepunt van deze wandeling. Als je rechtsaf slaat van de route en de weg hier 200 meter volgt (staat allemaal keurig aangegeven in de app van SNP natuurreizen), kom je bij het uitkijkpunt waar je zicht hebt op de Dörenther Klippen. Deze 4 kilometer lange rotsformatie is ongeveer 140 miljoen jaar geleden ontstaan en gevormd uit zandsteen. De rotsformatie bereikt op sommige plekken wel een hoogte van 20 meter!

Dorenther klippen
Dorenther klippen

Naast de rotsformatie is er nog wat anders om naar uit te kijken, de grootste uil van Europa zou hier zomaar eens voorbij kunnen vliegen. Dit is het leefgebied van de Oehoe, een robuuste uil van zo’n 65 centimeter hoog met onmiskenbaar grote oorpluimen en grote oranje ogen. Wanneer je het geluk hebt dat er een over komt vliegen zul je hem zeker herkennen, want met een spanwijdte van circa 170 centimeter is deze zeker niet te missen!

Oude beukenbossen in het Teutoburgerwoud

Na genoten te hebben van het uitzicht op de rotsformatie vervolg je de weg over kronkelende bospaadjes door de oude beukenbossen. Tijdens onze wandeling hoorden we een luid geroep dat zich constant bleef herhalen. Dit wekte onze nieuwsgierigheid en we gingen op onderzoek uit. Na een minuutje gefocused te hebben op het geluid en de omgeving, ontdekten we een spechtenhol met daarin een jong dat bijna klaar was om uit te vliegen.

We stelde ons wat verdekt op en gebruikten onze verrekijker om het jong te bestuderen. Na wat geroep van het jong werd de roep beantwoord door de moeder, deze kwam boom voor boom dichterbij. Niet veel later vloog moeder specht naar het jong en verdwenen ze samen in het nest. Moeder specht verliet daarna snel weer het nest om weer op zoek te gaan meer voedsel voor haar jong. Een prachtig tafereel om waar te nemen in de periode eind mei/juni, vlak voordat de jonge spechten gaan uitvliegen. 

Wil je weten welke spechten je nog meer tegen kunt komen in de natuur, of wil je proberen een specht in je tuin te krijgen? Neem dan een kijkje in deze blog, daar vertellen we er alles over!

 Jonge specht wachtend op eten.
Jonge specht wachtend op eten

Lees ook: hike Noorbeek (Zuid-Limburg) 13km


Dag 2 – Van Tecklenburg naar Lienen

Op dag twee stond de langste wandeling van ons bezoek aan het Teutoburgerwoud op de planning, circa 20 kilometer waarvan 90% de Hermannsweg wordt gevolgd. 
We vertrokken vanuit ons hotel in Tecklenburg door het sprookjesachtige centrum van het dorpje. Je loopt hier bijna letterlijk de geschiedenis in, door de kasseienstraatjes vakwerkhuizen uit de 17e eeuw.

Zuidwaarts lopend verlaten we het vakwerkdorp en gaan richting de Hermannsweg. Al snel lopen we een oud beukenbos in, waar de ene beuk nog verbluffender is dan de ander. Naast de oude beuken die hoog boven je uittorenen, is het ook interessant om naar de bodemlaag te kijken. Overal om je heen zie je de gevlekte aronskelken opkomen en op sommige plekken heb je zelfs kans om het relatief zeldzame lievevrouwebedstro (familie van het beter bekende kleefkruid) te vinden.

Kruidenrijk grasland Teutoburgerwoud
Kruidenrijk grasland Teutoburgerwoud (De natuur van hier – Mickeal Kurvers)

Gedurende de weg wisselden oude beukenbossen zich af met kruidenrijke graslanden, waar boterbloem, witte- en rode klaver, paardenbloem, margrieten en koekoeksbloemen rijkelijk bloeiden. Vlinders en libellen voelen zich enorm thuis en laten zich dan ook in grote getale zien. 

Verandering van het landschap

Halverwege de route wordt het gebied wat meer open en loop je langs de steengroeven. Hier heb je prachtige panorama’s en is de kans op roofvogels zoals de rode wouw of de oehoe erg aannemelijk. Meerdere keren hebben we een rode wouw boven ons in de lucht zien cirkelen, uitkijkend naar een prooi. We hadden zelfs het geluk dat we twee damherten naar een lager gelegen stuk vegetatie zagen afdalen!

Onderweg tref je hier bijzondere beplanting aan zoals de bergnachtorchis, muurhavikskruid en bosbingelkruid. 

De wandelroute liep regelmatig langs kruidenrijke graslanden
De wandelroute liep regelmatig langs kruidenrijke graslanden (De natuur van hier – Sandra Krol)

Dag 3 – Dinosaurussporen en wandeling in Geopark TERRA.vita

Volgens het programma van SNP zouden we eigenlijk nog een route van 15 kilometer maken, vanuit het tweede hotel gedeeltelijk over de Hermannsweg. Echter wisten we dat er nabij Bad Essen dinosaurussporen te bewonderen waren, die daar ooit zijn gevonden.

We besloten dus om naar de dinosporen te gaan en daar in de buurt een wandeling uit te zoeken. Na het parkeren van de auto kwamen we langs een routebord waarop een wandeling stond van 10 kilometer, ideaal. We keken welke bordjes we moesten volgen en vertrokken vervolgens in noordelijke richting. 

Wat meteen opviel was dat we in dit gebied veel meer op en neer gingen. De route bevatte enkele stevige klimmetjes die we de dag er na zeker in de kuiten zouden voelen. Tijdens een stevige afdaling kruisten we het pad met een vrouwtjes edelhert, die ons pas op het laatste moment in de gaten had. Na verschrikt opgekeken te hebben, verdween het dier de bossen in. 

We liepen door een gevarieerd dennen-, eiken en beukenbos, waarbij we van tijd tot tijd langs eeuwenoude kroezebomen (bomen die van oudsher op een kruising of een grens stonden) liepen. Een ander opvallend verschil met de route over de Hermannsweg was dat we vaker door productiebossen liepen. Soms waren er hele stukken gekapt en waren op andere plekken jonge bomen aangeplant voor toekomstig hout. 


Lees ook: hike Epen (Zuid-Limburg) 21km


Verdwaald?

Na een kilometer of 7-8 de bordjes te volgen, viel het ons op dat we hoofdzakelijk in dezelfde richting liepen. Dit kon niet goed zijn daar de route immers maar 10 kilometer lang zou zijn en we dus nog hetzelfde stuk terug moesten lopen. Na nog een stukje twijfelend door te hebben gelopen, besloten we toch rechtsomkeert te maken omdat we geen eten bij ons hadden en dus geen idee nog hoe lang het kon duren als we de route bleven volgen. Uiteindelijk hadden we ruim 16 kilometer gelopen (dezelfde klimmetjes op en af) en waren we blij om terug te zijn bij de auto. Gelukkig wachtten daar nog de dinosporen op ons!

Dinosporen!

Toen we het laatste heuveltje omhoog hadden bedwongen, waren we bij de dinosporen en dit was simpel gezegd indrukwekkend! We keken naar een grote, steile rotspartij met daarin tientallen dinosaurussporen van diverse soorten. De sporen zijn 153 miljoen jaar oud en stammen uit het Jura-tijdperk, het eerste dinosaurustijdperk dat gedomineerd werd door plantenetende dinosaurussen zoals de ankylosaurus en de stegosaurus en vleesetende soorten als de allosaurus.

Voetsporten van dinosaurussen in het Teutoburgerwoud (De natuur van hier – Sandra Krol)

Sauropoden

Op de rotswand waren sporen van (zowel jonge als volwassen exemplaren) te zien van dieren uit de orde sauropoden. Dit zijn de grootste dieren die ooit onze aarde hebben bewandeld en konden een grootte bereiken van maar liefst 40 meter! De Camarasaurs, Brachiosaurus en Apatosaurus zijn hiervan voorbeelden. 

De Megalosaurus!

Naast deze sporen waren er ook sporen van een vleeseter. Het bleken sporen van de Megalosaurus te zijn, een vleeseter die circa zeven meter lang werd en tot 1500 kilo kon wegen. 

Het bezichtigen van de sporen is een must als je in de buurt bent en brengt je dichter bij de dieren die miljoenen jaren onze aarde hebben gedomineerd dan je ooit had kunnen bedenken. Wil je meer weten over dinosaurussen? Lees dan zeker onze blog over dinosaurussen in Nederland!

Eindoordeel Teutoburgerwoud

Na het bezichtigen van de dinosporen zijn we terug naar de auto gewandeld en zijn we opzoek gegaan naar een lekker eettentje, waarna we onze reis naar huis hervatte met een goed gevulde maag en een voldaan gevoel. Conclusie: het Teutoburgerwould is een prachtige omgeving op korte afstand  van Nederland, waar je je even helemaal kunt terugtrekken van het dagelijkse leven en waar je volledig kunt ontstressen in de natuur. Wij zullen er zeker nog een keer terug keren om de volledige 157 kilometer van de Hermannsweg te wandelen.

Waar is biodiversiteit goed voor?

De vuurkever, wiens kleuren zijn naam eer aan doen

Waar je ook bent op onze aarde, overal kom je andere soorten organismen tegen. Ieder ecosysteem kenmerkt zich door zijn eigen soorten planten, dieren, schimmels en bacteriën. De aarde herbergt een uniek soortenrijkdom, waarvan inmiddels door wetenschappers zo’n 2,1 miljoen soorten zijn beschreven. Er wordt geschat dat er in totaal 8,7 miljoen soorten organismen op onze aarde rondlopen. Waar komen al deze soorten vandaan? Vervullen ze allemaal een rol? Hebben wij als mens baat bij zo een grote soortenrijkdom? In deze blog lees je meer over het begrip biodiversiteit en waarom het de moeite waard is deze te beschermen. 

Bever
De bever zorgt, door het bouwen van dammen, voor een verandering in het landschap, wat de biodiversiteit in een gebied vaak verhoogt

Wat is biodiversiteit?

Biodiversiteit kunnen we het beste omschrijven als de verscheidenheid aan leven in een bepaald gebied of op een bepaalde plek. Deze plek kan een kleine waterpoel zijn, jouw achtertuin, de Serengeti of de Atlantische oceaan. Alle dieren, planten, schimmels en bacteriën die daarin samenleven zien we als de biodiversiteit van dat gebied.  

Maar naast alle organismen die in een gebied leven, vallen er onder biodiversiteit nog een paar dingen. Grofweg kunnen we biodiversiteit verder onderverdelen in drie samenhangende functies:

  • Soortendiversiteit;
  • Ecosysteemdiversiteit;
  • Genetische diversiteit. 

Onder soortendiversiteit verstaan we dus alle organismen die in het gebied leven, zoals hiervoor al beschreven. Met ecosysteemdiversiteit wordt de verscheidenheid aan ecosystemen (lees hier meer over de diensten die ecosystemen ons bieden), in een bepaald gebied bedoeld. Genetische diversiteit is het verschil in genen binnen een soort. Een hoge genetische diversiteit is essentieel voor een duurzaam voortbestaan van een soort in een bepaald gebied. 

Het regenwoud kent een hoge biodiversiteit
Het regenwoud kent een hoge biodiversiteit

Deze functies zijn onderling met elkaar verweven en de toe- of afname van de ene functie heeft meteen gevolgen voor de andere twee functies. Zo geldt bijvoorbeeld: hoe hoger de ecosysteemdiversiteit, hoe meer soorten zich er thuis voelen, dus hoe hoger de soortendiversiteit. En wanneer de genetische diversiteit van een soort zo laag is (door bijvoorbeeld isolatie), kan dit tot gevolg hebben dat de soort in dit gebied uitsterft, met als gevolg dat de soortendiversiteit afneemt. 


Lees ook: waarom bouwen bevers dammen?


Profijt van biodiversiteit

Als je het nieuws een beetje volgt, dan zie je vaak berichten voorbij komen dat de biodiversiteit sterk afneemt en dat soorten massaal uitsterven. Maar waarom is dit belangrijk en waarom zien wetenschappers dit als een slecht teken? Het uitsterven van soorten is toch van alle tijden?

Dat klopt, echter de mate waarin de biodiversiteit afneemt is dusdanig dat dit zeer verontrustend is. Het probleem zit hem erin dat men zich niet realiseert wat de waarde is van een hoge biodiversiteit. Als je er iets langer over nadenkt zul je inzien dat we als mensheid gebaat zijn bij een hoge biodiversiteit. 

Neem nou bijvoorbeeld de ontwikkeling van medicijnen. Voor bijna een kwart van de hele productie van medicijnen gebruiken we plantaardige stoffen , ook wel kruidengeneeskunde genoemd. Het gewoon sneeuwklokje wordt bijvoorbeeld gebruikt bij bestrijding van alzheimer en wordt verder onderzocht  om te gebruiken tegen aids, en koriander wordt gebruikt bij maagproblemen en gewrichtspijn.

Het gewoon sneeuwklokje wordt gebruikt in de genezing van Alzheimer.
Het gewoon sneeuwklokje wordt gebruikt in de genezing van Alzheimer

Daarnaast gebruiken we ook dierlijke stoffen. Slangengif gebruiken we bijvoorbeeld om bloedverdunners uit te schakelen wanneer iemand (die bloedverdunners gebruikt) hevige bloedingen krijgt.  

Naast het vervaardigen van medicijnen, gebruiken we natuurlijke producten ook op ander manieren. We gebruiken hout voor meubels en bouwconstructies, halen vers drinkwater uit bronnen en ademen schone lucht in door de miljoenen soorten planten, bomen en struiken die zuurstof produceren. 

Bio-mimicry

Ook gebruiken we naast fysieke natuurlijke producten ook ideeën en technieken die bepaalde diersoorten toepassen. Dit fenomeen noemen we bio-mimicry.  Zo is de vorm van vliegtuigen afgeleid van vogels voor een optimale aerodynamica en zo min mogelijk luchtweerstand. Klitteband is afgeleid van de klitplant en zo wordt het schild van de stenocara-kever onderzocht om een systeem te bedenken om water uit de lucht op te vangen.

Een van de belangrijkste en bekendste voorbeelden van een gunst van biodiversiteit is toch wel de bestuiving van bloemen. Insecten, bijen in het bijzonder, zorgen ervoor dat we op grote schaal plantaardig voedsel kunnen vervaardigen. Van de 115 belangrijkste voedselgewassen die we verbouwen zijn 87 gewassen afhankelijk van de bestuiving door bijen. Naast onze voedselgewassen zou ook het merendeel van de wilden bloemen uitsterven (domino-effect). 

Naast bestuiving hebben insecten nog een andere belangrijke rol. Ze ruimen (samen met andere diersoorten) dode dieren en ontlasting op, wat de verspreiding van ziekten en plagen tegen gaat. 

Als je je dan realiseert dat eenderde van alle insectensoorten met uitsterven wordt bedreigd, dan besef je vast dat we met vuur spelen als we niet ingrijpen. 

Achteruitgang van biodiversiteit

Zoals in het vorige hoofdstuk al duidelijk werd, gaat de biodiversiteit de laatste decennia met grote stappen achteruit. Sommige wetenschappers spreken al dat we op de vooravond staan van een zesde massa-extinctie. Hierbij sterft minimaal de helft van alle levende soorten in een relatief kort tijdsbestek uit. De laatste keer dat dit plaatsvond was toen de dinosauriërs uitstierven door een meteorietinslag. Dit keer zou de mens de oorzaak zijn van de massa-extinctie. 

Maar wat doen we dan fout waardoor planten- en diersoorten zo massaal uitsterven? Een van de grootste problemen is natuurlijk dat we met zoveel zijn. We moeten overal ergens wonen en dat zorgt ervoor dat deze verstedelijking de natuur steeds verder terugdringt en versnippert. Omdat we met zoveel zijn, consumeren we natuurlijk ook heel veel. We kappen regenwouden om sojavelden aan te planten  voor het voedsel van vee en gewassen telen we op een dusdanige monocultuur dat er letterlijk geen ruimte is voor andere soorten, hectares aan één stuk. 

Ontbossing is een van de oorzaken van de desastreuze achteruitgang van biodiversiteit.
Ontbossing is een van de oorzaken van de desastreuze achteruitgang van biodiversiteit 

Onze drang om de wereld rond te gaan

Doordat we als soort constant in beweging zijn, stoten we per persoon zo’n 4,4 ton CO2 uit per jaar. Door deze CO2 uitstoot warmt de aarde op, smelten pool- en ijskappen en wordt het weer steeds extremer. Als gevolg van deze factoren zijn er steeds vaker bosbranden, verbleken volledige koraalriffen en stijgt de zeespiegel waardoor er naar verhouding steeds minder land beschikbaar is.

Het constant bewegen heeft nog een ander nadeel met zich meegebracht. In het verleden hebben we soorten gevangen en op andere plekken uitgezet (voornamelijk voor de jacht of fokkerij), hebben we zaden door middel van onze kledij verspreid en hebben we allerlei soorten zeedieren meegenomen met het ballastwater van schepen. Dit heeft ervoor gezorgd dat exotische dieren zijn ingeburgerd en hier de lokale soorten hebben weten te verdringen of ernstig bedreigen. Bekende invasieve exoten zijn de Amerikaanse rivierkreeft, Japanse duizendknoop en de Amerikaanse stierkikker. Deze vormen alle een zeer grote bedreiging voor de inheemse soorten. 

Tenslotte hebben we met onze jacht en overbevissing ervoor gezorgd dat soorten als de tijger, neushoorn en tonijn met uitsterven worden bedreigd. 


Lees ook: wat zijn invasieve exoten?


Behoud van biodiversiteit

Nu is het zaak om de dingen die we fout hebben gedaan om te draaien. Maar dat lukt niet zomaar. We zijn gewend geraakt aan het leven wat we hebben gecreëerd, waarbij er nauwelijks aandacht wordt besteed aan consumptie, afval en aan de druk die we uitoefenen op natuurgebieden. 

Dat besef lijkt er nu langzaam te komen. We gaan steeds bewuster leven (zeker de jongste generaties) en dat is een van de belangrijkste stappen die we kunnen nemen. Daarbij helpt het ook dat het steeds vaker lukt om waarde aan natuur te hangen. Dit zorgt ervoor dat beleidsmakers steeds meer de noodzaak inzien van gezonde, aaneengesloten natuurgebieden en het toepassen van groen in steden. Dit heeft als gevolg dat dieren steeds meer stepping stones in steden krijgen en corridors hebben om tussen natuurgebieden te trekken, waardoor de biodiversiteit weer toe zal nemen.

Stadsparken zijn ideale elementen om de biodiversiteit in steden te verhogen en doen uitstekend dienst als steppingstones voor soorten tussen natuurgebieden.
Stadsparken zijn ideale elementen om de biodiversiteit in steden te verhogen en doen uitstekend dienst als steppingstones voor soorten tussen natuurgebieden.

Conclusie

We weten niet welke bacterie-, schimmel, plant- en diersoorten nog belangrijk zullen zijn in de toekomst en welke soorten een uitvinding blijken te zijn om ons leven weer aangenamer te maken. Of welke soorten de natuurlijke stoffen bevatten op de nu nog ongeneesbare ziektes. Er ligt een enorme schatkist aan potentiële medicijnen en innovatie oplossingen in onze achtertuin en alleen dat al zou genoeg reden moeten zijn om het te beschermen.

Wat zijn ecosysteemdiensten?

De vos is een bepalende soort in het ecosysteem waarin hij leeft

Of je nou een boswandeling maakt, vers gekweekte groenten van het land eet, een lang weekend weg bent in een huisje aan de kust of zelfs als je alleen al ademhaalt, constant maken je gebruik van een service die je wordt aangeboden door de natuur. In 2005 werd het begrip ‘ecosysteemdienst’ voor het eerst op de agenda gezet door de Verenigde Naties en de  laatste jaren is het begrip steeds belangrijker geworden. Dat is maar goed ook, het zijn de diensten die ervoor zorgen dat jij en ik ons leven kunnen leiden zoals we het leiden. In deze blog lees je wat ecosysteemdiensten zijn, waarom we er baat bij hebben en hoe we ze kunnen beschermen.

Ecosysteemdiensten zijn diensten die worden aangeboden door de natuur waar wij als mens gebruik van maken en in ons voordeel kunnen gebruiken. Ecosysteemdiensten zijn verder onder te verdelen in vier categorieën; producerende-, regulerende-, culturele- en ondersteunende diensten.  

Wat is een ecosysteem en hoe bieden zij diensten aan?

Om goed te kunnen begrijpen wat ecosysteemdiensten zijn, is het eerst belangrijk om te weten wat een ecosysteem is. Volgens De Dikke Van Dale is een ecosysteem een geheel van planten en dieren in een territorium, gezien in hun wisselwerking met hun omgeving. Dit houdt dus in dat een ecosysteem een vrij ruim begrip is waarbij planten en dieren samenleven in een bepaald gebied en profiteren van elkaars aanwezigheid. Dit kan zijn van een klein ecosysteem, zoals een volwassen zomereik wat bezocht wordt door insecten, vogels en eekhoorns tot een hectares groot bos waarbij de onderlinge interacties ontelbaar zijn. Naast de dieren en planten die in een bepaald gebied voorkomen, bepaalt de topografie met wat voor een ecosysteem dat we te maken hebben.

Een bos is een goed voorbeeld van een ecosysteem. Hierin profiteren een grote verscheidenheid aan planten en dieren van elkaar en hun omgeving. 
Een bos is een goed voorbeeld van een ecosysteem. Hierin profiteren een grote verscheidenheid aan planten en dieren van elkaar en hun omgeving

Soorten ecosysteemdiensten

Nu we weten wat een ecosysteem is, kunnen we gaan bepalen welke diensten een ecosysteem ons kan bieden. Zoals in de intro al is beschreven, kunnen we ecosysteemdiensten indelen in vier categorieën;

  • Producerende diensten;
  • Regulerende diensten;
  • Culturele diensten;
  • Ondersteunende diensten. 
Voorbeelden van ecosysteemdiensten

Producerende diensten zijn diensten die ons een product aanbieden. Een bos levert ons hout op, meren zorgen voor vers drinkwater en fruitbomen en -struiken leveren voedsel. Deze diensten noem je ook wel voorzienende diensten. 

Regulerende diensten zijn diensten waar je niet meteen bij stil staat, maar pas opmerkt op het moment dat ze er niet meer zijn. Het is het best vergelijkbaar met processen in je lichaam waarbij je niet hoeft na te denken. Denk aan ademhalen, de bloedsomloop en knipperen met je ogen (vochtig houden van de ogen). Dit zijn processen die vanzelf gaan en je dus niet bij na hoeft te denken, maar essentieel zijn voor het lichaam. Als deze processen niet gebeurde, zou je hier snel last van krijgen. Zo werkt het ook met de regulerende ecosysteemdiensten. Als ze niet plaatsvinden zullen we hier heel snel gevolgen van ondervinden. Voorbeelden van regulerende diensten zijn waterberging door moerassen, verkoeling van steden door groen en CO2 vastlegging door bomen. 

Culturele diensten zijn niet tastbare diensten waarvan de mens profijt heeft. Recreatie in natuurgebieden en parken, waardestijging van huizen door de nabije aanwezigheid van natuur en natuurtoerisme zijn hier voorbeelden van.

Ondersteunende diensten zijn diensten die nodig zijn voor de productie van alle andere ecosysteemdiensten. Voorbeelden hiervan zijn de nutriënten- en waterkringloop en de productie van biomassa. Zonder deze ondersteunende diensten zouden ecosystemen niet kunnen functioneren. 


Lees ook: waar is biodiversiteit goed voor?


Boom als ecosysteemdienst

Een ecosysteem kan meerdere diensten tegelijk aanbieden. Een ecosysteem kan iets heel kleins zijn zoals een boom of een struik, maar ook enorm zoals een regenwoud. Zelfs de kleinste ecosystemen bieden ons meerdere diensten aan. Denk maar eens na over de voordelen die een volwassen boom ons bieden. 

Als je een boom kapt, kun je het hout gebruiken om er meubels van te maken of om er warmte mee te creëren. Maar als je een boom laat staan, zijn de diensten die deze ons bieden bijna eindeloos. 

Een levende boom voorziet ons van zuurstof, zorgt voor verkoeling op warme dagen en slaat CO2 op. Daarnaast beschermt het tegen wind en de wortels houden de bodem vast. Bomen produceren (in sommige gevallen) voedsel en zorgen voor diversiteit. Verder bieden ze overstromingspreventie wanneer geplant nabij een rivier. Denk dus twee keer na voordat je een boom kapt. 


The best time to plant a tree was 20 years ago, the second best time is now.


Negatieve ecosysteemdiensten

Naast de positieve diensten die ecosystemen ons kunnen bieden, zijn er ook voorbeelden te noemen van negatieve ecosysteemdiensten. 

Stilstaand water kan ziektes verspreiden en zo kunnen dieren dit ook (zoönose). Denk hierbij aan ziektes als malaria en de ziekte van Lyme en misschien wel de wreedste; de pest. 

Naast ziekteverspreiding kunnen diersoorten ook overlast veroorzaken. Steenmarters bijten soms remleidingen door van auto’s, er komen jaarlijkse velen herten in botsing met verkeer en komen sommige soorten in zo een veelvoud voor dat ze gezien worden als plaag (sprinkhanen bijvoorbeeld). 

Echter is de lijst van positieve ecosystemen (gelukkig) een stuk langer, waardoor we rustig mogen concluderen dat we met natuur beter af zijn dan zonder.

Het overbrengen van de ziekte van Lyme door een teek op een mens is een goed voorbeeld van hoe een ecosysteem een negatieve dienst kan leveren aan de mens. 
Het overbrengen van de ziekte van Lyme door een teek op een mens is een goed voorbeeld van hoe een ecosysteem een negatieve dienst kan leveren aan de mens 

Hoe ecosysteemdiensten beschermen/waarborgen?

Nu we weten dat we met de natuur beter af zijn dan zonder (en we eigenlijk niet zonder kunnen) rijst misschien de vraag waarom we niet beter ons best doen deze natuur te behouden?

Ieder jaar worden er 13 miljoen hectare aan regenwoud gekapt, is 75% van de visbestanden overbevist en vernietigen natuurbranden jaarlijks miljoenen hectare aan natuur als gevolg van klimaatopwarming.

De belasting van de mens op de natuur is op het moment dusdanig dat de natuur in rap tempo afneemt en zelfs zal verdwijnen als we dit niet weten te stoppen. Met de natuur verdwijnen dan ook de ecosysteemdiensten waar we al duizenden jaren op vertrouwen en afhankelijk van zijn. Willen we als mensheid dus voortbestaan, dan zit er niets anders op dan de natuur te beschermen. 

Uiteraard kunnen we nog gebruik blijven maken van ecosysteemdiensten, alleen zal dit op een duurzamere manier moeten. Daarnaast moet er draagkracht gecreëerd worden voor behoud, herstel en ontwikkeling van natuur en moeten mensen voorgelicht worden over het belang van de natuur.  


Lees ook: wat is een symbiose?


Monetaire waarde natuur

Om mensen bewust te maken van het belang van natuur, is het helaas niet genoeg om hun de pracht en de verscheidenheid te laten zien van de natuur. Een meer effectievere manier is om ze bewust te maken van de monetaire waarde van natuur.  De waarde van ecosysteemdiensten is nooit opgenomen geworden in de economie van landen. Dat is ook de reden waarom het altijd als laatste op de agenda stond en waar als eerste op bezuinigd werd. Gelukkig komt hier langzaam aan verandering in. Met behulp van de TEEB tool kan er een waarde gegeven worden aan ecosysteemdiensten. Daarnaast wordt er steeds meer onderzoek gedaan naar dit vraagstuk. 

In 2020 onderzocht Wageningen University de monetaire waarde van ecosysteemdiensten in Nederland. In dit onderzoek namen ze tien ecosysteemdiensten mee (rekening ermee houdend dat er tientallen ecosysteemdiensten zijn (waarvan sommige nog geen waarde zijn toegekend)); 

  • Productie van akkerbouwgewassen;
  • Productie van veevoer;
  • Productie van hout;
  • Luchtfiltratie;
  • Koolstofvastlegging in biomassa;
  • Waterzuivering;
  • Bestuiving;
  • Recreatie in natuur;
  • Natuurtoerisme;
  • Voorzieningen die natuur biedt aan wonen.

De resultaten waren verbluffend. De productie van de tien gemeten ecosysteemdiensten in een jaar tijd, hadden een waarde van € 13 miljoen euro, wat destijds gelijk stond aan 1,9% van het bruto binnenlands product. 

Dergelijke onderzoeken kunnen bijdragen aan het behoud van natuur en om natuur weer hoger op de politieke agenda te krijgen. 

Veelgestelde vragen

Wat is een ecosysteem?

Een ecosysteem is een geheel van planten en dieren in een territorium, gezien in een wisselwerking in hun omgeving. 

Wat is een ecosysteemdienst?

Ecosysteemdiensten zijn diensten die worden aangeboden door de natuur waar wij als mens gebruik van maken en in ons voordeel kunnen gebruiken. 

Welke ecosysteemdiensten zijn er?

Ecosysteemdiensten worden ingedeeld in vier categorieën; producerende diensten, regulerende diensten, culturele diensten en ondersteunende diensten. 

Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!