Paddentrek

Paddentrek, ook wel amfibieëntrek, is een jaarlijks terugkerend verschijnsel. Wanneer de voorbode van de lente zich aandient, met onder andere hogere minimum temperaturen, ontwaken amfibieën uit hun winterslaap en beginnen te trekken. Padden, kikkers en salamanders doen dit allemaal op hun eigen manier, maar de trek van elke soort lijkt wel op elkaar. In deze blog bespreken we dit fenomeen en hoe dit eruit ziet bij de verschillende amfibiesoorten.

Paddentrek is een jaarlijks terugkerend natuurverschijnsel waarbij amfibiesoorten onder bepaalde weersomstandigheden beginnen aan de trek van hun overwinteringsplaats naar hun voortplantingswater.

De paddentrek herbergt vele gevaren voor de overstekende dieren (Saxifraga - Rudmer Zwerver)
De paddentrek herbergt vele gevaren voor de overstekende dieren (Saxifraga – Rudmer Zwerver)

Paddentrek, amfibieëntrek: wat is het?

Zoals de inleiding al vertelt, is de paddentrek dan wel amfibieëntrek een jaarlijks terugkerend natuurverschijnsel. Na een koude winterperiode breekt de lente voorzichtig aan met zachtere temperaturen (vanaf zo’n 6-8 graden), regen, weinig wind en een hoge luchtvochtigheid. Deze omstandigheden zijn nodig voor de koudbloedige dieren met hun gevoelige huid om aan de trek te beginnen.

Het moment waarop de dieren beginnen te trekken, kan dus op verschillende momenten beginnen. Bij warme winters, wat we helaas de laatste jaren steeds meer zien, begint de paddentrek soms zelfs al in januari. Wanneer de winters strenger zijn, kan het zelfs tot in maart duren tot de amfibieën ontwaken. De paddentrek begint na zonsondergang en kan tijdelijk even stilvallen wanneer de weersomstandigheden minder goed zijn.

Bovenstaande tekenen zijn voor kikkers, padden en salamanders het moment om te ontwaken en hun voortplantingswater op te gaan zoeken. Niet alle soorten amfibieën trekken. Hieronder worden de soorten benoemd die je wel tegen kunt komen tijdens de paddentrek en hoe hun trek eruit ziet.

Nadat de eerste tekenen van de lente zich aandienen, ontwaken padden, kikkers en salamanders uit hun winterslaap
Nadat de eerste tekenen van de lente zich aandienen, ontwaken padden, kikkers en salamanders uit hun winterslaap

Padden

Om de term ‘paddentrek’ eer aan te doen, beginnen we met de padden. Niet alle padden trekken, maar de gewone pad en de rugstreeppad wel. Ze hebben de winter doorgebracht op een vorstvrije plek, tussen boomstroken, houtstapels, in het bos of ergens in een holletje. Met de paddentrek is het tijd om naar het voortplantingswater te gaan.

De mannetjes gaan het eerst op pad en wachten de vrouwtjes op. De vrouwtjes hebben al een gezwollen buik met eitjes. Een mannetje klemt zich vast aan een vrouwtje (amplexus) en zo gaan ze samen naar het voortplantingswater.

Padden in amplexushouding, met om hen heen strengen vol eitjes (Saxifraga - Mark Zekhuis)
Padden in amplexushouding, met om hen heen strengen vol eitjes (Saxifraga – Mark Zekhuis)

Lees ook: poel aanleggen in de tuin


Kikkers

De trek van de kikkers lijkt erg op die van de padden. Ook niet alle soorten kikkers trekken. De groene kikker leeft vrijwel altijd in en rondom het water en zul je minder snel tot niet tegenkomen tijdens de paddentrek. De bruine kikker, boomkikker en heikikker trekken daarentegen wel. De boomkikker is de soort die als laatste begint te trekken.

De boomkikker is van de trekkende kikkersoorten de laatste die aan de trek begint
De boomkikker is van de trekkende kikkersoorten de laatste die aan de trek begint

Salamanders

De amfibieëntrek van salamanders is erg vergelijkbaar met die van padden en kikkers. Een groot verschil is dat salamanders pas aan paarvorming doen wanneer ze bij het voortplantingswater aan zijn gekomen. Een ander verschil is nog dat de salamanders als eerste aan de trek beginnen, soms zelfs al in januari. Daardoor worden ze vaak gemist met overzetacties, omdat ze de trek dan al gehad hebben. De kleine watersalamander, kamsalamander en Alpenwatersalamander zijn de salamandersoorten die trekken.

De kamsalamander is een van de salamandersoorten die trekt. Een partner zoekt hij in het voortplantingswater, en niet onderweg zoals padden en kikkers. Op de foto een mannelijke kamsalamander, duidelijk te herkennen aan de kammen op rug en staart (Saxifraga - Kees Marijnissen)
De kamsalamander is een van de salamandersoorten die trekt. Een partner zoekt hij in het voortplantingswater, en niet onderweg zoals padden en kikkers. Op de foto een mannelijke kamsalamander, duidelijk te herkennen aan de kammen op rug en staart (Saxifraga – Kees Marijnissen)

Lees ook: het verschil tussen kikkers en padden


Leefgebieden van amfibieën en andere vormen van trekken

De leefgebieden van amfibieën of andere diersoorten worden ook wel biotopen genoemd. De biotopen van amfibieën kennen een jaarronde cyclus. Ze maken gebruik van verschillende biotopen door het jaar heen. Er wordt zowel op het land als in het water geleefd. Nadat er een grote trek naar de voortplantingswateren is geweest, zijn er nog kleinere trekken naar andere wateren.

De trek begint met de voorjaarstrek, zoals hierboven omschreven. Alleen deze trek gebeurt massaal, de opvolgende trekken zijn minder massaal. De volwassen dieren trekken daarna, al dan niet samen, naar hun voortplantingswater. Wanneer ze hun eieren hebben afgezet, trekken ze naar hun zomerbiotoop.


Lees ook: waarom kwaken kikkers?


Ondertussen gebeurt er natuurlijk van alles met de eitjes die zijn afgezet. De eitjes komen uit en de metamorfose naar volwassen exemplaar is begonnen. Na de metamorfose beginnen ook de jonge exemplaren te trekken. Ook zij trekken dan naar hun zomerbiotoop. Deze trek is beter waarneembaar dan die van de volwassen exemplaren en wordt ook wel paddenregen genoemd.

Ten slotte trekken de amfibieën in het najaar naar hun overwinteringsplek. Deze trek valt niet erg op. Bij salamanders daarentegen wel, zij kunnen na een fikse regenbui massaal gaan trekken. Net als met de paddentrek in het voorjaar kan dit enorme slachtoffers bij wegen opleveren.

Na de zomer in hun zomerbiotoop te hebben doorgebracht, trekken amfibieën naar hun overwinteringsplaats. Daar overwinteren ze bijvoorbeeld tussen hout (Saxifraga - Mark Zekhuis)
Na de zomer in hun zomerbiotoop te hebben doorgebracht, trekken amfibieën naar hun overwinteringsplaats. Daar overwinteren ze bijvoorbeeld tussen hout (Saxifraga – Mark Zekhuis)

Vele gevaren

De paddentrek kent vele gevaren. Denk maar eens rioolputten en de warmte die van het wegdek straalt, waar amfibieën van houden. Daarnaast moeten de dieren vaak wegen oversteken in ons dichtbevolkte land, waardoor er soms tientallen of honderden slachtoffers vallen. Vaak beginnen ze met trekken op het moment dat de avondspits begint. Hierdoor gaat het steeds slechter met verschillende soorten amfibieën. Gelukkig zijn er manieren om kikkers, padden en salamanders te helpen. Je kunt je bijvoorbeeld aanmelden als vrijwilliger bij padden.nu en helpen met het rapen en overzetten van deze kleine diertjes.

Er worden ook wel verkeersborden geplaatst op plekken waar de diertjes oversteken. Houd dit dus goed in de gaten en let daarbij goed op het wegdek. Een andere mogelijkheid om het aantal slachtoffers onder kikkers, padden en salamanders te reduceren is het plaatsen van speciale tunnels onder de wegen door. Door middel van geplaatste schermen worden de dieren naar de tunnel toe geleid. Helaas is dit nog een dure optie en wordt het nog niet heel veel gebruikt.

Rioolputten zijn ook een gevaar voor deze kleine dieren. Niet alleen tijdens de paddentrek kunnen de dieren in het riool verdwijnen. Er zijn oplossingen hiervoor. Zo kunnen er speciale trappetjes geplaatst worden, zodat de dieren uit het riool kunnen klimmen.

Help je mee om deze kleine diertjes veilig aan de overkant te krijgen? (Saxifraga - Rudmer Zwerver)
Help je mee om deze kleine diertjes veilig aan de overkant te krijgen? (Saxifraga – Rudmer Zwerver)

Veelgestelde vragen

Wat is de paddentrek?

Paddentrek, of amfibieëntrek, is een jaarlijks terugkerend natuurverschijnsel waarbij amfibieën vanuit hun overwinteringsplaats massaal naar hun voortplantingswater trekken. Later in het jaar vinden er ook nog trekken plaats, maar deze zijn minder massaal en vallen daardoor minder op.

Wanneer is de paddentrek?

De paddentrek begint wanneer de temperatuur boven de 6-8 graden komt, er een hoge luchtvochtigheid is met wat regen en er weinig wind is. Meestal is dit in februari-maart, maar door de zachte winters van de laatste jaren is dit soms al in januari. Later in het jaar zijn er dan nog de minder opvallende trekken naar de zomerbiotoop en naar de overwinteringsplaats.

Waarom houden amfibieën een amfibieëntrek?

Amfibieën trekken om van hun overwinteringsplaats naar hun voortplantingswater te komen. Tijdens de amfibieëntrek proberen kikkers en padden een partner te vinden om zich voort te planten. Na de winterperiode ontwaken de dieren en beginnen ze aan hun tocht. Salamanders zoeken pas een partner in het water.


Lees ook: hoe maak ik een stapelmuurtje?


Op welk moment van de dag begint de paddentrek?

Wanneer de zon onder is, begint de paddentrek. De zon droogt de huid van amfibieën uit. Daarnaast maken ze in het donker ook meer kans om niet opgegeten te worden. Helaas komen ze na zonsondergang wel een andere vijand tegen: verkeer. Nederland is dichtbevolkt en heeft een groot netwerk aan wegen. Dit kost duizend slachtoffers.

Hoe kan ik helpen?

Meld je aan als vrijwilliger! Bijvoorbeeld op padden.nu. Je kunt helpen met raapacties en overzetacties. Verder zou je in je woonplaats kunnen informeren of er werkgroepen zijn die in de omgeving acties organiseren.

In je eigen tuin kun je zorgen voor overwinteringsplaatsen, aanbod van water en je kunt onderaan je heg een scherm van planken of folie plaatsen om te voorkomen dat amfibieën vanuit je tuin zo de straat op wandelen.

Salamanders in Nederland

Vuursalamander

Salamanders zijn dieren die vaak over het hoofd worden gezien door het gros van de mensen die een natuurgebied bezoeken. Mensen komen vaak voor het edelhert of voor de vogels. In deze blog breken we een lans voor de salamander. Ondanks dat je hem maar zelden ziet, als je er niet naar zoekt, is het een soort die de moeite waard is om beter te leren kennen. Sommige soorten worden zelfs ernstig bedreigd in Nederland.

Kenmerken en leefwijze

Onder de amfibieën zijn salamanders een beetje de vreemde eend in de bijt. Kikkers en padden hebben een gedrongen lichaam en relatief grote poten. Salamanders hebben juist een langgerekt lichaam met kleine poten. Ze hebben wel een soortgelijke huid als kikkers en padden, waarmee ze kunnen ademen. Er zijn zelfs salamanders op de wereld die helemaal geen longen hebben en uitsluitend via de huid ademen. In Nederland leven enkel geslachten uit de familie echte salamanders, ook wel gewone salamanders genoemd. Een soort in Nederland is een landsalamander, de andere zijn allemaal watersalamanders. In onderstaande afbeelding zijn de vijf inheemse salamandersoorten in Nederland taxonomisch ingedeeld.

Alpenwatersalamander
(Ichtyosaura alpestris)
Vinpootsalamander
(Lissotriton vulgaris)
Kleine watersalamander
(Lissotriton helveticus)
Kamsalamander
(Triturus cristatus)
Vuursalamander (Salamandra salamandra)
Salamanders in Nederland
Taxonomie salamanders in Nederland (De natuur van hier)
Taxonomie salamanders in Nederland (De natuur van hier)

Kenmerken

Zoals benoemd hebben salamander een lang lichaam, korte poten en een relatief lange staart. In het water bewegen ze zich handig voort, door hun poten dicht tegen het lichaam te drukken en hun staart als roer te gebruiken. Tijdens de voortplanting draagt het mannetje in het water een bruiloftskleed. Dit houdt in dat hij een rugkam heeft en een bredere staart. Wanneer de voortplanting voorbij is, keren de meeste salamanders terug naar het land en dan vallen de kenmerkende delen van het bruiloftskleed af.

Alpenwatersalamander
Salamanders hebben een langgerekt lichaam en een lange staart (Saxifraga – Kees Marijnissen)

Leefwijze

Salamanders zijn voornamelijk actief bij vochtig weer. In februari, als de kikkers en padden nog liggen te slapen, beginnen de salamanders al aan hun trek. Dit gebeurt ’s nachts bij vochtig weer en gaat ontzettend traag. Hierdoor vallen er ieder jaar veel verkeersslachtoffers, maar wordt er door steeds meer vrijwilligers (via RAVON) ervoor gezorgd dat dit percentage omlaag gaat.

Hierna begint het voortplantingsseizoen. We hebben in Nederland zes soorten salamander, waarvan vijf watersalamanders en één landsalamander. De watersalamanders trekken naar het water (de landsalamander komen we later op terug) waar de voortplanting plaatsvindt. Hierbij vindt overigens geen echt fysiek contact plaats tussen het mannetje en het vrouwtje. Het mannetje zet een zaadpakket af wat vervolgens wordt opgenomen door het vrouwtje.


Lees ook: wat is het verschil tussen een amfibie en reptiel?


Na de voortplanting trekken de meeste soorten weer terug naar het land. De meeste soorten overwinteren ook op land. De twee uitzonderingen zijn echter de vinpootsalamander en de kamsalamander, deze overwinteren soms ook in het water.

Vinpootsalamander (Saxifraga - Willem van Kruijsbergen)
Vinpootsalamander overwintert soms op land, maar soms ook in het water (Saxifraga – Willem van Kruijsbergen)

Soorten salamanders in Nederland

In Nederland komen vijf inheemse soorten salamanders voor. Daarnaast vinden we één exoot terug in de Nederlandse natuur. Van deze zes salamanders zijn er vijf watersalamanders en één een landsalamander. Qua taxonomie zijn ze hier overigens niet op ingedeeld. In de familie echte salamanders zijn namelijk echte watersalamanders te vinden, maar ook de enige landsalamander in Nederland (vuursalamander) behoort tot de echte salamanders.

De meeste soorten komen als larve uit het ei, maar er is één soort die eierlevendbarend is. Ze houden zich ten minste tot de metamorfose schuil in het water. Hierna zullen ze, de ene soort sneller dan de andere, ook het land betreden.

Voordat we eindelijk door kunnen naar de specifieke soorten, moeten we eerst nog een taxonomische kwestie bespreken. Van de zes soorten die er voorkomen werden er drie in het verleden tot het geslacht Triturus (grotere watersalamanders) gerekend. Deze zijn in de afgelopen jaren veranderd naar een ander geslacht binnen de salamanders. De soorten onder het Triturus geslacht zijn gedeeltelijk ondergebracht bij de Lissotriton (kleine watersalamanders) omdat er een genetisch verband gevonden is.


Lees ook: beekprik, rivierprik en zeeprik


Kleine watersalamander (Lissotriton vulgaris)

De mannetjes van de kleine watersalamander ontwikkelen in de voortplantingstijd een rugkam (Saxifraga – Rudmer Zwerver)

De kleine watersalamander is de meest algemene soort van Nederland. De soort komt op vele plekken voor, want hij stelt weinig eisen aan zijn omgeving. Hij houdt het meest van visvrije voorplantingswateren en op het land zoeken ze vaak bossen op. Maar ze komen ook voor in tuinen en kleine landschapselementen in een meer open landschap.

Ze bereiken een lengte van zo’n elf centimeter, hebben een olijfkleurige rug en geelachtige buik. In de voortplantingstijd ontwikkelen mannetjes een rugkam om de vrouwtjes mee te verleiden. Wanneer de salamanders naar het land gaan, verdwijnt de rugkam en gaan ze over op het landkleed. Deze is zowel bij mannetjes als bij vrouwtjes hoofdzakelijk bruin gekleurd. De kleine watersalamander is een van die soorten die van het Triturus geslacht over is gegaan naar de Lissotriton, zoals in de vorige paragraaf beschreven.

Vinpootsalamender (Lissotriton helveticus)

De vinpootsalamander is de kleinste salamander van Nederland (Saxifraga – Kees Marijnissen)

De vinpootsalamander vinden we in Nederland alleen terug in Limburg en Noord-Brabant. Hier komt hij voornamelijk voor in poelen op heidegebieden of in vennen. Soms worden ze ook terug gevonden in beschaduwde poelen in bossen.

De soort lijkt veel op de kleine watersalamander. Met een maximale lengte van negen centimeter is het de kleinste salamandersoort van Nederland. De mannetjes krijgen in de voortplantingstijden zwarte zwemvliezen aan de achterpoten. Vrouwtjes zijn erg lastig te onderscheiden van de kleine watersalamander. In het landkleed wordt de vinpootsalamander donkerder van kleur en wordt de huid droger en korreliger. De soort behoorde eerst ook tot het geslacht Triturus.

Kamsalamender (Triturus cristatus)

De kamsalamander is de grootste watersalamander die we in Nederland tegenkomen (Saxifraga – Kees Marijnissen)

De kamsalamander verspreidt zich over Oost- en Zuid-Nederland. De kamsalamander brengt een deel van het jaar op het land door, maar er zijn ook individuen die vrijwel het hele jaar in het water blijven. De soort is vrij specifiek in zijn leefomgeving. Het voortplantingswater mag niet te zuur zijn. Kleine landschapselementen zoals ruigten en houtwallen kunnen dienst doen als landhabitat.

Het is de grootste watersalamander van Nederland en kan een maximale lengte bereiken van zo’n 20 centimter. Ze hebben een donkergrijze tot donkerbruine basiskleur en een oranje buik met zwarte vlekken. Het bruiloftskleed van het mannetje is spectaculair, met een grote getande kam. Mannetjes bereiken deze getande kam pas na circa drie jaar. Het landkleed van de kamsalamander is erg donker tot soms bijna zwart.


Lees ook: padden in Nederland


Alpenwatersalamander (Ichthyosaura alpestris)

De alpenwatersalamander is de kleurrijkste watersalamander in Nederland (Saxifraga – Willem van Kruijsbergen)

Ook de alpenwatersalamander vinden we terug in het oosten en zuiden van Nederland. De soort stelt weinig specifieke eisen aan het voortplantingswater. Ze verblijven vaak bij bossen en houtwallen en overwinteren over het algemeen op het land. Ze komen vooral voor op zanderige gronden.

Alpenwatersalamanders worden zo’n twaalf centimeter groot. De rug is olijfachtig gekleurd, maar het beste zijn ze te herkennen aan de oranje ongevlekte buik. Daarnaast hebben ze op de onderzijde een lichte band over het lichaam, met donkere vlekken. In de voortplantingstijd krijgen zowel mannetjes als vrouwtjes meer blauw in hun kleed. Het zijn de kleurrijkste salamanders die we in Nederland terugvinden.

De alpenwatersalamander werd voorheen ingedeeld in het geslacht Triturus, net zoals kleine watersalamander en de vinpootsalamander, maar behoort tegenwoordig tot de Ichtyosaura. Hierin is het de enige levende soort.

Vuursalamander (Salamandra salamandra)

De vuursalamander is de enige landsalamander die we kennen in Nederland (Saxifraga – Kees Marijnissen)

De vuursalamander, de enige landsalamander in Nederland en tevens ook de grootste salamander die we hier aantreffen. De soort komt alleen voor op enkele plekken in Zuid-Limburg, in de buurt van bronpoelen en -beken in beboste gebieden. De vuursalamander zet de larven af (de soort is eierlevendbarend) in visvrije, schone wateren. Ze leven op kalkrijke bodems met een hoge vochtigheid.

Zoals gezegd zijn het de grootste salamanders in ons land. Met een maximale grootte van ruim 20 centimeter is het zelfs één van de grootste soorten in Europa. De soort is onmiskenbaar, met z’n zwarte uiterlijk met gele vlekken en strepen. Met deze opvallende kleur laat de vuursalamander zien dat hij giftig is en niet aantrekkelijk voor roofdieren. Het gif, samandarine, zorgt voor een hoge bloeddruk en kan hyperventilatie veroorzaken.

In tegenstelling tot alle andere salamanders die we besproken hebben, is de vuursalamander absoluut geen zwemmer. Ze leven uitsluitend op het land en zoeken alleen het water op om de jongen af te zetten. Zelfs dan kiezen ze er vaak voor maar deels (de cloaca) onder water te gaan. Ze zijn uitsluitend nachtactief.

Italiaanse kamsalamander (Triturus carnifex)

Italiaanse kamsalamander
De Italiaanse kamsalamander is van onze inheemse kamsalamander te onderscheiden door te letten op de kam. Deze is minder hoog (Saxifraga – Edo van Uchelen)

Als laatste soort moeten we nog een exoot bespreken: de Italiaanse kamsalamander. De soort komt oorspronkelijk voor in zuidoostelijk Europa, maar is dus ook op andere plekken in Europa uitgezet, waaronder Nederland. In Nederland komt de soort voor op de Veluwe.

Het is een middelgrote salamander met een maximum lengte van zo’n vijftien centimeter. Aan de rugkam is de Italiaanse kamsalamander goed te onderscheiden van de inheemse kamsalamander. Deze is minder hoog, maar puntiger. Er zijn overigens hybriden bekend van de Italiaanse en de inheemse kamsalamander.

Meer weten over salamanders in Nederland?

Dit waren de zes soorten salamander die we in Nederland kunnen vinden. Wil je nou meer weten over salamanders in Nederland of hoe je ze kunt helpen? Lees dan onze blog over hoe je zelf een poel aanlegt. Daarnaast raden we je aan om eens de website van natuurorganisatie RAVON te bezoeken. Lees ook eens onze blog over kikkers in Nederland of padden in Nederland. Ten slotte raden we je aan het boek ‘Praktisch natuurbeheer: amfibieën en reptielen’ te lezen van schrijver en bioloog Edo van Uchelen.

Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!