Wouwen in Nederland – Roofvogels deel IV

Zwarte wouw (Shutterstock)

In deel IV van de blogserie Roofvogels in Nederland is het tijd om de wouwen in Nederland te bespreken. Deze elegante roofvogels zijn bezig met een opmars vanuit het zuiden en inmiddels broeden er alweer twee soorten in ons land. En wellicht kunnen we in de nabije toekomst een derde wouwensoort als broedvogel in ons land verwelkomen. Naast de wouwen wordt ook de majestueuze wespendief in deze blog besproken. Lees dus snel verder!

Omslagfoto: zwarte wouwen (Shutterstock)

Wespendief
Wespendief

Inhoudsopgave

Rode wouw (Milvus milvus)

De eerste wouw die we bespreken is de rode wouw. Deze prachtige roofvogel haalt een lichaamslengte van 60 tot 72 centimeter, met een spanwijdte van 143 tot 171 centimeter. Ze hebben een oranjerood verenkleed, met een vrij lichte kop en lichte vlekken op de vleugels. De rode wouw heeft een diep gevorkte staart en heeft de vleugels vaak licht gebogen in vlucht.

Rode wouw
De diepgevorkte staart en het oranjerode verenkleed maakt de rode wouw onmiskenbaar

Leefwijze en voedsel

Rode wouwen komen veel voor in een halfopen landschap, waarin een afwisseling van bossen en extensieve landbouwgebieden te zien is. Vroeger werden ze zelfs in steden waargenomen, waar ze vaak aas aten. Echter, door vervolging zijn ze uit de steden verdwenen.

Ze eten desondanks wel nog steeds veel aas. Naast aas worden ook vogels en kleine en middelgrote zoogdieren (muizen, konijnen en jonge hazen) gegeten. Het zijn echter opportunisten en ze vangen wat er beschikbaar is. Naast vogels en zoogdieren worden ook wel eens reptielen en ongewervelden dieren gevangen.

Voortplanting en trekgedrag

In 1976 werd het eerste broedgeval in Nederland gemeld. Sinds 2010 zijn er jaarlijks broedgevallen bekend. De laatste jaren zijn er steeds enkele tientallen broedparen in ons land waargenomen.

Rode wouwen maken hun nest in hoge bomen. Ze maken niet ieder jaar een nieuw nest, maar knappen soms ook oude nesten op. Meestal worden er twee eieren gelegd. In een maand tijd worden de eieren uitgebroed. De jongen vliegen na zo’n 50 tot 60 dagen uit het nest.

De meeste rode wouwen trekken in het najaar naar Zuid-Europa en Noord-Afrika. Echter komt het steeds vaker voor dat er exemplaren in Nederland, of dichtbij de grens overwinteren.


Lees ook: kraaien in Nederland – deel I


Zwarte wouw (Milvus migrans)

De volgende roofvogel die we in deze blog bespreken is de zwarte wouw. De zwarte wouw blijft iets kleiner dan de rode wouw, met een lichaamslengte van 44 tot 66 centimeter en een spanwijdte van 120 tot 153 centimeter.

De zwarte wouw heeft een donkerbruin verenkleed, met een lichtere kop en ondervleugels. De buitenste slagpennen zijn zwart. De staart van de zwarte wouw is minder diep gevorkt dan deze van de rode wouw. De staart en vleugels zijn daarnaast ook wat korter.

Zwarte wouw
Zwarte wouwen hebben een donkerbruin verenkleed met lichtere en donkere delen

Leefwijze en voedsel

Ook in leefwijze zijn er verschillen op te merken met de rode wouw. Zo zijn zwarte wouwen meer watergebonden en komen ze vooral voor in halfopen en waterrijke gebieden. Rivierlandschappen met ooibossen en moerasachtige stukken zijn ideaal voor de zwarte wouw. In het buitenland worden zwarte wouwen vaak ook in de buurt van steden en vuilnisbelten gezien.

Het menu bestaat uit aas, vis, kleine zoogdieren, amfibieën en reptielen. Daarnaast worden soms ook insecten en ongewervelden zoals regenwormen gegeten.

Voortplanting en trekgedrag

Sinds 2009 is de zwarte wouw een jaarlijkse broedvogel in ons land. Het gaat echter maar steeds op enkele paartjes. De zwarte wouw maakt het nest in hoge bomen, vaak in de buurt van water. Ze hebben één legsel per jaar, waarin 2 tot 3 eieren worden gelegd. Na ongeveer een maand broeden komen de eieren uit. De jongen zijn na een kleine 50 dagen vliegvlug, maar worden dan nog enkele weken bijgevoerd door de ouders.

De zwarte wouw is een van de meest algemene roofvogels wereldwijd. In Nederland neemt de soort als broedvogel de laatste jaren toe. Eind augustus/september vertrekken de zwarte wouwen naar het overwinteringsgebied in Afrika, ten zuiden van de Sahara.


Lees ook: vogelen in RivierPark Maasvallei – Tips, soorten en podcast


Grijze wouw (Elanus caeruleus)

Dan de laatste wouwen van de drie, de grijze wouw. Al behoort deze wel tot een ander geslacht dan de rode en zwarte wouw. De grijze wouw bereikt een lichaamslengte van 30 tot 37 centimeter en een spanwijdte van 77 tot 92 centimeter. Hiermee is deze beduidend kleiner dan de andere wouwen en qua grootte meer te vergelijken met een torenvalk.

De grijze wouw heeft een witte kop met koraalrode ogen en een zwart masker. Verder hebben ze een blauwgrijs verenkleed, met zwarte schouders en zwarte vleugelpunten.

Grijze wouw (Shutterstock)
Grijze wouwen hebben een blauwgrijs verenkleed (Shutterstock)

Ze behoren niet tot het geslacht Milvus, maar tot het geslacht Elanus, grijze wouwen. Wereldwijd zijn er vier soorten die tot dit geslacht behoren. Mogelijk behoren de grijze wouwen tot een eigen familie (net zoals bijvoorbeeld de visarend) en worden ze in de toekomst buiten de familie havikachtigen geplaatst.

Leefwijze en voedsel

De grijze wouw komt vooral voor in Afrika en Azië, maar breidt zich verder uit naar Europa. Ze broeden inmiddels al in onder andere Frankrijk en Spanje en de verwachting is dat zich dit de komende jaren verder uitbreidt in andere Europese landen.

Het zijn bewoners van graslanden, savannes en landbouwgebieden met enkele bomen. Hier jagen ze op een diversiteit aan prooien. Kleine zoogdieren, reptielen, vogels en insecten staan onder andere op het menu. Ze jagen vanaf een uitkijkpunt of bidden in de lucht, zoals torenvalken doen.

Voorkomen in Nederland

Grijze wouwen broeden dus (nog) niet in Nederland, maar dit zou in de komende jaren zomaar eens kunnen veranderen. Tot 2015 was de grijze wouw een zeldzame dwaalgast in Nederland, maar sinds die tijd zijn het aantal waarnemingen sterk toegenomen. De verdere verspreiding richting het noorden is opmerkelijk en zou zomaar iets te maken kunnen hebben met klimaatverandering. Ze leven een vrij nomadisch bestaan en vogels blijven plakken in gebieden waar voldoende prooien te vinden zijn.


Lees ook: op zoek naar bijzondere soorten in het Kempen~Broek


Wespendief (Pernis apivorus)

Tot slot bespreken we in deel IV van de serie ‘Roofvogels in Nederland’ nog de wespendief. Dit is geen wouw, zoals de voorgaande drie, maar behoort tot het geslacht Pernis (ook wel wespendieven genoemd). In totaal zijn er wereldwijd vier soorten wespendieven, waarvan er maar één in Nederland voorkomt.

De wespendief bereikt een lichaamslengte van 52 tot 60 centimeter en een spanwijdte van 118 tot 150 centimeter. Wespendieven lijken veel op buizerds, en hebben ook een gevarieerd verenkleed, van lichtbruin tot donkerbruin. Duidelijke verschillen tussen wespendief en buizerd zijn echter: de wespendief is slanker en heeft een langere staart. Ze hebben daarnaast op de staart drie donkere dwarsbanden. Ook de kop is anders bij de wespendief. Deze is kleiner en steekt verder uit. Mannetjes hebben een wat grijze kop. Ze hebben tot slot een soepelere en tragere vleugelslag.

Wespendief (Shutterstock)
Wespendieven lijken veel op buizerd, maar er zijn enkele verschillen op te merken (Shutterstock)

Leefwijze en voedsel

Wespendieven leven vooral in loofbossen en gemengde bossen. De bossen dienen afgewisseld te zijn met open plekken, zoals graslanden en heidegebieden.

Qua voedsel zijn het echte specialisten. Het dieet bestaat voor het grootste deel uit de larven, poppen en volwassen exemplaren van wespen, bijen en hommels. Verder eten ze ook de honing en de honingraat. Vooral in de grond levende wespen staan op het menu, waarvan de nesten met de krachtige poten worden uitgegraven. Wespendieven zijn uitstekend aangepast op het speciale voedsel: de poten zijn voorzien van een dikke huid, waardoor ze minder gevoelig zijn voor steken. Ook op de kop hebben ze dikke, stugge veren. Het dieet vullen ze verder aan met andere insecten, reptielen, amfibieën en kleine zoogdieren.

Voortplanting en trekgedrag

De wespendief broedt vooral in het midden, oosten en zuiden van ons land. Ze maken het nest in de kruin van hoge bomen. Ze hebben één legsel per jaar, met meestal twee eieren. Na ruim een maand broeden komen de jongen uit, welke nog zo’n 40 dagen worden gevoerd voordat ze uitvliegen.

Wespendieven arriveren in mei en vertrekken op zijn laatst in september weer naar het overwinteringsgebied. Ze overwinteren in tropisch Afrika.

De serie Roofvogels in Nederland

In totaal zijn er zes delen nodig om de orde Accipitriformes te bespreken. De valken, de orde Falconiformes, worden in een apart deel besproken. De uilen zijn al een keer in een driedelige blog besproken. Via onderstaand overzicht kom je bij de verschillende soorten terecht.

Roofvogels in Nederland – deel I

Buizerd, sperwer en havik – deel II

Kiekendieven – deel III

Wouwen en wespendief – deel IV

Arenden – deel V

Gieren – deel VI

Valken in Nederland

Uilen in Nederland – deel I

Uilen in Nederland – deel II

Uilen in Nederland – deel III

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Buizerd, sperwer en havik – Roofvogels in Nederland – deel II

buizerds en haviken in Nederland

In het eerste deel van de blogserie roofvogels in Nederland hebben we gezien wat roofvogels precies zijn en welke soorten er in Nederland voorkomen. In het tweede deel gaan we dieper in op de eerste soorten: de buizerd, sperwer en havik. We bespreken de kenmerken, voedsel, leefwijze, voortplanting en trekgedrag van iedere soort. Tot slot kom er ook nog een wintergast aan bod. Lees dus snel verder!

Buizerd en zwarte kraai in gevecht (De Natuur van hier)
Buizerd en zwarte kraai in gevecht (De Natuur van hier)

Inhoudsopgave

Buizerd (Buteo buteo)

We starten de lijst met de meest algemene roofvogel van ons land, de buizerd. Buizerds zijn middelgrote tot grote roofvogels en kunnen een lichaamslengte van 40 tot 52 centimeter bereiken en een spanwijdte van 109 tot 136 centimeter. Vrouwtjes worden wat groter dan mannetjes. Buizerds hebben een variërend verenkleed. Van heel licht (bijna volledig wit) tot heel donker(bruin) komt voor. In vlucht zijn ze goed te herkennen: enkele vleugelslagen, waarna ze kort zweven en dan weer een paar vleugelslagen doen. Het is een forse, brede roofvogel, met lange, brede vleugels en een korte, brede staart. In vlucht is een ondiepe V-vorm in de vleugels op te merken.

Buizerd
De buizerd is de meest voorkomende roofvogel in Nederland én in Europa

Leefwijze en voedsel

Waar voorheen buizerds in ons land bijna alleen maar in bosrijke gebieden voorkwamen, hebben ze zich tegenwoordig ook weten te verspreiden naar andere leefgebieden. Ze leven (en broeden) tegenwoordig ook in bosranden, kleine bosjes, cultuurlandschap, heidegebieden duinen met struweel en bomen. Ze worden zelfs steeds vaker in en aan de randen van steden waargenomen.

Buizerds zijn echte opportunisten als het op voedsel aankomt. Hierdoor hebben ze zich ook breed weten te verspreiden in Europa. Ze eten wat in het leefgebied voor handen is. Kleine zoogdieren zoals muizen en jonge konijnen, maar ook vogels en amfibieën staan op het menu. Verder worden er ook regenwormen en insecten gegeten. Ook eten ze soms aas.

Voortplanting en trekgedrag

Buizerds maken een groot nest. Ze gebruiken daarnaast ook oude nesten van andere roofvogels. Ze hebben in hun territorium vaak meerdere nesten en wisselen per jaar nog wel eens van nest. Meestal worden er twee tot vier eieren gelegd, in de periode april-mei. Na meer dan een maand broeden komen de jongen uit het ei. Na een kleine twee maanden vliegen de jongen uit, maar worden dan nog zes á zeven weken bijgevoerd door de ouders.

Als broedvogels is de buizerd de laatste decennia flink toegenomen. Dit komt met name door het verbieden van bepaalde landbouwgiffen in de jaren ’70. Als overwinteraar neemt de buizerd echter licht af.

In Nederland zijn buizerds hoofdzakelijk standvogels, maar Scandinavische exemplaren zijn wel trekvogels. In de winter worden ‘onze’ buizerds dan ook vergezeld door Scandinavische vogels.


Lees ook: kraaien in Nederland – deel I


Sperwer (Accipiter nisus)

Een andere roofvogel die je jaarrond in Nederland kunt aantreffen is de sperwer. Deze kleine roofvogel kan een lichaamslengte bereiken tussen de 28 en 40 centimeter en een spanwijdte van 56 tot 78 centimeter. Vrouwtjes worden een stuk groter dan mannetjes.

Opvallend zijn de gele iris en de gele poten van de sperwer. Verenkleed is aan de onderzijde lichtgekleurd en de bovenzijde donker. Bij mannetjes is de bovenzijde meer grijsachtig, bij vrouwtjes en juveniele dieren is het meer bruin. Sperwers hebben een gebandeerde staart en ook de onderzijde van het lichaam is gebandeerd. Verder zijn de brede vleugels opvallend en de grote, hoekige staart.

Sperwer (shutterstock)
De sperwer is een van de kleinere roofvogels in ons land. Vrouwtjes worden een stuk groter dan mannetjes (Shutterstock)

Leefwijze en voedsel

De sperwer heeft zich in Nederland wijd verspreid en komt bijna overal waar bomen staan voor. Open bossen zijn favoriet, maar ze komen ook voor in het halfopen landschapen soms in tuinen en parken. Vooral in de winter zijn sperwers in tuinen te zien, ze jagen dan rondom de voedertafels.

Ze eten namelijk voornamelijk zangvogels. Mezen, zoals pimpelmees en koolmees, huismussen en vinken worden gegrepen. Het grotere vrouwtje vangt daarnaast ook spreeuwen, lijsters en tortels.

Voortplanting en trekgedrag

Sperwers bouwen ieder jaar een nieuw nest, waarin ze twee tot zes eieren leggen. Het nest wordt meestal gebouwd in een boom, soms in een struik. Na 32 tot 34 dagen broeden komen de eieren uit. De jongen zijn na een kleine maand vliegvlug.

Nederlandse vogels zijn hoofdzakelijk standvogels. In de winter zijn er ook exemplaren uit Scandinavië en Rusland in ons land te vinden. Sinds de jaren ’70 is de sperwer in Nederland toegenomen, voornamelijk door het verbieden van bepaalde landbouwgiffen. De laatste jaren is er echter weer een afname zichtbaar.


Lees ook: Marters in Nederland


Havik (Astur gentilis)

Dan zijn we aangekomen bij de havik. Deze middelgrote tot grote roofvogel lijkt veel op de sperwer, maar is groter en hebben een wat verder uitstekende kop. Het vrouwtje wordt een stuk groter dan het mannetje. Ze kunnen een lichaamslengte van 46 tot 63 centimeter bereiken, met een spanwijdte van 89 tot 122 centimeter.

Wat verder opvalt in tegenstelling tot de sperwer is de afgeronde staart. Volwassen haviken hebben een grijze bovenzijde en een licht gekleurde onderzijde, met dunne, grijze strepen. Opvallend is verder de witte wenkbrauwstreep.

Havik
De havik heeft een opvallende witte wenkbrauwstreep

Leefwijze en voedsel

Haviken hebben een vast en groot territorium. Ze broeden in bosgebied, maar het jaaggebied is gevarieerder. Dit bestaat uit (open) bossen, weilanden en soms zelfs akkers. Op sommige plekken worden ze zelfs in steden gezien.

Het voedsel bestaat voornamelijk uit zoogdieren en middelgrote vogels. Konijnen, eekhoorns, duiven, lijsters en kraaien zoals gaai en soms ekster worden gegeten. Een prooi wordt vaak gevangen door onbeweeglijk op een tak te wachten totdat het prooidier voorbij komt. Door op het juiste moment pijlsnel op zijn prooi af te vliegen weet de havik deze te vangen. Soms jagen haviken ook vanuit een stootduik vanuit de lucht, zoals slechtvalken dit doen.

Voortplanting en trekgedrag

Haviken maken een groot nest, hoog in de boomkruin. Over het algemeen hebben ze één legsel, met één tot vijf eieren. De eieren worden in 32 tot 38 dagen uitgebroed. Na iets meer dan een maand vliegen de jongen uit. Ze worden dan nog geruime tijd bijgevoerd.

De haviken in Nederland zijn echte standvogels. Net zoals bij de andere roofvogels in deze blog is de populatie haviken in Nederland sinds de jaren ’70 weer toegenomen.

Wintergast

In de winter is er nog een kans om een andere buizerd dan de gewone buizerd in ons land te zien: de ruigpootbuizerd (Buteo lagopus). In de voorjaar broeden ze in de Noorse bergen en komen ze voor in een gebied langs de noordpool, maar in de winter trekken ze naar het zuiden en overwinteren verspreid in Europa. Het is echter wel een zeldzaamheid om te zien en vaak worden gewone buizerds aangezien voor ruigpootbuizerden.

De ruigpootbuizerd heeft een witte staart met een of meerdere zwarte banden. Daarnaast hebben ze opvallend zwarte polsvlekken. Ook het vlieggedrag verschilt ten opzichte van de gewone buizerd. De ruigpootbuizerd heeft een trage vleugelslag, die van de gewone buizerd is een stuk sneller. De gewone buizerd heeft een sterk variërend verenkleed en kan daardoor in sommige gevallen veel lijken op de ruigpootbuizerd.

Ruigpootbuizerd (Shutterstock)
De ruigpootbuizerd heeft zwarte polsvlekken en een witte staart met een of meerdere zwarte banden (Shutterstock)

Veelgestelde vragen

Wat is het verschil tussen een sperwer en een havik?

Haviken zijn over het algemeen groter en steviger gebouwd dan sperwers. Echter zijn vrouwtjes haviken een stuk groter dan mannetjes haviken, waardoor man havik gemakkelijk met een sperwer verward kan worden. Haviken hebben echter nog meer uitgesproken hoofdtekening met een duidelijke witte wenkbrauwstreep.

Wat is het verschil tussen een sperwer en een buizerd?

Buizerds zijn veel grotere en stevigere vogels dan sperwer. Buizerds vliegen daarnaast vaak hoog in de lucht, zwevend op thermiek, en sperwers vliegen lager bij de grond in de zoektocht naar voedsel. Het verenkleed van buizerd varieert enorm, van heel licht tot heel donkerbruin. Sperwers hebben een lichte onderzijde en een donkere (grijs of bruin) bovenzijde.

Wat is het verschil tussen een buizerd en een ruigpootbuizerd?

De ruigpootbuizerd heeft een witte staart met een of meerder zwarte banden en zwarte polsvlekken. De ruigpootbuizerd is over het algemeen alleen in de winter in Nederland te zien. Het verenkleed van de gewone buizerd kan sterk variëren, van bijna wit tot donkerbruin. Sommige exemplaren lijken daarom soms erg op een ruigpootbuizerd.

De serie Roofvogels in Nederland

In totaal zijn er zes delen nodig om de orde Accipitriformes te bespreken. De valken, de orde Falconiformes, worden in een apart deel besproken. De uilen zijn al een keer in een driedelige blog besproken. Via onderstaand overzicht kom je bij de verschillende soorten terecht.

Roofvogels in Nederland – deel I

Buizerd, sperwer en havik – deel II

Kiekendieven – deel III

Wouwen en wespendief – deel IV

Arenden – deel V

Gieren – deel VI

Valken in Nederland

Uilen in Nederland – deel I

Uilen in Nederland – deel II

Uilen in Nederland – deel III

Niets meer missen? Volg ons op onze socials!

Roofvogels in Nederland

Roofvogels in Nederland

Een van de sierlijkste vogels in de lucht zijn de roofvogels. Deze majestueuze dieren zijn de heersers van de lucht en altijd een beleving wanneer je er een spot. In Nederland kennen we veel verschillende soorten roofvogels, ieder met zijn eigen kenmerken. Van de kleine sperwer tot de vliegende deur, de zeearend. In deze blogserie komen ze allemaal voorbij!

Sperwer - roofvogels in Nederland
De sperwer is een van de kleinste roofvogels die je in Nederland kunt tegen komen. Vergis je echter niet door het formaat, het zijn zeer goede jagers.

Inhoudsopgave

Wat zijn roofvogels?

Met roofvogels wordt over het algemeen de ordes Falconiformes en Accipitriformes bedoeld. Echter blijkt uit onderzoek uit 2008 dat de Falconiformes, de valken, een eigen familie in een eigen orde vormen. Door dit onderzoek zijn ze een stapje dichter bij de papegaaiachtigen en zangvogels geplaatst dan de rest van de roofvogels. Ook de uilen vormen een aparte orde, maar dit was al langer bekend. De valken en uilen worden beide in een aparte blog(serie) besproken. In deze blogserie worden dus alleen de Accipitriformes besproken. Hiertoe behoren de families havikachtigen, gieren van de nieuwe wereld (niet in Nederland voorkomend), visarend en secretarisvogel (niet in Nederland voorkomend).


Lees ook: kraaien in Nederland – deel I


Wat nou precies roofvogels zijn is taxonomisch dus lastig uit te leggen. Qua uiterlijk en gedrag vertonen de twee ordes (Falconiformes en Accipitriformes) wel een aantal overeenkomsten. Al zijn er natuurlijk ook nog andere soorten met zulke kenmerken, zoals uilen en sommige zangvogels zoals klauwieren.

Roofvogels jagen op prooien en eten (in sommige gevallen) aas. De verschillende soorten jagen op allerlei prooidieren zoals zoogdieren, vogels, vissen en insecten. Torenvalken jagen vooral op muizen, boomvalken, steenuilen en wespendieven eten ook insecten en zeearenden jagen onder andere op eenden en op ganzen. Prooidieren worden gevangen in de lucht, op de grond en in het water. Ze staan (meestal) bovenaan de voedselketen en behoren tot de toppredatoren van een ecosysteem.

Welke roofvogels zijn er in Nederland?

Zoals gezegd zijn er van de orde Accipitriformes twee families waarvan soorten in Nederland voorkomen: de Accipitridae (havikachtigen) en de Pandionidae (visarend). De familie Pandionidae bestaat enkel uit de visarend, die sinds 2016 weer in Nederland broedt. Van de familie havikachtigen komen veel meer soorten voor in Nederland. Tot deze familie behoren onder andere de kiekendieven, wouwen en de arenden.

Visarend roofvogels in Nederland
De visarend verschilt in verschillende opzichten van de andere roofvogels, waardoor deze in een aparte familie is geplaatst

In totaal zijn er 12 soorten die in Nederland broeden:

  • Sperwer (Accipiter nisus)
  • Havik (Astur gentilis)
  • Buizerd (Buteo buteo)
  • Blauwe kiekendief (Circus cyaneus)
  • Bruine kiekendief (Circus aeruginosus)
  • Grauwe kiekendief (Circus pygargus)
  • Steppekiekendief (Circus macrourus)
  • Wespendief (Pernis apivorus)
  • Rode wouw (Milvus milvus)
  • Zwarte wouw (Milvus migrans)
  • Zeearend (Haliaeetus albicilla)
  • Visarend (Pandion haliaetus)

Dan zijn er nog een aantal soorten die hier niet broeden, maar wel voorkomen, bijvoorbeeld als dwaal-, zomer- of wintergast. Voorbeelden hiervan zijn de ruigpootbuizerd, slangenarend, steenarend, grijze wouw, vale gier, lammergier en monniksgier.


Lees ook: op zoek naar bijzondere soorten in het Kempen~Broek


Taxonomie roofvogels in Nederland (De Natuur van hier)
Taxonomie roofvogels in Nederland. In deze taxonomische indeling zijn de valken buiten beschouwing gelaten. Deze worden in een andere deel besproken (De Natuur van hier)

De serie Roofvogels in Nederland

In totaal zijn er zes delen nodig om de orde Accipitriformes te bespreken. De valken, de orde Falconiformes, worden in een apart deel besproken. De uilen zijn al een keer in een driedelige blog besproken. Via onderstaand overzicht kom je bij de verschillende soorten terecht.

Roofvogels in Nederland – deel I

Buizerd, sperwer en havik – deel II

Kiekendieven – deel III

Wouwen en wespendief- deel IV

Arenden – deel V

Gieren – deel VI

Valken in Nederland

Uilen in Nederland – deel I

Uilen in Nederland – deel II

Uilen in Nederland – deel III

Zwarte wouw, een van wouwen die je in Nederland kunt zien
Zwarte wouw, een van wouwen die je in Nederland kunt zien

Niets meer missen? Volg ons via onze socials!

Zoeken

Categorieën

Op de hoogte blijven?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!